Brief regering : Conclusies juridische analyse mogelijkheden vervolgstappen tegen KLM naar aanleiding van gebrekkige naleving steunpakket
29 232 Air France – KLM
Nr. 63
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2023
In zijn vijfde rapportage heeft de staatsagent vastgesteld dat KLM over de gehele
looptijd van het steunpakket niet alle voorwaarden van het steunpakket heeft nageleefd1. Het kabinet heeft naar aanleiding daarvan de juridische haalbaarheid van eventuele
vervolgstappen laten onderzoeken door twee externe juridisch adviseurs, waaronder
de landsadvocaat. Uit de analyses komt naar voren dat een juridische procedure, mede
op basis van de wijze waarop in 2020 de afspraken geformuleerd zijn in de overeenkomst
tussen de staat en KLM (de Framework Agreement), geen reële kans van slagen heeft.
Op basis van deze onderzoeken ziet het kabinet daarom af van juridische vervolgstappen
tegen KLM. Dit besluit licht ik hieronder toe. Daarnaast informeer ik u in deze brief
over de opzet van de evaluatie van het steunpakket en wat de inzet van het kabinet
is in het regulier overleg met KLM in de hoedanigheid van de staat als aandeelhouder
en beleidsmaker.
Steunvoorwaarden en conclusie staatsagent over naleving
Het steunpakket vereiste dat KLM de beheersbare kosten2 structureel met tenminste 15% verlaagde. In 2021 en 2022 voldeed KLM aan de vereiste
kostenreductie, maar de maatregelen hadden geen structureel karakter. In 2023 schoot
de besparing volgens de staatsagent met € 250 miljoen tekort, vanaf 2025 zou dit oplopen
tot € 475 miljoen structureel. Daarnaast vereiste het steunpakket een arbeidsvoorwaardelijke
bijdrage. De bijdrage van piloten en hoger betaald cabine- en grondmedewerkers is
in 2022 ver achtergebleven bij de gestelde voorwaarden. Tevens was de toekenning en
uitkering van de winstdeling over 2022 volgens de staatsagent strijdig met de steunvoorwaarden.
Tot slot vereiste het steunpakket een inzet op het voorkomen van belastingontwijking.
Hierover concludeerde de staatsagent dat KLM de facilitering van mogelijke belastingontwijking
door buiten Nederland woonachtige werknemers niet heeft beëindigd.
Bij het opstellen van de steunvoorwaarden heeft het kabinet, mede gezien het eigenstandige
belang dat de onderneming had om aan de voorwaarden te voldoen, gekozen om naleving te borgen via een herstructureringsplan, de aanstelling
van de staatsagent, zijn rol en positionering binnen de onderneming, zijn openbare
rapportages en de gesprekken van beide ministeries met de onderneming. Gedurende de
eerste jaren werkte dit model goed.
Dat de naleving van een aantal van de voorwaarden minder goed verliep, bleek medio
2022. In februari 2023 werd vervolgens uit de vierde rapportage van de staatsagent duidelijk dat KLM geen verbetering liet zien bij een deel
van de voorwaarden. KLM heeft per brief op een aantal punten uit de rapportage gereageerd.
Het kabinet heeft toen bij KLM aangedrongen om vaart te maken met het vinden van private
financieringsbronnen, zodat KLM het steunpakket kon beëindigen. Op dat moment had
KLM de leningen al terugbetaald. Het kabinet is kritische gesprekken met de onderneming
blijven voeren. Dit werd destijds door het kabinet als het meest geschikte middel
gezien om KLM direct te bewegen tot meer naleving. Bovendien had KLM ook eigenstandig
een belang om resultaat te boeken op het belangrijkste langetermijndoel van de steunvoorwaarden,
namelijk de versterking van de concurrentiepositie door middel van de structurele
kostenbesparingen.
Onderzochte juridische mogelijkheden
De externe juridisch adviseurs hebben iedere mogelijke (juridische) stap, die de staat
kan nemen in verband met niet-nakoming van een deel van de voorwaarden, bekeken. Voor
de goede orde merk ik op dat de door de staatsagent benoemde juridische handhavingsmogelijkheden,
zoals benoemd in zijn laatste rapport, in de analyses van de juridisch adviseurs zijn
meegenomen. Deze opties zijn onder te verdelen in vier sporen, namelijk civielrechtelijke
opties, procedures gericht op bewijsvergaring, ondernemingsrechtelijke opties en een
categorie overig. De conclusie van beide adviseurs is dat er geen opties zijn met
een reële slagingskans. Bijlage 1 bevat een overzicht van de onderzochte mogelijkheden
waarvan de slagingskans bij voorbaat nihil is of waarvoor geen grondslag is. Hieronder
zal ik wat uitgebreider ingaan op de twee overige opties waarbij de slagingskans laag
tot zeer laag is. Deze opties brengen echter bepaalde nadelen met zich mee zonder
dat daar materiële voordelen voor de staat tegenover staan. De twee resterende opties
zijn:
• een verklaring voor recht dat KLM is tekortgeschoten in de naleving van voorwaarden
verbonden aan het steunpakket; en
• een vordering tot nakoming van de aan het steunpakket gestelde voorwaarden.
De resultaten van een succesvol beroep op deze vorderingen zijn beperkt. Een verklaring
voor recht levert slechts de vaststelling op dat KLM (een deel van) de voorwaarden
niet heeft nageleefd. Een vordering tot nakoming betekent dat gevorderd wordt dat
KLM alsnog de voorwaarden dient na te leven. Deze naleving zou dan zijn gebaseerd
op verplichtingen van KLM uit hoofde van het steunpakket in de periode tot de beëindiging
daarvan op 17 april 2023.
In eerste plaats is de vraag of, gegeven de contractuele afspraken, de staat een recht heeft om na beëindiging van het steunpakket nakoming van de afspraken te vorderen.
De landsadvocaat geeft aan dat met enige creativiteit een vorderingsrecht kan worden
aangenomen, maar dat de kans van slagen daarvan in een juridische procedure klein
is. Reden daarvoor is in hoofdzaak dat in de Framework Agreement is overeengekomen
dat na beëindiging van de lening en de garantie, partijen geen rechten en verplichtingen
meer hebben voortvloeiend uit de voorwaarden. De andere juridisch adviseur vindt het
verdedigbaar dat de staat nog steeds rechten heeft jegens KLM ten aanzien van de periode
vóór aflossing van de staatssteun.
Voor de toewijzing van de vordering van een verklaring van recht en een vordering tot nakoming is (cumulatief)
het volgende vereist:
1. Tekortkoming in de nakoming van de aan het steunpakket gestelde voorwaarden; en
2. De staat heeft een recht en voldoende belang bij een verklaring voor recht dan wel
nakoming; en
3. Er zijn geen onvoorziene omstandigheden waar KLM succesvol een beroep kan doen; en
4. Voor de vordering tot nakoming is van belang dat nakoming nog mogelijk moet zijn.
1. Tekortkoming
Voor het instellen van een vordering is het allereerst van belang dat KLM tekort is
geschoten in de naleving van een of meer van de voorwaarden. De adviseurs zien hier
op basis van de rapportages van de staatsagent en de reactie van KLM daarop voldoende
aanknopingspunten voor. De staat dient in een juridische procedure te bewijzen dat
KLM de voorwaarden niet heeft nageleefd. De rapportages van de staatsagent zullen
daarbij van belang zijn, maar zullen door de staat zelfstandig onderbouwd moeten worden.
De landsadvocaat wijst er verder op dat in de Framework Agreement is bepaald dat bij
de uitleg van de overeenkomst veel waarde toekomt aan de exacte tekst van de Framework
Agreement. Achterliggende doelen van de verschillende voorwaarden die niet zijn opgenomen
in de Framework Agreement, zoals de structurele gezondmaking van het bedrijf, zijn
daarbij minder van belang. Er zal in een procedure opnieuw een beoordeling plaatsvinden
of de voorwaarden als geformuleerd in de Framework Agreement daadwerkelijk niet zijn
nageleefd. Vanzelfsprekend heeft KLM de mogelijkheid om zich hiertegen te verweren.
2. Recht op naleving en belang
Onderdeel van de Framework Agreement is de afspraak dat de voorwaarden die aan het steunpakket verbonden zijn, komen te vervallen als de lening en
garantie terugbetaald worden. De terugbetaling van de lening wordt gezien als hoofdverplichting
van de overeenkomst. Bij het vervallen van de hoofdverplichting, en daarmee «automatisch»
ook de aanvullende voorwaarden, is mogelijk ook de mogelijkheid vervallen om een beroep
te doen op de naleving van de aanvullende voorwaarden voor de periode tot het moment
van de terugbetaling van het steunpakket. Dat staat aan het instellen van een vordering
tot nakoming in de weg, althans daarmee ontbreekt het de staat aan voldoende belang
om een dergelijke vordering alsnog in te stellen.
3. Onvoorziene omstandigheden
Het is aannemelijk, mede op basis van de reactie van KLM op de vierde en vijfde rapportage
van de staatsagent, dat KLM zich bij haar verweer rondom de (niet-)nakoming van de
steunvoorwaarden zal beroepen op onvoorziene omstandigheden. Hierbij moet gedacht
worden aan de veranderende economische omstandigheden en krapte op de arbeidsmarkt.
Ook heeft KLM gesteld dat zij op grond van een juridische uitspraak gehouden was om
een variabele beloning uit te keren aan het bestuur en topmanagement.
De juridische inschatting is dat er niet snel een beroep van KLM op onvoorziene omstandigheden
zal worden gehonoreerd. Dat komt mede omdat het er op lijkt dat de zogenaamde onvoorziene
omstandigheden verdisconteerd zijn in de Framework Agreement, bijvoorbeeld omdat de
overeenkomst tijdens crisistijd is aangegaan. Ook geldt er een hoge drempel voor een
geslaagd beroep op onvoorziene omstandigheden voor contracten die tussen professionele
partijen zijn gesloten.
4. Nakoming mogelijk en zinvol
De externe juridisch adviseurs geven aan dat KLM verschillende steekhoudende argumenten
kan aanvoeren tegen een eventuele nakomingsvordering van de staat. Onder meer dat
nakoming van bepaalde voorwaarden blijvend onmogelijk is. Dit geldt voor de voorwaarden
die zien op de arbeidsvoorwaardelijke bijdrage. Het gaat hier immers om een beloning
die reeds is uitbetaald aan medewerkers van KLM. Een van de adviseurs wijst er op
dat als het gaat om de kostenreductie, dit enkel betrekking kan hebben op de zeer
korte periode 1 januari tot 17 april 2023.3 Eventuele nakoming daarvan zou dus weinig opleveren. De landsadvocaat ziet enige
ruimte om te betogen dat de kostenreductiemaatregelen een structureler karakter moesten
hebben en nakoming van die voorwaarde wellicht nog mogelijk is, maar acht de kans
van slagen vanwege de tekst van de Framework Agreement klein. Dit brengt de adviseurs
tot de conclusie dat enkel wat betreft de steunvoorwaarde van het beëindigen van het
door KLM faciliteren van belastingontwijking kan worden aangenomen dat nakoming niet
op voorhand onmogelijk is, maar ook daarvoor geldt naar inschatting van de juridisch
adviseurs dat dit een geringe kans van slagen heeft.
Proces
Een vordering dient op grond van de Framework Agreement te worden ingesteld bij een
scheidsgerecht in Brussel geadministreerd door de International Chamber of Commerce
(ICC). De arbitrage dient vooraf gegaan te worden door een mediationprocedure ook
bij de ICC. Een mediation- en arbitrageprocedure kost veel geld en heeft een lange
doorlooptijd. Omdat in de Framework Agreement voor de ICC is gekozen als geschilbeslechter,
is het aannemelijk dat de Nederlandse rechter zich onbevoegd zal verklaren, indien
een procedure bij de Nederlandse rechter wordt aangespannen.
Conclusie
Uit beide juridische analyses komt naar voren dat de kans van slagen van een vordering
tot een verklaring van recht en/of vordering tot nakoming een lage dan wel zeer lage
kans van slagen heeft. Ten eerste omdat het twijfelachtig is of de staat nog een vorderingsrecht
heeft. Daarnaast is het de vraag of in een procedure de conclusies van de staatsagent
door een scheidsgerecht worden overgenomen en gedeeld; er zal volledig getoetst worden
of er sprake is van een tekortkoming. Het is verder allerminst zeker dat geoordeeld
wordt dat de staat nog een belang heeft bij een vordering. Bovendien lijkt nakoming
van de meeste voorwaarden niet meer mogelijk. Hoewel een beroep van KLM op onvoorziene
omstandigheden naar verwachting niet zal slagen, draagt een beroep daarop niet bij
aan de slagingskans van een vordering. De conclusie is dat de kans op toekenning van
een vordering klein is, wat een vordering tot nakoming betreft eventueel alleen zou
kunnen zien op het stoppen met faciliteren van belastingontwijking. Daarnaast kost
een mediation- en arbitrageprocedure veel geld en is er sprake van een lange doorlooptijd.
Conclusie kabinet
Op basis van bovenstaande afwegingen komt het kabinet tot de conclusie dat een juridische
procedure geen reële kans van slagen heeft en daarmee niet haalbaar en realistisch
is. Een vordering om de voorwaarden alsnog na te leven is de enige optie waarmee KLM
tot enige actie kan worden gedwongen, maar de kleine kans van slagen op slechts één
onderdeel van de voorwaarden (het stoppen met faciliteren van belastingontwijking)
en de beperkte impact die een voor de staat positieve uitspraak met zich mee zou brengen,
vindt het kabinet niet opwegen tegen de tijd en kosten die met een juridische procedure
gemoeid zijn. Het kabinet ziet daarom af van het nemen van juridische vervolgstappen
tegen KLM. Deze conclusie valt zwaar en is onbevredigend. Temeer omdat uit de rapportages
van de staatsagent naar voren is gekomen dat KLM een deel van de voorwaarden niet
heeft nageleefd. Het kabinet wil hier dan ook lessen uit trekken om dit scenario bij
toekomstige steunverlening te voorkomen. Het niet nakomen van de afspraken met de
staat heeft ontegenzeggelijk afbreuk gedaan aan de maatschappelijke positie van KLM
en draagt niet bij aan draagvlak voor het verstrekken van steun aan individuele bedrijven
in de toekomst. De voor het kabinet belangrijke onderwerpen, zoals kostenreductie
en beëindigen facilitering van belastingontwijking zullen onderwerp van gesprek blijven
met KLM.
Vervolg
Evaluatie steunpakket
Zoals aangekondigd in de brief bij de vijfde rapportage van de staatsagent zal het
steunpakket KLM worden geëvalueerd. In het commissiedebat staatsdeelnemingen van 1 juni
2023 (Kamerstuk 28 165, nr. 398) heb ik toegezegd de onderzoeksvraag van de evaluatie met uw Kamer te delen. De evaluatie
ziet toe op de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het steunpakket aan KLM. De
centrale onderzoeksvraag luidt: «In hoeverre was het steunpakket effectief en efficiënt
en welke lessen zijn er te trekken voor toekomstige (vergelijkbare) steunpakketten?»
De volgende onderdelen zullen worden geëvalueerd:
• De vormgeving van het steunpakket: hierbij zal worden nagegaan hoe het steunpakket tot stand kwam, inclusief de financiële
structuur, verstrekte garanties en lening en in welke mate de gestelde doelen zijn
behaald.
• De monitoring van het steunpakket: hierbij wordt bekeken op welke manier toezicht werd gehouden op het steunpakket
en in hoeverre dit een passende manier was om toezicht te houden op de naleving van
het steunpakket.
• De naleving van de voorwaarden uit het steunpakket: hierbij wordt een analyse gemaakt van de mate waarin de begunstigde partij heeft
voldaan aan de voorwaarden en verplichtingen zoals vastgelegd in het steunpakket.
Daarbij wordt gekeken naar in hoeverre er voorwaarden niet zijn nageleefd en wat daarvan
de oorzaken zijn. Voor deze analyse zal onder meer gebruik gemaakt worden van de rapportages
van de staatsagent.
• De handhaving van de voorwaarden uit het steunpakket: hierbij zal worden onderzocht in welke mate handhavingsmaatregelen effectief konden
worden ingezet om te waarborgen dat de voorwaarden van het steunpakket konden worden
nageleefd. Voor deze analyse zal gebruik worden gemaakt van de uitkomsten uit de juridische
analyse die in deze brief met u zijn gedeeld.
Op basis van bovenstaande analyse worden succespunten en knelpunten geïdentificeerd
en geconcludeerd of het steunpakket doelmatig en doeltreffend was. Daarnaast wordt
gekeken naar lessen voor toekomstige (vergelijkbare) steunpakketten. Op welke manier
kunnen mogelijk geïdentificeerde knelpunten worden geadresseerd en hoe zou een toekomstig
steunpakket vormgegeven zijn waarbij ook naleving, monitoring en handhaving voldoende
geborgd zijn?
Bij het behandelen van de hierboven genoemde onderdelen zal de evaluatie tevens ingaan
op de twee ingediende moties van de heer Ephraim en de heer Romke de Jong:
• De motie van de heer Ephraim4 vraagt om een internationale vergelijking en een vergelijking met andere steunpakketten.
In de evaluatie wordt een analyse gedaan van vergelijkbare steunpakketten aan vliegmaatschappijen
in Europees verband.
• De motie van de heer Romke de Jong5 vraagt om een uitwerking van een plan – een draaiboek – om zodoende de kans dat de
staat in de toekomst steun moet verlenen wordt geminimaliseerd. In de evaluatie zal
een aantal aanbevelingen worden gedaan, die ingaan op de vraag hoe een eventueel toekomstig
steunpakket eruit zou kunnen zien indien zich een soortgelijke situatie zou voordoen.
• Bij de evaluatie wordt een externe adviseur betrokken om daarmee een onafhankelijke
en externe toetsing van het steunpakket te borgen. Ook worden in de evaluatie de aanbevelingen
van de staatsagent, die reeds met u zijn gedeeld bij de aanbieding van zijn vijfde
rapportage, betrokken. Het streven is om de uitkomst van de evaluatie in de eerste
helft van 2024 met uw Kamer te delen.
Regulier overleg met KLM
Kostenbesparingen
Net als met andere staatsdeelnemingen, wordt regulier overleg met Air France-KLM en
KLM gevoerd. Een belangrijk langetermijndoel van de steunvoorwaarden was de versterking
van de concurrentiepositie van KLM door middel van de structurele kostenbesparingen.
KLM ziet dit zelf ook als een belangrijk aandachtspunt. In de gesprekken die met hen
gevoerd zijn, geeft KLM aan dat zij streeft naar een structurele margeverbetering
met een focus op kostenbesparing van 700 miljoen euro met als doel een operationele
marge te realiseren van 8 tot 10%. Dit maakt onderdeel uit van het meerjarenplan tot
en met 2026.Deze doelstelling zal ik centraal stellen in de periodieke gesprekken
die ik als aandeelhouder voer met Air France-KLM en KLM.
Beëindigen regeling gratis woon-werkverkeer internationaal en activiteiten Guernsey
Een steunvoorwaarde was het beëindigen van het faciliteren van mogelijke belastingontwijking.
KLM geeft aan dat zij nog steeds voornemens is te regelen dat personeel woonachtig
in het buitenland een vergoeding gaat betalen voor woon-werkverkeer. Daarnaast zal
KLM, op verzoek van het kabinet, zijn verzekeringsactiviteiten op Guernsey voor het
einde van 2024 beëindigen. De aanwezigheid van dergelijke activiteiten in een laagbelastend
land (Guernsey) vindt het kabinet namelijk niet passend bij een bedrijf dat steun
heeft ontvangen.
Luchtvaart gerelateerde voorwaarden
Tevens zal ik samen met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in gesprek blijven
met KLM over leefbaarheid en duurzaamheid. In algemene zin heeft de staatsagent geconcludeerd
dat KLM op de luchtvaart gerelateerde voorwaarden goede inzet heeft geleverd en het
kabinet onderschrijft deze conclusie. De luchtvaartinhoudelijke voorwaarden zijn verankerd
in de Luchtvaartnota 2020–2050 of worden komende tijd vastgelegd in wet- en regelgeving.
KLM is via deze weg aan deze luchtvaartinhoudelijke voorwaarden gehouden en wij blijven
het gesprek met KLM hierover voeren.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
BIJLAGE 1 – ONDERZOCHTE MOGELIJKHEDEN WAARVAN DE SLAGINGSKANS BIJ VOORBAAT NIHIL
IS OF WAARVOOR GEEN GRONDSLAG IS
Optie
Toelichting
Inschatting
Onderbouwing
Civielrechtelijk
Schadevergoeding op grond van wanprestatie
Het vorderen van geleden schade als gevolg van de niet-nakoming van de contractuele
afspraken
Slagingskans nihil.
De staat heeft geen schade geleden1.
Schadevergoeding op grond van ongerechtvaardigde verrijking
Het vorderen van geleden schade als gevolg van «verarmen» van de staat
Slagingskans nihil.
De staat heeft geen schade geleden en is niet verarmd. Aanvullend lijkt deze optie
op grond van de Framework Agreement2 contractueel uitgesloten te zijn.
Ontbinding Framework Agreement
Het eenzijdig ontbinden van de overeenkomst vanwege niet-nakoming van de afspraken
Geen grondslag.
De mogelijkheid tot ontbinding van de Framework Agreement is contractueel uitgesloten
om te voorkomen dat partijen zich eenzijdig zouden kunnen onttrekken aan de afspraken.
Vernietiging Framework Agreement
Het herstellen van de situatie in die van voor de overeenkomst
Slagingskans nihil.
Vernietiging op grond van dwaling is uitgesloten. Vernietiging wegens andere gronden
niet, maar vernietiging is niet in het belang van de staat. Een succesvolle vordering
leidt ertoe dat de verrichte prestaties onder de Framework Agreement ook te niet worden
gedaan, zoals de (terugbetaling) van de lening. Daarnaast is de drempel voor een beroep
op vernietiging zeer hoog.
Ondernemingsrechtelijk
Schorsing/ontslag bestuurders en/of commissarissen
Een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders tot schorsing/ontslag van
bestuurders en commissarissen
Slagingskans nihil.
De staat heeft slechts 5,9% van de aandelen van KLM. Dit betekent dat voor schorsing
en/of ontslag andere aandeelhouders nodig zijn om de meerderheid te halen. De kans
dat deze andere aandeelhouders in zullen stemmen is nihil.
Aansprakelijkstelling (voormalig) bestuurders en commissarissen wegens niet nakoming
voorwaarden
Het persoonlijk aansprakelijk stellen van bestuurders en commissarissen van KLM op
grond van onrechtmatige daad
Slagingskans nihil.
De drempel voor het persoonlijk aansprakelijk stellen van een (voormalig) bestuurder
of commissaris is erg hoog. Daarnaast heeft de staat geen schade heeft geleden.
Aansprakelijkstelling (voormalige) bestuurders en commissarissen wegens gebrekkige
verslaglegging
Het persoonlijk aansprakelijk stellen van (voormalige) bestuurders en commissarissen
van KLM in verband met een misleidende jaarrekening
Slagingskans nihil.
Het staat niet vast dat de jaarrekening van KLM misleidend is. De controlerend accountant
heeft de jaarrekening goedgekeurd. Daarnaast is de drempel voor het persoonlijk aansprakelijk
stellen van een (voormalig) bestuurder of commissaris erg hoog. Ook heeft de staat
heeft geen schade geleden door de (vermeende) onjuiste jaarrekening.
Weigeren decharge
Het bestuur niet vrijwaren van aansprakelijkheid voor het door hen gevoerde beleid
in een boekjaar
Slagingskans nihil.
De staat heeft de mogelijkheid om als aandeelhouder tegen dechargeverlening aan het
bestuur te stemmen. Echter is voor daadwerkelijke weigering een meerderheid nodig
van de aandeelhouders. De kans dat voldoende andere aandeelhouders ook tegen decharge
zullen stemmen is nihil.
Overig
Staatssteunrecht
Geen grondslag.
De staatsagent heeft in zijn vijfde rapportage gehint op verwevenheid van de voorwaarden
van het steunpakket met het goedkeuringsbesluit van de Europese Commissie. De landsadvocaat
heeft geconcludeerd dat de voorwaarden van het steunpakket geen onderdeel waren van
het goedkeuringsbesluit.
Uitstel regeling belastingafdracht
Intrekken verleende betalingsregeling Belastingdienst voor coronaschulden
Geen grondslag.
De conclusie van de Belastingdienst, welke wordt onderschreven door de landsadvocaat,
is dat het niet mogelijk is om de uitstelregeling in te zetten op de grond dat een
belastingschuldige (in casu KLM) zijn contractuele verplichtingen jegens een ander
onderdeel van de staat, niet zijnde de Belastingdienst, niet is nagekomen.
NOW
Terugbetalen van (deel van) door KLM van toegekende NOW.
Geen grondslag.
De NOW biedt geen grondslag om (een deel van) de door KLM ontvangen NOW terug te vorderen
vanwege niet naleving van de contractuele voorwaarden van het steunpakket.
X Noot
1
Om voor schadevergoeding in aanmerking te komen is het noodzakelijk dat er vermogensschade
(verlies of gederfde winst) is geleden door de staat als gevolg van het niet nakomen
van de afspraken door KLM. Dat is niet het geval. De lening met rente is door KLM
terugbetaald en de garantie is beëindigd.
X Noot
2
In de Framework Agreement zijn de afspraken vastgelegd tussen de staat, KLM en AFKL
over onder meer de voorwaarden van het steunpakket, de bevoegdheden van de staatsagent,
etc.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën