Brief regering : Reactie op verzoek commissie over het onderwerp kapitaallasten met een uitsplitsing naar de Cure en de Care
29 248 Invoering Diagnose Behandeling Combinaties (DBCs)
Nr. 340
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2023
Op 8 juni 2023 heeft de vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
verzocht om een brief over het onderwerp kapitaallasten met een uitsplitsing naar
de Cure en de Care. In deze brief treft u mijn reactie aan.
Uw commissie heeft geconstateerd dat in mijn brief van 16 maart 20231 voornamelijk wordt ingegaan op de (kapitaallasten)systematiek als zodanig en niet
op de huidige stand van zaken en de bijbehorende cijfers. In die brief heb ik aangegeven
dat de normatieve huisvestingscomponent (nhc) onderdeel uitmaakt van de integrale
vergoeding voor een zorgzwaartepakket. Vanuit deze integrale vergoeding is het aan
zorgaanbieders om te komen tot een effectief meerjarig vastgoedbeleid.
U heeft aangegeven aanvullend graag inzicht te krijgen in het aandeel van de middelen
dat wordt uitgegeven aan huisvesting en inzicht in financiële cijfers van de Nederlandse
zorg. Daarbij heeft u gevraagd naar een uitsplitsing tussen Cure en Care.
De stand van zaken van de Nederlandse zorginstellingen
Sinds 2006 doet het CBS op mijn verzoek jaarlijks onderzoek naar de financiële cijfers
van de Nederlandse zorginstellingen. Het CBS gebruikt voor dat onderzoek de jaarrekeningen
van instellingen.
In deze brief staat een overzicht van de laatst bekende cijfers. Daarbij is een onderscheid
gemaakt tussen de Care en de Cure. Aan de hand van drie kengetallen wordt inzicht
gegeven in de financiële cijfers: het resultaat (EBT), het weerstandsvermogen en de
solvabiliteit. Daarnaast is een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de rente
die instellingen over hun langlopende leningen betalen en van de bedragen die door
instellingen worden besteed aan kapitaallasten.
De gepresenteerde cijfers bieden een terugblik op 2021 en eerdere jaren. Voor de Care
geldt dat sinds kort ook voorlopige CBS-cijfers over 20222 beschikbaar zijn. De solvabiliteit en weerstandvermogen zijn in de Care redelijk
stabiel in vergelijking met voorgaande jaren. Het voorlopige resultaat in 2022 in
de Care is wel lager dan in voorgaande jaren. Daarnaast heb ik besloten om een tweetal
tariefkortingen in de Wlz voor het jaar 2024 te schrappen.
De effecten van de verlaging van de nhc-vergoeding in 2024 in de Wlz vormen een element
van die samenloop van omstandigheden. De NZa onderzoekt komend jaar de systematiek
van de nhc-berekening in samenspraak met zorgaanbieders.
1. Care
Care: Financiële cijfers aan de hand van drie kengetallen
Het kengetal resultaat gewone bedrijfsvoering (EBT) geeft aan hoe groot het resultaat
voor belasting is ten opzichte van de bedrijfsopbrengsten. Zorginstellingen hebben
traditioneel een relatief lage winstmarge, omdat het publiek gefinancierde instellingen
betreft, die veelal een non-profit doelstelling hebben.
Care: Het resultaat van de gewone bedrijfsvoering (Bron: CBS)
Het merendeel van de instellingen behaalt een positief resultaat. Het gemiddelde is
tamelijk stabiel over de tijd. Wel is in de grafiek duidelijk dat er een spreiding
is van de uitkomsten. De voorlopige cijfers over 2022 geven aan dat het resultaat
is gedaald van 2,4% in 2021 naar 0,9% in 2022. Het gemiddelde voorlopige resultaat
van 0,9% in 2022 is kwetsbaar; het betekent dat instellingen bij tegenvallers al snel
in de rode cijfers kunnen belanden.
Care: Het weerstandsvermogen
Het kengetal weerstandsvermogen geeft het vermogen van een organisatie weer om eventuele
calamiteiten financieel op te kunnen vangen.
Het weerstandsvermogen wordt berekend door het eigen vermogen te delen door de bedrijfsopbrengsten.
Care: weerstandsvermogen (Bron: CBS)
Het gemiddelde weerstandsvermogen is tamelijk stabiel over de tijd. Ook in deze grafiek
is zichtbaar dat er sprake is van spreiding tussen de instellingen. Het WfZ (Waarborgfonds
voor de Zorgsector) geeft als indicatie voor het aanvragen van een geborgde lening
dat 20 à 25% weerstandvermogen voldoende is.
Care: solvabiliteit
Het kengetal solvabiliteit geeft aan in welke mate een onderneming op een bepaald
moment in staat is om aan de totale verplichtingen te voldoen. De solvabiliteit wordt
berekend door het eigen vermogen te delen door het balanstotaal.
Care: solvabiliteit (Bron: CBS)
De gemiddelde solvabiliteit is tamelijk stabiel over de tijd en gemiddeld genomen
goed. Ook hier is een spreiding zichtbaar; dus dat het gemiddelde goed is, betekent
niet dat de solvabiliteit van iedere instelling goed is.
Care: ontwikkeling langlopende rente care
In de hiernavolgende tabel is zichtbaar dat de kosten die Wlz-instellingen betalen
over hun langlopende rentes in de loop der tijd zijn gedaald.
Care: rente langlopende leningen (Bron: CBS)
De hoogte van de rentecomponent die in de nhc per 2012 werd gebruikt was 5,0%. Deze
normvergoeding was voor het (eigen of vreemd) vermogen dat werd ingezet voor de huisvesting.
Uiteraard kunnen instellingen ook huren.
In 2016 is deze verlaagd naar 4,65%. Ongeveer eens in de vijf jaar worden de nhc tarieven
herijkt door de NZa, waarbij wordt gekeken naar het langjarige gemiddelde (20 jaar)
wat instellingen betalen aan rente voor hun langlopende leningen. Op grond van deze
ontwikkeling is de NZa voornemens deze rente bij te stellen naar 4,03% in de beleidsregel
tarieven voor 2024 en verder.
Overigens zijn de rentes in korte tijd snel gestegen door de spanningen in de wereld.
De cijfers die hier gebruikt worden zijn een terugblik op 2021 en eerder. Indien een
zorgaanbieder of woningcorporatie een nieuwe geborgde lening wil sluiten, betaalt
deze voor een lening van 5 tot 30 jaar 3,2% tot 3,4% (30 augustus 2023, Bron: OHV
Capital Markers Daily new.
2. Cure (excl. GGZ-Zvw)
Cure: Financiële cijfers aan de hand van drie kengetallen
Het kengetal resultaat gewone bedrijfsvoering (EBT) geeft aan hoe groot het resultaat
voor belasting is ten opzichte van de bedrijfsopbrengsten. Zorginstellingen hebben
traditioneel een relatief lage winstmarge.
Cure: Het resultaat van de gewone bedrijfsvoering (Bron: CBS)
Opvallend is de spreiding ook bij de cure uiteen loopt, maar wel afneemt naarmate
de jaren verstrijken. Het merendeel van de instellingen behaalt een positief resultaat.
Cure: Het weerstandsvermogen
Het kengetal weerstandsvermogen geeft het vermogen van een organisatie weer om eventuele
calamiteiten financieel op te kunnen vangen. Het weerstandsvermogen wordt berekend
door het eigen vermogen te delen door de bedrijfsopbrengsten.
Cure: Weerstandsvermogen (Bron: CBS)
Het weerstandsvermogen is in de cure in de afgelopen jaren verbeterd.
Cure: solvabiliteit
Het kengetal solvabiliteit geeft aan in welke mate een onderneming op een bepaald
moment in staat is om aan de totale verplichtingen te voldoen. De solvabiliteit wordt
berekend door het eigen vermogen te delen door het balanstotaal.
Grafiek: Solvabiliteit
Cure: Solvabiliteit (Bron: CBS)
De solvabiliteit is in de afgelopen jaren verbeterd.
3. Care & Cure: de uitgaven voor de kapitaallasten
Voor de uitgaven voor kapitaallasten, wordt een onderscheid in de kosten van afschrijvingen
op de panden, de huur die instellingen betalen en de financiële lasten voortvloeiend
uit leningen. Hieronder staan over de jaren 2019–2021 de bedragen.
Kapitaallasten zorgconcerns in € x mln.
Afschrijvingen
Huur
Financiële lasten1
Subtotaal
Overige bedrijfslasten
Totale bedrijfslasten
2019
ZKH
1.762
162
389
2.313
27.737
30.050
GGZ
228
185
61
474
5.702
6.176
GHZ
448
406
81
935
9.539
10.474
VVT
787
647
193
1.627
17.859
19.486
Totaal
3.225
1.400
724
5.349
60.837
66.186
2020
ZKH
1.778
169
369
2.316
29.377
31.693
GGZ
225
190
48
463
6.132
6.595
GHZ
467
424
79
970
10.284
11.254
VVT
807
660
181
1.648
19.716
21.364
Totaal
3.277
1.443
677
5.397
65.509
70.906
2021
ZKH
1.803
169
335
2.307
30.359
32.666
GGZ
228
194
46
468
6.329
6.797
GHZ
472
437
79
988
10.475
11.463
VVT
824
676
172
1.672
20.250
21.922
Totaal
3.327
1.476
632
5.435
67.413
72.848
Bron: CBS
X Noot
1
Financiële lasten – Rentelasten, de kosten van leningen, het verlies op deelnemingen.
Het aandeel van de uitgaven aan kapitaallasten in de Care in 2021 varieert per sector
van 6,9% tot 8,6% ten opzichte van de totale bedrijfslasten. Het aandeel van de uitgaven
aan kapitaallasten in de Cure is gedaald van 7,7% in 2019 naar 7,1% in 2021.
Kapitaallasten zorgconcerns in%
2019
Afschrijvingen
Huur
Financiële lasten1
Subtotaal
Overige bedrijfslasten
Totale bedrijfslasten
2019
ZKH
5,9
0,5
1,3
7,7
92,3
100
GGZ
3,7
3,0
1,0
7,7
92,3
100
GHZ
4,3
3,9
0,8
8,9
91,1
100
VVT
4,0
3,3
1,0
8,4
91,7
100
Totaal
4,9
2,1
1,1
8,1
91,9
100
2020
ZKH
5,6
0,5
1,2
7,3
92,7
100
GGZ
3,4
2,9
0,7
7,0
93,0
100
GHZ
4,2
3,8
0,7
8,6
91,4
100
VVT
3,8
3,1
0,9
7,7
92,3
100
Totaal
4,6
2,0
1,0
7,6
92,4
100
2021
ZKH
5,5
0,5
1,0
7,1
92,9
100
GGZ
3,4
2,9
0,7
6,9
93,1
100
GHZ
4,1
3,8
0,7
8,6
91,4
100
VVT
3,8
3,1
0,8
7,6
92,4
100
Totaal
4,6
2,0
0,9
7,5
92,5
100
Bron: CBS
X Noot
1
Financiële lasten – Rentelasten, de kosten van leningen, het verlies op deelnemingen.
Uitgaven kapitaallasten Care 2017–2021
Uitgaven kapitaallasten Care 2017–2021 (Bron: CBS)
De uitgaven aan kapitaallasten zijn tamelijk stabiel in de afgelopen jaren.
Uitgaven kapitaallasten Cure 2017–2021
Uitgaven kapitaallasten Cure 2017–2021 (Bron: CBS)
Het grootste deel van de kapitaallasten van ziekenhuizen is afkomstig van afschrijvingen.
In vergelijking met de care is minder vaak sprake van huur.
Tot slot
In deze brief zijn financiële gegevens gepresenteerd per sector. Gemiddeld genomen
zijn de cijfers over de afgelopen jaren tamelijk stabiel. Zorginstellingen hebben
historisch gezien een relatief lage winstmarge. Dat kan betekenen dat door samenloop
van omstandigheden positieve resultaten kunnen omslaan in negatieve resultaten. Uit
de overzichten blijkt dat er een forse spreiding is tussen instellingen. Dat een sector
gemiddeld genomen goede cijfers heeft, betekent niet dat individuele instellingen
niet in problemen kunnen komen.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport