Brief regering : Herbeoordeling veilig land van herkomst - Bosnië en Herzegovina,Brazilië, Jamaica, Kosovo, Mongolië en Servië
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3178 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 november 2023
In mijn brief van 8 juni 2023 meldde ik uw Kamer dat verschillende landen op de lijst
van veilige landen van herkomst de, door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State gestelde, tweejaarstermijn bereiken voor de periodieke herbeoordelingen
van deze landen1. In genoemde brief ontving u de uitkomst van de herbeoordelingen van Georgië, Marokko
en Tunesië. In mijn brieven van 5 juli 2023 en 21 augustus 2023 vond u de uitkomst
van de herbeoordelingen van Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië2 en Ghana en Senegal3. Met deze brief doe ik u de uitkomst van de herbeoordelingen toekomen van Bosnië
en Herzegovina, Brazilië, Jamaica, Kosovo, Mongolië en Servië. De toelichting per
land is opgenomen in de bijlage.
Bij de verzameling van landeninformatie ten behoeve van de herbeoordeling wordt, zoals
in eerdere brieven aangegeven, voor elk land gezocht naar de in de Procedurerichtlijn
genoemde bronnen. In de bijlage is voor elk land aangegeven welke bronnen ten behoeve
van deze herbeoordeling geraadpleegd zijn. Daarbij is ook vermeld wanneer er geen
(actuele) rapportages zijn gevonden die bruikbaar waren voor de herbeoordeling en
om welke bronnen het daarbij gaat. De informatie die beschikbaar was betreft relevante
informatie van meerdere gezaghebbende internationale organisaties. Om die reden ben
ik van mening dat deze bronnen de conclusie kunnen dragen.
Uitkomst van de herbeoordelingen
De uitkomst van de herbeoordelingen is dat de aanwijzing als veilig land van herkomst
voor de genoemde landen wordt voortgezet. Daarbij zijn bij sommige landen uitzonderingsgroepen
aangewezen.
Per land is de conclusie als volgt:
– Bosnië en Herzegovina; geen uitzondering.
– Brazilië; veilig land van herkomst met uitzondering van:
• Journalisten die berichten over corruptie, criminaliteit en/of zich kritisch uitlaten
over de regering;
• Milieuactivisten die zich in gebieden waarin dat aan de orde is actief verzetten tegen
(illegale) mijnbouw en landontginning;
• LHBTI.
– Jamaica; veilig land van herkomst met uitzondering van:
• LHBTI.
– Kosovo; geen uitzondering.
– Mongolië; geen uitzondering.
– Servië; veilig land van herkomst met uitzondering van:
• LHBTI;
• Journalisten;
• Personen van wie aannemelijk is dat ze in strafrechtelijke detentie zullen worden
geplaatst.
Voor Mongolië betekent dat een wijziging ten opzichte van de vorige herbeoordeling.
Bij de laatste herbeoordeling van Mongolië in 2021 was de conclusie dat de aanwijzing
als veilig land van herkomst werd voortgezet, met verhoogde aandacht voor personen
die te maken kregen met (strafrechtelijke) vervolging en voor LHBTI en mensenrechtenactivisten
die problemen hadden ondervonden en daarvoor de bescherming van de autoriteiten moesten
inroepen.
Tot een Afdelingsuitspraak van 5 april 2022, werd binnen het veilige landenbeleid
het begrip «verhoogde aandacht» gehanteerd. Voor de verhoogde aandachtsgroepen gold
dat ze in beginsel in spoor 2 werden behandeld, maar dat de IND extra alert was op
de mogelijkheid dat de aanwijzing van een veilig land van herkomst in het individuele
geval niet kon worden tegengeworpen en een
zaak daarom mogelijk niet in spoor 2, maar in spoor 4 behandeld diende te worden.
Destijds is naar aanleiding van de Afdelingsuitspraak besloten om het begrip «verhoogde
aandacht» niet langer te hanteren binnen het veilige landenbeleid en de groepen waarvoor
op dat moment verhoogde aandacht gold uit te zonderen van de aanwijzing. De nieuwe
herbeoordeling is de eerste
inhoudelijke beoordeling sinds dat moment. Op basis van deze herbeoordeling is er
geen aanleiding om de destijds gemaakte uitzondering ten aanzien van eerdergenoemde
groepen voort te zetten. Het beeld dat uit de bronnen naar voren komt, is niet van
dien aard en omvang, dat een uitzondering voor deze groepen is aangewezen. Hierbij
is bovendien van belang dat het altijd mogelijk is om op individuele gronden de behandeling
van een asielaanvraag van spoor 2 naar spoor 4 te verplaatsen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg
Indieners
-
Indiener
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid