Brief regering : Reactie van het OM op aangifte tegen fabrikanten op verdenking van dieselfraude
31 209 Schoon en zuinig
Nr. 247
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2023
Op 19 februari 2021 deed het Ministerie van IenW aangifte tegen autofabrikanten Suzuki
en Fiat Chrysler Automobiles US LLC, waarvan een sterk vermoeden bestond dat zij bij
een aantal van hun dieselmotoren ongeoorloofde emissiestrategieën hebben toegepast.
Dit heeft geleid tot zeer hoge emissies in de praktijk, die de fabrikanten bij de
goedkeuring niet opgegeven hebben. Deze aangifte maakt deel uit van een breder scala
aan maatregelen die zijn genomen tegen het gebruik van ongeoorloofde emissiestrategieën
door fabrikanten. Het openbaar ministerie (OM) heeft een oriënterend onderzoek uitgevoerd
om te beoordelen of vervolging van deze fabrikanten mogelijk is, en kwam op basis
hiervan onlangs tot de conclusie dat zij geen strafrechtelijk onderzoek zal instellen.
In deze brief informeer ik uw Kamer over deze beslissing van het OM. Ook informeer
ik uw Kamer over in dit kader relevante aanpassingen van emissiewetgeving, die in
de afgelopen jaren al zijn doorgevoerd om het gebruik van ongeoorloofde emissiestrategieën
zoveel mogelijk te voorkomen.
De aangifte
Naar aanleiding van het schandaal rondom dieselfraude dat zich in 2015 heeft ontvouwd,
is de RDW gestart met een reeks onderzoeken naar voertuigen die in Nederland zijn
goedgekeurd. Hierbij zijn ongeoorloofde emissiestrategieën en als gevolg daarvan hoge
praktijkemissies ontdekt bij dieselmotoren van fabrikanten Suzuki en FCA US LLC met
emissieklasse Euro 5a, 5b en 6b. Hier heb ik uw Kamer in de 7e overzichtsbrief dieselfraude over geïnformeerd1. De emissiecertificaten voor de voertuigen waarin deze dieselmotoren zijn ingebouwd,
zijn in 2013 verleend door de Dienst Wegverkeer (RDW). Ik heb op 19 februari 2021
aangifte gedaan tegen deze fabrikanten, op verdenking van het overtreden van Europese
en nationale (emissie-)wetgeving, via het toepassen van ongeoorloofde emissiestrategieën,
valsheid in geschriften en het in de lucht brengen van schadelijke stoffen. Ik heb
het OM bij mijn aangifte gevraagd om een strafrechtelijke beoordeling van het handelen
van de fabrikanten.
Onderzoek openbaar ministerie en uitkomst
Het OM beslist zelfstandig of een strafrechtelijk onderzoek al dan niet wordt opgestart.
Om dit te bepalen is het OM na mijn aangifte gestart met een oriënterend onderzoek
naar het handelen van de fabrikanten, waarbij zij mijn aangeleverde onderbouwing heeft
meegenomen. Op 12 juli jl. heeft het OM mij geïnformeerd over de uitkomst van dit
oriënterend onderzoek, waarin zij de conclusie trekt dat zij niet zal overgaan tot
een strafrechtelijk onderzoek en strafrechtelijke vervolging. Het OM heeft het Ministerie
van IenW, als aangever, geïnformeerd over de redenen die zij daaraan ten grondslag
heeft gelegd.
Ik accepteer de uitkomst van het oriënterend onderzoek. Dit doe ik met het bewustzijn
dat al verschillende acties hebben plaatsgevonden om de emissies van de betreffende
voertuigen terug te dringen en de emissiewetgeving inmiddels dermate is ontwikkeld,
dat de kans dat dit nogmaals gebeurt, zowel bij deze als bij andere voertuigen, minimaal
is.
Aanpassingen van emissiewetgeving
Sinds het uitbreken van het dieselschandaal in 2015, zijn er veel ontwikkelingen geweest
die nieuwe fraude moeilijker maken en waarmee fraude door fabrikanten makkelijker
op te sporen is. De RDW begon met het ontwikkelen van een testprogramma om ongeoorloofde
manipulatie-instrumenten in voertuigen op te sporen. De Europese Commissie richtte
in 2016 een werkgroep op om een Europees testprotocol te ontwikkelen, waarbij Nederland
een belangrijke rol speelde. Dit testprotocol vormt inmiddels de basis voor de goedkeuring
van voertuigen in Europa.
Vanaf 2016 is ook de Euro-norm verder aangescherpt, de norm die de uitstootregels
voor wegvoertuigen vastlegt. De verouderde NEDC2-test werd vervangen door de realistischere WLTP3-test onder Euro 6c, en Euro 6d voegde een praktijktest op de openbare weg («RDE4-test») toe, waardoor de geteste uitstoot beter overeenkomt met de praktijk. Bovendien
moeten fabrikanten nu meer informatie verstrekken over emissiestrategieën bij de typegoedkeuring
van nieuwe modellen, die door de goedkeuringsautoriteit wordt getoetst.
Eind 2018 werd de In-Service Conformity-test geïntroduceerd, om ook tijdens het gebruik van auto’s op hoge emissies te controleren.
Als na onderzoek van de goedkeuringsinstantie blijkt dat de hoge emissies een gevolg
zijn van het ontwerp van de fabrikant, dan worden corrigerende maatregelen genomen,
zoals een terugroepactie of in het ergste geval het intrekken van een emissiecertificaat.
Tot slot wordt op dit moment onderhandeld over nieuwe Europese wetgeving voor voertuigemissies,
Euro 7. De onderhandelingen bevinden zich in de triloogfase, waarin Raad, Commissie
en Parlement tot een definitieve overeenkomst proberen te komen. Een onderdeel van
deze vernieuwde norm, is dat emissiedata makkelijker toegankelijk worden voor testautoriteiten
en dat een voertuig bij hoge emissies na geruime kans om het voertuig te laten repareren,
niet meer verder kan rijden.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat