Brief regering : Stand van zaken Basisregistratie Personen 2023
27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA)
Nr. 178 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 november 2023
In september 2022 (Kamerstuk 27 859, nr. 163) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van de Basisregistratie Personen
(BRP) in het algemeen en de stand van zaken van de doorontwikkeling. Met deze brief
informeer ik uw Kamer over de voortgang van de doorontwikkeling van de BRP en de opvolging
van het AcICT-advies.
1. Doorontwikkeling BRP
Het afgelopen jaar is in het programma Toekomst BRP verder gewerkt aan de doorontwikkeling
van de BRP via de Ontwikkelagenda. Een gedetailleerd overzicht van de stand is opgenomen
in de bijlage bij deze brief. In mijn vorige brief benoemde ik als belangrijke pijlers:
betere regie op gegevens en iedereen moet kunnen meedoen.
Voortgang thema «regie op gegevens» en het beter delen van gegevens
Melding bij nieuwe inschrijving op adres1
Vanaf oktober 2023 kunnen inwoners van Nederland op MijnOverheid zien wat het actuele
aantal ingeschrevenen is op hun woonadres. Gemeenten zijn daarnaast vanaf volgend
jaar verplicht hun inwoners een melding te sturen als er een nieuwe inschrijving plaatsvindt
op hun adres. De grondslag hiervoor is gecreëerd in een AMvB, een Experimentbesluit
BRP.2 Het doel hiervan is om foutieve adresregistraties door een onjuiste inschrijving
of een onjuiste adreswijziging, tegen te gaan. Inwoners kunnen meteen actie ondernemen
als iemand zich onterecht inschrijft op hun adres. Tegelijkertijd draagt dit ook bij
aan de informatiepositie van de eerder ingeschreven personen op een adres.
Verstrekking van BRP-gegevens op basis van toestemming van de ingeschrevene
Er wordt gewerkt aan een juridische grondslag (experimentbesluit regie op gegevens
BRP – SILA) en aan aanpassingen in technische voorzieningen van de BRP en MijnOverheid
om burgers een nieuwe mogelijkheid tot regie op gegevens te kunnen gaan bieden.
Het gaat bij het experimentbesluit om het zelf kunnen verlenen en/of intrekken van
toe stemming voor verstrekking van BRP-gegevens aan de Stichting Interkerkelijke Ledenadministratie
(SILA). De Autoriteit Persoonsgegevens heeft in reactie op het aan hen voorgelegde
ontwerpexperimentbesluit geadviseerd om gegevens uit de BRP enkel aan de SILA te verstrekken
met toestemming van de burger. Dat betekent dat alle geregistreerden waarover nu gegevens
uit de BRP worden verstrekt aan SILA, na inwerkingtreding van het Besluit toestemming
moeten geven om de verstrekking voort te zetten Ik ben in gesprek over hoe hier uitvoering
aan kan worden gegeven.
Dataminimalisatie
Om onnodige gegevensverwerkingen te voorkomen en tegelijkertijd de kwaliteit van de
gegevensverstrekking te verbeteren, wordt geëxperimenteerd met nieuwe werkwijzen in
de verstrekking van gegevens en/of informatie aan de BRP-gebruikers. Onderzocht wordt
hoe met informatievragen en -antwoorden kan worden gewerkt, in plaats van het verstrekken
van een set aan gegevens waar de gebruiker zelf de informatie uit moet afleiden. Een
gebruiker van de BRP kan dan door de BRP te bevragen bijvoorbeeld antwoord krijgen
op de vraag of iemand 18 jaar of ouder is, in plaats van het opvragen en verstrekken
van de geboortedatum om daarvan af te leiden of iemand meerderjarig is. Ik heb uw
Kamer in augustus hiervoor een Experimentbesluit Dataminimalisatie BRP gestuurd, dat
op 13 september (Kamerstuk 27 859, nr. 177) voor kennisgeving is aangenomen. Het Besluit is half oktober ter advisering aan
de Afdeling advisering van de Raad van State voorgelegd. Ik verwacht dat het Besluit
in het voorjaar van 2024 in werking zal kunnen treden. Daarmee wordt dan een juridische
grondslag gecreëerd voor het verstrekken van antwoord op informatievragen vanuit de
BRP. Voor de technische realisatie van het verstrekken van informatie in plaats van
de gegevens wordt gewerkt aan ontwikkeling van API’s en wordt een gezagsmodule ingezet.
Verbeteren gezagsregistratie
Er zijn afgelopen periode flinke stappen gezet als het gaat om het verbeteren van
de registratie en ontsluiting van informatie over het gezag over een minderjarige
op basis van de gegevens in de BRP. Gezag kan van rechtswege worden verkregen of via
een rechterlijke beslissing. Gezag van rechtswege wordt niet in de BRP geregistreerd,
gezag via een rechterlijke beslissing slechts in een deel van de gevallen. Bovendien
gelden in het buitenland andere juridische regels voor de toekenning van gezag dan
in Nederland. Dit alles maakt het voor afnemers van gezagsinformatie juridisch ingewikkeld
en tijdrovend om het gezag te achterhalen. In samenwerking met JenV is een gezagsmodule
ontwikkeld, die op basis van afleidingsregels gezag, de vraag wie het gezag heeft
over een minderjarige, kan beantwoorden aan de hand van gegevens uit de BRP. Die afleidingsregels
zijn gebaseerd op Boek 1 van Burgerlijk Wetboek. De gezagsmodule kan op basis van
gegevens uit de BRP snel (in enkele seconden) en in 74% van de gevallen antwoord geven.
In de overige gevallen moet nader onderzoek worden ingesteld. De gezagsmodule is in
een pilot beproefd bij Politie, Koninklijke Marechaussee en Veilig Thuis in de periode
augustus 2022 tot 1 juli 2023 en was zeer succesvol.
De gezagsmodule zal onderdeel gaan uitmaken van de centrale voorzieningen van de BRP.
Dan is ook een verdere uitrol mogelijk naar meer gebruikers.
Voortgang thema «Iedereen moet kunnen meedoen»
Registratie arbeidsmigranten
Een goede registratie in de BRP is voorwaardelijk om mee te kunnen doen in onze maatschappij.
In het kader van de gezamenlijke inzet van het kabinet om de positie van arbeidsmigranten
in Nederland te verbeteren, werk ik samen met onder andere de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid aan de verbetering van de registratie van arbeidsmigranten
in de BRP. Het doel is om hiermee te zorgen voor betere contactmogelijkheden en beter
zicht op het verblijf van arbeidsmigranten in Nederland, zodat zij beter beschermd
en ondersteund kunnen worden en misstanden eerder gesignaleerd kunnen worden. Sinds
oktober 2022 is het mogelijk om bij de inschrijving als niet-ingezetene bij één van
de RNI-loketgemeenten zowel het tijdelijk verblijfsadres als de contactgegevens in
de BRP te registreren. In oktober 2023 dit jaar is een volgende stap gezet. Het reeds
genoemde Besluit experimenten bijhouding Basisregistratie Personen bevat óók een experiment
dat als doel heeft de bijhouding van gegevens in de BRP over niet-ingezetenen uit
te breiden. Met dit besluit krijgen vijf gemeenten3 met een relatief hoge populatie van arbeidsmigranten de bevoegdheid om tijdelijke
verblijfsadressen van niet-ingezetenen te registreren en daarvan opgave te doen aan
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
2. Kwaliteit en continuïteit
Landelijke aanpak adreskwaliteit structureel verankerd in de wet BRP
Een belangrijke mijlpaal in 2023 is de inwerkingtreding van de wijziging van de Wet
Basisregistratie Personen (Wet BRP) voor de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA).4 Deze is op 15 mei van dit jaar in werking getreden. Het doel van LAA is om de kwaliteit
van de adresgegevens in de BRP te verbeteren, zodat overheidsorganen op basis van
juiste informatie hun publieke taken kunnen uitvoeren. Dit is belangrijk omdat de
(adres)gegevens uit de BRP binnen de hele overheid gebruikt worden; niet alleen om contact
te kunnen leggen, maar ook om te bepalen welke rechten en plichten burgers hebben.
Een jaar na inwerkingtreding voer ik een invoeringstoets uit waaruit de effecten op
burgers en betrokken uitvoeringsorganisaties zullen blijken.
3. Opvolging AcICT adviezen voor het programma Toekomst BRP
Op 13 juli 2023 (Kamerstuk 27 859, nr. 176) heb ik uw Kamer het advies van Adviescollege ICT (AcICT) over het programma Toekomst
BRP toegezonden, en daarbij gemeld de Tweede Kamer met deze brief te informeren over
de voortgang van het opvolgen van het advies.
Per 1 januari 2024 zal het programma Toekomst BRP zoals AcICT adviseerde zijn opgesplitst
in drie aparte trajecten voor de drie doelstellingen.
De trajecten zijn: Realisatie Ontwikkelagenda BRP, Optimaliseren Ontwikkelketen BRP
en Ontwikkeling stelsel doelarchitectuur BRP.
Het traject Optimaliseren Ontwikkelketen gaat uit de scope van Toekomst BRP. RvIG
wordt opdrachtgever voor dat traject. Het opdrachtgeverschap voor de andere twee trajecten
blijft bij de beleidsopdrachtgever, de directie Digitale Overheid. De programmaraad
Toekomst BRP blijft bestaan ten behoeve van bestuurlijke afstemming met de belangrijkste
deelnemers in het BRP-stelsel. De opsplitsing en de consequenties daarvan voor budget,
looptijd en aansturing worden komende maanden verder uitgewerkt en besproken met de
programmaraad.
Om beter grip te krijgen op de realisatie van onderdelen van de Ontwikkelagenda, laat
ik de huidige Ontwikkelagenda herijken. We hebben afgelopen periode onvoldoende realisatiekracht
hiervoor kunnen organiseren. Met de programmaraad wordt besproken of de prioritering
die in 2020 en 2021 is vastgesteld, nog actueel is. Twee punten op de Ontwikkelagenda
zijn inmiddels afgerond (zie bijlage bij deze brief). Een aantal onderdelen in de
prioritering past waarschijnlijk beter in het traject van Optimaliseren van de Ontwikkelketen.
4. Drukte aan de balies Burgerzaken: subsidie voor wervingscampagne medewerkers Burgerzaken
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de registratie van gegevens van hun inwoners
in de BRP. Punt van zorg is de grote drukte aan de gemeentebalies (burgerzaken). De
drukte levert problemen op voor burgers, die te maken kunnen krijgen met (te) lange
wachttijden, bijvoorbeeld voor inschrijving bij de gemeente bij hervestiging in Nederland.
In de brief van september 2022 schreef ik uw Kamer over de grote extra inspanningen
die in 2022 gedaan zijn om de ontheemden uit Oekraïne in de BRP te registreren. Ook
dit jaar hebben de afdelingen burgerzaken te maken met extra drukte. Vanwege de aankomende
verkiezingen, maar ook vanwege vele wijzigingen die op hen afkomen. Daarbij komt dat
net als elders bij burgerzaken zorg is over gebrek aan voldoende gekwalificeerd personeel.
Ik deel de zorgen die de VNG en de NVVB hierover regelmatig aankaarten. Een resultaat
van de gesprekken hierover is dat ik eind 2022 een subsidie heb verstrekt aan de Nederlandse
Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) voor een landelijke wervingscampagne voor medewerkers
Burgerzaken. Hiermee organiseerde de NVVB selectiebijeenkomsten, en konden ze geschikte
kandidaten gratis opleidingen aanbieden5.
Vervolg
Volgend jaar zal ik u opnieuw over de voortgang informeren.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties