Brief regering : Hervatting toetredingsprocedure OCCAR
27 830 Materieelprojecten
Nr. 420 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 november 2023
Het Ministerie van Defensie heeft bij de Organisation Conjointe de Coopération en matière d’Armement (OCCAR) kenbaar gemaakt dat Nederland het voornemen heeft om toe te treden tot deze
organisatie. In deze brief informeer ik graag uw Kamer over dit voornemen.
OCCAR
OCCAR is een Europese internationale organisatie die het realiseren van defensiematerieelprojecten
als hoofdtaak heeft. De volgende landen zijn al lid van OCCAR: Frankrijk, Duitsland,
Italië, Spanje, België en het Verenigd Koninkrijk.1 Nederland nam tot op heden deel als partnerland in individuele projecten die worden
beheerd door OCCAR.2 Het doel van OCCAR is om de Europese samenwerking tussen de deelnemende landen op
het gebied van de ontwikkeling en aanschaf van nieuwe wapensystemen te vergroten door
de efficiëntie te verbeteren en de kosten te verlagen.
Voornemen tot toetreding
De Russische aanvalsoorlog in Oekraïne en de toenemende dreigingen en conflicten wereldwijd
onderstrepen het belang van een sterke Europese industriële basis. Het lidmaatschap
van OCCAR past binnen deze ambitie. Nederland behoudt hiermee aansluiting bij de belangrijkste
Europese partners en kan versneld materieelprojecten realiseren. Bovendien biedt lidmaatschap
van OCCAR ook kansen voor de Nederlandse industrie, die kan meedingen naar Europese
projecten welke worden beheerd door OCCAR. Ook naar projecten waar Nederland niet
aan deel neemt.
Concrete aanleiding voor het hervatten van de toetredingsprocedure zijn recente wijzigingen
in de regelgeving van OCCAR. Deze hebben als gevolg dat Nederland alleen nog kan deelnemen
aan projecten als het verdragsrechtelijk partnerland of volwaardig lid wordt. Om deel
te blijven nemen aan enkele huidige EDF-projecten die zullen worden beheerd door OCCAR,
moest Nederland voor eind november 2023 een keuze maken. Nederland wil volwaardig
lid worden, om zeggenschap en een gelijkwaardige positie te hebben ten opzichte van
de deelnemende landen in de organisatie.
Positie Nederlandse Industrie
Het besluit om de Nederlandse toetredingsprocedure tot OCCAR te hervatten binnen de
beschreven nieuwe context, wordt gesteund door de NIDV (Stichting Nederlandse Industrie
voor Defensie en Veiligheid). Defensie blijft zich met het Ministerie van Economische
Zaken & Klimaat en de Nederlandse industrie onverminderd inzetten om de ambities zoals
verwoord in de Defensie Industrie Strategie te realiseren en de Nederlandse en Europese
industriële en technologische basis te beschermen, versterken en internationaal te
positioneren.
Financiële kosten lidmaatschap
De geschatte lidmaatschapskosten van OCCAR bedragen met ingang van het lidmaatschap
jaarlijks circa € 1,5 miljoen. Deze structurele kosten zullen worden ingepast in de
begroting van het Ministerie van Defensie. Tegenover deze kosten staat dat het lidmaatschap,
naast de reeds genoemde voordelen, ook verlichting brengt omdat de uitvoering van
de projecten door OCCAR grotendeels uit handen wordt genomen. Hierdoor is minder eigen
(doorgaans schaarse) project- en inkoopcapaciteit benodigd. Daarnaast betaalde Nederland
voor ieder OCCAR-project waaraan Nederland als partnerland deelnam een management fee. In het geval van lidmaatschap vallen die kosten weg en worden generieke lidmaatschapskosten
betaald.
Vervolgstappen en verdragsprocedure
Om de Nederlandse toetreding te voltooien, heeft Nederland het voornemen om toe te
treden tot twee verdragen, namelijk het OCCAR-verdrag en de OCCAR-beveiligingsovereenkomst,
hetgeen ter parlementaire goedkeuring zal worden voorgelegd.3
De Minister van Defensie, K.H. Ollongren
Indieners
-
Indiener
K.H. Ollongren, minister van Defensie