Brief regering : Duurzaam Taxiën
31 936 Luchtvaartbeleid
30 196
Duurzame ontwikkeling en beleid
Nr. 1114
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 oktober 2023
In het Akkoord Duurzame Luchtvaart (2018) hebben de overheid en luchtvaartsector zich
gecommitteerd aan de ambitie om duurzaam taxiën in 2030 de standaardprocedure te laten
zijn op de Nederlandse luchthavens. Deze ambitie staat ook in de Luchtvaartnota 2020–2050.
Duurzaam taxiën draagt bij aan het behalen van de gestelde CO2-reductiedoelen voor de luchtvaart, aan het terugdringen van de stikstofuitstoot en
aan een schonere werkomgeving voor grondpersoneel. Om deze ambitie te realiseren is
samenwerking tussen luchthavens, Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), luchtvaartmaatschappijen
en grondafhandelaren van belang. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)
ondersteunt deze partijen om het duurzaam taxiën zo snel mogelijk in te voeren.
Met de motie Koerhuis/Boucke1 is de regering verzocht om LVNL prioriteit te laten geven aan de uitrol van elektrische
TaxiBots op Schiphol en een tijdpad naar de Kamer te sturen vóór de begrotingsbehandeling.
Deze brief informeert de Kamer in algemene zin over mogelijke toepassingen van duurzaam
taxiën en gaat vervolgens in op de inzet van LVNL en de planning voor de uitrol van
TaxiBots op Schiphol. Ook worden de afhankelijkheden en uitdagingen in het implementatieproces
toegelicht. De motie Koerhuis/Boucke wordt hiermee afgedaan.
Verduurzaming van het taxiën
Er zijn verschillende manieren om vermijdbare emissies van vliegtuigen – zoals CO2, stikstof en (ultra)fijnstof – tijdens grondbewegingen te verminderen. Het gebruik
van vliegtuigmotoren moet hiervoor zo veel mogelijk worden gereduceerd.
Een eerste manier is om tijdens het taxiën van vertrekkende en aankomende vliegtuigen
zo min mogelijk gebruik te maken van de vliegtuigmotoren. Deze vorm wordt op Schiphol
reeds als standaardprocedure voorgeschreven. Om de milieubelasting te verminderen,
moeten alle aankomende vliegtuigen na de landing zo veel mogelijk motoren uitschakelen
en naar de opstelplaats taxiën.
Vertrekkende vliegtuigen gebruiken bij het taxiën naar de baan ook zo min mogelijk
motoren. Piloten mogen alleen van deze regel afwijken als de procedure als een onveilige
operatie wordt beschouwd of als het de normale werking van het vliegtuig belemmert.
Een andere techniek om het taxiën tijdens de vertrekprocedure te verduurzamen, is
het aanpassen en optimaliseren van de push-back- en push-pullprocedure.
Hiermee wordt de afstand tussen het startende vliegtuig en de platformmedewerkers
vergroot, om werknemers te beschermen tegen blootstelling aan schadelijke stoffen.
Daarbij wordt de totale draaitijd van vliegtuigmotoren verminderd. Schiphol werkt
aan plannen om de optimalisatie van de push-back- en push-pullprocedure zo breed mogelijk toe te passen. Bij een aantal gates heeft LVNL die optimalisatie
al doorgevoerd.
Een derde manier is het inzetten van TaxiBots2 of vergelijkbare sleepvoertuigen. TaxiBots zijn sleepvoertuigen die in staat zijn
om vliegtuigen op relatief hoge snelheden van of naar start- en landingsbanen te slepen.
De vliegtuigmotoren hoeven dan voor een groot deel van het taxitraject niet te worden
gebruikt. De TaxiBots zelf worden – in de huidige vorm – aangedreven door een hybride
dieselelektrische aandrijflijn, die op Schiphol wordt voorzien van duurzame biodiesel.
Hiermee stoten deze sleepvoertuigen tijdens het taxiën aanzienlijk minder uit dan
vliegtuigmotoren. Na eerdere proeven met een TaxiBot in 2020, heeft Schiphol in 2022
twee van deze sleepvoertuigen aangeschaft.
Het vervolg van deze brief richt zich, conform eerdergenoemde motie, op de voortgang
van de operationele uitrol en verdere opschaling van deze TaxiBots of vergelijkbare
sleepvoertuigen op Schiphol.
De inzet van TaxiBots op Schiphol
Voor de operationele inzet van TaxiBots of vergelijkbare sleepvoertuigen is samenwerking
noodzakelijk tussen alle partijen die op het gronddomein actief zijn, waarbij LVNL
de rol heeft de TaxiBot op een veilige manier in de verkeersafhandeling in te kunnen
laten zetten. Gelet op het belang van duurzaam taxiën en conform de motie Koerhuis/Boucke,
heeft IenW LVNL verzocht om hier prioriteit aan te geven. Tijdens de gesprekken hierover
heeft LVNL aangegeven meer ontwikkelcapaciteit in te zetten ten behoeve van de TaxiBot.
Als eerste stap in het implementatieproces van TaxiBots richten LVNL, Schiphol, luchtvaartmaatschappijen
en afhandelaren zich op de baan met het hoogste emissiereductiepotentieel, namelijk
de Polderbaan. De Polderbaan is op Schiphol het verst verwijderd van de terminal.
De taxiafstanden zijn relatief lang en er kan veel vliegtuiguitstoot worden vermeden.
De benodigde infrastructurele aanpassingen voor een eerste operatie van en naar de
Polderbaan zijn inmiddels grotendeels gerealiseerd. De volgende paragraaf in deze
brief gaat verder in op de uitrol van TaxiBots naar de Polderbaan.
Schiphol onderzoekt nog samen met de sectorpartijen de mogelijkheden en effecten van
de inzet van TaxiBots of vergelijkbare sleepvoertuigen naar de andere banen. De uitrol
van TaxiBots op de Polderbaan zal de luchthaven belangrijke inzichten opleveren, onder
andere over de meest optimale scenario’s om op te schalen naar andere start- en landingsbanen
als stap twee in het implementatieproces. De implementatie van TaxiBots of vergelijkbare
sleepvoertuigen op de overige banen is naar verwachting een stuk complexer, onder
meer door de zeer beperkte ruimte voor het (ont)koppelen en het manoeuvreren van de
sleepvoertuigen. Zo moeten de dienstwegen breed genoeg zijn of over voldoende uitwijkhavens
beschikken. Ook zal de verkeerscirculatie op drukke knooppunten moeten worden herzien
en zijn er waarschijnlijk nieuwe (ont)koppellocaties nodig nabij de start- en landingsbaan.
Deze infrastructurele beperkingen kunnen er ook toe leiden dat de inzet van TaxiBots
op sommige banen op Schiphol niet mogelijk of wenselijk blijkt, en dat er naar andere
manieren van duurzaam taxiën moet worden gekeken.
IenW beschouwt duurzaam taxiën als beleidsprioriteit en vindt het belangrijk dat dit
zo snel mogelijk op de gehele luchthaven van Schiphol wordt geïmplementeerd. Schiphol
stelt in samenwerking met sectorpartijen een roadmap op om dit mogelijk te maken.
In deze roadmap worden alle start- en landingsbanen van de luchthaven opgenomen, waarbij
de inzet van TaxiBots één van de mogelijke manieren van duurzaam taxiën is. Schiphol
verwacht dat deze roadmap eind 2024 gereed zal zijn. IenW zal de Kamer hier in het
najaar van 2024 nader over informeren.
IenW blijft zich inzetten om de implementatie van duurzaam taxiën, zowel op de Polderbaan
als op de overige start- en landingsbanen, waar mogelijk te versnellen. Daarnaast
wordt er, conform de eerdergenoemde ambitie voor 2030, ook gekeken hoe duurzaam taxiën
als standaardprocedure op andere Nederlandse luchthavens wordt geïmplementeerd en
welke manieren daarvoor het meest geschikt zijn. De kennis die Schiphol tijdens het
implementatieproces opdoet kan hierbij van waarde zijn. IenW zal de Kamer eind 2024,
gelijktijdig met de volledige roadmap van Schiphol, informeren over de implementatie
van duurzaam taxiën op de andere luchthavens van nationale betekenis.
Roadmap voor de inzet van TaxiBots op de Polderbaan
Om het implementatieproces van de TaxiBots op de Polderbaan inzichtelijk te maken,
werkt de sector aan een roadmap (vooruitlopend op de roadmap voor alle banen). Schiphol
heeft hierbij een trekkersrol en heeft toegezegd om IenW later dit najaar de roadmap
voor de Polderbaan toe te sturen. Zodra deze is ontvangen, zal IenW de roadmap met
de Kamer delen. In de huidige conceptversie zijn de volgende hoofdlijnen en mijlpalen
opgenomen:
• De twee hybride TaxiBots waarover Schiphol beschikt, zullen volgens de planning in
2024 volledig operationeel zijn op de Polderbaan. De implementatie heeft betrekking
op in- en uitgaande vluchten van de vliegtuigtypen Airbus A320 en Boeing 737. De betrokken
luchtvaartmaatschappijen in dit stadium betreffen Corendon, Tui Fly, Transavia en
KLM.
• Schiphol verwacht het aantal TaxiBots in de jaren hierna stapsgewijs uit te breiden
en meer luchtvaartmaatschappijen bij het proces te betrekken. Het is nog niet bekend
hoeveel TaxiBots er nodig zijn voor de volledige implementatie op de Polderbaan.
• Parallel hieraan zetten partijen zich in voor de ontwikkeling van TaxiBots met een
emissievrije aandrijflijn en de ontwikkeling van TaxiBots voor inzet bij meer vliegtuigtypen,
zodat deze op termijn ook op de Polderbaan kunnen worden ingezet.
• De volledige operationele uitrol van duurzaam taxiën in de vorm van TaxiBots op de
Polderbaan, zal volgens de huidige planning in 2030 worden afgerond.
Afhankelijkheden en uitdagingen voor de uitrol van TaxiBots
Een aantal afhankelijkheden en uitdagingen zijn van invloed op de verdere ontwikkeling
en opschaling van TaxiBots op de luchthaven. Zo is het behoud van een veilige operatie
voorwaardelijk. Ook is het van belang om het effect op de capaciteit inzichtelijk
de maken. De eerder benoemde noodzaak van voldoende manoeuvreerruimte op dienstwegen
en het herzien van de verkeerscirculatie op drukke knooppunten zijn hier tevens voorbeelden
van. Bovendien is het van belang dat alle partijen – waaronder LVNL – de benodigde
capaciteit beschikbaar blijven stellen, ook voor de verdere uitrol van TaxiBots of
vergelijkbare sleepvoertuigen op Schiphol.
Daarnaast is de luchtvaartsector voor de opschaling van TaxiBots sterk afhankelijk
van de beschikbaarheid van (betaalbaar) materieel en de productiecapaciteit van de
fabrikant. Voor de huidige gecertificeerde TaxiBots bestaat er slechts één samenwerkingsverband
tussen twee partijen die deze sleeptoestellen kan produceren, namelijk Smart Airport
Systems (SAS) en Israel Aerospace Industries (IAI). Volledig emissievrije sleepvoertuigen
zijn bovendien nog niet op de markt.
Er zijn wereldwijd slechts een zeer beperkt aantal TaxiBots in bedrijf en er is beperkte
vraag en aanbod. Voor de ontwikkeling en productie van deze TaxiBots of vergelijkbare
sleepvoertuigen zijn significante investeringen nodig en is de fabrikant afhankelijk
van een solide vraag naar het product en een adequate en gegarandeerde afzetmarkt.
Dit vraagt ook om betrokkenheid van andere (vergelijkbare) luchthavens wereldwijd.
Het gebruik van TaxiBots kan bovendien alleen worden opgeschaald als luchtvaartmaatschappijen
over compatibele toestellen beschikken en deze ook daadwerkelijk inzetten voor hun
vluchten (van en naar de Polderbaan) op Schiphol. De huidige TaxiBots van SAS en IAI
zijn gecertificeerd voor de vliegtuigtypen Boeing 737 en Airbus A320. Voor opschaling
naar andere typen toestellen, waaronder widebody-vliegtuigen, is onderlinge samenwerking tussen de fabrikant(en) van TaxiBots en vliegtuigbouwers
noodzakelijk.
Daarnaast moeten piloten en sleeptoestelbestuurders worden opgeleid voor het gebruik
van de sleeptoestellen. Het hiervoor benodigde trainingsmateriaal wordt momenteel
(door)ontwikkeld.
Schiphol verwacht dat de huidige – en reeds geplande – elektrische laadinfrastructuur
niet voldoende zal zijn om de benodigde vloot TaxiBots of vergelijkbare (hybride)
sleepvoertuigen op te laden. Ook dit is een obstakel in het implementatieproces en
verdere opschaling van de inzet van TaxiBots op Schiphol.
Ondanks de afhankelijkheden en uitdagingen die de voortgang van het implementatieproces
van TaxiBots kunnen beïnvloeden, blijft IenW met de sectorpartijen in gesprek om dit
proces te ondersteunen en waar mogelijk te versnellen. Daar waar de inzet van TaxiBots
niet mogelijk of wenselijk blijkt, zet IenW in op andere manieren van duurzaam taxiën,
zoals het eenmotorig taxiën en de push-back en push-pullprocedure. Dat geldt zowel voor Schiphol als voor de andere luchthavens van nationale
betekenis.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat