Brief regering : Stelsel bewaken en beveiligen: Plan van aanpak transitie en voortgang lopende versterkingen
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 426
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 oktober 2023
Een goed functionerende democratische rechtsstaat is een waarborg om te kunnen leven
in vrijheid. En die democratische rechtsstaat staat onder druk. Niet alleen wordt
onze samenleving bedreigd door terroristen, extremisten en statelijke actoren, maar
ook door de georganiseerde criminaliteit.
Direct na mijn start als Minister heb ik aangekondigd de georganiseerde criminaliteit
hard aan te pakken. Het kabinet investeert op dit moment meer geld in de aanpak van
georganiseerde criminaliteit dan ooit tevoren. Met een breed offensief zetten we alles
op alles om te voorkomen dat kleine jongens grote boeven worden, om de grote criminelen
aan te pakken en ons land zo onaantrekkelijk te maken voor drugskartels. Een combinatie
van voorkomen, doorbreken en bestraffen.
We zijn er nog lang niet, maar hebben daarin inmiddels wel goede stappen gezet. Onze
opsporingsdiensten hebben de eerste grote slagen toegebracht aan criminele netwerken.
Verdienmodellen en logistieke netwerken zijn verstoord. In de meest kwetsbare wijken
in Nederland wordt flink geïnvesteerd in preventie. In de «Halfjaarbrief aanpak georganiseerde,
ondermijnende criminaliteit1» informeer ik uw Kamer over de voortgang en resultaten van deze aanpak.
Het stelsel bewaken en beveiligen
Het stelsel bewaken en beveiligen is daarbij een belangrijk instrument om de democratische
rechtsstaat te beschermen en de veiligheid van betrokkenen te waarborgen. Met het
stelsel beschermen we personen van wie de fysieke integriteit ernstig bedreigd wordt.
Personen die in hun werk in dienst staan van de (democratische) rechtsorde moeten
hun functie veilig uit kunnen oefenen. Ook andere burgers die ongewild het slachtoffer
worden van ondermijnende, intimiderende criminaliteit, verdienen bescherming van de
overheid. Dit is een voorwaarde voor het functioneren van de democratische rechtsstaat
en is daarom één van mijn prioriteiten in deze kabinetsperiode.
Uw Kamer is steeds geïnformeerd over de voortgang van de versterkingen van het stelsel2. Deze zijn inmiddels grotendeels geborgd in de herziene circulaire bewaken en beveiligen
2023, waar uw Kamer op 29 juni jl. over is geïnformeerd. De circulaire bestendigt
de afspraken en werkwijze die aangepast zijn naar aanleiding van de ingezette versterkingstrajecten
en zal verder worden aangepast als de ingezette transitie van het stelsel daar aanleiding
toe geeft. De komende periode wordt onverminderd doorgewerkt aan het realiseren en
implementeren van deze verbeteringen binnen het stelsel.
Tegelijkertijd wordt het stelsel bewaken en beveiligen fundamenteel vernieuwd, met
als resultaat één nieuw stelsel beveiligen van personen. In de kabinetsreactie op
het OvV-rapport «Bewaken en beveiligen. Lessen uit drie beveiligingssituaties» van 31 maart jl. is toegelicht dat de huidige versterkingen niet voldoende zijn
om de toenemende dreiging ook in de toekomst aan te kunnen3. In het daaropvolgende Kamerdebat van 20 april jl. is de opzet van het nieuwe stelsel
beveiligen van personen met uw Kamer besproken.
Sinds de kabinetsreactie op het OvV-rapport zijn we voortvarend gestart met de transitie
naar het nieuwe stelsel beveiligen van personen. In deze brief ga ik conform het verzoek
van uw Kamer in op het plan van aanpak voor de transitie naar het nieuwe stelsel en
geef ik aan welke stappen we al gezet hebben. Daarbij betrek ik ook de toezeggingen
en moties die tijdens het Kamerdebat zijn aangenomen. In de bijlage vindt u de uitgebreide
toelichting, in de brief beperk ik mij tot de hoofdlijnen.
Samenhang met andere trajecten
De transitie van het stelsel heeft raakvlakken met een groot aantal andere trajecten
die binnen de aanpak van de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit lopen, met
name bij de verbeteringen rondom de kroongetuigenregeling en getuigenbescherming.
Het is goed om hier het onderscheid én de samenhang tussen deze trajecten te markeren.
In de afgelopen maanden heb ik uw Kamer op meerdere momenten geïnformeerd over de
verbeteringen rondom de kroongetuigenregeling en getuigenbescherming.
Allereerst heb ik in november 2022 uw Kamer geïnformeerd over mijn voornemen om de
kroongetuigenregeling te verbreden. Daarnaast zijn er naar aanleiding van het rapport
van de Onderzoeksraad voor Veiligheid rondom de beveiligingssituaties van de broer
van kroongetuige Nabil B., Derk Wiersum en Peter R. de Vries een aantal stappen in
gang gezet om de kroongetuigenregeling toekomstbestendig te maken. Een belangrijk
aspect hierbij is de borging van de nevengeschikte afweging van veiligheids- en opsporingsbelangen
in de besluitvorming over een kroongetuigentraject. Het gaat hier om het volgende:
• Analyse van de lopende en afgeronde kroongetuigendeals op veiligheidsaspecten en waar
nodig het nemen van aanvullende maatregelen;
• Verbreding en versterking van de rol en positie van de Centrale Toetsingscommissie
(CTC) (mede) met het oog op de nevengeschikte afweging van veiligheids- en opsporingsbelangen;
• Het realiseren van een verbeterd en uitgebreider (wettelijk) kader voor getuigenbescherming;
• Een onafhankelijke toetsing van de getuigenbeschermingsovereenkomst aan de hand van
een verkenning van de verschillende opties;
• Het onderzoek van de Procureur-Generaal, vanuit zijn rol als toezichthouder op het
OM, op de uitvoering van getuigenbescherming door het Openbaar Ministerie.
Een stand van zaken over de vorderingen hieromtrent zal separaat worden gegeven in
de Halfjaarbrief aanpak georganiseerde en ondermijnende criminaliteit die voor het
einde van dit jaar verstuurd zal worden. Ik wil daarbij nogmaals benadrukken dat de
verbeteringen die in gang zijn gezet naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad
voor Veiligheid eerst op orde moeten zijn voordat de verbreding van de kroongetuigenregeling
in kan gaan. Hierna zal ik in deze brief ingaan op de verbeteringen en transitie van
het stelsel bewaken en beveiligen.
Huidige context: operationele druk
Voordat ik daarop inga, is het belangrijk om stil te staan bij dagelijkse operationele
realiteit. Het stelsel staat nog steeds onder grote druk. Behalve van de functionarissen
die in het stelsel werken, wordt ook veel gevraagd van de te beveiligen personen.
De ingezette versterkingen om de kwaliteit te verhogen en de extra capaciteit die
is gerealiseerd, hebben inmiddels effect, maar kunnen nog niet de snelheid van het
steeds toenemende aantal casussen bijbenen. Dit brengt in de dagelijkse praktijk dilemma’s
met zich mee en vraagt van de verantwoordelijke gezagen geregeld keuzes. Bij deze
keuzes blijft de veiligheid van de te beveiligen personen onverkort het uitgangspunt.
Ook in het nieuwe stelsel zal dit helaas – zeker in het begin – nog een realiteit
zijn. Daarbij leveren de lopende versterkingstrajecten en de transitieopgave ook (tijdelijk)
een additionele werkdruk op voor de professionals in het stelsel. Uiteindelijk zullen
deze investeringen zich echter op termijn terugverdienen en de druk op het stelsel
verlichten.
Tot die tijd kan ik alleen mijn diepste waardering uitspreken voor de vrouwen en mannen
die zich inspannen voor de veiligheid van anderen. Zij staan dag en nacht klaar en
zijn bereid het gevaar in de ogen te kijken. Ik besef daarbij dat de werkdruk soms
dusdanig hoog is, dat het niet duurzaam vol te houden is. Ik investeer daarom ook
in het vergroten van de capaciteit. Ook richting de personen die beveiligd worden
wil ik mijn waardering uitspreken. Ernstig bedreigd worden is een angstige situatie
en de (soms lichte, soms zwaardere) beperkingen die beveiliging onherroepelijk met
zich meebrengt zijn ingrijpend op het dagelijkse leven. Zij laten zich echter niet
intimideren en zetten hun werk – waar de dreiging uit voortkomt – door. En voor degenen
die er toch mee stoppen omdat het hen te veel wordt, kan ik alleen maar begrip hebben.
Onze rechtsstaat staat onder druk, maar laat tegelijkertijd zien wat voor veerkracht
het heeft.
Belangrijkste ontwikkelingen
Hieronder zal ik kort ingaan op een aantal punten waar uw Kamer expliciet naar heeft
gevraagd, die ook uitgebreider in de bijlage terugkomen.
Transitieorganisatie in werking
Om de transitie naar het nieuwe stelsel te realiseren, is een transitieorganisatie
opgezet (zie ook de factsheet in bijlage 1). De transitie naar een krachtig nieuw
stelsel gebeurt in gezamenlijkheid met alle stelselpartners, ieder vanuit eigen expertise
en verantwoordelijkheid. De NCTV voert (gemandateerd door de Minister van Justitie
en Veiligheid) regie op deze transitie. Deze transitie bouwt voort op de al ingezette
versterkingen.
Essentieel uitgangspunt tijdens de transitie, is dat de veiligheid en het welzijn
van de te beveiligen personen in beide domeinen van het huidige stelsel – het rijksdomein
én het decentrale domein – altijd op één blijven staan. De veiligheid komt niet in
het geding. Daarnaast wordt de impact van het transitieproces op de te beveiligen
personen én de personen die werken in de praktijk van het stelsel tot een minimum
beperkt. Ten slotte is het belangrijk te benadrukken dat de huidige stelselpartners
tijdens het transitietraject zich blijven inzetten om uitvoering te geven aan hun
verantwoordelijkheden. Tot aan de inwerkingtreding van de wetswijziging, en daarmee
het nieuwe stelsel beveiligen van personen, behouden organisaties hun formele verantwoordelijkheid
en bestaande bevoegdheden in het huidige stelsel.
Overheveling te beveiligen personen naar het centrale gezag
Uw Kamer had gevraagd om op hoofdlijnen geïnformeerd te worden over de fasering van
de overheveling van het gezag over de beveiliging door de uitvoeringsorganisaties
van te beveiligen personen van de (hoofd)officier van justitie naar de NCTV. Sinds
de kabinetsreactie op het OvV-rapport is tot op heden een significant aantal casussen
– in overleg tussen het OM en de NCTV – overgenomen door de NCTV. De NCTV kijkt vanuit
zijn adviesrol in voorkomende gevallen gevraagd en ongevraagd mee met de casussen
die zich nu nog in het huidige decentrale domein bevinden.
In de resterende maanden van 2023 kan het gezag over de beveiliging in complexe casuïstiek
– bijvoorbeeld vanwege de verschillende rollen van de (hoofd)officier van justitie
ten aanzien van de te beveiligen persoon, verbondenheid aan strafzaken, gevoeligheid
vanwege het profiel van de te beveiligen persoon en de uniciteit van de zaak – over
worden genomen door de NCTV. Dit geldt ook voor eventuele gezinsleden van deze personen
indien op basis van dreigingsinformatie blijkt dat er ook tegen hen sprake is van
ernstige dreiging gericht op de fysieke integriteit van de persoon. De overdracht
van de resterende casussen zal plaatsvinden nadat de capaciteit en expertise ten behoeve
van het centrale gezag – namens de Minister van Justitie en Veiligheid – bij de NCTV
is ingericht. Hierbij is een randvoorwaarde dat de NCTV beschikt over voldoende capaciteit
om invulling te geven aan deze gezagrol en daarmee de kwaliteit van de beveiliging
behouden blijft.
Afbakening van het nieuwe stelsel
In de kabinetsreactie van 31 maart jl. is op hoofdlijnen de afbakening van het nieuwe
stelsel geschetst en is aangekondigd dat het nader uitgewerkt gaat worden4. De afbakening wordt thans verfijnd, zodat er duidelijkheid is over welke personen,
objecten en diensten onder het nieuwe stelsel vallen en hoe dit aansluit op de verantwoordelijkheden
van het lokale gezag en getuigenbescherming. In een reeks van expertsessies worden
afbakeningsvraagstukken en casuïstiek doorgenomen, om tot een heldere en werkbare
afbakening te komen. Dit traject zal eind november 2023 zijn afgerond.
Een belangrijk aspect hierbij is de afbakening van het stelsel beveiligen van personen
enerzijds, en getuigenbescherming anderzijds. In mijn brief omtrent de Italiaanse
aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit heb ik u geïnformeerd over de
verbreding en de verbetering van de kroongetuigenregeling. Ik heb uw Kamer toegezegd
in het najaar opnieuw over de voortgang van deze verbetering te informeren, waarbij
onder andere de verdere uitwerking van het wettelijk kader van getuigenbescherming
zal worden toegelicht.
Nieuwe methodiek voor geïntegreerde dreigingsbeelden
Eén van de geprioriteerde projecten binnen de transitie is het ontwikkelen van een
methodiek voor geïntegreerde dreigingsbeelden. In deze geïntegreerde dreigingsbeelden
wordt vanuit breed perspectief relevante informatie integraal gewogen, waaronder ook
fenomeenkennis, contextinformatie en eventuele signalen vanuit de te beveiligen persoon
en diens omgeving. Een essentieel onderdeel van de methodiek zijn de hypothesen en
onderliggende indicatoren, waarmee ook op het oog minder voorstelbare scenario’s worden
getoetst. Cruciale aannames en blinde vlekken worden expliciet gemaakt en de dreigingsbeelden
worden periodiek getoetst. De methodiek wordt naar verwachting in oktober 2023 opgeleverd.
Hiermee is een belangrijke stap gezet in het verbeteren van het dreigingsbeeld. Vervolgens
is het zaak de methodiek in de praktijk toe te passen en waar nodig aan te scherpen.
Deze methodiek zal de basis vormen van de nieuwe onafhankelijke dreigingsanalysefunctie,
die – zoals in het debat op 20 april jl. met uw Kamer is besproken – bij de NCTV wordt
ingericht, rekening houdend met de daarbij behorende kaders en waarborgen.
Versterking van de uitvoering
Op verschillende manieren wordt de uitvoering versterkt en geïnnoveerd, om zo de operationele
druk en de impact op te beveiligen personen te kunnen verminderen. Zo zijn er financiële
middelen beschikbaar gesteld aan de uitvoeringsorganisaties om de operationele capaciteiten
te vergroten. Ook zijn nieuwe beveiligingsconcepten ontwikkeld, waaronder ook concepten
die gebruik maken van nieuwe technologieën. Deze worden nu in de praktijk getest.
Een grote stap in dit kader is de start van het Landelijk Coördinatiecentrum Bewaken
en Beveiligen op 28 juni 2023. Op een fysieke locatie zitten politie, KMar en de NCTV
bijeen om (zoveel mogelijk) integraal sturing te geven aan de voorbereiding en uitvoering
van beveiligingsopdrachten. Met een Landelijk Coördinatie Centrum, in combinatie met
het – door de politie en KMar gezamenlijk ontwikkelde – palet aan gedifferentieerde
inzetconcepten, wordt het mogelijk om in de nabije toekomst de beveiliging flexibeler
vorm te geven, waarbij de activiteiten van een te beveiligen persoon verspreid over
de dag meer leidend worden voor de (capaciteits)inzet. Zonder daarbij afbreuk te doen
aan het benodigde weerstandsniveau, de proportionaliteit en situationele context.
Ook deze werkwijze wordt – waar mogelijk – thans in de praktijk getest.
De te beveiligen persoon centraal: borging psychologische zorg in het stelsel
Zorg voor te beveiligen personen is een belangrijk fundament van het stelsel. Het
ondergaan van een beveiligingsregime heeft (forse) impact op iemands leven. In de
werkprocessen binnen het stelsel wordt aandacht voor psychosociale zorg expliciet
verankerd. Daarnaast worden hulpmiddelen, instrumenten en informatiemateriaal (bijvoorbeeld
de brochure «Bedreiging: de impact op kinderen») ontwikkeld. Zo worden op dit moment
«eHealth-modules» ontwikkeld in relatie tot bedreiging en beveiliging door het Instituut
voor Psychotrauma (ARQ/IVP). Deze modules zijn bedoeld voor de te beveiligen persoon
zelf, zijn of haar naasten (emotioneel betrokkenen) en één module speciaal voor kinderen.
Bij de ontwikkeling worden de kennis en ervaringen van experts en (voormalig) te beveiligen
personen actief betrokken. Eind november 2023 zijn de modules gereed om getest te
worden.
Financiële middelen beschikbaar gesteld
Zoals in de eerdere voortgangsbrieven beschreven, zijn de middelen vanuit het «Breed
offensief tegen ondermijnende criminaliteit» (BOTOC, 2020) – 55 miljoen -en de Najaarsnota
2021 – 30 miljoen (Kamerstuk 35 975 VI) – inmiddels voor het grootste deel omgezet in structurele capaciteitsuitbreiding
bij stelselpartners. In de Voorjaarsnota 2022 (Kamerstuk 36 120 VI) zijn daarop middelen toegekend (en vanaf 2024 beschikbaar) om twee nieuwe uitvoeringsorganisatie-onderdelen
te bouwen (50 miljoen vanaf 2024, 100 miljoen vanaf 2025). Zoals eerder gemeld, is
de KMar gestart met de inrichting van een contingent persoonsbeveiliging binnenland
bij ernstige dreiging. Inmiddels zijn er twee opleidingen afgerond en is er capaciteit
toegevoegd aan het stelsel. De derde opleiding is gestart. Bij de politie wordt binnen
de Landelijke eenheid een nieuw onderdeel ingericht dat zich primair zal richten op
taken in het kader van persoonsbegeleiding. De capaciteit die vanuit de Bewakingseenheid
van de regionale eenheden vanaf 2019 werd ingezet, kan daardoor geleidelijk weer terug
naar de regionale eenheden. De politie streeft ernaar dat dit onderdeel in de loop
van 2025 operationeel zal zijn.
Met het oog op verdere versterkingen én om het nieuwe stelsel te bouwen en structureel
te borgen, zijn in de Voorjaarsnota 2023 additionele middelen beschikbaar gesteld
(112 miljoen structureel).
Vervolg
Er is sinds de start van het kabinet – en ook de jaren ervoor – door velen hard gewerkt
om het stelsel bewaken en beveiligen te versterken én tegelijkertijd de dagelijkse
operatie draaiende te houden. In de verschillende voortgangsbrieven tijdens deze periode
zijn de verschillende fases die we hebben doorlopen mooi zichtbaar. Op sommige aspecten
van het stelsel hebben we grote stappen voorwaarts gezet, op andere moesten we soms
pas op de plaats maken. Dit laatste met name omdat de dreiging op momenten groter
en sneller is dan we met onze schaarse capaciteit kunnen bijbenen. Als ik echter uitzoom,
dan constateer ik dat veel van de eerder ingezette versterkingstrajecten en verbeteringen
zijn gerealiseerd, worden geborgd en inmiddels effecten in de praktijk opleveren.
Daarmee is de eerste reparatieslag aan het huidige stelsel uitgevoerd. Daarnaast zijn
stappen gezet om de noodzakelijke transitie naar het nieuwe stelsel vorm te geven.
Daarom mijn waardering voor allen die hier een bijdrage aan hebben geleverd.
Nu moeten we met onverminderde energie verder werken aan het versterken van het stelsel.
Conform toezegging zal ik uw Kamer periodiek rapporteren over de voortgang. In de
volgende voortgangsbrief (naar verwachting april 2024) zal ik u in ieder geval informeren
over de afbakening van het nieuwe stelsel, de voortgang van de inrichting van de dreigingsanalysefunctie
en de stand van zaken ten aanzien van de capaciteit in de uitvoering.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
BIJLAGE: FACTSHEET TRANSITIE NAAR STELSEL BEVEILIGEN VAN PERSONEN
Doelstelling nieuwe stelsel
Het doel van het nieuwe stelsel beveiligen van personen is om weerstand te bieden
tegen een ernstige dreiging gericht op de fysieke integriteit van personen. Het stelsel
geeft uitvoering aan de taak van de overheid om te zorgen voor de veiligheid van haar
burgers, wanneer er sprake is van dreiging en risico. Het gaat hier om personen die
bedreigd worden door een van de dreigingsfenomenen die de democratische rechtsstaat
en samenleving raken. Dit zijn georganiseerde, ondermijnende criminaliteit, terrorisme,
statelijke actoren en geradicaliseerde eenlingen. Uit het geïntegreerde dreigingsbeeld
dat hiervoor wordt opgesteld, blijkt dat de bedreigde persoon zelf en de werkgever
onvoldoende weerstand kunnen bieden tegen de hiervoor genoemde dreigingsfenomenen,
en aanvullende maatregelen vanuit de overheid nodig zijn.
Naast deze afgebakende groep, valt onder het nieuwe stelsel – zoals nu ook het geval
is – tevens de zogenoemde limitatieve lijst. Het gaat hier om een beperkte groep personen,
objecten en diensten, waarbij door een mogelijke dreiging de nationale of internationale
democratische rechtsorde wordt geschaad en/of de veiligheid van de Staat in het geding
is (bijvoorbeeld leden van het Koninklijk Huis en buitenlandse staatshoofden op officieel
bezoek in Nederland).
De pijlers van het nieuwe stelsel
1. In het nieuwe stelsel geldt een eenduidig gezag, zodat er geen sprake meer is van
de complexe regie die het huidige stelsel kent. De verantwoordelijkheid voor de beveiliging
van ernstig bedreigde personen die binnen het stelsel vallen, wordt georganiseerd
op Rijksniveau bij de Minister van Justitie en Veiligheid en wordt uitgevoerd door
de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).
2. De analysefunctie in het stelsel beveiligen van personen wordt georganiseerd ten behoeve
van het eenduidige gezag en wordt geïnnoveerd, zodat dreigingsinschattingen en -analyses
verbeteren.
3. De uitvoering wordt zo georganiseerd, dat de politie en de KMar vanuit synergie en
gelijkwaardigheid de specialistische taken op bewaken en beveiligen in opdracht van
het gezag effectief en efficiënt kunnen uitvoeren, en waar nodig andere (private)
partijen kunnen betrekken. Dit moet leiden tot een houdbare en hoogwaardige uitvoering
op bewaken en beveiligen, in zowel het nieuwe stelsel als voor bewaken en beveiligen
van objecten en diensten onder gezag van de officier van justitie of burgemeester.
4. Er komt een specifiek wettelijk kader voor het stelsel beveiligen van personen, waarin
onder meer de nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling wordt geborgd en de benodigde
informatiedeling in het kader van bewaken beveiligen wordt beschreven met daartoe
benodigde wettelijke grondslagen. Ook wordt onderzocht welke wettelijke kaders er
nodig zijn voor het vergaren van informatie die noodzakelijk is om een goede uitvoering
te geven aan het bewaken, beveiligen en beschermen van personen. Er worden kaders
ontwikkeld over wat verwacht mag worden van een te beveiligen persoon, van een werkgever
en van de overheid als iemand dusdanig ernstig bedreigd wordt vanuit de eerdergenoemde
dreigingsfenomenen dat mogelijk persoonsbeveiligingsmaatregelen nodig zijn. Daarbij
wordt onderzocht of en hoe dat de basis kan bieden voor een nadere invulling van de
rechten en plichten voor te beveiligen personen;
5. De te beveiligen persoon blijft onverminderd centraal staan in het stelsel en er komt
meer transparantie waar mogelijk;
6. Onafhankelijk toezicht en een onafhankelijke adviesfunctie binnen het stelsel worden
ingericht;
7. Er is een heldere afbakening tussen het stelsel beveiligen van personen en andere
stelsels en taken, zoals getuigenbescherming en voor bewaken en beveiligen van objecten
en diensten onder gezag van de officier van justitie of burgemeester.
Inrichting en uitgangspunten van de transitie
Om de pijlers te realiseren, zijn de al lopende versterkingen – waar mogelijk – geïntensiveerd
en/of uitgebreid. Daarnaast is een transitieorganisatie opgezet om de nieuwe veranderingen
te realiseren. De NCTV voert (gemandateerd door de Minister van Justitie en Veiligheid)
regie op de transitie naar het nieuwe stelsel, waarbij hij verantwoordelijk is voor
de coördinatie van het transitieproces en de samenhang met lopende versterkingen.
Afstemming vindt plaats in de Stuurgroep Transitie, waarin alle betrokken organisaties
– vanuit hun eigen verantwoordelijkheden – zijn vertegenwoordigd.
Bij deze transitie wordt een aantal uitgangspunten gehanteerd:
− Essentieel uitgangspunt tijdens de transitie is dat de veiligheid en het welzijn van
de te beveiligen personen in beide domeinen van het huidige stelsel – het rijksdomein
én het decentrale domein – altijd op één blijven staan. De veiligheid komt niet in
het geding. Daarnaast wordt de impact van het transitieproces op de te beveiligen
personen én de personen die werken in de praktijk van het stelsel, tot een minimum
beperkt;
− De stelselpartners blijven tot aan de inwerkingtreding van de wetswijziging onverminderd
gehouden aan hun formele verantwoordelijkheid en bestaande bevoegdheden in het huidige
stelsel.
− De transitie wordt vormgegeven met en door alle stelselpartners, die vanuit een gelijkwaardige
positie en een gedeelde ketenverantwoordelijkheid voor het gehele systeem van bewaken
en beveiligen bijdragen aan de transitie. Alleen zo kan de transitie resulteren in
een gedragen nieuw stelsel waarin de taakuitvoering in de praktijk leidt tot verbetering
ten behoeve van de te beveiligen persoon en de operatie en een goede nieuwe verhouding
van het stelsel tot het lokale gezag. Alle partners zijn, zoveel als de praktijk toelaat,
vertegenwoordigd op de niveaus binnen de transitieorganisatie, afhankelijk van hun
rol en waar hun expertise nodig is. Deze brede betrokkenheid zorgt voor een gedeelde
verantwoordelijkheid.
− De transitie naar het nieuwe stelsel bouwt voort op de versterkingen die thans zijn
ingezet, bijvoorbeeld naar aanleiding van de aanbevelingen van de Commissie Bos. Lopende
versterkingen worden in samenhang bekeken om continuïteit en samenhang te waarborgen.
Projecten en activiteiten
Afbakening van het nieuwe stelsel
De afbakening wordt verfijnd, zodat er duidelijkheid is over welke personen onder
het nieuwe stelsel vallen en hoe dit aansluit op de verantwoordelijkheden van het
lokale gezag. Verwachte oplevering is november 2023.
Inrichten capaciteit en expertise ten behoeve van centraal gezag
Er komt een duidelijk gedefinieerde en functionerende centrale gezagsrol voor de NCTV.
Er wordt een visie ontwikkeld op wat centraal en eenduidig gezag betekent voor de
beveiliging van personen en de relatie met lokale gezagen. De inrichting bij de NCTV
zal eind 2024 gereed zijn.
Inregelen toezicht op het stelsel
Dit project is gericht op het opzetten van een functionerende onafhankelijke adviescommissie
en een geïntegreerde aanpak van toezicht door de Inspectie Justitie en Veiligheid.
Het doel is om te waarborgen dat er toezicht en advies plaatsvindt, wat bijdraagt
aan de kwaliteit en doorontwikkeling van het stelsel voor bewaken en beveiligen, en
de veiligheid van de te beschermen personen.
Ontwikkelen van een methodiek voor geïntegreerde dreigingsbeelden
Er wordt een methodiek ontwikkeld waarbij op basis van informatie van de politie en
inlichtingen- en veiligheidsdiensten, een geïntegreerd dreigingsbeeld kan worden opgemaakt.
Het doel is om het gezag een zo geïnformeerd mogelijke beslissing te laten nemen over
de (zwaarte van de) beveiligingsmaatregelen op basis van alle relevante informatie.
Verwachte oplevering is oktober 2023, waarna de methodiek in de praktijk moet worden
toegepast en waar nodig aangescherpt.
Ontwerpen en inrichten dreigingsanalysefunctie ten behoeve van het gezag
In het verlengde hiervan wordt een onafhankelijke dreigingsanalysefunctie ten behoeve
van de NCTV ingericht, met heldere werkprocessen en rollen, die met deze methodiek
de geïntegreerde dreigingsbeelden zal opstellen. Zoals in het debat op 20 april jl.
is besproken, wordt deze dreigingsanalysefunctie bij de NCTV ingericht, rekening houdend
met de daarbij behorende kaders en waarborgen. Thans wordt gewerkt aan het uitwerken
van nieuwe werkprocessen, de technische inrichting en juridische verkenning van de
nog ontbrekende grondslagen voor benodigde informatiedeling. Dit moet leiden tot een
blauwdruk van de dreigingsanalysefunctie – naar verwachting eind april 2024 – waarna
(na inwerkingtreding van eventuele benodigde juridische grondslagen) het feitelijk
organisatorisch ingericht kan worden.
Verbeteren informatieverwerving, informatiedeling en informatiehuishouding
Ten behoeve van een betere informatiepositie hebben stelselpartners al verbetertrajecten
ingezet, zoals in eerdere voortgangsbrieven beschreven. Door betrokken partijen wordt
ingezet op een stevige interne informatiehuishouding. Komende periode wordt ook onderzocht
wat de huidige mogelijkheden en knelpunten zijn in de informatieverwerving en -deling
en worden waar nodig de noodzakelijke aanpassingen van wetgeving geïnventariseerd.
Eventuele juridische belemmeringen die er zijn om informatie te delen en/of te gebruiken
voor een dreigingsanalyse worden, waar mogelijk, hiermee weggenomen. Voor de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten zal de Wiv 2017 leidend blijven.
Hiermee wordt ook invulling gegeven aan de moties Michon-Derksen/Palland (onderzoek
naar wettelijke beperkingen voor delen relevante informatie voor dreigingsanalyses)5 en Bisschop (in wettelijk kader borgen dat er geen belemmeringen zijn in het delen
van informatie tussen opsporings- en beveiligingsdiensten)6.
Ontwerp en inrichting adviesfunctie bij NCTV
Dit project is gericht op het doorontwikkelen van de huidige adviesfunctie bij de
NCTV, die in het nieuwe stelsel een andere rol krijgt. Hierbij wordt onder andere
gekeken naar de verhouding met de (advies)rollen van andere partners. Het doel is
om op basis van geïntegreerde dreigingsbeelden adviezen te geven over maatregelen.
Het project zal naar verwachting derde kwartaal 2024 voltooid zijn.
Opstellen van kader rechten en plichten
Er worden kaders ontwikkeld waarin beschreven staat wat verwacht mag worden van een
te beveiligen persoon, wat verwacht mag worden van een werkgever en wat verwacht mag
worden van de overheid. Dit moet helderheid en houvast bieden voor de te beveiligen
persoon, de functionarissen in het stelsel en overige betrokkenen. Het project zal
naar verwachting medio 2024 afgerond worden.
Overname van Te Beveiligen Personen
Dit traject is al in gang gezet en is gericht op een succesvolle en geleidelijke overname
van de te beveiligen personen door de NCTV, met behoud van de kwaliteit en integriteit
van de beveiliging. Nu al worden complexe casussen gefaseerd overgenomen door de NCTV.
De overdracht van de resterende casussen zal plaatsvinden nadat capaciteit en expertise
ten behoeve van het centrale gezag bij de NCTV is ingericht, wat naar verwachting
eind 2024 zal zijn.
Wijzigen van het wettelijk kader
Een aantal veranderingen die vanwege de transitie noodzakelijk zijn, moeten in een
wettelijk kader geborgd worden. Het transitieproject is mede gericht op het uitwerken
van (aanpassingen van) een wettelijk kader voor het stelsel beveiligen van personen.
Dat betekent dat de transitie pas volledig kan worden afgerond als het daarvoor noodzakelijke
wettelijk kader in werking is getreden.
BIJLAGE: VOORTGANG ACTIVITEITEN TRANSITIE EN LOPENDE VERSTERKINGEN
Overdracht van Te Beveiligen Personen
De in het huidige wettelijke kader bestaande mogelijkheid voor de Minister om personen
– al dan niet tijdelijk – aan te wijzen en op te nemen in het rijksdomein is in de
nieuwe circulaire nogmaals geëxpliciteerd. Vooruitlopend op de wetswijziging en de
formele inrichting van het nieuwe stelsel, kan en wordt derhalve al op die manier
gewerkt.
Uw Kamer had gevraagd om op hoofdlijnen geïnformeerd te worden over de fasering van
de overname van het gezag over de beveiliging door de politie van te beveiligen personen
van de (hoofd)officier van justitie door de NCTV. In de afgelopen periode is inmiddels
een significant aantal casussen – in overleg tussen het OM en de NCTV – overgedragen.
De NCTV kijkt vanuit zijn adviesrol in voorkomende gevallen gevraagd en ongevraagd
mee met de casussen die zich nu nog in het huidige decentrale domein bevinden.
In de resterende maanden van 2023 kan het gezag over de beveiliging door de politie
in complexe casuïstiek (vanwege de verschillende rollen van de (hoofd)officier van
justitie ten aanzien van de te beveiligen persoon, verbondenheid aan strafzaken, gevoeligheid
vanwege het profiel van de te beveiligen persoon en de uniciteit van de zaak) over
worden genomen van de (hoofd)officier van justitie door de NCTV. Dit geldt ook voor
eventuele gezinsleden van deze personen indien op basis van dreigingsinformatie blijkt
dat er ook sprake is van ernstige dreiging gericht op de fysieke integriteit van de
persoon. De overdracht van de resterende casussen zal plaatsvinden nadat de capaciteit
en expertise ten behoeve van het centrale gezag – namens de Minister van Justitie
en Veiligheid – bij de NCTV is ingericht. Hierbij is een randvoorwaarde dat de NCTV
beschikt over voldoende capaciteit om invulling te geven aan deze gezagrol en daarmee
de kwaliteit van de beveiliging behouden blijft. Deze capaciteit wordt uitgebreid,
de werving wordt zeer binnenkort ter hand genomen. Vanaf 2024 kunnen de personen die
onder de afbakening van het nieuwe stelsel beveiligen van personen vallen worden overgenomen.
Afbakening van het nieuwe stelsel
In de kabinetsreactie van 31 maart jl. is op hoofdlijnen de afbakening van het nieuwe
stelsel geschetst en is aangekondigd dat het nader uitgewerkt gaat worden. De afbakening
wordt thans verfijnd, zodat er duidelijkheid is over welke personen, objecten en diensten
onder het nieuwe stelsel vallen en hoe dit aansluit op de verantwoordelijkheden van
het lokale gezag en getuigenbescherming. Dit project is randvoorwaardelijk voor veel
andere transitieprojecten en wordt derhalve met prioriteit opgepakt. In een reeks
van expertsessies worden afbakeningsvraagstukken en casuïstiek doorgenomen, om tot
een heldere en werkbare afbakening te komen. Verwachte oplevering is eind november
2023.
Afbakening met kroongetuigenregeling
In mijn brief omtrent de Italiaanse aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit
heb ik u geïnformeerd over de verbreding van en de verbetering van de kroongetuigenregeling.
Ik heb uw Kamer toegezegd in het najaar opnieuw over de voortgang van deze verbetering
te informeren, waarbij onder andere de verdere uitwerking van het wettelijk kader
van getuigenbescherming zal worden toegelicht.
Ontwikkelen van een methodiek voor geïntegreerde dreigingsbeelden
Eén van de geprioriteerde projecten binnen de transitie is het ontwikkelen van een
methodiek voor geïntegreerde dreigingsbeelden die door de nog in te richten dreigingsanalysefunctie
worden opgesteld. In deze geïntegreerde dreigingsbeelden wordt vanuit breed perspectief
relevante informatie betrokken, waaronder ook fenomeenkennis, contextinformatie en
eventuele signalen vanuit de te beveiligen persoon en diens omgeving. Deze informatie
wordt integraal gewogen om tot een zo goed mogelijk beeld van de dreiging tegen een
te beveiligen persoon te komen. Het gaat hierbij om zowel concrete als voorstelbare
dreiging. Zo kan het gezag een zo geïnformeerd mogelijke beslissing nemen over de
benodigde weerstand en daarmee de zwaarte van de beveiligingsmaatregelen.
Een essentieel onderdeel van de methodiek zijn de hypothesen en onderliggende indicatoren
waarmee ook op het oog onvoorstelbare scenario’s worden getoetst. Cruciale aannames
en blinde vlekken worden expliciet gemaakt. De geïntegreerde dreigingsbeelden worden
doorlopend geactualiseerd op basis van nieuwe informatie, onderworpen aan peer-review
en periodiek getoetst.
De methodiek wordt naar verwachting in oktober 2023 opgeleverd. Hiermee wordt een
belangrijke stap gezet in het verbeteren van het dreigingsbeeld. Vervolgens is het
zaak de methodiek in de praktijk toe te passen en waar nodig aan te scherpen.
Versterkingen capaciteit en middelen
De versterkingen en vernieuwingen vinden plaats terwijl de druk op de – per definitie
schaarse – capaciteit momenteel groot is. Er wordt veel gevraagd van alle stelselpartners
om dit te kunnen blijven organiseren. Zo moeten zij hun capaciteit vergroten, alternatieve
beveiligingsconcepten ontwikkelen en de coördinatie op de uitvoering van maatregelen
innoveren. De partners in het stelsel moeten zich zo organiseren dat ze steeds met
de beschikbare capaciteit flexibel kunnen omgaan met veranderingen in de dreiging,
waarbij de juiste kwaliteit op het juiste moment wordt ingezet. Dit brengt in de dagelijkse
praktijk complexe dilemma’s met zich mee en vraagt van de verantwoordelijke gezagen
geregeld pijnlijke keuzes. Bij deze keuzes blijft de veiligheid van de te beveiligen
personen onverkort het uitgangspunt.
In de afgelopen jaren is veel geïnvesteerd om de druk op de capaciteit te verlichten.
Hierover is uw Kamer geïnformeerd. Een recente uitbreiding is de inrichting van twee
nieuwe organisatieonderdelen bij enerzijds de KMar en anderzijds bij de politie. Zoals
eerder gemeld, is de KMar gestart met de inrichting van een contingent persoonsbeveiliging
binnenland bij ernstige dreiging. Inmiddels zijn er twee opleidingen afgerond en is
er capaciteit toegevoegd aan het stelsel. De derde opleiding is gestart.
Bij de politie wordt vanaf 2024 een segment persoonsbegeleiding ingericht. Dit betreft
een bestendiging van de huidige werkwijze zoals die door de Bewakingseenheid wordt
uitgevoerd. De tijdelijk ingezette opschalingscapaciteit van de Bewakingseenheid kan
daardoor weer terug naar de regionale eenheden. De eerder beschikbaar gestelde financiële
middelen voor de komende jaren zijn voor personeel, opleiding, huisvesting en logistiek.
Ook wordt er meer invulling aan publiek-private samenwerking gegeven.
In de nieuwe circulaire bewaken en beveiligen is dit geëxpliciteerd en wordt toegelicht
hoe gebruik gemaakt kan worden van publiek-private samenwerking. Bij de inzet van
private partijen in het kader van bewaken en beveiligen kan gedacht worden aan het
overnemen van of ondersteunen bij taken zoals cameratoezicht of het vervoeren van
te beveiligen personen. Een belangrijk uitgangspunt is dat het geweldsmonopolie bij
de overheid ligt en blijft. Een gedetailleerder of uitgebreider overzicht van mogelijke
inzet door private partijen kan niet worden gegeven, omdat dit teveel inzicht biedt
in operationele beveiligingsconcepten. Dat zou de veiligheid van te beveiligen personen
als ook de beveiligingsfunctionarissen in het geding brengen.
Inzet van private beveiligingsbedrijven is een belangrijk instrument om de werkgeversverantwoordelijkheid
vorm te geven. Het stelsel kent een gelaagde verantwoordelijkheidsverdeling. Personen
zijn zelf verantwoordelijk voor hun veiligheid. Ze mogen daarbij rekenen op de organisaties
waar ze deel van uitmaken of voor werkzaam zijn. Bedrijven en instellingen dienen
maatregelen te treffen om te voorkomen dat de veiligheid van medewerkers in gevaar
komt als gevolg van hun werkzaamheden. De overheid kan dan aanvullende beveiligingsmaatregelen
treffen. Om de werkgeversverantwoordelijkheid in te vullen zijn kaders en handvatten
ontwikkeld, die op de website van de politie en NCTV zijn te vinden.
Ten slotte zijn in de Voorjaarsnota 2023 extra financiële middelen beschikbaar om
versterkingen verder vorm te geven; hetzij in capaciteit, hetzij in inhuur en/of technologie.
Flexibilisering inzet en het landelijk coördinatiecentrum bewaken en beveiligen
Op 28 juni jl. is het Landelijk Coördinatiecentrum Bewaken en Beveiligen gestart.
Op een fysieke locatie zitten politie, KMar en de NCTV bijeen om (zoveel mogelijk)
integraal sturing te geven aan de voorbereiding van beveiligingsopdrachten. Het Landelijk
Coördinatiecentrum start klein, primair met de opdracht om het te ontwikkelen en uit
te bouwen. Met een Landelijk Coördinatiecentrum, in combinatie met de – door de politie
en KMar gezamenlijk ontwikkelde – verschillende inzetconcepten en beveiligingspakketten,
wordt het mogelijk om in de nabije toekomst de beveiliging flexibeler vorm te geven,
waarbij de activiteiten van een te beveiligen persoon verspreid over de dag meer leidend
worden. Zonder daarbij afbreuk te doen aan het benodigde weerstandsniveau, de proportionaliteit
en situationele context. De werkwijze van flexibele inzet wordt ontwikkeld en parallel
daar waar mogelijk (in beperkte vorm) ook al in de praktijk toegepast en geëvalueerd.
Het Landelijk Coördinatiecentrum wordt in de komende periode verder uitgebouwd.
Innovatie in inzetconcepten en beveiligingspakketten
Vanuit de gelden in het kader van het Breed Offensief Tegen Ondermijnende Criminaliteit
zijn geoormerkte middelen beschikbaar gesteld voor het ontwikkelen van innovatieve
inzetconcepten met nieuwe technologieën. Het Kenniscentrum Bewaken en Beveiligen ontwikkelt
daarmee met een multidisciplinair team van de politie en KMar het zogenoemde Flexibel
Reactieconcept (FRC). Met de inzet van meerdere sensoren (zoals slimme camera’s, geluid-
en gedragsherkenning) kunnen tijdig verdachte handelingen geautomatiseerd worden opgemerkt.
In dat kader wordt ook gewerkt aan technologische mogelijkheden waardoor de te beveiligen
personen in direct contact kunnen staan met de overheid en zelf ook signalen en zorgen
kunnen melden. Door daarnaast op strategische plekken operationele eenheden te positioneren,
kan de juiste inzet op het juiste moment gepleegd worden.
De afgelopen 1,5 jaar is de technologie voor onderdelen van het concept ontwikkeld
en afzonderlijk getest. In het najaar zullen de verschillende onderdelen in samenhang,
als één werkend concept, worden getest op een fysieke testlocatie in de praktijk.
Na evaluatie wordt besloten of dit verder ontwikkeld en/of breed geïmplementeerd moet
worden.
Parallel aan de technische ontwikkeling, vindt eveneens een juridisch onderzoek plaats
naar de reikwijdte van bestaande grondslagen van elementen van het FRC. In welke situaties
en in welke mate mogen onderdelen van het concept nu ingezet worden?
De ontwikkelde technologieën en opgedane kennis en ervaringen worden ter beschikking
gesteld aan het netwerk, zodat de innovatiekracht breed gedeeld wordt. Technologie
en innovatie zijn belangrijke pijlers in de doorontwikkeling van het nieuwe stelsel.
Hiermee wordt invulling gegeven aan motie Michon-Derksen over het meenemen van innovaties
bij de hervorming van het stelsel bewaken en beveiligen7.
De te beveiligen persoon centraal: borging psychologische zorg in het stelsel
Zorg voor te beveiligen personen is een belangrijk fundament van het versterkingstraject;
er is daarom structureel aandacht voor de psychosociale zorg. Het ondergaan van een
beveiligingsregime heeft (forse) impact op iemands leven. Uit diverse onderzoeken
blijkt dat er grote behoefte is aan psychosociale ondersteuning.
In de werkprocessen wordt aandacht voor psychosociale zorg expliciet verankerd. Daarnaast
worden hulpmiddelen, instrumenten en informatiemateriaal ontwikkeld. Een voorbeeld
hiervan is de brochure «Bedreiging: de impact op kinderen» met tips en tools om hierover met hen te communiceren en te ondersteunen. Ook worden
op dit moment «eHealth-modules» ontwikkeld in relatie tot bedreiging en beveiliging
door het Instituut voor Psychotrauma (ARQ/IVP). Deze modules zijn bedoeld voor de
te beveiligen persoon zelf, zijn of haar naasten (emotioneel betrokkenen) en kind.
Bij de ontwikkeling worden de kennis en ervaringen van experts en (voormalig) te beveiligen
personen actief betrokken. Eind november 2023 worden de modules opgeleverd en getest.
Toezicht en monitor
Zoals in de kabinetsreactie van 31 maart is benadrukt, is een lerend stelsel cruciaal
om blijvend te kunnen inspelen op opkomende dreigingen en vraagstukken. Dit uitgangspunt
is in de nieuwe circulaire inmiddels verankerd. De focus op continue verbetering is
cruciaal en er moet een lerende cultuur in alle lagen van de betrokken organisaties
ingebed zijn. Daarnaast worden het toezicht op het nieuwe stelsel en de monitoring
op de kwaliteit op drie manieren vormgegeven:
1. De NCTV monitort vanuit de rol als stelselverantwoordelijke op de kwaliteit in het
stelsel om, indien nodig, bij te kunnen sturen. De NCTV ontwikkelt in dat kader een
evaluatiefunctie en stelselmonitor om structureel de werking en kwaliteit van het
stelsel te monitoren. Net als nu al het geval is, worden hierbij de ervaringen van
te beveiligen personen en professionals binnen het stelsel meegenomen;
2. De toezichthouder Inspectie Justitie en Veiligheid wil gaan toetsen op de wettelijke
taakuitvoering in het nieuwe stelsel beveiligen van personen. De Inspectie Justitie
en Veiligheid heeft al een wettelijke taak om toezicht te houden op de kwaliteit van
de taakuitvoering van de politie.8 De Inspectie Justitie en Veiligheid is inmiddels vanuit haar eigen onafhankelijke
positie gestart met een oriëntatie op hoe het toezicht op het stelsel kan worden vormgegeven
(binnen huidige kaders) en welke randvoorwaarden er nodig zijn om dat in het nieuwe
stelsel ook te kunnen invullen.
3. In het nieuwe stelsel beveiligen van personen wordt een onafhankelijk adviesorgaan
ingericht waarin onder meer wetenschappers, voormalig te beveiligen personen en oud-functionarissen
zitting nemen. Zij adviseren (gevraagd en ongevraagd) over de kwaliteit van het functioneren
van het stelsel en over strategische vraagstukken met het oog op de doorontwikkeling
van het stelsel. Ten aanzien van de bezetting van het adviesorgaan bevinden de gesprekken
met (mogelijke) leden zich in een volgende fase. Met de beoogde voorzitter vinden
gesprekken plaats over de nadere invulling van het adviesorgaan. Ik informeer uw Kamer
nader in een volgende voortgangsbrief.
Kennis en onderzoek
Door het kenniscentrum Bewaken en Beveiligen (hierna: KBB) wordt continue geïnvesteerd
in kwaliteit en kennis. Afgelopen voorjaar werd de eerste editie van het International
Surveillance and Protection Conference georganiseerd door het KBB. Een internationaal
gezelschap kwam bij elkaar om informatie, kennis en ervaring uit te wisselen over
bewaken en beveiligen met als aanleiding het onderzoek dat de Politieacademie heeft
uitgevoerd over bewaken en beveiligen in vier Europese landen en dat u eerder is toegezonden.
Deze bijeenkomst wordt gezien als de eerste stap in het opzetten van een internationaal
netwerk dat investeert in structurele internationale samenwerking en kennisuitwisseling
tussen gezagen, en hun uitvoeringsorganisaties en dat als aanvulling dient op reeds
bestaande netwerken van uitvoerende partijen zoals het European Network for Protection
of Public Figures (ENPPF).
Voor de zomer vond ook de eerste Leergang bewaken en Beveiligen plaats bij het Centre
for Professional Learning van de Universiteit Leiden. In deze leergang kunnen professionals
die werkzaam zijn binnen het stelsel hun vakkennis en kennis over andere stelselpartijen
verdiepen. De leergang zal de komende jaren opnieuw gegeven worden. De deelnemers
aan de verschillende Leergangen kunnen na afloop deelnemen aan Kenniskringen binnen
het vakgebied.
Op basis van de met experts en stakeholders samengestelde Strategische Onderzoeksagenda
Bewaken en Beveiligen (SOABB) wordt door de Universiteit Leiden aan zowel kortlopende
als langlopende wetenschappelijke onderzoeksprojecten gewerkt. Momenteel wordt er,
onder andere, gewerkt aan de ontwikkeling van een domeinspecifiek raamwerk en een
actualisering van de dreigingsontwikkeling voor personen. Ook brengt het onderzoeksproject
op periodieke basis de Verdieping uit. Dit informatieproduct brengt verdieping aan
op actuele gebeurtenissen en ontwikkelingen gerelateerd aan het stelsel Bewaken en
Beveiligen. Ten slotte adviseren leden van het onderzoeksproject bij de ontwikkeling
van een nieuwe methode voor de nieuwe dreigingsanalysefunctie Bewaken en Beveiligen
van de NCTV en zijn ze betrokken bij het maatschappelijke debat en leveren zij met
hun onderzoek een inhoudelijke bijdrage aan onderwijs en trainingen op het gebied
van Bewaken en Beveiligen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid