Brief regering : Aanscherping beleid persoonlijke gezondheidsomgevingen
27 529 Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) in de Zorg
Nr. 304
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 oktober 2023
In mijn brief van 11 mei jongstleden over de voortgang persoonlijke gezondheidsomgevingen1 (PGO) heb ik uiteengezet welke drie sporen ik voornemens ben uit te zetten om samen
met alle betrokken partijen te komen tot een versnelling in de PGO-aanpak. Ik heb
aangegeven dat te willen doen door:
1) meer sturing en regie te pakken (waaronder op de technische basis, maar ook door de
gezondheidsgegevens die de overheid zelf verzamelt beter te ontsluiten);
2) de zorgpartijen in het Integraal Zorgakkoord (IZA) actief mee te nemen;
3) de PGO’s anders te financieren.
In het schriftelijke overleg van 23 juni 20232 heeft uw Kamer hierover aanvullende vragen gesteld en heb ik al meer duiding gegeven
bij deze drie sporen. Voor de zomer hebben de betrokken partijen gesproken over de
concrete uitwerking om tot verdere versnelling te komen.
In de zomer is gewerkt aan de uitwerking van scenario’s om de knelpunten op te lossen
en te komen tot meer regie en betere inzage van gegevens. Dat heeft geleid tot een
heroverweging en een verdere aanscherping van de aanpak die ik graag op hoofdlijnen
in deze brief toelicht. De komende maanden wordt dit verder uitgewerkt en zal uw Kamer
in een voortgangsbrief hierover worden geïnformeerd.
Generieke inzagefunctie
Op het gebied van het verzamelen van de data was al enige tijd duidelijk dat het lastig
is om alle gegevens uit een medisch dossier compleet en correct in de PGO’s te krijgen.
Ik wil daarom deze gegevens completer, sneller en gebruiksvriendelijker ontsluiten.
Daartoe heb ik samen met Zorgverzekeraars Nederland, Patiëntenfederatie Nederland
en MedMij onderzocht en vastgesteld dat de ontwikkeling van een publieke generieke
inzagefunctie (een vorm van basis-PGO) noodzakelijk is. Dat betekent dat de data voor
alle burgers op dezelfde manier toegankelijk worden gemaakt (maar dus niet centraal
worden opgeslagen) en heeft als voordeel dat data en functionaliteiten beter kunnen
worden gescheiden, een van de uitgangspunten van de nationale visie en strategie op
het gezondheidsinformatiestelsel. Op deze manier hebben burgers altijd de beschikking
over hun eigen gegevens via de publieke generieke inzagefunctie en kunnen zij aanvullend
kiezen voor specifieke functionaliteiten die door verschillende PGO’s worden aangeboden.
De uiteindelijke vorm van een dergelijke inzagefunctie behoeft verdere uitwerking.
We kiezen voor deze aanpak ten behoeve van de ontsluiting van de gegevens rond zorg
en gezondheid die de overheid zelf verzamelt (zie ook mijn brief van 11 mei 2023)
en gaan simultaan ook voor de zorgsectoren aan de slag. Hierbij kunnen de huidige
al naar PGO’s ontsloten gegevens van onder andere huisartsen en ziekenhuizen eveneens
worden opgenomen in de generieke inzagefunctie. Wel zal naar verwachting het juridische
traject om zorggegevens wettelijk te mogen ontsluiten via een inzagefunctie enkele
jaren kunnen vergen.3 Dit wordt nader uitgezocht.
Voor de gegevens rond zorg en gezondheid die de overheid zelf verzamelt en verstrekt
is al een eerste inventarisatie gemaakt en wordt een plan van aanpak opgesteld om
te bezien hoe deze gegevens (al dan niet gestructureerd) sneller kunnen worden ontsloten.
Zo verwacht ik bijvoorbeeld dat de vaccinatiegegevens van het Rijksvaccinatieprogramma
en Covid-19 volgend jaar naar de huidige PGO’s kunnen worden ontsloten.
Met een generieke inzagefunctie kan op termijn ook beter worden aangesloten op de
oplossingen die voor de andere vormen van gegevensuitwisseling en databeschikbaarheid
in de zorg worden ontwikkeld (zoals voor uitwisseling tussen professionals, voor digitale
zorgtoepassingen en voor secundair datagebruik). Om tot meer snelheid te komen zal
daarbij worden bezien waar op kortere termijn en al dan niet vooruitlopend op een
oplossing met gestructureerde data gebruik kan worden gemaakt van minder gestructureerde
data (zoals pdf’s). Data die al wel goed gestandaardiseerd en gestructureerd zijn
of dat binnenkort worden, dienen nog steeds als zodanig te worden ontsloten en kunnen
dan ook makkelijker worden hergebruikt. PGO’s met een MedMij label en andere digitale
toepassingen kunnen – onder voorwaarden – met deze data nuttige functionaliteiten
voor mensen aanbieden.
Deze zomer is uitgezocht op welke termijn dit kan worden gerealiseerd. Voor het beleggen
van een publieke generieke inzagefunctie, het mogen verwerken van gezondheidsgegevens
en het mogen gebruiken van het burgerservicenummer (al dan niet gepseudonimiseerd)
in een inzagefunctie is een wettelijke basis nodig.
Er is begonnen met het onderzoeken, uitwerken en opstellen van een transitiepad naar
de nieuwe situatie. Hierbij zal ook rekening worden gehouden met de lopende VIPP-programma’s.
MedMij
Een tweede mogelijke wijziging ligt in de aansturing van MedMij. In het kader van
de Wegiz wordt in de AMvB’s waarin gegevensuitwisselingen worden aangewezen (die verplicht
elektronisch tussen zorgverleners worden uitgewisseld) ook gekeken of de relevante
gegevens naar een PGO moeten worden ontsloten. In dit kader wordt bekeken of en zo
ja op welke wijze er meer publieke sturing nodig is op het MedMij-afsprakenstelsel en het beheer ervan. Verder kan een generieke publieke inzagefunctie ook gevolgen
hebben voor het huidige MedMij-afsprakenstelsel.
De huidige governance (en daaropvolgend mogelijk de financiering) zal worden aangepast
indien dit nodig blijkt. Dit werk ik de komende maanden verder uit met MedMij, Zorgverzekeraars
Nederland en andere stakeholders. Wanneer een andere werkwijze gevolgen heeft voor
de financiering zal dit bij een regulier besluitvormingsmoment aan uw Kamer worden
voorgelegd.
Overige punten
De andere algemene randvoorwaarden voor betere ontsluiting van data blijven belangrijk
en zijn al toegelicht in mijn brief van 11 mei 2023. Het gaat hierbij onder andere
om ontwikkeling en implementatie van en aansluiting op generieke functies als lokalisatie
(weten welke zorgverlener gegevens van jou als patiënt heeft). Hier is de zomermaanden
veel over gesproken en zal naar verwachting op korte termijn tot een scenario voor
toepassing in de PGO’s leiden.
Een mogelijke aanbesteding voor PGO-leveranciers (waarbij rekening wordt gehouden
met bovengenoemde aanpassingen) is in voorbereiding. Er is immers financiering nodig
in de overgang naar de nieuwe situatie met een meer publieke invulling. Ook zijn er
al steeds meer mensen die gebruik maken van de huidige PGO’s en die graag hun zorggegevens
willen blijven ophalen en kunnen samenbrengen in één omgeving. Ik ben daarom voornemens
te starten met een korte marktconsultatie, waarna ik definitief besluit over de financieringsvorm.
Het doel hierbij is verdere standaardisatie, doorontwikkeling en gebruiksvriendelijker
maken van de PGO’s en het blijvend mogelijk maken van uitwisseling van gegevens.
Met de zorgpartijen is een aparte IZA-werkgroep voor PGO’s opgericht om te zien hoe
we de herijkte visie op PGO’s nader vorm kunnen geven. Per sector zijn hierover goede
gesprekken gevoerd en er worden de komende periode werkplannen voor de uitwerking
gemaakt, waarbij ook wordt gekeken naar betere aansluiting op digitale zorgtoepassingen.
Dit geldt ook voor de eerstelijnszorg.4
Ik heb er vertrouwen in dat deze heroverweging en aanscherping samen met de eerder
geschetste PGO-aanpak tot een betere en snellere ontsluiting van gegevens naar burgers
zullen leiden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport