Brief regering : Tijdelijk Noodfonds Energie 2024
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
36 410
Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
Nr. 455
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2023
Het Tijdelijk Noodfonds Energie (TNE, hierna het Noodfonds) heeft in 2023 ruim 50.000
kwetsbare huishoudens kunnen helpen bij het betalen van hun onverwacht sterk gestegen
energierekening. De energieprijzen zijn ten opzichte van afgelopen najaar gedaald,
maar liggen nog steeds hoger dan voor eind 2021. Het kabinet onderschrijft het belang
om kwetsbare huishoudens waar mogelijk te ondersteunen bij een hoge energierekening
en het tegengaan van energiearmoede. Tegelijkertijd geldt dat de inflatie zich sinds
de oorspronkelijke stijging van de energieprijzen heeft verbreed. Er is dan ook voor
2024 een breder koopkrachtpakket aangekondigd gericht op het tegengaan van een stijging
in de armoede en het verminderen van de kinderarmoede. Voor huishoudens met een laag
(midden)inkomen én hoge energiekosten kan het echter nog steeds een uitdaging zijn
om hun rekening te betalen.
Energie-Nederland en het kabinet en voelen dan ook gezamenlijk de noodzaak om kwetsbare
huishoudens in 2024 opnieuw gericht te steunen bij het betalen van een deel van de
energierekening. Daartoe wordt het Noodfonds heropend en de publiek private samenwerking
voortgezet. In 2024 is daarvoor in totaal 60 miljoen euro beschikbaar, via een subsidie
aan het Noodfonds. Het Rijk neemt hiervan 40 miljoen euro voor haar rekening (2/3)1, de energieleveranciers 20 miljoen euro (1/3)2. Mocht het noodzakelijk zijn om meer middelen vrij te maken voor het Noodfonds, dan
is daarvoor vanuit het Rijk nog eens maximaal 20 miljoen euro extra gereserveerd.
Daarbij geldt als voorwaarde dat derde partijen maximaal 10 miljoen inleggen.
Graag informeer ik u in deze brief over de wijze waarop het Noodfonds in 2024 wordt
vormgegeven.
Doelgroep van het Noodfonds
Het Noodfonds kijkt bij het bieden van steun naar de energiequote van huishoudens.
De energiequote is het deel van het inkomen dat besteed wordt aan energiekosten. Door
de steun te baseren op de energiequote en de doelgroep te beperken tot huishoudens
met een laag (midden)inkomen kan het Noodfonds – anders dan eerdere generieke maatregelen
– zeer gericht steun bieden aan de huishoudens die deze steun echt nodig hebben.
Op basis van de ervaringen in 2023 is in overleg met Noodfonds en Energie-Nederland
de energiequote voor 2024 verlaagd. In 2024 kunnen huishoudens met een bruto-inkomen
tot 200% van het sociaal minimum en een energiequote van 10% (was 13%) en huishoudens
tot bruto 130% van het sociaal minimum met een energiequote van 8% (was 10%) bij het
Noodfonds terecht. Deze e-quote is gebaseerd op de definitie van «energiearmoede»,
waarbij wordt gesteld dat een huishouden dat meer dan 8% volgens het TNO, en 10% volgens
het CBS, van het inkomen besteedt aan energie als energiearm wordt gezien. Dat betekent
dat mogelijk een grotere doelgroep huishoudens in aanmerking komt voor steun.
Een huishouden kan een bijdrage vragen voor maximaal de daaropvolgende zes maanden.
Het Noodfonds wordt naar verwachting half januari 2024 opengesteld en aanvragen worden
in behandeling genomen tot en met 31 maart. Naar verwachting kunnen op basis van de
huidige energieprijzen door het Noodfonds circa 70.000 huishoudens worden geholpen
van de beschikbare 60 miljoen, maar dit is zeer afhankelijk van het verloop van de
energieprijzen. Het Noodfonds zal vroegtijdig melding maken van dreigende uitputting
van middelen. In dat geval zal het kabinet in overleg tredegn met de energieleveranciers
en een besluit nemen over het wel of niet eerder sluiten of en zo ja onder welke voorwaarden
het Tijdelijk Noodfonds Energie kan worden voortgezet.
Werking, toegankelijkheid en dienstverlening
Net als in 2023 zal, wanneer een huishouden in aanmerking komt voor een bijdrage,
vanuit het Noodfonds de steun betaald worden aan de energieleverancier van het betreffende
huishouden. De energieleverancier verrekent vervolgens deze bijdrage met de energierekening.
Wanneer sprake is van een openstaande schuld van het huishouden bij de energieleverancier,
wordt de bijdrage hiermee verrekend. Als deze openstaande schuld lager is dan de toegekende
steun, of het huishouden geen openstaande schuld heeft, wordt de steun over de eerstvolgende
zes maanden verrekend met de energierekening. Mocht het verrekenen over zes maanden
niet mogelijk zijn, bijvoorbeeld omdat het huishouden een overstap maakt naar een
andere energieleverancier, dan verrekent de energieleverancier de resterende steun
met de eindafrekening of keert dit direct uit op het rekeningnummer waarmee de energierekening
werd betaald.
Met uw Kamer wil ik de toegankelijkheid en dienstverlening van het Noodfonds verbeteren
ten aanzien van 2023. De vorig jaar geuite kritiek hierover is begrijpelijk omdat
juist de doelgroep van het Noodfonds belang erbij heeft om op een simpele en toegankelijke
manier steun te ontvangen. Daarbij moet worden bedacht dat het Noodfonds indertijd
in een paar maanden is opgezet en in die tijd een werkende technologie heeft ontwikkeld
waarmee gericht steun kan worden geboden. In de eerste maanden na lancering heeft
het Noodfonds ook al vele verbeteringen gerealiseerd, waaronder de ontwikkeling van
een desktopversie en het meer toegankelijk maken van de web en app versie voor slechtzienden.
Voor 2024 heeft het Noodfonds aangegeven binnen de gestelde kaders (beschikbare tijd
en middelen) verdere verbeteringen in de toegankelijkheid en dienstverlening door
te voeren. Bijvoorbeeld door in samenspraak met belangenorganisaties en ervaringsdeskundigen
het aanvraagproces te verbeteren en een netwerk aan hulpverleners te faciliteren.
Daarbij hecht ik eraan erop te wijzen dat toekenningen vanuit het Noodfonds geen publiekrechtelijke
besluiten zijn. Dit vloeit voort uit het private karakter van het Noodfonds. Concreet
betekent dit dat er wel een verbeterde klachtenregeling van kracht is en een herbeoordelingsroute,
maar in formele zin geen bezwaar op beroep kan worden ingesteld. Met mensen van wie
de aanvraag onverhoopt niet automatisch kan worden afgehandeld, treedt het Noodfonds
in contact om de aanvraag in behandeling te nemen (maatwerk).
Om het bereik van het Noodfonds te vergroten wordt de samenwerking met diverse (maatschappelijke)
organisaties voortgezet. Zo worden door het Noodfonds verschillende informatiebijeenkomsten
georganiseerd en ondersteuningsmateriaal ontwikkeld voor onder andere Divosa, VNG,
ANBO, de Oogvereniging, IederIn en Stichting Appt. Naast het bereik en eventuele hulp
bij de aanvraag van steun uit het Noodfonds, kan het ook belangrijk zijn om aanvragers
te attenderen op andere mogelijkheden om financiële steun te ontvangen daar waar hier
nog geen gebruik van wordt gemaakt. Organisaties zoals Geldfit kunnen hierbij een
rol spelen. Voorafgaand en tijdens de openstelling van het Noodfonds zal er intensief
contact zijn tussen betrokken partijen. Via voorlichting worden het brede publiek
alsmede en betrokken partijen vooraf over de heropening van het Noodfonds geïnformeerd.
Subsidievoorwaarden
De bijdrage van het Rijk wordt via een subsidie geregeld. Naast de geldende wet- en
regelgeving voor subsidies, zal ik de subsidieaanvraag toetsen aan onder andere onderstaande
voorwaarden voordat kan worden overgegaan tot daadwerkelijke subsidiering.
• De te subsidiëren activiteiten staan open voor klanten van alle energieleveranciers;
• Het huishouden wordt vóór uitkering uit het Noodfonds getoetst op draagkracht. Hierbij
wordt gekeken naar inkomen en energiekosten. Een uitkering van het fonds is een gift,
er wordt bij huishoudens niet teruggevorderd;
• De energieleverancier heeft alle mogelijkheden van maatschappelijk verantwoorde incasso
uitgeput; er is een redelijke en passende betalingsregeling aangeboden en er is gepoogd
de klant langs meerdere kanalen thuis te bereiken én er is medewerking vanuit de klant.
De Regeling afsluitbeleid biedt hiertoe een duidelijk kader;
• De maximale bijdrage vanuit de overheid is 40 miljoen (2/3), de energieleveranciers
dragen 20 miljoen euro (1/3) bij. Mocht het noodzakelijk zijn om meer middelen vrij
te maken voor het Noodfonds, dan is daarvoor vanuit het Rijk nog eens maximaal 20
miljoen euro extra gereserveerd. Daarbij geldt als voorwaarde dat derde partijen maximaal
10 miljoen inleggen.
Als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan de overheid (een deel van) de subsidie
terugvorderen.
Ik ben de Stichting Tijdelijk Noodfonds Energie, Energie-Nederland en de energieleveranciers
(tot op heden zijn dit Vattenfall, Eneco, Essent, Budget Energie, GreenChoice, Engie,
Innova Energie, Pure Energie en Vrij op Naam) zeer erkentelijk voor hun inzet om zich
ook in 2024 in te zetten voor huishoudens die moeite hebben om hun energierekening
te kunnen betalen.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen