Brief regering : Onderzoek Doenvermogen IB-aangifte
36 418 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024)
Nr. 126
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2023
Met deze brief bied ik u het rapport aan over knelpunten rondom de aangifte inkomstenbelasting
vanuit het perspectief van het doenvermogen van belastingplichtigen. De achtergrond
van dit onderzoek is de groeiende aandacht in fiscale beleidsvorming en uitvoering
voor het doenvermogen.
Centraal hierbij staat de notie dat belastingplichtigen niet enkel moeten weten en
snappen wat er van hen wordt gevraagd, maar dat ze ook goed in staat zijn om de benodigde
acties te ondernemen. Sinds 2021 wordt bij nieuwe fiscale wet- en regelgeving een
zogenaamde doenvermogenscan toegepast om in te schatten in hoeverre nieuwe maatregelen
doenlijk zijn. Er is echter nog minder bekend over de rol van doenvermogen bij het
bestaande bouwwerk van fiscale wetgeving.
Tegen deze achtergrond is een onderzoek gedaan naar de knelpunten die mensen ervaren
rondom de aangifte inkomstenbelasting en de mate waarin deze samenhangen met doenvermogen
en andere persoonlijke factoren, in het bijzonder fiscale kennis en lees- en digitale
vaardigheden.
Voor dit onderzoek is in januari en februari 2023 een vragenlijst verspreid via het
LISS panel. Uit dit panel hebben circa 2.200 mensen deelgenomen aan deze vragenlijst.
Dit betreft mensen die in 2022 aangifte inkomstenbelasting hebben gedaan. Om een beter
beeld te krijgen van de problematiek en de samenhang met doenvermogen zijn alle ca.
450 mensen benaderd die op een screeningsvragenlijst hebben aangegeven dat zij (veel)
moeite met het doen van aangifte hebben gehad. Hiermee is deze groep oververtegenwoordigd
in de steekproef, en zodoende zijn de resultaten mogelijk niet representatief.
Deze respondenten is een lijst met 14 mogelijke knelpunten voorgelegd die kunnen optreden
rondom de aangifte, zoals moeite hebben met het verzamelen van de benodigde informatie,
te laat aangifte doen en fouten maken bij het invullen van aftrekposten. Daarnaast
zijn een aantal vragen gesteld om een beter beeld te krijgen van hun doenvermogen.
Dit betrof vragen over de mate van zelfcontrole, de mate van ervaren financiële stress
en het aantal recente life events zoals verhuizing, echtscheiding en ziekte. Ook zijn
vragen gesteld over de fiscale kennis en de lees- en schrijfvaardigheden.
De belangrijkste bevindingen van het onderzoek zijn als volgt:
− Meeste respondenten ervaren geen knelpunten: De meeste respondenten (van de onderzoeksgroep die bestaat uit een oververtegenwoordiging
van mensen die aangeeft moeite te hebben met het doen van aangifte) geven aan geen
enkele van de voorgelegde knelpunten te hebben ervaren en een klein deel rapporteert
meerdere knelpunten.
− Meest gerapporteerde knelpunten: De meest gerapporteerde knelpunten zijn: (i) moeite met verzamelen van de benodigde
informatie, (ii) moeite met de benodigde berekeningen en (iii) onzekerheid na afloop
van de aangifte.
− Rol van doenvermogen: mensen met minder zelfcontrole, meer financiële stress en meer recente life events
ervaren significant meer knelpunten.
− Rol van fiscale kennis: mensen met een hogere mate van zelf-gerapporteerde fiscale kennis ervaren niet significant
minder knelpunten.
− Rol van lees- en digitale vaardigheid: mensen met beperktere lees- en digitale vaardigheid rapporteren significant meer
knelpunten.
Deze resultaten onderschrijven dat het belangrijk is om aandacht te hebben voor het
begrensde doenvermogen en de lees- en digitale vaardigheden van belastingplichtigen,
zowel bij kleinere aanpassingen binnen het huidige stelsel als bij grotere (stelsel)aanpassingen.
De resultaten impliceren dat de aangifte IH voor veel belastingplichtigen doenlijk
is.
Bij het doorvoeren van aanpassingen kan onder andere gedacht worden aan het beperken
van het aantal acties dat wordt gevraagd van belastingplichtigen. Dit kan bijvoorbeeld
door het vereenvoudigen van fiscale regelingen. Zo blijkt uit een recent ambtelijk
onderzoek dat verschillende fiscale regelingen niet altijd doenlijk zijn. Dit gaat
om onder andere de aftrek specifieke zorgkosten, de eigenwoningregeling, de giftenaftrek,
de startersaftrek en de onderhoudsverplichtingenaftrek.
Ook vanuit de uitvoering zijn er mogelijkheden om een kleiner beroep te doen op het
doenvermogen. Dat kan bijvoorbeeld door reeds door de Belastingdienst ondernomen initiatieven
zoals de geld-teruggaaf-brief, waarbij belastingplichtigen die nog geen aangifte hebben
gedaan erop worden geattendeerd dat ze mogelijk geld terug kunnen terugkrijgen als
ze dit alsnog doen. Hen wordt hulp aangeboden bij het doen van aangifte als zij daar
behoefte aan hebben. Een ander voorbeeld is de recent gelanceerde verkorte aangifte
voor mensen met relatief eenvoudig fiscale situaties waarbij alle relevante gegevens
zijn vooringevuld en mensen geen vragen hoeven te beantwoorden die niet op hen van
toepassing zijn. Ook is de «optimale verdeling» in de aangifte inkomstenbelasting
opgenomen waarmee de Belastingdienst bij het afronden van daarvoor in aanmerking komende
aangiften een voor belastingen zo gunstig mogelijke verdeling van inkomsten en aftrekposten
voor fiscaal partners voorstelt. Daarnaast biedt de Belastingdienst gedurende het
jaar en tijdens de aangifte campagne op diverse manieren (baliebezoek, telefonisch
of videobellen) hulp bij aangifte aan. Daarnaast ondersteunt de Belastingdienst tijdens
de aangiftecampagne en door het jaar heen een breed netwerk van maatschappelijk dienstverleners
bij de hulp die deze partijen bieden aan burgers voor het doen van aangifte en regelen
van overige fiscale zaken met de Belastingdienst. Ook is het afgelopen jaar het aantal
steunpunten van de Belastingdienst uitgebreid en wordt hulp vanuit bibliotheken geboden
bij het doen van belastingaangifte. Op deze wijze brengt de Belastingdienst hulp dichter
bij de burgers.
Ten slotte onderstrepen de resultaten van dit onderzoek ook het belang van initiatieven
voor heldere communicatie richting de belastingplichtige, zoals het programma begrijpelijke
brieven.
Het kabinet herkent zich in deze bevindingen en het belang van aandacht voor doenvermogen
en heldere communicatie. Zo is in het pakket Belastingplan 2024 opgenomen dat onderlinge
vorderingen en schulden bij partners en bij ouders met minderjarige kinderen niet
meer in de aangifte hoeven worden opgegeven, waardoor het aangifteproces eenvoudiger
wordt gemaakt. Het kabinet gaat, gesterkt door de bevindingen van dit onderzoek, door
met het verbeteren van de doenlijkheid en begrijpelijkheid van ons belastingstelsel.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën