Brief regering : Voortgang Nederlandse Cybersecurity Strategie
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 1072
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 oktober 2023
Een digitaal weerbare samenleving is essentieel voor een veilig en welvarend Nederland.
Digitale weerbaarheid is een prioriteit voor dit kabinet. De digitale dreiging is
onverminderd groot, de afhankelijkheid van digitalisering neemt toe en het organiseren
van digitale weerbaarheid binnen organisaties is nog steeds niet de norm. Ook afgelopen
jaar hebben zich tal van incidenten voorgedaan die de noodzaak tot het nemen van maatregelen
onderstrepen. Denk hierbij aan de DDOS-aanvallen, geclaimd door de pro-Russische hacktivisten
van Killnet, op de websites van verschillende ziekenhuizen in Nederland of de aanzienlijke
economische schade als gevolg van de ransomware-aanval op de stad Antwerpen op 6 december
2022. Het herstel hiervan zal de stad minstens 95 miljoen euro gaan kosten.1 In het Cybersecuritybeeld Nederland 2023 (CSBN2023) dat op 3 juli 2023 met uw Kamer
is gedeeld worden deze en vele andere incidenten verder toegelicht (Kamerstuk 26 643, nr. 1045). Wat dit ons vooral laat zien is dat de digitale dreiging voor de Nederlandse samenleving
onverminderd groot is en dat er nog altijd complicaties bestaan voor risicobeheersing.
We moeten gezamenlijk stappen zetten om onze digitale weerbaarheid te verhogen.
In oktober 2022 heeft het kabinet de Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS) gepubliceerd
(Kamerstuk 26 643, nr. 925). In deze strategie staan de ambities en plannen voor een digitaal weerbaar Nederland
voor de komende zes jaar beschreven. Met deze brief bied ik, mede namens het kabinet,
de voortgangsrapportage 2023 aan waarin uiteen is gezet welke resultaten afgelopen
jaar zijn behaald. Daarnaast zal in deze brief de appreciatie van het kabinet worden
gegeven van het CSBN2023, het Inspectiebeeld Cybersecurity 2022 en andere relevante
ontwikkelingen op het cybersecurityterrein en de impact hiervan op de strategie en
het actieplan. Tenslotte ontvangt u een update rond de doorontwikkeling van de monitoring
en governance van de NLCS.
Afgedane moties en toezeggingen
Met deze brief doe ik de volgende moties en toezeggingen af:
• Toezegging van de Minister van de Minister van Justitie en Veiligheid aan de vaste
commissie voor Digitale Zaken dat de Minister de Kamer jaarlijks informeert over de
voortgang van de NLCS en het inzichtelijk maken van de structuur rond cybersecurity.
Met de voortgangsrapportage wordt voor 2023 voldaan aan de toezegging. Daarnaast wordt
met het bijgevoegde overzicht van strategieën en beleidsnota’s aangaande cybersecurity
inzicht geboden in de structuur van het stelsel.
• Toezegging van de Minister van Economische Zaken en Klimaat aan dhr. van der Staaij
(SGP) om een overzicht te geven van het kabinetsbeleid tegen digitale aanvallen van
statelijke dreigingen en het bieden van inzicht in de effectiviteit hiervan. De NLCS
en de voortgangrapportage bieden dit overzicht. Het overzicht zal de komende jaren
worden uitgebreid. In deze brief wordt daarnaast uiteen gezet op welke wijze op termijn
inzicht wordt gegeven in de effectiviteit van de strategie.
• Tijdens het commissiedebat Cybercrime van 30 maart jl. (Kamerstukken 26 643 en 29 911, nr. 1015) heb ik toegezegd aan de Vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid de Kamer te
informeren over bestaande meldplichten bij ransomware aanvallen. In bijlage III bij
deze brief vindt u een overzicht van de meldplichten die raken aan het fenomeen ransomware.
• Motie van het lid Slootweg aan de Staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering
om medeoverheden zo snel mogelijk duidelijkheid te geven over de scope van NIS2, hen
te betrekken bij de nadere uitwerking van de richtlijn en te ondersteunen bij implementatie
van de richtlijn. De Staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering verschaft
de koepels duidelijkheid met een brief over de gevolgen van NIS2 voor medeoverheden.
Met deze brief wordt invulling gegeven aan de motie van het lid Slootweg.2
Voortgangsrapportage 2023
De NLCS is nu een jaar in gebruik. Afgelopen jaar is het kabinet samen met het brede
veld aan publieke en private partijen aan de slag gegaan om de doelstellingen van
de strategie te realiseren door het uitvoeren van het actieplan van de NLCS. Zo is
er dit jaar gestart met de integratie van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC),
het Digital Trust Center (DTC) en het Computer Security Incident Response Team voor
digitale dienstverleners (CSIRT-DSP) tot de vernieuwde nationale cybersecurityorganisatie.
Door het bundelen van de krachten ontstaat één helder aanspreekpunt voor organisaties
in Nederland en daarbuiten. Vanuit dit informatieknooppunt worden deze organisaties,
groot of klein, publiek of privaat, vitaal en niet-vitaal, van passende informatie
en kennis voorzien op het gebied van cybersecurity. In aanvulling daarop bieden enkele
sectorale CSIRT’s binnen het stelsel maatwerk ondersteuning aan hun specifieke sectoren.
Ook is in december 2022 het Landelijk Crisisplan Digitaal gepubliceerd, dit plan biedt
de basis voor de landelijke crisisaanpak voor digitale incidenten. Daarnaast is op
Nederlands initiatief in het onderhandelingsmandaat van de Raad van de EU voor de
Cyber Resilience Act opgenomen dat de zorgplicht voor fabrikanten en leveranciers
moet gelden voor de gehele levensduur van digitale producten. Dit draagt bij aan een
veiliger digitaal ecosysteem, en aan meer vertrouwen onder consumenten en bedrijven.
Deze en andere ontwikkelingen worden nader beschreven in de voortgangsrapportage NLCS
2022–2023.
Naast een terugblik op het afgelopen jaar biedt de aanbieding van de jaarlijkse voortgangsrapportage
ook de mogelijkheid om acties aan te passen of uit te breiden. Het aan de NLCS onderliggende
actieplan is zo opgesteld dat indien er zich tijdens de doorlooptijd van de strategie
ontwikkelingen voordoen die relevant zijn voor het uitvoeren van de strategie het
kan worden actieplan aangepast. De belangrijkste ontwikkelingen 2022–2023 zijn beschreven
in het CSBN2023 en het inspectiebeeld cybersecurity 2023. Daarnaast is ook de Cyber
Security Raad (CSR) gevraagd om aan te geven of zij ontwikkelingen zien die vragen
om een aanpassingen van het actieplan.
Ontwikkelingen 2022–2023: inzet cybersecurity onverminderd nodig
Cyber Security Beeld Nederland 2023 – «Verwacht het onverwachte»
Het CSBN2023 onderschrijft de noodzaak voor onze blijvende inzet ten aanzien van cybersecurity.3 De digitale dreiging in Nederland is onverminderd groot. Het CSBN2023 constateert
dat er sprake is van geopolitieke verharding wat zich weerspiegeld ziet in het digitale
domein. De Russische oorlog tegen Oekraïne is hierin het meest prominente voorbeeld
en laat zien dat statelijke actoren naar cyberaanvallen grijpen als middel om hun
belangen te behartigen.
Ook wordt de toenemende specialisatie onder cybercriminelen beschreven waardoor zij
steeds afhankelijker worden van elkaars (online) diensten in het kader van cybercrime-as-a-service.
Deze afhankelijkheid geldt ook voor het afnemen van legale diensten, zoals webhosting
en communicatiediensten als VPN of domeinregistraties.
Daarnaast wordt in het CSBN2023 gewezen op het feit dat cybersecurityrisico’s zich
voordoen over de hele breedte van de organisaties en hun leveranciersketens niet alleen
de digitale. Een voorbeeld hiervan is een incident uit 2023 waarbij verschillende
grote organisaties, waaronder de NS en Vodafone, getroffen werden door een indirecte
datalek. Deze organisaties huurde onderzoeksbureaus in voor klantonderzoek. Die onderzoeksbureaus
maakten gebruik van dezelfde softwareleverancier. Toen zich bij die softwareleverancier
een datalek voordeed als gevolg van een ransomware aanval, kwamen de gegevens van
naar schatting rond de twee miljoen Nederlanders in de openbaarheid. Klanten van de
getroffen organisatie werden slachtoffer van een datalek bij de IT-leverancier van
de dienstverlener van de organisatie, oftewel in de derde lijn. Dit vraagt, aldus
het CSBN2023, om een andere en bredere blik op risicomanagement bij organisaties.
Er wordt ook geconstateerd dat ondanks alle weerbaarheid verhogende maatregelen die
organisaties nemen, het niet altijd mogelijk is om incidenten te voorkomen. Daarom
is het voorbereiden op incidenten van groot belang.
Het voorgaande CSBN2022 benoemt tenslotte strategische thema’s die (mede) de grondslag
vormen voor de geformuleerde NLCS doelstellingen en acties. Deze onderliggende strategische
thema’s zijn nog steeds actueel en zorgen nog altijd voor complicaties voor risicobeheersing.
Wel constateert het CSBN2023 enkele ontwikkelingen binnen deze thema’s, zoals het
onder druk komen te staan van de verzekerbaarheid van digitale risico’s, de ontwikkeling
van generatieve artificiële intelligentie (AI) maakt het uitvoeren van digitale aanvallen
makkelijker en de groeiende kwetsbaarheid van de beveiliging van operationele technologie
(OT).
Samenhangend Inspectiebeeld
Het Samenhangend Inspectiebeeld is gezamenlijk opgesteld door de toezichthouders van
de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen (Wbni) en beschrijft de staat van
de cybersecurity van vitale aanbieders en vitale processen.4 Het inspectiebeeld is 3 juli jl. met uw Kamer gedeeld.5
De belangrijkste rode draad uit het rapport betreft het onderwerp risicomanagement.
Net als in het jaar 2021 besteedden alle toezichthouders in 2022 aandacht aan dit
onderwerp. De toezichthouders zien dat het risicomanagementproces bij vitale aanbieders
is verbeterd – mede als gevolg van de inspectiewerkzaamheden – en dat organisaties
ook op bestuursniveau steeds meer betrokken raakten bij dit onderwerp. Daarnaast hebben
vitale aanbieders steeds meer aandacht voor de steeds complexere digitale dreigingen
in de leveranciersketens. Op basis van de inspectieresultaten zien de toezichthouders
dat er ruimte is om de cyberhygiëne (de basismaatregelen voor cybersecurity) te verbeteren
en het risicomanagementproces naar een hoger niveau te tillen.
Stevige inzet op het blijven versterken van de digitale veiligheid van vitale aanbieders
zal noodzakelijk zijn en toezicht speelt hierin een belangrijke rol. Deze rol zal
de komende jaren alleen maar toenemen als er na de implementatie van de NIS2-richtlijn
duizenden nieuwe organisaties in Nederland onder toezicht komen te staan. Het rapport
is aangeboden aan alle bewindspersonen betrokken bij het toezicht op de Wbni, met
als doel hen in staat te stellen waar nodig maatregelen te nemen en aanbevelingen
op te volgen.
Cybersecurityraad
De Cyber Security Raad (CSR) heeft als taak het kabinet te adviseren over de uitvoering
en uitwerking van de Nederlandse Cybersecuritystrategie. De CSR wordt gevraagd om
periodiek te adviseren over de ontwikkelingen die meegewogen moeten worden in de herijking
van het actieplan. De Cyber Security Raad (CSR) geeft aan dat er, in lijn met het
CSBN2023, toenemende zorgen zijn over de mate van verwevenheid binnen het digitale
ecosysteem. Tegelijkertijd constateert de raad dat het actieplan van de NLCS een breed
scala aan acties bevat die een goede basis bieden om de digitale veiligheid van Nederland
te vergroten. De CSR adviseert daarom primair in te zetten op realisatie van de al
opgenomen activiteiten en slechts beperkt in te zetten op extra activiteiten. Wel
vraagt de CSR extra aandacht voor de inzet op het gebied van (generatieve) AI, operationele
technologie (OT) en blijvende aandacht voor innovatie.
Gevolgen voor actieplan
De hierboven beschreven ontwikkelingen passen binnen het huidige actieplan. In de
voortgangsrapportage is beschreven hoe er binnen de huidige acties wordt omgegaan
met bovenstaande recente ontwikkelingen. Het kabinet onderschrijft in het bijzonder
de grote impact van technologische ontwikkeling van generatieve AI en werkt daarom
aan het uitvoeren van het actieplan AI dat eind 2019 is gepubliceerd, hierin is ook
aandacht voor cybersecurity en AI.6 Technologische ontwikkelingen zoals AI of kwantumtechnologie hebben gevolgen voor
cybersecurity op organisatieniveau onder andere omdat de methode van aanvallen en
verdedigen veranderen. Daarnaast kunnen criminelen op grotere schaal automatische
aanvallen zoals phishing uitvoeren op burgers en bedrijven. De komende periode moeten
deze ontwikkelingen nauwgezet gevolgd worden. Het kabinet start daarom met een onderzoek
waarin de samenhang tussen AI en cybersecurity nader wordt onderzocht, met nadruk
op te verwachte ontwikkelingen, potentiële kwetsbaarheden en mogelijkheden om de digitale
veiligheid van Nederland te waarborgen, in een wereld waar AI technologie een steeds
grotere rol zal gaan spelen in de maatschappij.
Governance NLCS
Monitoring en rapportagestructuur
De voortgangsrapportage in dit eerste jaar is compact. Veel trajecten zijn nog volop
in ontwikkeling of gaan pas in de komende jaren van start. Dit maakt dat nog niet
op alle trajecten voortgang te rapporteren is. Daarnaast is de uiteindelijke monitoringsstructuur
nog in ontwikkeling. Het streven is om per doelstelling inzichtelijk te maken of de
beoogde actie zijn uitgevoerd, of dit volgens plan gebeurde en wat de verandering
is ten aanzien van de beginsituatie. Om deze beginsituatie te bepalen wordt momenteel
een nulmeting uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau.7 Uit de evaluatie van de vorige strategie, de Nederlandse Cybersecurity Agenda (NCSA),
bleek dat het moeilijk was om de voortgang en effectiviteit van de maatregelen te
bepalen. Mede omdat er geen referentiekader was waaraan de voortgang getoetst kon
worden voor de NLCS wordt daarom de nulmeting uitgevoerd. Het uitvoeren van de nulmeting
voor de NLCS is een tijdsintensief proces en het rapport met de resultaten wordt begin
2024 verwacht. Deze nulmeting vormt de basis voor de uiteindelijke monitoringsstructuur.
De eerste voortgangsrapportage op basis van deze monitoringsstructuur volgt in het
najaar 2024.
Naast de jaarlijkse voortgangsrapportage die meer gericht is op de vraag of de geplande
acties daadwerkelijk zijn uitgevoerd hebben de tussentijdse (2025) en eindevaluatie
(2028) als doel vast te stellen of de doelstellingen van de NLCS zijn bereikt en in
welke mate de acties en hun output bij hebben gedragen aan het bereiken van de doelstellingen.
Deze evaluaties worden via het WODC door een onafhankelijk onderzoeksbureau uitgevoerd.
Tenslotte wordt er gewerkt aan een brede effectiviteitsmeting van het cybersecuritybeleid
in Nederland. Beleid ten behoeve van het verhogen van de digitale weerbaarheid van
Nederland is een relatief nieuw domein. Het is belangrijk om de ontwikkeling van de
digitale weerbaarheid en de impact van het overheidsbeleid hierop zo goed als mogelijk
in kaart te brengen en te meten. Dit draagt bij aan de onderbouwing van toekomstige
beleidskeuzes.
Beschikbare middelen
Tijdens het Wetgevingsoverleg van de Vaste Kamercommissie Digitale Zaken op 13 juni
2023 heeft uw Kamer verzocht om een overzicht van de besteding van de verschillende
departementen aan het uitvoeren van de NLCS. Ik heb toegezegd om samen met de betrokken
vakministers en het Ministerie van Financiën uit te zoeken wat de mogelijkheden zijn
en zal dit betrekken bij de departementale jaarverslagen 2024 (Kamerstukken 36 360 VI en 36 360 VII en 36 360 XIII, nr. 22). De gesprekken hierover zijn door het Ministerie van Justitie en Veiligheid opgepakt.
NLCS in samenhang met verschillende digitaliseringsstrategieën
De NLCS is een kader aan de hand waarvan bewaakt wordt dat het cybersecuritybeleid
zich op alle niveaus samenhangend en gestructureerd ontwikkelt. De NLCS vormt de cybersecurityinput
voor bredere strategieën zoals de «Werkagenda Waardengedreven Digitalisering» of de
«Strategie Digitale Economie». Vakdepartementen vertalen dit generieke kader daarnaast
naar sectorspecifieke kaders en regelgeving voor de organisaties en processen waar
zij een systeemverantwoordelijkheid voor dragen zoals de «Internationale Cybersecurity
Strategie». Deze aanpak is nodig omdat digitalisering en daarmee cybersecurity inmiddels
onderdeel zijn van vrijwel elk beleidsterrein waardoor het onmogelijk is om alles
in een strategie te vangen. Bij de lezer kan dit echter leiden tot verwarring over
de samenhang van het digitaliseringsbeleid van het kabinet. Zie daarom bijlage II
voor een overzicht van de verschillende strategieën en de samenhang daar tussen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid