Brief regering : Evaluatierapport Rathenau Instituut 2017-2022
36 410 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024
Nr. 29
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 november 2023
Met deze brief ontvangt uw Kamer mijn reactie op het evaluatierapport Rathenau Instituut
2017–2022 van de Commissie Buitendijk. Ik heb uw Kamer eerder geïnformeerd over de
geplande evaluatie en aanbieding hiervan dit najaar.1 Het evaluatierapport en de zelfevaluatie en bestuurlijke reactie van het Rathenau
Instituut zoals die aan mij zijn aangeboden, treft u bijgevoegd aan.
Het Rathenau Instituut
Het Rathenau Instituut heeft als taak bij te dragen aan het maatschappelijke debat
en de politieke oordeelsvorming over vraagstukken die samenhangen met, of het gevolg
zijn van, wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen. Daarnaast heeft het
Rathenau Instituut als taak het inzicht te vergroten in de werking van het wetenschapssysteem.
Deze taken voert het Rathenau Instituut uit als onafhankelijke publieke kennisorganisatie.
Elke twee jaar stelt het Rathenau Instituut een werkprogramma op, dat tevens aan uw
Kamer wordt gezonden.2
De evaluatieopdracht
Het Rathenau Instituut wordt volgens het instellingsbesluit elke vijf jaar beoordeeld
door een onafhankelijke evaluatiecommissie op in ieder geval haar effectiviteit en
doelmatigheid. De evaluatiecommissie bestond deze keer uit: prof.dr. S.E. Buitendijk
(voorzitter), dr. K.M. Buitenweg, dr. P.A. van der Duin, prof.dr. T.E. Swierstra,
en dr. U. Wehn. De commissie werd ondersteund door Berenschot.
Naar aanleiding van de vorige evaluatie heeft het Rathenau Instituut op mijn verzoek
een eigen evaluatieprotocol opgesteld.3 Met het oog daarop heb ik de commissie gevraagd om voor de jaren 2017 tot en met
2022 te evalueren 1) welke impact het werk van het Rathenau Instituut heeft gehad,
2) wat de wetenschappelijke, maatschappelijke en beleidsmatige kwaliteit van het werk
van het Rathenau Instituut was, 3) wat de vitaliteit van het instituut is, en 4) in
hoeverre de impact van het Rathenau Instituut op een doelmatige manier is bereikt.
Positief oordeel
De evaluatiecommissie oordeelt zeer positief over het werk van het Rathenau instituut.
Zij beschrijft het Rathenau Instituut in haar rapport als «een unieke en zeer relevante
organisatie die goede kwaliteit levert en significante impact heeft op politiek, wetenschap
en samenleving.» Ik ben verheugd met deze uitkomst. De aanbevelingen van de commissie
zien op het verder versterken van de ingeslagen weg en moedigen het Rathenau Instituut
aan om zich volgens een lerende aanpak verder te ontwikkelen. Hieronder geef ik weer
wat de aanbevelingen van de evaluatiecommissie waren en mijn reflectie hierop.
Aanbevelingen
1. De impact verder versterken
De commissie concludeert dat het Rathenau Instituut er goed in slaagt om impact te
genereren, zowel maatschappelijk, politiek als beleidsmatig. De commissie adviseert
het Rathenau Instituut om de impact van het eigen werk op een meer kwalitatieve wijze
vast te stellen en deze zowel tijdens als na afronding van projecten expliciet te
maken. Het Rathenau Instituut geeft in zijn reactie aan deze aanbeveling over te nemen
door naast kwantitatieve indicatoren ook in te gaan zetten op meer kwalitatieve metingen
van impact.
Ik onderschrijf deze aanbeveling. Het past bij de ontwikkeling om activiteiten binnen
de wetenschap niet alleen cijfermatig te onderbouwen, maar ook op kwalitatieve wijze
te beschouwen. Zo kan de impact van de activiteiten van het Rathenau Instituut in
de volle breedte gewaardeerd worden.
2. De publieke waarden prominent positioneren
De commissie merkt op dat publieke waarden in de samenleving centraal staan in de
missie van het Rathenau Instituut. Om dit nog systematischer en prominenter door te
voeren, beveelt de commissie aan het begrip publieke waarden verder uit te werken.
Vervolgens kan het instituut technologische ontwikkelingen relateren aan de publieke
waarden. Ook hiermee kan het instituut haar impact vergroten. Het Rathenau Instituut
omarmt deze aanbeveling. Zij heeft al een concreet plan om in dit kader binnenkort
een instituutsbreed programma over publieke waarden te starten.
Het Rathenau Instituut speelt een belangrijke rol in het inzichtelijk maken van de
invloed van wetenschap, technologie en innovatie op publieke waarden en belangen.
Dit voedt de maatschappelijke dialoog. Het Rathenau Instituut kan deze rol nog beter
vervullen wanneer de publieke waarden duidelijker gedefinieerd en geïntegreerd zijn
in de werkzaamheden. Ik ben dan ook blij te horen dat het Rathenau Instituut dit middels
een instituutsbreed programma zal gaan doen.
3. De zichtbaarheid in het debat vergroten
De commissie constateert dat het Rathenau Instituut vanwege de onafhankelijkheid en
neutraliteit terughoudend is om zich te mengen in het publieke debat. De commissie
is echter van mening dat het Rathenau Instituut voldoende kennis en expertise in huis
heeft om meer op de voorgrond te treden. Zij beveelt het Rathenau Instituut dan ook
aan om nadrukkelijker op te treden als onafhankelijke «duider» in het publieke debat
en de media. Het Rathenau Instituut geeft in zijn reactie aan gerichter bestaande
kennis in het actuele debat in te zullen brengen, onder andere door medewerkers op
te laten treden als expert.
De afgelopen periode heb ik gezien hoeveel het Rathenau Instituut te bieden heeft.
Haar rapporten zijn een mooie illustratie van de kennis en expertise van het Rathenau
Instituut. Tegelijkertijd kan het Rathenau Instituut met haar kennis en expertise
ook op andere manieren bijdragen aan het publieke debat. Ik ben het dus met de commissie
eens. Ik ben verheugd dat het Rathenau Instituut zich heeft voorgenomen om meer op
de voorgrond te treden. Daarnaast is het bemoedigend om te lezen dat de commissie
concludeert dat het Rathenau Instituut zich ten opzichte van de vorige evaluatieperiode
succesvol heeft ingezet om de zichtbaarheid bij het brede publiek en het parlement
te vergroten.
4. Het accent verleggen naar overstijgend meta-onderzoek
De commissie ziet in het Rathenau Instituut de meerwaarde dat het boven individuele
onderzoeken uit kan stijgen en daarmee trends kan identificeren en overzicht kan scheppen.
Aanvullend eigen onderzoek door het Rathenau Instituut kan zich richten op het bestuderen
van attitudes en standpunten van verschillende groepen binnen de samenleving over
technologie en wetenschap. Het Rathenau Instituut stelt in zijn reactie dat het analyseren
van al beschikbare kennis en het interviewen van verschillende experts een belangrijke
plek inneemt in zijn werk. Ook geeft het Rathenau Instituut aan het belangrijk te
vinden dat er ruimte blijft voor eigen kennisontwikkeling en onderzoek.
Uit de conclusies van de commissie en mijn eigen ervaringen maak ik op dat het Rathenau
Instituut goed in staat is bestaande kennis en perspectieven te verbinden met nieuwe
kennis en trends te signaleren. Tegelijkertijd zie ik dat het Rathenau Instituut tevens
belangwekkend eigen onderzoek verricht om het inzicht in het wetenschapssysteem te
vergroten. De balans tussen enerzijds het duiden van bestaand onderzoek en het identificeren
van trends en anderzijds het doen van aanvullend eigen onderzoek blijft een terugkerend
gespreksonderwerp tussen mij en het instituut.
5. Meer aandacht voor Open Science en Citizen Science
De commissie moedigt het Rathenau Instituut aan om zich te blijven inspannen voor
Open Science, waarvan Citizen Science een integraal onderdeel is. Dat doet het instituut
door burgers bij zijn eigen onderzoek te betrekken en door de ontwikkelingen rond
de praktijk van Open Science te monitoren en beoordelen. De commissie adviseert het
instituut om vooral het tweede aspect sterker voor het voetlicht te brengen. Het Rathenau
Instituut ziet deze aanbeveling als een aansporing om breed te blijven investeren
in opkomende thema’s die raken aan veranderingen in de wetenschap.
De vrije toegang tot de resultaten van onderzoek en wetenschap, die wordt verbeterd
door Open Science, is cruciaal voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.
Ik ben daarom blij met de constatering van de commissie dat het Rathenau Instituut
Open Science en Citizen Science heeft omarmd. Ik herken de belangrijke rol die het
Rathenau Instituut heeft om dergelijke grote ontwikkelingen binnen de wetenschap te
volgen.
6. Verheldering van een aantal rollen in de governance
De commissie merkt op dat het Rathenau Instituut de rolverdeling in de interne governance
structuur kan verduidelijken en formaliseren om de vitaliteit van de organisatie te
vergroten. Het Rathenau Instituut is het hiermee eens en geeft aan al begonnen te
zijn met het verhelderen van interne rollen en verantwoordelijkheden.
Ik constateer dat het Rathenau Instituut voortvarend werkt aan het versterken van
de interne organisatie. Het is goed om op te merken dat deze aanbeveling niet gaat
over de verhouding met de KNAW, die sinds de vorige evaluatie verduidelijkt is en
naar tevredenheid functioneert, zoals de commissie aangeeft.
7. Stroomlijning van het evaluatieproces
De commissie ziet mogelijkheden om het evaluatieproces verder te verbeteren Een mogelijkheid
daarvoor is volgens de commissie om de cyclus van het werkprogramma gelijk te trekken
met de externe evaluatiecyclus. Het Rathenau Instituut onderschrijft dit in zijn reactie.
Het instituut ziet het als een waardevolle suggestie om de looptijd van het werkprogramma
te verlengen.
Naar aanleiding van de vorige evaluatie heeft het Rathenau Instituut veel aandacht
geschonken aan het ontwikkelen van een eigen evaluatieprotocol.4 Als volgende stap zal ik bezien of ik dit protocol samen met het Rathenau Instituut
verder kan optimaliseren tot een eenduidig document. Ik zie geen bezwaar tegen het
verlengen van de looptijd van het werkprogramma. Wel wil ik bezien hoe ik op de hoogte
gehouden wordt van de kortetermijnplanning en -strategie van het instituut en de wijze
waarop het instituut inspeelt op de actualiteit. Ik ga in gesprek met het Rathenau
Instituut over deze aanbevelingen.
Het Rathenau Instituut is voor mij een belangrijk instituut. Het is van grote waarde
om beleid te kunnen vormgeven met behulp van relevante inzichten in wetenschappelijke
en technologische ontwikkelingen. Het Rathenau Instituut draagt daar in belangrijke
mate aan bij en is daarmee een schoolvoorbeeld hoe het bijdraagt aan Science for Policy. Ik wens het Rathenau Instituut veel succes in de opvolging van de aanbevelingen
en de vervulling van haar taken. Tot slot wil ik mijn waardering uitspreken over de
manier waarop het instituut zich heeft ingespannen voor de voorbereidingen van de
evaluatie door de commissie.
Gelijktijdig stuur ik deze reactie aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap