Brief regering : Verslag informele bijeenkomst van EU-transportministers d.d. 21-22 september 2023
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 1033
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 oktober 2023
Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
het verslag aan van de EU-Transportraad d.d. 21-22 september 2023.
De bijeenkomst stond in het teken van een gedachtewisseling over de wisselwerking
tussen het mobiliteitssysteem, de sociale en territoriale cohesie.1 In het verlengde hiervan lanceerde het Spaans voorzitterschap de zgn. «Barcelona
Verklaring», waarin het bovengenoemde thema’s verankerde.2 Nederland heeft zich bij deze verklaring aangesloten en onderschrijft het belang
van de hierin benoemde thema’s.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Verslag informele bijeenkomst van EU-transportministers d.d. 21-22 september 2023
Mobiliteit en sociale cohesie
Het voorzitterschap agendeerde een beleidsdebat over hoe mobiliteitssystemen kunnen
bijdragen aan sociale cohesie, d.w.z. het toegankelijk maken van transportsystemen
voor iedereen. Het voorzitterschap benadrukte dat deze sociale dimensie van de transportsector
cruciaal is voor o.a. competitiviteit, banen, welzijn, etc. De Europese Commissie
(hierna: «de Commissie») wees op de wisselwerking tussen de sociale dimensie van mobiliteit
en verkeersveiligheid. Het dit jaar gelanceerde Road Safety Package
3 moet bijdragen aan veilige en toegankelijke transportsystemen. De Commissie is dit
jaar een campagne gestart om gevaarlijk rijgedrag aan te pakken en riep de lidstaten
op zich hierbij aan te sluiten.4
Veel lidstaten verwelkomden de agendering van dit thema door het voorzitterschap.
Velen aanwezigen lieten blijken dat aandacht voor de sociale dimensie van de transportsector
niet onderbelicht mag blijven en dat juist naar raakvlakken moet worden gezocht tussen
deze dimensie en thema’s als verkeersveiligheid en verduurzaming van de sector. Hierbij
is het van belang dat mobiliteitssystemen rekening moeten houden met de uiteenlopende
behoeften van verschillende doelgroepen en dat er in deze context geen one-size-fits-all bestaat. Verschillende lidstaten benoemden dat actieve mobiliteit (wandelen, fietsen)
integraal onderdeel is van de sociale dimensie van mobiliteit, onder andere in het
kader van last-mile solutions. Ook benadrukten meerdere lidstaten dat de genderdimensie van de sector van belang
is en dat in dit kader aandacht moet worden besteed aan o.a. veiligheid, flexibele
werktijden en gelijke salarissen. Ook de bijdrage van digitalisering aan gebruiksvriendelijkere
en toegankelijkere mobiliteitssystemen bleef niet onbenoemd, alsmede de betaalbaarheid
van mobiliteitsopties.
Nederland onderstreepte dat toegankelijke mobiliteitssystemen essentieel zijn voor
een inclusieve samenleving waarin iedereen mee kan doen. In dat kader is het ook belangrijk
om aandacht te besteden aan het voorkomen van vervoersarmoede. De nationale Mobiliteitsvisie
20505 zet de kabinetsvisie hieromtrent uiteen. Deze visie onderstreept dat transport niet
alleen gaat over het vervoeren van mensen en goederen, maar een grote invloed heeft
op de toekomst van onze welvaart en ons welzijn. Het kabinet onderstreepte dat multimodaliteit
in dit kader van groot belang is: treinen, auto’s, bussen, trams, fietsen etc. zijn
allemaal onderdeel van de mobiliteitsmix voor een veilige bereikbaarheid. Het kabinet
benoemde de conferentie over vervoersarmoede, die afgelopen maart plaatsvond in Nederland.
Hierbij waren vele stakeholders betrokken om van gedachten te wisselen en ervaringen
te delen over hoe dit probleem aan te pakken. In november a.s. zal het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat een volgende editie van deze conferentie organiseren
en zal de terugkoppeling hiervan op het Europese toneel delen.6
Mobiliteit en territoriale cohesie
Het voorzitterschap organiseerde voorts een discussie over hoe mobiliteitssystemen
kunnen bijdragen aan territoriale cohesie, dat wil zeggen hoe mobiliteit toegankelijk
blijft voor consumenten in de stad en in rurale gebieden, en hoe het connectiviteit
tussen beide gebieden bevordert. De Commissie benadrukte het belang van gedegen transportverbindingen
tussen platteland en stad, zodat alle doelgroepen van mobiliteitsdiensten gebruik
kunnen maken. Voor de Commissie is keuzevrijheid in dit kader van groot belang: consumenten
moeten kunnen kiezen tussen verschillende mobiliteitsopties. Speciale aandacht moet
worden besteed aan geïsoleerde regio’s (bijvoorbeeld eilanden), waar goedkopere en
duurzamere vervoersopties beschikbaar moeten komen. De Commissie meende dat het Trans-Europese
Transportnetwerk (TEN-T)7 daar een bijdrage aan kan leveren, en dat bijv. ook de Intelligente Transportsystemen
(ITS)-richtlijn8 en het verwachte voorstel omtrent Multimodal Digital Mobility Services (MDMS) hierin moeten worden meegenomen (digitalisering). Deze en andere thema’s zullen
tijdens de urban mobility days worden besproken.9
Een aantal lidstaten legde – in het verlengde van de eerste sessie – een link tussen
het belang van een single ticketing systeem en een toegankelijker openbaar vervoerssysteem. Veel aanwezigen benoemden
dat aandacht voor de specifieke geografische kenmerken van lidstaten cruciaal is bij
het maken en uitvoeren van mobiliteitsbeleid: sommige gebieden kunnen alleen met de
auto of het vliegtuig worden bereikt menen zij. Deze lidstaten vinden het belangrijk
dat deze dimensie wordt meegenomen bij het maken van Europees transportbeleid, alsmede
binnen de financiering daarvan. Sommige lidstaten benoemden dat militaire mobiliteit
niet mag worden vergeten in de huidige discussie: het meenemen van militaire mobiliteit
in bijvoorbeeld de herziening van de TEN-T verordening en ook in het Meerjarig Financieel
Kader is cruciaal, aangezien de veiligheid van de Europese Unie (EU) ten delen afhangt
van mobiliteit. Dit mag niet buiten beschouwing gelaten worden in het kader van de
huidige geopolitieke spanningen. Afsluitend lanceerde het Spaans voorzitterschap de
zgn. Barcelona Verklaring. Deze verklaring brengt de door het voorzitterschap geagendeerde
thema’s (sociale en territoriale cohesie in relatie tot mobiliteit) samen in een symbolische
tekst, die een signaal afgeeft dat Europese lidstaten deze thematiek belangrijk vinden
en zich actief willen inzetten voor een gedegen opvolging hiervan. Nederland heeft
deze verklaring ondertekend.
Via haar interventie sprak Nederland uit dat het recht op mobiliteit van groot belang
is en dat het aan beleidsmakers is om te borgen dat mobiliteitssystemen veilig, robuust
en duurzaam zijn, zowel nu als in de toekomst. Nederland heeft hard gewerkt aan het
verbinden van rurale met stedelijke gebieden, waarbij het opvalt dat veel consumenten
nog steeds afhankelijk zijn van één bepaalde mobiliteit (bijvoorbeeld de auto) als
vervoersoptie. Het kabinet benadrukte dat toegankelijkheid van het mobiliteitssysteem
en bereikbaarheid van regio’s moet worden gestimuleerd door beschikbare vervoersopties
uit te breiden en innovatieve transportsystemen te ontwikkelen. Het is evenwel ook
afhankelijk van vraagstukken rondom ruimtelijke ordening en/of voorzieningenbeleid.
Maar ook zaken als de mogelijkheden van eenieder om te participeren. Vervoer on-demand werd als beste praktijk genoemd door het kabinet, waarbij consumenten gebruik kunnen
maken van lokaal openbaar vervoer als zij daar behoefte aan hebben (bijvoorbeeld de
zgn. «belbus»). Ter uitwerking van de Mobiliteitsvisie worden deze vervoersopties
nader verkend.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat