Brief regering : Kabinetsreactie opvolgingsonderzoek veiligheid historische zeilvloot
31 409 Zee- en binnenvaart
Nr. 428
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 december 2023
Op 27 september 2023 heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid (hierna Onderzoeksraad)
het opvolgingsonderzoek «Veiligheid historische zeilvloot» gepubliceerd. Dit opvolgingsonderzoek
heb ik u op de dag van publicatie toegezonden.1 Zoals in de begeleidende brief gesteld, onderschrijf ik de conclusies van de Onderzoeksraad
en neem ik de aanbevelingen over.
In de begeleidende brief bij het opvolgingsonderzoek gaf ik reeds aan dat er tot mijn
spijt te weinig met de aanbevelingen van de Onderzoeksraad uit 2017 is gedaan. Alle
betrokken partijen zijn er niet in geslaagd om de veiligheid te bieden die opvarenden
mogen verwachten.
De afgelopen periode heb ik bezoeken gebracht aan partijen die actief zijn in deze
sector, zoals de brancheorganisatie BBZ, keuringsinstanties, de Raad voor Accreditatie
en schippers van de historische zeilvloot en heb ik overleg gehad met de Inspectie
Leefomgeving en Transport (ILT). Tijdens deze bezoeken bleek duidelijk een grote betrokkenheid
en gevoel van urgentie bij al deze partijen om de veiligheid van de historische zeilvloot
te vergroten. Iedereen is doordrongen van het feit dat maatregelen noodzakelijk zijn
om de veiligheid van de historische zeilvloot te verbeteren en zet zich hier ten volle
voor in. Dat is belangrijk en geeft vertrouwen voor de toekomst van deze sector. De
veiligheid op en rond deze schepen is immers een gezamenlijke verantwoordelijkheid
van iedereen die in deze sector actief is.
In de brief van 27 september gaf ik eveneens aan regie te nemen om de samenwerking
tussen alle partijen rond de historische zeilvloot te verbeteren. Daarbij staat het
aantoonbaar verhogen van de veiligheid voorop. Onder de hoogste ambtelijke leiding
van mijn ministerie is hier een Taskforce druk mee aan de slag. Aan deze taskforce
nemen de brancheorganisatie van schippers in de beroepschartervaart (BBZ), keuringsinstanties,
de Raad voor Accreditatie, het directoraat-generaal Luchtvaart en Maritieme zaken
en de ILT deel.
Bij haar werkzaamheden maakt de Taskforce een onderscheid in acties die op korte termijn
(vóór de start van het nieuwe vaarseizoen in april 2024) moeten bijdragen aan een
aantoonbaar veiligere historische zeilvloot en acties voor de langere termijn. Voordat
deze acties worden toegelicht, wordt kort stilgestaan bij de recente schorsing van
de accreditatie van één van de keuringsinstanties in de binnenvaart.
Schorsing accreditatie keuringsinstantie
Recent heeft de Raad voor Accreditatie besloten om de accreditatie van een van drie
bij de historische zeilvloot actieve keuringsinstanties voor een periode van 6 maanden
te schorsen. In de brief van 7 november 2023 heb ik Uw Kamer over de gevolgen van
deze schorsing voor de binnenvaartsector geïnformeerd2. De schorsing zorgt ook voor uitdagingen in de planning van de in deze brief beschreven
acties voor de historische zeilvloot, maar met de inzet van alle betrokken partijen
verwachten we dat de planning haalbaar is.
Acties Taskforce korte termijn n.a.v. aanbevelingen opvolgingsonderzoek
Mensen moeten met een gerust gevoel aan boord kunnen gaan van een historisch zeilschip.
De acties op korte termijn zijn erop gericht om ervoor te zorgen dat de veiligheid
van de historische zeilvloot vóór de start van het volgende vaarseizoen (1 april 2024)
aantoonbaar is verbeterd.
Aanvullend onderzoek
Alle gecertificeerde binnenvaartschepen in de historische zeilvloot worden vóór 1 april
2024 in een gezamenlijke inzet van de ILT en de keuringsinstanties beoordeeld in de
vorm van een verplicht aanvullend onderzoek van mast en tuigage op basis van artikel
15 van de Binnenvaartwet. Het uitgangspunt is dat de ILT het aanvullend onderzoek
financiert. Indien uit het aanvullend onderzoek blijkt dat een schip niet voldoet
aan de (geactualiseerde) criteria voor masten en tuigage, betekent dit dat het schip
niet kan uitvaren totdat is aangetoond dat het schip wél voldoet.
Op dit moment wordt in de Taskforce alles gereed gemaakt om deze onderzoeken per januari
2024 te gaan uitvoeren. Zo wordt de laatste hand gelegd aan concrete en eenduidige
afkeurcriteria, specifiek voor de mast en het tuigage van de schepen. De branchenorm
rondhouten van de BBZ vormt de basis voor deze afkeurcriteria, die het toetsingskader
voor het hiervoor genoemde aanvullend onderzoek vormen. De afkeurcriteria zullen ook
worden opgenomen in de instructie van de ILT aan de keuringsinstanties over het uitvoeren
van periodieke keuringen van mast en de tuigage van deze zeilende passagiersschepen.
Hierdoor worden deze criteria ook structureel onderdeel van het reguliere keuringsproces.
Ook een aantal andere onderdelen van de huidige instructie aan de keuringsinstanties
wordt aangescherpt en verduidelijkt.
Hiermee wordt invulling gegeven aan de motie van het lid Tjeerd De Groot (Kamerstuk
31 409, nr. 418), die de regering verzoekt ervoor te zorgen dat de bestaande keuringsnorm van de
branchevereniging toegepast wordt in de gehele vloot.
Alle zeilschepen die bestemd zijn of worden gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer
van meer dan 12 personen en een binnenschipcertificaat hebben (de «zeilende passagiersschepen»)
moeten worden onderworpen aan het aanvullend onderzoek. De dringende noodzaak van
het aanvullend onderzoek voor deze zeilende passagiersschepen is, naast de bevindingen
van de Onderzoeksraad, ook naar voren gekomen uit inspecties die de ILT aan boord
van historische zeilschepen tussen eind september en medio oktober 2023 heeft uitgevoerd.
Het betrof een inspectie op 21 schepen, waarbij op 13 schepen zaken niet op orde waren.
De focus ligt nu primair op deze schepen; deze vormen een wezenlijk deel van de historische
zeilvloot die commercieel wordt geëxploiteerd. Eventuele maatregelen voor zeilschepen
die bedrijfsmatig met 12 personen of minder varen zullen op een later moment worden
overwogen.
Veiligheidsbewustzijn
Aan de basis van de veiligheid van de historische zeilvloot ligt de verantwoordelijkheid
én het veiligheidsbewustzijn van de schipper. Dit thema staat ook hoog op de agenda
van de Taskforce. De Belangenvereniging voor beroepschartervaart (BBZ) heeft kortgeleden
een bericht aan organisaties van zeilwedstrijden verstuurd. Hierin is een dringende
oproep aan organisatoren en schippers gedaan om extra voorzorgsmaatregelen in acht
te nemen en niet uit te varen of de race te staken bij te zware weersomstandigheden.
Dit bericht heb ik ondersteund met een brief aan de schippers van de historische zeilvloot
met een vergelijkbare oproep. Naast de schippers, hebben ook boekingskantoren in de
chartervaart een verantwoordelijkheid als het gaat om veiligheidsbewustzijn en een
verantwoordelijkheid richting passagiers. Daarom gaat het Ministerie van IenW binnenkort
met hen en ook met verzekeraars in gesprek over dit thema.
Kennisdeling, een goed verankerde veiligheidscultuur en bewustwording vormen uiteraard
een continu proces, waarbij gedragsverandering van schippers, scheepseigenaren en
exploitanten ook een belangrijke rol speelt. Alle betrokken partijen zijn hiervan
doordrongen. In dit verband is een belangrijke rol weggelegd voor de brancheorganisatie
BBZ en het Platform Veilige Chartervaart (PVC). Het ministerie bekijkt daarom de mogelijkheden
om het PVC beperkt financieel te ondersteunen, zodat hiermee de rol van het PVC kan
worden versterkt.
Op dit moment is slechts 40% van de schippers aangesloten bij de BBZ. Het ministerie
en de ILT bezinnen zich op manieren om ook de resterende 60% van te schippers te bereiken.
Daartoe wordt in overleg getreden met reders en verzekeringsmaatschappijen.
Samenwerking ILT en RvA
Ook de samenwerking en een duidelijke rolverdeling tussen de ILT en Raad voor Accreditatie
vormen een belangrijke voorwaarde voor het vergroten van de veiligheid. Voor de samenwerking
tussen de ILT en de Raad voor Accreditatie hebben de ILT en de RvA in 2020 een informatieprotocol
afgesloten om meer informatie uit te wisselen en de samenwerking te versterken. Het
doel is om efficiënte en effectieve controles uit te voeren op keuringsinstanties,
niet alleen in de binnenvaart maar in alle stelsels waar de ILT en de RvA samen een
rol hebben. Deze partijen spreken elkaar maandelijks.
Verder werkt de RvA aan een vernieuwde versie van het Specifiek Accreditatie Protocol
(SAP) voor de inspectie van binnenvaartschepen. Het SAP omschrijft het beoordelingsproces
van de RvA voor de keuringsinstanties. De laatste versie stamt uit 2016 en is niet
meer actueel. De RvA heeft het SAP ter consultatie aan de keuringsinstanties en de
ILT aangeboden. Het streven is om het vernieuwde SAP nog dit kalenderjaar te publiceren,
zodat de RvA zijn beoordeling voor het volgend vaarseizoen heeft ingericht.
Acties Taskforce lange termijn n.a.v. aanbevelingen opvolgingsonderzoek
Naast acties die op korte termijn worden uitgevoerd, werkt de Taskforce ook aan acties
gericht op de periode na 1 april 2024. Zo wordt in kaart gebracht op welke manier
verschillende onderdelen van de branchenormen die door de sector zelf zijn ontwikkeld,
ook in regelgeving kunnen worden vastgelegd en welk juridisch kader hiervoor kan worden
gebruikt. Daarnaast wordt gekeken naar een update of aanvulling van de eisen, die
gesteld worden voor het verkrijgen van het zeilbewijs.
Analyse van het certificeringsstelsel binnenvaart
Kwaliteit en uniformiteit van de keuringen voor de afgifte van de certificaten is
essentieel. Het toezicht van de ILT op de keuringsinstanties speelt hierbij een belangrijke
rol. Naar aanleiding van de Signaalrapportage van de ILT over de verschillende certificeringsstelsels3, is de afgelopen periode voor het certificeringsstelsel binnenvaart in het algemeen
gewerkt aan een verdere analyse van welke zorgpunten op welke manier moeten worden
weggenomen. Hiervoor is door het ministerie samen met de ILT een actieplan uitgewerkt.
In een separate brief wordt uw Kamer over de stand van zaken geïnformeerd.
Acties n.a.v. het rapport van de Onderzoeksraad uit 2017 en de ongevallen in 2022
Hieronder wordt ingegaan op verschillende reeds uitgevoerde of eerder gestarte acties
gericht op de historische zeilvloot. Het gaat daarbij zowel om acties die naar aanleiding
van het rapport van de Onderzoeksraad uit 2017 zijn ondernomen, als de gestarte acties
na de ongevallen in 2022.
Mede naar aanleiding van het ongeval met de Amicitia in 2016 is de ILT het programma
Inspectie en Certificering gestart. Binnen dit programma wordt gewerkt aan verbeteringen
in het stelsel binnenvaart, waarvan de historische zeilvloot onderdeel is. Dit betreft
de uitwisseling van informatie, invulling en duidelijkheid van rollen, taken en verantwoordelijkheden
en het toezicht op de conformiteitsbeoordelingsinstanties.
Naar aanleiding van de ongevallen in 2022 heeft de ILT de volgende acties uitgevoerd:
• Bijeenkomsten met de sector
In september 2022 en in januari 2023 zijn door de ILT sectorbijeenkomsten georganiseerd
met schippers, eigenaren, keuringsinstanties, de BBZ, de RvA en DGLM. Er is gesproken
over wat alle betrokken partijen vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid kunnen
doen om de veiligheid in de sector te vergroten en bij te dragen aan het vertrouwen
in de historische zeilvloot. Samen met de aanwezigen zijn hierover (onderstaande)
afspraken gemaakt.
• Openbaar register vergunningen
Wekelijks publiceert de ILT een overzicht van zeilende passagiersschepen die beschikken
over een geldig binnenschipcertificaat en een geldig Bewijs van Tuigage (BvT)
• Herinnering vervaldatum certificaten door keuringsinstanties en monitoring door de
ILT
De ILT is met de keuringsinstanties overeengekomen dat zij hun klanten tijdig over
de vervaldatum van het binnenschipcertificaat of het BvT informeren. Wanneer een schip
ondanks de herinnering door de keuringsinstanties toch uit het certificaat loopt,
dan waarschuwt de ILT de eigenaar dat het schip niet gebruikt mag worden.
Van schepen die niet over een geldig certificaat beschikken wordt gemonitord of het
wordt gebruikt. Op basis hiervan kan besloten worden het schip aan een inspectie te
onderwerpen en waar nodig handhavend op te treden. Ketenpartners zoals de havenmeesters
ontvangen periodiek een overzicht van schepen die niet over een geldig certificaat
beschikken. Hierdoor kunnen de ketenpartners een signalerende rol vervullen.
• Schorsen schepen
Schepen zonder certificaat worden geschorst in het certificatie afgiftesysteem zodat
een keuringsinstantie niet zonder overleg met de ILT een certificaat kan afgeven.
Ook wanneer de resultaten van regulier toezicht daartoe aanleiding geven kan worden
besloten het schip te schorsen.
• Onderzoek proces afgifte Bewijs van Tuigage
In het kader van de historische zeilvloot zijn er onderzoeken gedaan naar het proces
van afgifte van het BvT door de keuringsinstanties. Bij twee van de drie keuringsinstanties
is een termijn gegeven voor het verbeteren van de processen rondom de afgifte van
het BvT.
Brief aan de Onderzoeksraad
De brief met de kabinetsreactie op de aanbevelingen, zoals ik die namens het kabinet
aan de Onderzoeksraad heb verstuurd, treft u hierbij aan. In de bijlage bij die brief
wordt per aanbeveling aangegeven hoe deze overgenomen wordt en welke vervolgacties
in gang zijn gezet.
Tot slot
Samen met betrokken partijen zijn we aan de slag met de opvolging van de aanbevelingen
langs de lijnen zoals geschetst in deze brief en in bijgaande brief aan de Onderzoeksraad.
De eerste maatregelen moeten voor het volgende vaarseizoen zijn geëffectueerd. Ik
besef dat het aanvullend onderzoek een enorme opgave is voor de keuringsinstanties
en onzekerheid geeft voor reders. Tegelijkertijd is het essentieel om ervoor te zorgen
dat de historische zeilvloot bij de aanvang van het volgende vaarseizoen aantoonbaar
veiliger is. Over de voortgang zult u vóór 1 april 2024 worden geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat