Brief regering : Leennormen hypothecair krediet 2024
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
Nr. 1120
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 november 2023
Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Financiën en de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, over de leennormen voor hypothecair krediet
voor 2024. Bij deze jaarlijkse actualisering voert het kabinet dit jaar ook enkele
wijzigingen in de leennormen door met betrekking tot differentiatie van de leennormen
op basis van het energielabel van de woning. Verder wordt voor oud-studenten vanaf
2024 de maximale hypotheek bepaald op basis van de actuele lasten van de studielening.
Ook wordt de leenruimte voor alleenstaanden iets verruimd en wordt duidelijkheid gegeven
wanneer bij verstrekking van een hypotheek mede rekening gehouden dient te worden
gehouden met het toekomstige pensioeninkomen.
Jaarlijkse update van de leennormen voor hypothecair krediet
Het kabinet vindt het belangrijk dat mensen een woning kunnen vinden die zo veel mogelijk
aansluit op hun wensen en hun persoonlijke situatie. Tegelijkertijd mag het financieren
van de aankoop van een woning met een hypotheek niet leiden tot onverantwoorde financiële
risico’s voor huishoudens. Het kabinet wordt ieder jaar over de leennormen voor hypotheken
geadviseerd door het Nibud. Ik hecht aan het deskundige en onafhankelijke advies van
het Nibud. De aanbevelingen van het Nibud neemt het kabinet over.
Het Nibud kijkt voor het jaarlijkse leennormenadvies hoe hoog de hypotheeklasten voor
huishoudens kunnen zijn, zonder dat ze financieel in de knel komen. Het is hierbij
de bedoeling dat huishoudens voldoende ruimte in het maandelijks budget overhouden
voor andere essentiële uitgaven, zoals voeding, energie en kleding. De maximale maandelijkse
hypotheeklasten en de daaruit volgende maximale hypotheek die huishoudens verantwoord
aan kunnen gaan zijn onder andere afhankelijk van de inflatie, het huishoudinkomen
en de hypotheekrente.
Maximale leenruimte 2024
Per saldo zal de leenruimte voor individuele huishoudens over de hele linie licht
toenemen door de verwachte loonstijging. Het CPB verwacht dat de lonen in 2024 met
5,2% zullen stijgen. Hierdoor neemt de maximale leenruimte toe voor vrijwel alle huishoudens
(behalve voor huishoudens met een inkomen tot € 33.000). Dit wordt getoond met de
rode lijn.
Indien geen rekening wordt gehouden met de loonstijging dan daalt de leenruimte voor
huishoudens iets vanwege de correctie in de leennormen voor inflatie. Door prijsstijgingen
van uitgavenposten als voeding en energie, hebben huishoudens bij een gelijkblijvend
inkomen immers minder budget over voor hypotheeklasten. De omvang van deze daling
is weergegeven met de blauwe lijn in de onderstaande grafiek.
Differentiatie leennormen naar energielabel
Vanaf 1 januari 2024 zal de maximale toegestane hypotheek voor huishoudens mede afhankelijk
zijn van het energielabel van de woning. Huishoudens met een beter energielabel besparen
namelijk op hun energierekening, waardoor ze meer ruimte in hun budget overhouden
voor bijvoorbeeld hogere hypotheeklasten. Daarnaast kunnen huishoudens vanaf 2024
extra lenen als zij energiebesparende maatregelen treffen. Deze bedragen zijn alleen
gekoppeld aan het energielabel van de woning en onafhankelijk van het inkomen. Op
deze manier wordt de verduurzaming van koopwoningen op een financieel verantwoorde
wijze gefaciliteerd en wordt dit ook een belangrijk onderdeel van het hypotheekadvies.
Hiermee is ook invulling is gegeven aan de motie van het lid Ronnes1.
Maximale hypotheek op basis van het energielabel
De leennormen voor 2024 zijn in beginsel gebaseerd op het gebouwgebonden energieverbruik
van een woning met energielabel E, F of G. In de voorgaande jaren werden deze normen
gebaseerd op het gebouwgebonden energieverbruik van een woning met energielabel C.
Bij het aangaan van een hypotheek voor de financiering van een woning met een beter
energielabel dan E, F of G krijgt een huishouden extra leenruimte, ongeacht het inkomen:
hoe beter het energielabel, hoe meer leenruimte (zie tabel 1). Hiermee sluit de maximale
hypotheek voor huishoudens beter aan op de ruimte die zij daadwerkelijk hebben in
hun maandelijks budget voor hypotheeklasten.
Tabel 1: extra leenbedrag bij aangaan hypotheek
Energielabel woning
Extra bedrag dat geleend mag worden ten opzichte van een woning met het label E, F
of G
E, F, G
€ 0
C, D
€ 5.000
A, B
€ 10.000
A+, A++
€ 20.000
A+++
€ 30.000
A++++
€ 40.000
A++++ met een energieprestatiegarantie afgegeven voor een periode van ten minste tien
jaar
€ 50.000
Verhoging maximale hypotheek bij energiebesparende maatregelen
Ook de extra leenruimte voor het treffen van energiebesparende maatregelen wordt vanaf
2024 afhankelijk van het energielabel van de woning. Hierbij kan men bijvoorbeeld
denken aan het beter isoleren van de woning, het installeren van zonnepanelen en plaatsen
van een warmtepomp. De extra leenruimte wordt afhankelijk van het energielabel van
de woning voordat deze energiebesparende maatregelen zijn verricht. Op basis van de
huidige regeling kan hiervoor een vast bedrag van € 9.000 worden geleend, ongeacht
het startlabel. Vanaf volgend jaar wordt het bedrag dat extra geleend kan worden met
name hoger voor de slechte labels (zie tabel 2).2 Voor woningen met een slecht energielabel valt met energiebesparende maatregelen
namelijk de grootste besparing op de energierekening te behalen. De extra leenruimte
voor energiebesparende maatregelen is zowel beschikbaar voor woningeigenaren die hun
nieuw gekochte woning willen verduurzamen als voor woningeigenaren die hun huidige
woning willen verduurzamen.
Tabel 2: Extra leenbedrag voor energiebesparende maatregelen
Energielabel woning
Extra bedrag dat geleend mag worden
E, F, G
€ 20.000
C, D
€ 15.000
A, B
€ 10.000
A+, A++
€ 10.000
A+++
€ 10.000
A++++
€ 0
A++++ met een energieprestatiegarantie afgegeven voor een periode van ten minste tien
jaar
€ 0
Actuele lasten studieleningen
In lijn met de afspraak in het Coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77), wordt vanaf 1 januari 2024 de actuele last van de studielening bepalend voor de
leenruimte van oud-studenten. Vanaf dat moment zal niet meer worden gekeken naar de
oorspronkelijke studielening, zoals nu het geval is. Met deze aanpassing wordt voor
oud-studenten op verantwoorde wijze in elke situatie de impact van een studielening
op de maximaal toegestane hypotheek zo veel mogelijk beperkt.
In de kern houdt de nieuwe methode in dat de maximaal toegestane maandelijkse hypotheeklasten
worden verminderd met het daadwerkelijke bedrag dat de oud-student verschuldigd is
aan afbetaling en rentelasten voor de studielening. Deze systematiek heeft als voordeel
dat extra aflossingen op de studielening beter worden meegenomen bij het bepalen van
de maximale hypotheek. Daarnaast neemt voor studenten die bij DUO lenen onder de nieuwe
voorwaarden (met een aflossingstermijn van 35 jaar voor de studieschuld) de leenruimte
gemiddeld toe. Zo kan een (oud)-student die een hypotheek afsluit met een hypotheekrente
van 4,5% en een studieschuld onder de nieuwe voorwaarden heeft van € 25.000 met de
geldende rente van 2,56% (per januari 2024) onder de oude methodiek ruim € 27.000
minder lenen door deze studieschuld. Met de nieuwe methodiek kan deze (oud)-student
ruim € 23.000 minder lenen. Per saldo wordt de leenruimte in dit geval met € 4.000
vergroot.
Meer leenruimte voor alleenstaanden
Alleenstaanden met een inkomen van ten minste € 28.000 krijgen vanaf volgend jaar
€ 16.000 extra leenruimte. Het Nibud baseert de berekeningen voor het advies over
de leennormen op basis van de financiële situatie voor een huishouden met twee volwassenen
met één inkomen. Een alleenstaande kan relatief hogere hypotheeklasten als percentage
van het inkomen dragen dan een huishouden met twee volwassenen, omdat deze alleenstaande
relatief lagere (vaste) overige lasten heeft. Een aantal jaren geleden is voor alle
inkomensgroepen een maandelijkse buffer ingevoerd van € 55 voor onvermijdbare uitgaven.
Deze generieke verkrapping van de leennormen was voor alleenstaanden dus niet strikt
noodzakelijk maar daarvoor is deze inkomensgroep tot op heden niet gecompenseerd.
Een extra leenbedrag van € 16.000 geeft alleenstaanden iets meer mogelijkheden voor
het kopen van een woning.
Rekening houden met pensioeninkomen
In veel gevallen zal de consument na het bereiken van de AOW-leeftijd een lager inkomen
hebben dan voor het bereiken van de AOW-leeftijd. Als de hypotheekverplichtingen na
pensionering doorlopen, zal de consument minder financiële ruimte hebben om rente
en aflossing te betalen. Daarom moet de kredietverstrekker bij het vaststellen van
de maximale hypotheek mede rekening houden met het verwachte inkomen op de verwachte
AOW-leeftijd van de consument indien de consument binnen tien jaar na het aangaan
van een hypotheek de verwachte AOW-leeftijd bereikt. In de huidige praktijk wordt
hier meestal al rekening mee gehouden door kredietverstrekkers en was dit ook al verplicht
bij hypotheken met NHG. Door dit op te nemen in de regeling wordt hierover duidelijkheid
gegeven aan de sector.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties