Brief regering : Drie jaar na Roemer: Jaarrapportage arbeidsmigranten 2023 en aanverwante toezeggingen
29 861 Arbeidsmigratie en sociale zekerheid
Nr. 122
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 december 2023
De omgeving van de mens is de medemens. Deze tekst van Jules Deelder is te zien op
een pand in het centrum van Rotterdam. Een stad waar inwoners met vele verschillende
nationaliteiten samenleven. Sommigen zijn hier al jaren, anderen nog maar kort of
ze staan op het punt Nederland weer te verlaten. Er zijn veel overeenkomsten, ook
met Nederlandse inwoners. In Nederland wonen veel arbeidsmigranten. Iedereen wil op
een fatsoenlijke plek leven en wonen, tijd met dierbaren kunnen doorbrengen en waardering
voelen voor het werk dat zij of hij doet. Helaas leeft en werkt er een te grote groep
arbeidsmigranten in omstandigheden die Nederland onwaardig zijn. Ik heb dit ook gezien
tijdens mijn werkbezoeken. De medemens gereduceerd tot het werk dat verricht wordt
als arbeidsmigrant.
In 2020 presenteerde het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (Commissie Roemer)
het rapport «Geen Tweederangsburgers».1 Dit rapport beschrijft met welke misstanden op het gebied van werken en wonen arbeidsmigranten
in Nederland geconfronteerd worden. Het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (hierna:
het Aanjaagteam) heeft een advies opgesteld met daarin een 50-tal aanbevelingen. Het
kabinet voert deze aanbevelingen van het Aanjaagteam onverkort en met urgentie uit
om arbeidsmigranten beter te beschermen en misstanden tegen te gaan. Dit kan niet
wachten. Zij moeten gezien en behandeld worden als gelijkwaardige en volwaardige deelnemers
van onze samenleving.
Misstanden rond arbeidsmigranten hebben ook gevolgen voor de samenleving als geheel.
Het leidt tot druk op de publieke voorzieningen en op de leefomgeving. Hiermee daalt
ook het draagvlak voor arbeidsmigratie. Een volgend kabinet zal daarom – mede op basis
van de uitkomsten van de Staatscommissie Demografie 2050 – aan de slag moeten met
de fundamentele vraag hoe de economie en onze arbeidsmarkt in de toekomst eruit kan
zien. Uiteindelijk zullen we ook keuzes moeten maken over wat voor soort samenleving
we willen zijn, wat voor soort banen daarbij horen, en wat voor economie en arbeidsmarkt
daarvoor nodig zijn.
Hierbij ontvangt u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn & Sport, de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit, de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid, de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering
en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport «Drie jaar na Roemer:
jaarrapportage arbeidsmigranten 2023» (hierna: jaarrapportage). In deze brief reflecteer
ik op hoofdlijnen op de voortgang zoals weergegeven in deze jaarrapportage. In een
bijlage bij deze brief ga ik in op een aantal toezeggingen die het kabinet aan uw
Kamer heeft gedaan en op de stand van zaken van moties van uw Kamer, die betrekking
hebben op arbeidsmigratie.
Deze derde jaarrapportage laat zien wat de voortgang is, drie jaar na het advies van
het Aanjaagteam. Welke maatregelen door het Rijk, de sociale partners, de gemeenten
en de provincies zijn gerealiseerd; welke maatregelen de komende jaren – mits instemming
van uw Kamer bij de wetsvoorstellen – van kracht zullen worden en welke maatregelen
de komende jaren vragen om een besluit over de wijze van uitvoering. De jaarrapportage
geeft uw Kamer daarmee ook een overzicht van wat er nog moet gebeuren in de aankomende
jaren voordat het advies van het Aanjaagteam volledig is uitgevoerd. Naast deze jaarlijkse
rapportage geeft de in 2023 gelanceerde website www.arbeidsmigratieingoedebanen.nl een actueel overzicht van de status en voortgang van de maatregelen. De website is
bedoeld voor alle betrokkenen bij het maken van beleid rondom arbeidsmigranten en
de uitvoering ervan.
De groep arbeidsmigranten waarop het advies van het Aanjaagteam betrekking heeft,
bestaat voornamelijk uit personen uit andere lidstaten van de Europese Unie (EU),
die in Nederland via het vrij verkeer van werknemers of van diensten vaak ongeschoold
of praktijkgericht werk doen. Zij werken dikwijls op een flexcontract voor een loon
dat op- of net boven het minimumloon ligt. Daarnaast zijn er ook mensen van buiten
de EU die legaal in Nederland verblijven, in een vergelijkbare positie werken en daarmee
ook kwetsbaar zijn voor misstanden. Dit kunnen arbeidsmigranten van buiten de EU zijn
met een tewerkstellingsvergunning, maar ook ontheemden uit Oekraïne die in Nederland
werken. De uitvoering van de aanbevelingen van het Aanjaagteam moet ook leiden tot
een betere situatie voor hen, net zoals voor andere mensen in Nederland die zich in
een vergelijkbare kwetsbare arbeidspositie bevinden.
In 2024 start een meerjarig onderzoeksprogramma om, in relatie tot onder meer de beoogde
doelen van het advies van het Aanjaagteam, periodiek inzicht te krijgen in de eigen
ervaringen van de specifieke doelgroep arbeidsmigranten met betrekking tot hun positie
in Nederland. De uitkomsten van het onderzoek worden opgenomen in de volgende jaarrapportages.
Jaarrapportage Arbeidsmigranten 2023: waar staan we drie jaar na Roemer?
De 50-tal aanbevelingen zoals opgesteld door het Aanjaagteam vormen een doordacht
en samenhangend pakket van maatregelen. De maatregelen verschillen in complexiteit
en doorlooptijd. Net als in voorgaande rapportages is zichtbaar dat de voortgang van
de uitvoering zich in verschillende fasen bevindt.
Het kabinet ziet dat in 2023 de voornaamste wet- en regelgeving in werking is getreden
dan wel in gang is gezet. Het wetsvoorstel «Wet toelating terbeschikkingstelling van
arbeidskrachten» ten behoeve van de bescherming van arbeidskrachten in de uitzendsector
en het weren van malafide partijen van de markt ligt bij uw Kamer. De aangepaste Wet
basisregistratie personen (hierna: BRP) voor een beter zicht op het verblijf van arbeidsmigranten
is vorig jaar in werking getreden en de Wet goed verhuurderschap voor de aanpak van
misstanden bij huisvesting is van kracht sinds 1 juli 2023. Dit zijn cruciale stappen
vooruit.
Steeds meer gemeenten hebben integraal beleid op het gebied van arbeidsmigratie zoals,
Den Haag en Rotterdam. Ook wordt samenwerking in de regio gezocht en gevonden. Onderdeel
van het bestuursakkoord van de provincie Noord-Brabant is dat het samen met het Rijk
en regionale partners de komende periode uitvoering geeft aan de pilot «Brabants Migratie
Informatiepunt».2 Arbeidsmigranten krijgen hiermee met meerdere informatiepunten in de provincie makkelijker
toegang tot meertalige informatie en advies over het werken, wonen en leven in Brabant.
We hebben het voornemen om deze pilot ook in andere provincies uit te rollen.3
Het is hoopvol om te zien dat bij vele partijen het besef ontstaat dat er actie en
nauwe samenwerking nodig is om de positie van arbeidsmigranten in Nederland structureel
te verbeteren. Naast de uitvoering van de aanbevelingen zijn er vele goede voorbeelden
en pilots die gemeenten, werkgevers, uitzendbureaus en brancheorganisaties zoals de
ABU realiseren om hier aan bij te dragen. Het begint bij bewustwording. Nu is er navolging
nodig van deze voorlopers waarbij goede voorbeelden de standaard worden in de brede
samenleving. De komende periode is het van groot belang dat de verbetering merkbaar
is voor arbeidsmigranten en daarbij ook voor de omgeving waar arbeidsmigranten wonen
en werken. Hieronder ga ik in op enkele hoofdpunten uit de jaarrapportage die hiertoe
moeten leiden.
Werk: aanpak misstanden in uitzendsector
Het Aanjaagteam besteedt in zijn advies veel aandacht aan de rol van uitzendbureaus
in de werksituatie van arbeidsmigranten. Veel arbeidsmigranten zijn werkzaam via een
uitzendbureau. In samenwerking met sociale partners is het wetsvoorstel «Wet toelating
terbeschikkingstelling van arbeidskrachten» opgesteld. Dit wetsvoorstel heb ik op
10 oktober jl. ingediend bij uw Kamer.4 Dit is een grote stap en ik ben verheugd dat uw Kamer deze wet met snelheid in behandeling
heeft genomen. De inwerkingtreding van de handhaving van de toelatingsplicht is voorzien
per 1 januari 2026. Het doel van het toelatingsstelsel is enerzijds om arbeidskrachten
beter te beschermen en anderzijds een gelijk speelveld voor alle uitleners te waarborgen
en malafide partijen van de markt te weren. Het toelatingsstelsel is onderdeel van
de bredere hervorming van de arbeidsmarkt.5 We zetten er op in dat mensen in flexibele contracten meer zekerheid krijgen over
hun inkomen en hun rooster en dat schijnzelfstandigheid wordt teruggedrongen.
Het wetsvoorstel «Invoering meldplicht arbeidsongevallen en vergewisplicht uitleners»
geeft uitzendbureaus een grotere verantwoordelijkheid als het gaat om het melden van
ernstige en dodelijke arbeidsongevallen van deze werknemers aan de Arbeidsinspectie.
Dit is van belang voor alle uitzendkrachten, maar zeker voor arbeidsmigranten, omdat
dit een kwetsbare groep is en het aantal bedrijfsongevallen onder uitzendkrachten
met een migratieachtergrond relatief hoog is. Er heeft een internetconsultatie plaatsgevonden.
De Autoriteit Persoonsgegevens, het Adviescollege Toetsing Regeldruk en de Arbeidsinspectie
hebben advies gegeven over het wetsvoorstel. De input wordt nu verwerkt in het wetsvoorstel.
De verwachting is dat de wet uiterlijk op 1 januari 2026 in werking zal treden.
Het Aanjaagteam adviseert om in de Wet minimumloon (WML) een bepaling op te nemen
om bij een vermoeden van onderbetaling en een «ondeugdelijke administratie» uit te
kunnen gaan van een rechtsvermoeden van een voltijds dienstverband van zes maanden.
Dit is een nieuw instrument om onderbetaling van het minimumloon aan te pakken en
rechtsherstel voor de werknemer te bewerkstelligen. Arbeidsmigranten zijn relatief
vaker het slachtoffer van onderbetaling. Ik zal uw Kamer, zoals toegezegd, hier nader
over informeren voor het einde van 2023.
Registratie: arbeidsmigranten beter in beeld
Gemeenten hebben vaak weinig zicht op waar arbeidsmigranten verblijven. Om dit te
verbeteren is een goede registratie van essentieel belang. Hierdoor krijgen arbeidsmigranten
ook betere toegang tot overheidsdiensten. Het kabinet is voortdurend met gemeenten
in gesprek over de maatregelen die moeten leiden tot meer zicht op arbeidsmigranten.
Met de vorig jaar aangepaste Wet BRP kunnen tijdelijke verblijfadressen van arbeidsmigranten
worden geregistreerd. Dit is vrijwillig en geen verplichting. In oktober 2023 is in
de gemeenten Aalsmeer, Hollands Kroon, Horst aan de Maas, Peel en Maas en Schiedam
een experiment gestart om tijdelijke verblijfadressen actueel te houden.
Ik heb de mogelijkheden onderzocht om werkgevers te verplichten om arbeidsmigranten
goed te informeren over registratie in de BRP. Ik heb besloten om dit niet op te nemen
in het toelatingsstelsel voor uitzendbureaus, vanwege de beheersbaarheid van het toelatingsstelsel
en het draagvlak daarvoor. Daarom werken we andere mogelijkheden uit om ervoor te
zorgen dat de correcte registratie van arbeidsmigranten significant verbetert. Het
is duidelijk dat stevige aanvullende inzet nodig is om de registratie van arbeidsmigranten
te verbeteren en dat werkgevers hier een verantwoordelijkheid in hebben en rol te
vervullen. In hun rol als goede werkgever en in hun verantwoordelijkheid naar de samenleving.
Zodat we ook de lusten en de lasten van arbeidsmigratie eerlijker verdelen.
Huisvesting: regie op meer fatsoenlijke woonruimte voor arbeidsmigranten
«Geen bed, geen business». De huisvestingsopgave voor arbeidsmigranten kan niet los
gezien worden van de bijdrage die zij leveren aan onze economie. Zij werken vaak in
sectoren en beroepen waarvoor moeilijk Nederlandse werknemers te vinden zijn. Onder
meer vanwege het fysiek zware werk of het gevraagde vakmanschap. Arbeid waarvan we
de waarde in de afgelopen jaren uit het oog zijn verloren. Bij het aantrekken van
nieuwe economische activiteiten is er weinig aandacht voor voldoende en kwalitatief
goede huisvesting, toegang tot zorg en voor toegang tot onderwijs voor kinderen van
arbeidsmigranten. Met als gevolg dat arbeidsmigranten te vaak in onfatsoenlijke huisvesting
wonen en lang moeten reizen tussen hun woon- en werkplaats. Daarmee zorgt de komst
van arbeidsmigranten met een veelal tijdelijk verblijf in regio’s en wijken voor druk
op de voorzieningen en een gevoel van machteloosheid bij de huidige bewoners over
de leefbaarheid van de omgeving.
Ik ben verheugd dat de VNG in afstemming met de Ministeries BZK, SZW en EZK een eerste
versie van de effectrapportage bij nieuwe bedrijvigheid heeft ontwikkeld. De inbreng
van gemeenten, provincies, bedrijven en bracheorganisaties is hierin meegenomen. Bij
de besluitvorming over nieuwe bedrijvigheid krijgen gemeenten met dit instrument inzicht
in de huisvestingsvraag van arbeidsmigranten. Zo kunnen zij constructief met bedrijven
het gesprek voeren over de inzet en huisvesting van arbeidsmigranten en hier heldere
afspraken over maken. Waar nu de nadruk ligt op huisvesting, is het uiteindelijke
doel van de effectrapportage om arbeidsmigratie beter te laten aansluiten op het lokale
absorptievermogen van gemeenten. Dit betekent dat bij een landelijke uitrol ook rekening
wordt gehouden met andere voorzieningen voor arbeidsmigranten, zoals zorg en openbaar
vervoer. Naast gemeenten kunnen provincies een belangrijke rol spelen bij de implementatie,
door het instrument onderdeel te maken van de provinciale omgevingsverordening. De
provincie Zuid-Holland heeft hierin al het voortouw genomen. Ook ben ik verheugd dat
sinds oktober jl. de effectrapportage wordt getest bij de gemeenten Barneveld, Hollands
Kroon, Horst aan de Maas, Meierijstad, Rotterdam en Zuidplas. Op basis hiervan wordt
een vervolgversie ontwikkeld die in het tweede kwartaal van 2024 gereed is.
Overheden krijgen de juiste instrumenten om te zorgen voor meer en kwalitatief betere
huisvesting voor arbeidsmigranten. Daarmee wordt ook de huurpositie van arbeidsmigranten
verbeterd. Het wetsvoorstel «Versterking regie volkshuisvesting» moet leiden tot meer
grip op hoeveel, waar en voor wie wordt gebouwd. Voor arbeidsmigranten moet dit leiden
tot meer beschikbare huisvesting. Met de inwerkingtreding van deze wet gaan gemeenten
een volkshuisvestingsprogramma opstellen, waarbinnen ook specifieke aandacht moet
zijn voor de woonopgave voor aandachtsgroepen, zoals arbeidsmigranten. Verwacht wordt
dat gemeenten de opgave in een regionaal verband afstemmen. Provincies gaan hierop
toezien en krijgen daar met deze wet ook de instrumenten voor. Hoewel het nog geen
wettelijke verplichting is om voor de benoemde aandachtsgroepen huisvesting te realiseren
vraagt het kabinet gemeenten en regio’s om nu al opvolging te geven aan de opgave
voor arbeidsmigranten. Op 18 juli jl. is het wetsvoorstel naar de Raad van State gestuurd.
Het streven is dat de wet medio 2024 in werking treedt.
Op 1 juli 2023 is de Wet goed verhuurderschap (Kamerstuk 36 130) in werking getreden. Deze wet introduceert voor alle verhuurders en verhuurbemiddelaars
een landelijke basisnorm voor goed verhuurderschap. Voor arbeidsmigranten betekent
deze wet dat de huurovereenkomst geen onderdeel meer mag zijn van de arbeidsovereenkomst
en dat de informatievoorziening over de huurovereenkomst wordt aangeboden in een voor
de huurder begrijpelijke taal. Hierdoor worden arbeidsmigranten minder afhankelijk
van hun werkgever en hebben zij een verbeterde positie als huurder. Zij kunnen niet
meer uit hun woning gezet worden en op straat belanden omdat het arbeidscontract is
beëindigd. De wet geeft gemeenten een belangrijk instrument om malafide verhuurders
te weren door een verhuurdervergunning in te voeren waarmee extra eisen aan de verhuur
van de woon- of verblijfsruimte kunnen worden gesteld. Gemeenten zijn verplicht om
op 1 januari 2024 een meldpunt te hebben ingericht waar (eventueel) anoniem en kosteloos
meldingen kunnen worden gedaan van ongewenst verhuurgedrag. Ik ben blij dat veel gemeenten
deze meldpunten al hebben ingericht en nu hard werken aan gedegen handhaving. Dit
gaat echt het verschil maken voor arbeidsmigranten en daarbij ook voor de leefbaarheid
in gemeenten.
Toezicht en handhaving: sluitstuk van regelgeving
Als sluitstuk van de (voorgestelde) wet- en regelgeving zijn goede handhaving en toezicht
nodig om naleving te bevorderen en misstanden bij arbeidsmigranten tegen te gaan.
De Arbeidsinspectie is gestart met de voorbereiding van de nieuwe taken en de capaciteitsuitbreiding
in het kader van het toelatingsstelsel. Landelijke, lokale en ook grensoverschrijdende
samenwerkingsverbanden zijn belangrijk om tot een geïntegreerd toezicht te komen op
regelgeving rondom huisvesting en het toelatingsstelsel. Hierin werken de Arbeidsinspectie,
de SVB, het UWV en de Belastingdienst samen. Onder meer in het project Aanpak Malafide
Uitzendbureaus. Deze organisaties hebben medio 2023 afspraken gemaakt en financiering
ontvangen ten behoeve van extra capaciteit voor het versterken van het multidisciplinair
grensoverschrijdend samenwerken. Ook is dit jaar het Flexibel Regionaal Interventie
Team (FRIT) als pilot afgerond. Met het FRIT is gewerkt aan een instrumentarium om
de overheid daadkrachtiger, sneller en effectiever te laten optreden en meer grip
te krijgen op maatschappelijke problemen rondom arbeidsmigranten. Inmiddels is het
FRIT geëvalueerd, en hebben meerdere elkaar versterkende interventies (zowel repressief
als proactief) plaatsgevonden. Bij proactief toezicht gaat het om het inzetten van
communicatie als ook afspraken met brancheorganisaties. Door de intensieve samenwerking
zijn veel signalen van de deelnemende partijen nader onderzocht en zijn er onderzoeken
gestart door onder andere de Arbeidsinspectie en andere deelnemende ketenpartners.
Er wordt bezien of, en zo ja hoe, het FRIT een vervolg kan worden gegeven.
Daarnaast is er samenwerking op Europees niveau. Zo zijn er in het afgelopen jaar
onder de vlag van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) diverse gezamenlijke inspecties
geweest. Door de samenwerking is er een versterkte informatiepositie en kunnen deze
organisaties gezamenlijk of individueel zo effectief mogelijk optreden. De Arbeidsinspectie
werkt risicogericht en programmatisch. De focus ligt op sectoren en werkzaamheden
waar sprake is van een cumulatie van arbeids- en bestaanszekerheidsrisico’s. Dit is
veelal bij laaggeschoold werk, laag loon en een flexibel contract, zoals in de detailhandel,
horeca, land- en tuinbouw, metaal en industrie, de bouw en transport en logistiek.
Sectoren waar ook veel arbeidsmigranten werken. In recente publicaties is uitgebreid
gerapporteerd over ingezette interventies en behaalde resultaten.6 Zo heeft de Arbeidsinspectie bijzondere aandacht voor misstanden met arbeidsmigranten
in de grensstreek, waarbij wordt samengewerkt met de Duitse overheid. Dergelijke samenwerking
vraagt intensief overleg met meerdere Duitse autoriteiten op verschillende niveaus
(lokaal, regionaal, landelijk) om te inventariseren welke taak onder welke bevoegde
autoriteit valt en op basis van welke grondslag adequate uitwisseling van gegevens
kan plaatsvinden. Daarnaast worden de activiteiten en werkzaamheden van de ELA in
2024 geëvalueerd. Het is mijn inzet om het mandaat en daarmee de activiteiten van
de ELA verder te versterken. Ik zal daarbij in ieder geval aandacht hebben voor de
kwetsbare positie van gedetacheerde derdelanders en daarbij het belang van effectieve
handhaving en informatievoorziening over landsgrenzen heen.
Ik blijf benadrukken dat handhaving het sluitstuk is. Je hebt je aan de wet te houden.
Ondernemers, inlenende én uitlenende bedrijven, moeten de verantwoordelijkheid die
zij hebben voor goed werkgeverschap ook nemen op de dagen dat de Arbeidsinspectie
niet langskomt.
Informatie, dienstverlening en recht: toegang tot informatie en recht voor arbeidsmigranten
Naast aanwezige wet- en regelgeving en goede handhaving en toezicht hierop is het
van belang dat arbeidsmigranten toegang tot het recht hebben. Zonder laagdrempelige
toegang tot het recht kan er geen sprake zijn van een gelijkwaardige en volwaardige
deelname van arbeidsmigranten aan de Nederlandse maatschappij. De huidige beperkte
toegang komt onder meer door onvoldoende kennis van de Nederlandse taal, onbekendheid
met procedures, gebrek aan hulp en ondersteuning, en door belemmeringen in het rechtssysteem.
Ik streef naar een breed samenhangend en aaneensluitend pakket van informatievoorziening,
adviesverlening aan rechtzoekenden en laagdrempelige geschilbeslechting via de kantonrechter.
Onderdeel van de informatievoorziening is bijvoorbeeld de eerdergenoemde pilot Brabants
Migratie Informatiepunt (BMIP), in de aanloop naar een landelijk dekkende informatievoorziening
en toegang tot dienstverlening aan arbeidsmigranten. In de komende periode wordt de
vormgeving van het pakket nader uitgewerkt. Uw Kamer is hierover onlangs geïnformeerd.7
Vertrouwen in verantwoordelijkheid
Werkgevers, uitzendbureaus en verhuurders zijn niet afhankelijk van wetten en regels
om op een fatsoenlijke manier om te gaan met hun werknemers of huurders. Ook binnen
de kaders van wet- en regelgeving blijft het risico bestaan dat arbeidsmigranten niet
als volwaardige deelnemers van de samenleving worden behandeld. Het is een breed gedeelde
verantwoordelijkheid van veel partijen, zoals bedrijven, lokale en provinciale overheden
en sociale partners om elkaar hier op te blijven aanspreken. Een betere positie van
arbeidsmigranten zorgt ook voor een gelijker speelveld op de markt voor welwillende
bedrijven. Voor malafide ondernemers en bedrijven die bewust de randen opzoeken van
wat kan en mag, is geen ruimte.
Gelukkig zie ik tijdens mijn werkbezoeken ook situaties waar het goed gaat met arbeidsmigranten.
Waar zij mij vertellen tevreden te zijn met hun leven in Nederland en zich gewaardeerd
te voelen, niet alleen als werknemer maar ook als mens. Werkgevers die investeren
in goed werkgeverschap zien werknemers jaarlijks terugkomen. Zo bieden sommige werkgevers
ook Nederlandse taallessen aan. Dit leidt niet alleen tot een veiligere situatie op
de werkvloer, maar bevordert ook een snellere integratie in de Nederlandse samenleving,
regio’s en wijken waar arbeidsmigranten wonen. De sociale partners hebben bovendien
in de Stichting van de Arbeid op 27 september 2023 een handreiking voor decentrale
partijen uitgebracht om in cao’s op passende wijze invulling te geven aan de aanbevelingen
van het Aanjaagteam. Ik onderschrijf nadrukkelijk het belang van de handreiking en
vraag de partijen om hiermee aan de slag te gaan. Goed werkgeverschap loont.
Ik ga met steun van uw Kamer onverminderd door met het uitvoeren van de maatregelen
voor de bescherming van arbeidsmigranten en het tegengaan van misstanden, ook als
demissionair Minister. Ik vertrouw erop dat in de toekomst ook een volgend kabinet
met de samenwerkingspartijen en uw Kamer hier verdere stappen in blijft zetten.
Arbeidsmigranten merken niet van de een op de andere dag dat hun positie in Nederland
verbeterd is. Wat wel direct merkbaar is voor deze mensen, is hoe ze gezien en behandeld
worden door de mensen die ze tegenkomen. De werkgever en collega’s, de klant, de verhuurder
en de mensen uit de buurt. Arbeidsmigranten moeten gezien en behandeld worden als
medemens.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Indieners
-
Indiener
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid