Brief regering : Overeenstemming over schadeafhandeling voormalige steenkoolwinning in Limburg
32 849 Mijnbouw
Nr. 238 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2023
Tijdens het Commissiedebat over Groningen / Mijnbouw op 22 juni 2023 heb ik toegezegd
(TZ202307-045) (Kamerstuk 33 529, nr. 1168) om uw Kamer voor het herfstreces te informeren over de voortgang aangaande het afhandelen
van mijnbouwschade ten gevolge van voormalige steenkoolwinning in Limburg. Met deze
brief geef ik gevolg aan deze toezegging.
Op 25 mei 2023 heb ik in Heerlen met regionale en lokale bestuurders gesproken over
de schadeafhandeling in Limburg. We zijn het toen eens geworden over de uitgangspunten
van de schadeafhandeling in Limburg. Er zijn daarbij een aantal onderwerpen benoemd
die nog nader uitgezocht dienden te worden. De verdere uitwerking is opgepakt door
een stuurgroep en een werkgroep bestaande uit de regionale, lokale overheden, de stichting
Calamiteitenfonds Mijn(water)schade en Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Vandaag is er overeenstemming bereikt over de schadeafhandeling en de organisatie
daarvan. In deze brief ga ik nader in op de schadeafhandeling zoals wij deze nu voor
ons zien.
Hoofdlijnen
Ik stel een regeling open op grond waarvan bewoners met schade als gevolg van de voormalig
steenkolenwinning in Limburg hun schade, afhankelijk van de omvang daarvan, vergoed
krijgen of kunnen laten herstellen. Deze voorziening heeft het karakter van een onverplichte
tegemoetkoming van overheidswege. Ik laat mij voor de uitvoering van deze regeling
ondersteunen door het op te richten regionale instituut I3ML en adviseren door de
Limburg Kamer van de Commissie Mijnbouwschade.
I3ML regionaal instituut
Er komt zoals eerder afgesproken een Limburgs instituut voor de schadeafhandeling
met de naam I3ML (Instituut voor Mens, Milieu en Mijnbouw in Limburg). Het voornemen
is om van het instituut een rijksdienst te maken. Deze organisatievorm wordt regionaal
en lokaal gesteund. Deze voorkeur voor een rijksdienst maakt het mogelijk dat ik over
de uitvoering van mijn besluiten over de schadeafhandeling en financiering van de
werkzaamheden van het instituut verantwoording kan afleggen aan uw Kamer. Het instituut
wordt regionaal verankerd. Hierbij geldt Heerlen als voorkeurslocatie.
Bewoners worden ontzorgd
Bewoners die een vermoeden hebben dat hun huis schade heeft door de voormalige steenkoolwinning
in Zuid-Limburg kunnen zich via het lokale loket melden en worden daar verder geholpen
bij het indienen van een aanvraag op grond van de door mij opengestelde regeling.
De bewoner krijgt een zaakbegeleider die hem of haar zal helpen en vragen kan beantwoorden
over de verdere afhandeling van de melding. Ook draagt het instituut zorg voor de
uitbetaling van de door mij toegekende vergoeding of het herstel van de schade.
Beoordeling door de Limburgse Kamer van de Commissie Mijnbouwschade
Om een beslissing te nemen op een aanvraag om vergoeding of herstel vraag ik advies
van de Commissie Mijnbouwschade. Dit betekent dat de schade zal worden bekeken en
beoordeeld door de Commissie Mijnbouwschade (hierna: commissie). Deze landelijke commissie
wordt daartoe uitgebreid met een Limburgse Kamer. De commissie gebruikt daarbij een
nog verder uit te werken schadeprotocol dat speciaal voor deze schadeafhandeling wordt
opgesteld. De commissie beoordeelt de schade daarbij op aannemelijkheid. Hierdoor
zal er minder onderzoek nodig zijn, wordt de regeling vriendelijker voor bewoners
en worden uitvoeringskosten beperkt.
Drie verschillende schadecategorieën
We onderscheiden drie schadecategorieën die elk door de Limburgse Kamer van de commissie
worden beoordeeld. Ten eerste kleine schades tot 5.000 euro; deze zullen, na inschatting
van de hoogte van de mijnbouwschade, worden uitbetaald. De tweede categorie betreft
de reguliere mijnbouwschades tot 20.000 euro. Deze schades worden hersteld door een
aannemer waar I3ML mee samenwerkt, of, indien de bewoner hier expliciet om vraagt,
door een aannemer in opdracht van de bewoner en gefinancierd via een bouwdepot. De
schades in de derde categorie, de zware schades (boven de 20.000 euro), worden altijd
door een door I3ML geselecteerde aannemer hersteld. Op deze manier worden grote schades
veilig en goed hersteld. Na een jaar zal de regeling worden geëvalueerd en eventueel
worden bijgesteld.
Vervolgstappen
In de komende weken worden het schadeprotocol en de regeling op grond waarvan de vergoedingen
of het herstel kan worden toegekend gefinaliseerd. De kosten van de uitbetaalde vergoedingen
of de uitgevoerde herstelwerkzaamheden worden waar mogelijk verhaald op de nog bestaande
rechtsopvolgers. In de komende maanden zal de invulling van I3ML verder worden vormgegeven.
Er wordt daarvoor een tijdelijke werkorganisatie ingericht. Hierbij geldt Heerlen
als voorkeurslocatie.
Als eerste worden de zware schadegevallen behandeld. Ik verwacht dat dit zal kunnen
vanaf medio 2024. In het najaar van 2024 zal aangegeven worden wanneer de complete
regeling verder wordt opengesteld en dan kunnen ook de lichte schadegevallen worden
afgehandeld.
De regeling zal een jaar na de openstelling worden geëvalueerd naar aanleiding van
de eerste ervaringen en indien nodig worden aangepast.
Ik ben verheugd dat overeenstemming bereikt is met de regio over de schadeafhandeling.
We hebben door de inzet van een ieder in de afgelopen maanden goede stappen kunnen
zetten. Nu breekt de fase aan van het concreet organiseren van de schadeafhandeling.
Zodat de inwoners van Zuid-Limburg zich kunnen melden en de schade als gevolg van
de steenkoolwinning hersteld gaat worden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief
Indieners
-
Indiener
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat