Brief regering : Verslag van de extra ingelaste JBZ-Raad van 28 september 2023
32 317 JBZ-Raad
Nr. 853
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING EN DE
STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 oktober 2023
Hierbij bieden wij uw Kamer het verslag aan van de bijeenkomst van de extra ingelaste
Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) op 28 september 2023 in Brussel. De Minister
van Justitie en veiligheid en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hebben
deelgenomen aan deze JBZ-Raad. Bijgaand treft uw Kamer tevens de antwoorden op de
resterende vragen uit het schriftelijk overleg voorafgaand aan deze Raad zoals gesteld
op 25 september jl. (Kamerstuk 32 317, nr. 854) Tevens informeren wij u in deze brief over mensenrechten (toezegging lid Podt).
Tijdens deze extra ingelaste JBZ-Raad was er aandacht voor asiel- en migratie. Het
Voorzitterschap lichtte de voortgang toe op het asiel- en migratiepact. Ook gaf de
Commissie een toelichting op de stand van zaken van de implementatie van de partnerschap
met Tunesië en het tienpuntenplan van de Commissie. Tevens is er politieke overeenstemming
bereikt over de verlenging van de werking van de richtlijn tijdelijke bescherming.
Tijdens de lunch werd stilgestaan bij de samenwerking met Latijns-Amerika in de aanpak
van georganiseerde criminaliteit en drugshandel. Dit is een prioriteit van het Spaanse
voorzitterschap. De afspraken zijn vastgelegd in de zogeheten EU-CLASI verklaring.
Tenslotte kwam het onderwerp EU-veiligheidsdialoog met Oekraïne aan de orde. De Commissie
gaf een overzicht van de maatregelen getroffen door Oekraïne ter voorkoming van illegale
wapenhandel en -smokkel richting de EU.
Mensenrechten (toezegging aan het lid Podt)
Het kabinet verwijst graag naar de bespreking over de externe dimensie van migratie,
waar in het verslag van de Raad (zie bijlage) nader op wordt ingegaan. Enkele lidstaten,
waaronder Nederland, benadrukten gedurende deze tafelronde het belang van de waarborging
van fundamentele rechten als onderdeel van evenwichtige partnerschappen met derde
landen. En marge van de Raad sprak de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
met de uitvoerend directeur van Frontex, de heer Hans Leijtens. De Staatssecretaris
gaf daarbij aan van mening te zijn dat robuust buitengrensbeheer hand in hand dient
te gaan met de naleving van fundamentele rechten, en te hechten aan mensenrechtenmonitoring
aan de buitengrenzen van de EU door onder andere de onafhankelijk grondrechtenadviseur
van Frontex.
Hij verwelkomde de inzet van de uitvoerend directeur op dat vlak, de inspanningen
moeten worden voortgezet. Het kabinet zal deze ontwikkelingen nauwlettend blijven
volgen en hier aandacht voor vragen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg
Verslag van de extra ingelaste Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 28 september 2023
I. Binnenlandse Zaken
1. Asiel- en Migratiepact
Tijdens dit agendapunt deelde het Voorzitterschap de stand van zaken rondom de onderhandelingen
met het Europees Parlement over het Asiel- en Migratiepact. Het Voorzitterschap deelde
mee dat het Europees Parlement had besloten de politieke trilogen over de Screening-
en Eurodac-verordening te pauzeren totdat de Raad een algemene oriëntatie heeft bereikt
op de Crisis-verordening. Tijdens de Raad zelf bepleitten Lidstaten snelle afronding
van de onderhandelingen op de Crisis-verordening. Enkelen spraken uit compromisvoorstellen
niet te kunnen steunen, onder andere vanwege de gevolgde besluitvormingsprocedure.
Zij meenden dat consensus vereist is.
Het kabinet maakt graag van deze gelegenheid gebruik uw Kamer nader te informeren
over de ontwikkelingen op de Crisis-verordening die buiten de agenda van de Raad om
plaatsvonden. Kort voorafgaand aan de JBZ-Raad deelde het Voorzitterschap een nieuwe
compromistekst. Deze tekst werd ambtelijk en marge van de JBZ-raad besproken, maar
kon nog niet op de noodzakelijke steun van de lidstaten rekenen. Op 4 oktober jl.
agendeerde het Voorzitterschap daarom opnieuw een compromisvoorstel voor het Comité
van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper), waarin enkele kleine aanpassingen waren
aangebracht ten opzichte van het voorstel een kleine week eerder. Dit voorstel voor
een Raadspositie is met gekwalificeerde meerderheid aangenomen. Ook Nederland stemde
in. Enkele lidstaten stemden tegen, onder verwijzing naar hun eerder geuite bezwaren
over de besluitvormingsprocedure. Een klein groepje andere lidstaten onthield zich
om uiteenlopende redenen van stemming.
De aangenomen Raadspositie kent grote overeenkomsten met de tekst die reeds tijdens
Coreper van 25 juli jl. voorlag. Over de kabinetsinzet ten aanzien van dat eerdere
voorstel is uw Kamer geïnformeerd, laatstelijk in het verslag van het Schriftelijk
overleg met uw Kamer voorafgaand aan deze Raad. Een wijziging die het Voorzitterschap
aanbracht ten opzichte van dat voorstel ziet op het schrappen van het artikel dat
derogaties op opvangstandaarden in een situatie van crisis mogelijk maakt. Daarnaast
werden enkele definities aangescherpt. Het kabinet is van mening – zoals ook uiteengezet
in het BNC-fiche over de Crisis-verordening – dat EU-recht de mogelijkheid moet bieden
om in tijden van crises of overmacht verruimingen toe te passen voor de inrichting
van noodopvang en aanpassing van bestaande opvangvoorzieningen, waarbij deze voorzieningen
uiteraard wel moeten blijven voldoen aan de humanitaire basisstandaarden die voortvloeien
uit Internationale verdragen. Het kabinet beoordeelt echter dat de (herziene) Opvangrichtlijn
hiertoe ook ruimte biedt. Met betrekking tot de definitiebepalingen hecht het kabinet
er aan dat noodprocedures niet zomaar kunnen worden ingezet bij verhoogde instroom
aan de buitengrens. Aanscherping van de definities kan het kabinet daarom steunen.
Op basis van bovenstaande afwegingen, evenals de eerder geschetste kaders in onder
andere het BNC-fiche, kon het kabinet instemmen met de Raadspositie tijdens Coreper.
Daarbij is ook meegewogen dat het kabinet ten zeerste hecht aan voortgang op de onderhandelingen
op het Asiel- en Migratiepact.
2. Samenwerking met Latijns-Amerika in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit
en drugshandel
Tijdens de besloten lunchsessie werd gesproken over de implementatie van de EU-CLASI
verklaring. Tevens lag de nadruk op het versterken van interregionale samenwerking
en de methoden om deze beter te verankeren. Hierbij werd benadrukt dat periodieke
bijeenkomsten van regionale politie- en handhavingsdiensten een wezenlijk onderdeel
zullen vormen om de samenwerking te verankeren. De Latijns-Amerikaanse en Caribische
partners (LAC-partners) bevestigden hun vastberadenheid om zich in te zetten voor
de implementatie en uitbreiding van CLASI, met ondersteuning van het El PAcCTO1 programma.
CLASI vervult een cruciale operationele rol bij het vergemakkelijken van de aanpak
van georganiseerde criminaliteit. Er werd dringend een beroep gedaan op het komende
Voorzitterschap om de inspanningen in de strijd tegen ernstige georganiseerde criminaliteit
voort te zetten. Het Voorzitterschap rekent op actieve betrokkenheid van de Lidstaten
in dit essentiële proces.
Bovendien lichtte de Commissie toe dat er momenteel wordt gewerkt aan een concreet
actieplan ter bestrijding van drugssmokkel, in overeenstemming met de aankondiging
van Ursula von der Leyen in haar Staat van de Unie toespraak. De samenwerking met
de LAC-partners zal een integraal deel uitmaken van dit actieplan. Dit actieplan zal
voor de aanstaande JBZ-Raad in oktober beschikbaar zijn.
Daarnaast wordt er actief gewerkt aan de totstandkoming van een havenalliantie. Nauwere
samenwerking met betrekking tot havenkwesties is van cruciaal belang. Het probleem
van corruptie in de havens is wijdverspreid en moet gezamenlijk worden aangepakt.
3. Asiel en migratie: externe dimensies van migratie
Het Voorzitterschap opende de discussie door de situatie aan de Europese buitengrenzen
te schetsen. Het stelde een verdubbeling van het aantal irreguliere aankomsten waar
te nemen via de migratieroute over de centraal-Middellandse zee, maar ook de west-Middellandse
zeeroute en Atlantische zeeroute laten een verhoging zien. Het Italiaanse eiland Lampedusa
is een alarmerend voorbeeld van waarom er volgens het Voorzitterschap aanpassingen
aan het Europese migratiebeleid noodzakelijk zijn. Wat het Voorzitterschap betreft
zijn brede, gelijkwaardige en duurzame partnerschappen, daarom onmisbaar, al worden
deze vaak pas urgent in reactie op een toename van het aantal asielaanvragen, terwijl
extern migratiebeleid juist meer preventief en gericht op de lange-termijn moet worden
vorm gegeven. Het Voorzitterschap pleit daar dan ook voor in het verspreide discussiestuk,
evenals voor voldoende middelen. De Europese Commissie lichtte de inspanningen van
de afgelopen periode toe, waaronder recente bezoeken aan West-Afrika en de implementatie
van het tienpluntenplan van de Commissie.
Gedurende de tafelronde vroegen lidstaten aandacht voor de druk op alle migratieroutes
en steunden velen het voorstel voor een preventieve aanpak. Veel lidstaten spoorden
de Commissie aan werk te maken van de uitwerking van het Memorandum of Understanding
(MoU) met Tunesië. Enkele lidstaten bepleitten specifiek meer aandacht voor de Oost
Middellandse zeeroute. Anderen vroegen aandacht voor de toename van irreguliere grensoverschrijdingen
vanuit Belarus. Nederland kon de preventieve aanpak van het Voorzitterschap verwelkomen:
actie is nodig langs alle migratieroutes. Nederland is daarom voorstander van het
ontwikkelen van brede, duurzame en wederkerige partnerschappen op EU-niveau, waar
alle EU-lidstaten aan bijdragen. Het kabinet kon het tienpuntenplan van de Europese
Commissie verwelkomen en benadrukte dat enkele elementen snelle opvolging vereisen.
Dit betreft onder andere het steunen van Italië bij het snel verwerken van asielaanvragen
en terugkeer en het op korte termijn uitvoeren van alle pijlers van het Memorandum
of Understanding met Tunesië. De eerbiediging van de fundamentele rechten van migranten
en asielzoekers is daar een belangrijk onderdeel van.
4. Russische agressie tegen Oekraïne
a. Verlenging van de werking van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming
Het Voorzitterschap benadrukte het belang van de verlenging van tijdelijke bescherming
tot 4 maart 2025, vanwege de grote aantallen ontheemden in de Unie de nog altijd instabiele
situatie in Oekraïne die duurzame terugkeer verhindert en het belang van rechtszekerheid
voor ontheemden en lidstaten. Ook geeft de verlenging voldoende tijd om op Europees
niveau een strategie te bepalen voor verblijf en terugkeer van ontheemden na maart
2025. De overgrote meerderheid van de lidstaten, waaronder Nederland, kon instemmen
met de verlenging. Een enkele lidstaat meende dat het besluit later genomen zou moeten
worden, omdat meer discussie nodig is over financiële ondersteuning van lidstaten
die veel ontheemden opvangen. Vele lidstaten, waaronder Nederland, pleitten tevens
voor een spoedige discussie op Europees niveau over de vervolgstappen na maart 2025
en stelden daarbij voorstander te zijn van oplossingen op EU-niveau, om zo tot een
gecoördineerde aanpak te komen. De Commissie zei toe samen met de lidstaten aan de
slag te gaan om de opties voor een gecoördineerde aanpak op verblijf en terugkeer
na maart 2025 in kaart te brengen.
b. Interne veiligheid
Tijdens dit agendapunt stond de impact van de Russische agressie tegen Oekraïne op
de interne veiligheid centraal. Het Voorzitterschap onderstreepte de cruciale rol
van de veiligheidsdialoog voor de binnenlandse veiligheid en gaf een overzicht van
de huidige situatie.
De Commissie heeft nadrukkelijk gewezen op de aanzienlijke toename van het aantal
geregistreerde wapens in de regio sinds het aanvangen van het conflict. De Commissie
achtte het daarbij echter belangrijk op te merken dat de instroom van wapens uit Oekraïne
naar de Europese Unie tot op heden niet op grote schaal heeft plaatsgevonden.
Europol prees de succesvolle samenwerking en uitstekende informatie-uitwisseling met
Oekraïne. Bovendien benadrukte Europol de voortgang in de wetgevingsinitiatieven in
Oekraïne, zoals de oprichting van een wapenregister en een nationaal meldpunt voor
wapens, evenals mogelijke wijzigingen in de regelgeving met betrekking tot civiele
wapens, waarvoor momenteel een wetsontwerp wordt behandeld in het Oekraïense parlement.
Dit alles met als doel te waarborgen dat wapens het land niet verlaten.
Europol en de lidstaten blijven Oekraïne ondersteunen op diverse gebieden, waaronder
cybercriminaliteit, bestrijding van mensenhandel en vervolging van oorlogsmisdaden.
Tevens werkt Europol aan de oprichting van een Intelligence Hub om informatie over
wapens uit te wisselen tussen lidstaten.
Ten slotte benadrukte de EU-coördinator voor Terrorismebestrijding dat tijdens de
veiligheidsdialoog in maart de belangrijkste thema's wapens, grenzen en extremisme
waren. De inspanningen met betrekking tot wapens blijven intensief, waarbij coördinatie
plaatsvindt via het QUAD+EU-mechanisme, inclusief de VS en het VK, met betrokkenheid
van Oekraïne. In de komende fase van het veiligheidsdialoog zal de aandacht verschuiven
naar grensbewaking, aangezien dit van essentieel belang is voor alle aspecten van
interne veiligheid, zoals wapenbeheersing, de bestrijding van mensenhandel en de preventie
van extremisme. Oekraïne ontvangt ondersteuning bij de ontwikkeling van een strategie
voor grensbewaking, waarbij onder meer Frontex assistentie verleent.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming