Brief regering : Beleidsreactie Rapport 'Hemelwater- en grijswatergebruik in het gebouw. Mogelijke verplichting in Bbl'
27 625 Waterbeleid
30 015
Bodembeleid
Nr. 658
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN INFRASTRUCTUUR
EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2023
Zoals toegezegd in de Kamerbrief van 28 juni jl.1 sturen wij, de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Infrastructuur
en Waterstaat, uw Kamer de beleidsreactie op het rapport «Hemelwater- en grijswatergebruik in het gebouw. Mogelijke verplichting in Bbl» 2, uitgevoerd door Witteveen+Bos.
Met het rapport wordt uitvoering gegeven aan de toezegging tijdens het tweeminutendebat
Klimaatakkoord gebouwde omgeving (CD d.d. 15/09/2022) (Handelingen II 2022/23, nr.
4, item 24)3 bij de behandeling van de door Van Esch en Bromet ingediende motie om de voor- en
nadelen van een mogelijke verplichting in het Bbl van hemelwater- en grijswatergebruik
in het gebouw bij nieuwbouw, in kaart te brengen. Ook wordt met deze brief uitvoering
gegeven aan de aangenomen motie van het Kamerlid Minhas (VVD) c.s.4, waarin werd verzocht te onderzoeken of bij de herziening van het Bouwbesluit maatregelen
genomen kunnen worden die leiden tot slimmer watergebruik.
In deze brief wordt eerst de aanleiding voor het rapport over hemelwater- en grijswatersystemen
en een mogelijke verplichting in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) geschetst.
Daarna worden de belangrijkste uitkomsten van het rapport geschetst. Vervolgens geven
wij onze beleidsreactie en gaan wij in op de verdere aanpak.
Aanleiding
De droge zomers van de afgelopen jaren leidden tot brede (media)aandacht en agendering
van de toekomstige beschikbaarheid van drinkwater. De verwachting is dat de drinkwatervraag
in Nederland door bevolkingsgroei en economische groei in 2030 groter zal zijn dan
in 2020 (102 miljoen m3 meer)5. Hierbinnen zal naar verwachting, bij onveranderd beleid, ook het drinkwaterverbruik
per hoofd van de bevolking toenemen6. In prognoses neemt het drinkwatergebruik verder toe tussen de 6 en 23% in 20407. Door klimaatverandering is er daarnaast naar verwachting meer drinkwater nodig (hete
zomers) maar is er minder beschikbaar (droogte). In provincies zoals Gelderland, Overijssel,
Groningen en het westelijk deel van Zuid-Holland zijn er gebieden waar nu al niet
genoeg reserves direct beschikbaar zijn. In andere gebieden zijn binnen enkele jaren
extra bronnen nodig om aan de vraag te kunnen voldoen. Door de afname van natuurlijke
beschikbaarheid, de druk op de ruimte, bodem en ondergrond en de druk op de waterkwaliteit
wordt het steeds moeilijker voldoende schone drinkwaterbronnen te vinden.
In 2020 waren huishoudens verantwoordelijk voor 74% van het totale drinkwatergebruik
in Nederland. Het gemiddeld verbruik is ongeveer 128 liter per persoon per dag (lpppd).
Daarom ligt een groot deel van het drinkwaterbesparingspotentieel ook bij huishoudens.
In de «Nationale aanpak Klimaatadaptatie gebouwde omgeving» is het verminderen van de vraag naar drinkwater in de gebouwde omgeving een van de
ambities8 en in de Kamerbrief «Water en Bodem sturend» is de ambitie geformuleerd om toe te werken naar een drinkwatergebruik van 100 liter
per hoofd van de bevolking per dag in 2035 en het laagwaardig gebruik van drinkwater
te beperken. Voor grootverbruikers gaat het om een reductie van 20% van het drinkwaterverbruik9. Daartoe wordt gezamenlijk gewerkt aan een nationaal plan van aanpak drinkwaterbesparing,
dat eind van dit jaar moet worden besproken in het Bestuurlijk Overleg Water10.
Door verschillende partijen wordt gepleit om drinkwaterbesparing voor nieuwbouw te
borgen in de bouwregelgeving. De woningbouwopgave van 981.000 nieuwe woningen tot
2030 wordt gezien als een kans tot het aanbrengen van drinkwater besparende maatregelen
bij de bouw. Vlaanderen wordt daarbij als voorbeeld genoemd. Sinds 2014 is in Vlaanderen
regenwateropvang bij nieuwbouw verplicht om wateroverlast tegen te gaan. In oktober
van dit jaar wordt daar ook het hergebruik van het opgevangen regenwater verplicht
gesteld.
Uitkomsten rapport
In het rapport zijn de voor- en nadelen van een mogelijke verplichting in de bouwregelgeving
op het gebied van techniek, volksgezondheid, milieu, kosten en wet- en regelgeving
op een rij gezet. Ook is de omvang van het probleem geschetst en de verwachte bijdrage
aan drinkwaterbesparing geschat. Daarbij is gebruik gemaakt van beschikbare onderzoeken
en literatuur. Het rapport is tot stand gekomen met inbreng van een brede groep stakeholders11.
In het rapport zijn vier beschikbare individuele systemen voor drinkwaterbesparing
nader beschouwd: één type hemelwatersysteem, te weten een tank van 5 m3 met een eenvoudig groffilter en drie typen grijswatersystemen, te weten een recirculatiedouche,
een Moving BioBed Reactor en een Membraan BioReactor.
De belangrijkste uitkomsten dan wel overwegingen die uit het rapport volgen zijn:
Omvang probleem
Landelijk wordt ongeveer 1.300 miljoen m3 water onttrokken voor productie van drinkwater: 60% hiervan komt uit grondwater en
40% uit oppervlaktewater. Voor beide typen bronnen is besparing gewenst. In warme
en droge maanden is het drinkwatergebruik hoger dan in nattere maanden, vooral vanwege
het sproeien van tuinen. Dit verschil is gemiddeld 6%, maar in droge periodes kan
de toename bijna 20% per maand zijn. Er zijn nu al niet genoeg drinkwaterreserves,
waardoor problemen kunnen ontstaan bij onverwacht grote piekvragen, nog buiten een
toekomstige stijging van de drinkwatervraag.
Drinkwaterbesparing
De beschouwde hemel- en grijswatersystemen leveren een drinkwaterbesparing op van
30 tot 48 lpppd per systeem. Eén systeem zou voldoen aan het doel om het drinkwatergebruik
per persoon te verminderen naar 100 liter per dag. Dit geldt alleen voor bewoners
van nieuwbouwwoningen waar een hemel- of grijswatersysteem is aangelegd en niet voor
reeds bestaande woningen.
Kosten van de hemelwater- en grijswatersystemen
Ook blijkt uit het rapport dat de kosten voor de aanschaf en aanleg van hemelwater-
en grijswatersystemen systemen circa € 4.000 tot € 7.000 per systeem bedragen. De
gebruikskosten zijn ongeveer gelijk aan de huidige drinkwaterprijs, de integrale kosten
per m3 (inclusief onderhoud en afschrijving) liggen hoger dan de prijs die een consument
nu betaalt voor drinkwater.
Gezondheidsrisico’s
Het rapport gaat uitgebreid in op de mogelijke gezondheidsrisico’s van hemelwater-
en grijswatersystemen. De risico’s verschillen per systeem en kunnen ook nog afhankelijk
zijn van de gekozen toepassingen binnen dat systeem. De beschikbare onderzoeken zijn
niet eenduidig over de mate van de risico’s die worden geïntroduceerd bij het verplichtstellen
van hemelwater- en/of grijswatergebruik in woningen. Om een gewogen risicoafweging
te kunnen maken wordt aanbevolen hier nader onderzoek naar te doen.
Effecten op de Milieuprestatie Gebouwen (MPG)
In het rapport is ook het effect op de milieuprestatie van gebouwen (MPG) overwogen.
Bij het verplichten van hemel- of grijswatersystemen zal er een opwaarts effect op
de MPG zijn. Extra bouwmateriaalgebruik, inclusief leidingen, reservoir en installaties,
voor hemelwater- en grijswatersystemen leiden tot een hogere milieubelasting.
Huidige regelgeving en normering
Het Bbl stelt landelijk uniforme regels aan de opvang en afvoer van hemelwater en
afvoer van huishoudelijk afvalwater. Daarnaast gelden regels voor de voorziening voor
drinkwater of warmwater. Op basis van vrijwilligheid mogen hemelwater- en grijswatersystemen
wel worden toegepast, mits voldaan wordt aan het Bbl (NEN 1006) en het Drinkwaterbesluit
en de Drinkwaterregeling. De drinkwaterregelgeving stelt regels aan collectieve installaties.
Hiervoor geldt dat regenwater/huishoudwater alleen gebruikt mag worden om de wc door
te spoelen. Aan individuele systemen worden geen eisen gesteld. Bij een mogelijke
aanpassing van het Bbl ligt het voor de hand om rekening te houden met de eisen uit
het Drinkwaterbesluit en de Drinkwaterregeling en te bezien of aangewezen normen aanpassing
behoeven.
Beleidsreactie
Zorgen voor voldoende drinkwater in de toekomst is in zijn algemeenheid een uitermate
belangrijke opgave. Uit het rapport volgt dat er drinkwaterbesparingen mogelijk zijn
bij toepassing van de beschouwde hemelwater- en grijswatersystemen in gebouwen. Daartegenover
staat dat met deze besparingen wel kosten gemoeid zijn bij de bouw van nieuwe woningen
en voor de toekomstige bewoners hiervan. Ook zijn er nog onzekerheden als het gaat
om het gezond en veilig kunnen toepassen van deze systemen voor waterbesparing. Dit
verschilt ook nog per systeem. Er wordt vervolgonderzoek aanbevolen naar de gezondheidsrisico’s.
Verder zijn er negatieve effecten op de milieuprestatie van nieuwe woningen te verwachten.
Zoals aangekondigd in de brieven van 23 december 2022 en 4 oktober 202312 is juist het voornemen de MPG aan te scherpen, om de milieubelasting in de nieuwbouw
te verlagen. Daarnaast moet beter in kaart worden gebracht hoe een mogelijke verplichting
in het Bbl zich verhoudt tot andere maatregelen op het gebied van drinkwaterbesparing.
Hierbij moeten ook de kosten van (extra) drinkwaterbereiding in ogenschouw worden
genomen. Het Ministerie van IenW werkt aan twee beleidssporen en wij zullen samen
een aantal vervolgstappen zetten naar aanleiding van het rapport. Alles overziend
wordt nu niet overgegaan tot het opnemen van een verplichting voor het gebruik van
hemelwater- en grijswatersystemen in het Bbl.
De beleidssporen van IenW staan hieronder kort toegelicht en daarna worden de vervolgstappen
beschreven.
De vraag naar drinkwater verkleinen
Het kabinet heeft de ambitie geformuleerd om 20% drinkwater te besparen per 2035.
In het najaar van 2023 wordt met de sector een nationaal plan van aanpak drinkwaterbesparing
opgesteld waarin afspraken worden gemaakt over de verschillende type maatregelen en
instrumenten. Naar schatting kan communicatie en bewustwording leiden tot een besparing
van 1 tot 10% op de geraamde toekomstige vraag naar drinkwater?13. Inzet van maatregelen op het vlak van stimuleren of/en of reguleren zijn dus noodzakelijk
om de besparingsdoelstelling te behalen.
Het aanbod van drinkwater vergroten
Het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023–203014 heeft als doel om samen met betrokken partijen de opgave van ongeveer 102 miljoen
m3 extra winningscapaciteit te realiseren en de waterbeschikbaarheid voor drinkwaterlevering
tussen 2023 en 2030 te waarborgen. Hierin wordt ook in kaart gebracht wat de regionale
en seizoensspreiding van de drinkwaterproblematiek is en waar en wanneer de toekomstige
tekorten zich het meest kunnen doen gelden. Daarnaast zal er een onderzoek komen naar
beschikbare alternatieve bronnen om na 2030 te voldoen aan onze drinkwaterbehoefte.
Vervolgstappen
Voor het vervolg zullen wij de volgende punten verder onderzoeken, zodat uiteindelijk
een gedegen onderbouwde afweging gemaakt kan worden:
– een nader onderzoek van de gezondheidsrisico’s en mogelijke beheersmaatregelen, zoals
ook is aanbevolen door Witteveen+Bos;
– een nauwkeurige berekening van de integrale milieukosten van een nieuwe verplichting
middels een Levenscyclusanalyse-methode (LCA). De milieukosten van installaties, pompen,
de benodigde operationele energie, leidingen, filters en afvoer en dergelijke worden
daarmee duidelijk;
– een nadere uitwerking van de kosten en baten van individuele mogelijke systemen. Hierbij
moeten ook de kosten van (extra) drinkwaterbereiding in ogenschouw worden genomen.
Indien de terugverdienmogelijkheid ontbreekt, moet worden nagedacht of en hoe eigenaren
van nieuwbouwwoningen kunnen worden gecompenseerd;
– de alternatieve oplossingen om vraag en aanbod van drinkwater in evenwicht te houden,
zoals de aanbodkant vergroten maar ook het drinkwaterbesparingspotentieel, op verschillende
schaalniveaus van de drinkwaterketen. Hierbij worden ook andere mogelijke maatregelen
die leiden tot slimmer watergebruik op gebouwniveau meegenomen. Per alternatieve oplossing
dienen de gezondheidsrisico’s, (milieu)kosten en baten in beeld te worden gebracht.
Op het moment dat een of meerdere vervolgstappen gereed zijn zal uw Kamer daarover
worden geïnformeerd, richting de zomer wordt u geïnformeerd over de voortgang. Indien
de uitkomsten zodanig zijn dat besloten wordt tot aanpassing van de regelgeving, bezien
wij uiteraard samen met uw Kamer en onze collega’s hoe en waar dit het beste kan worden
geregeld.
Tot slot
We staan als land voor grote transitieopgaven. Wonen in een goed, duurzaam en betaalbaar
huis is een eerste levensbehoefte. Het veilig stellen van voldoende drinkwater in
de toekomst gaat hiermee hand in hand.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat