Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de publicatie ‘Beleidsbeoordeling Nederlandse banken 19e update’ van de Eerlijke Bankwijzer
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nr. 427
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2023
De vaste commissie voor Financiën heeft op 26 mei jl. het verzoek gedaan om te reageren
                  op de publicatie «Beleidsbeoordeling Nederlandse banken 19e update» van de Eerlijke
                  Bankwijzer. Daarbij heeft uw Kamer verzocht om in de reactie te betrekken of financiële
                  instellingen beschikken over wettelijke middelen. Met deze brief geef ik uitvoering
                  aan uw verzoek.
               
Zoals ik nader toelicht in deze brief vind ik het belangrijk dat Nederlandse banken
                  maatschappelijk verantwoord ondernemen door naleving van de OESO-richtlijnen voor
                  multinationale ondernemingen (OESO-richtlijnen) en de UN Guiding Principles on Business
                  and Human Rights (UNGP’s). Ook stel ik in mijn beleidsagenda voor duurzame financiering
                  dat het belangrijk is inzicht te bieden in duurzaamheidsfactoren en het voorkomen
                  van groenwassen, als onderdeel van mijn doelstellingen voor de verduurzaming van de
                  financiële sector1.
               
De Eerlijke Bankwijzer is één van de initiatieven op dit terrein en bestaat uit een
                  samenwerkingsverband van vijf maatschappelijke organisaties: Amnesty International,
                  Milieudefensie, Oxfam Novib, PAX en World Animal Protection. Het doel van de Eerlijke
                  Bankwijzer is om banken die actief zijn in Nederland aan te sporen om maatschappelijk
                  verantwoord te ondernemen, te financieren en te beleggen. In de bedoelde publicatie
                  is nagegaan welke duurzaamheidscriteria zijn opgenomen in het krediet- en beleggingsbeleid
                  van acht Nederlandse bankgroepen. Hierbij heeft de Eerlijke Bankwijzer specifiek gekeken
                  naar de duurzaamheidsthema’s belastingen, dierenwelzijn, gendergelijkheid, klimaatverandering,
                  mensenrechten, natuur en de risicosector wapens. De Eerlijke Bankwijzer publiceert
                  jaarlijks een vergelijkbaar beleidsonderzoek.
               
Resultaten onderzoek Eerlijke Bankwijzer
Uit het onderzoek van de Eerlijke Bankwijzer blijkt dat de banken over het algemeen
                  goed of voldoende scoren qua krediet- en beleggingsbeleid op de thema’s mensenrechten,
                  natuur en wapensector. Verbeteringen in scores ten opzichte van 2020 zijn te zien
                  bij klimaatverandering en gendergelijkheid. Volgens het onderzoek zijn de scores voor
                  klimaatverandering omhooggegaan vanwege Europese regelgeving die ambitieuzer klimaatbeleid
                  stimuleert. Banken scoren volgens het onderzoek echter nog onvoldoende op gendergelijkheid.
                  De scores op de thema’s dierenwelzijn, mensenrechten en de wapensector zijn lager
                  dan in het vorige onderzoek uit 2020. Volgens de Eerlijke Bankwijzer worden deze lagere
                  scores vooral veroorzaakt door methodologische veranderingen. Ook zijn er grote verschillen
                  in scores tussen de bankgroepen op de thema's belastingen, dierenwelzijn en klimaatverandering.
                  Het verschil in scores met betrekking tot belastingen komt volgens het onderzoek vooral
                  doordat sommige banken weinig eisen op dit terrein stellen aan bedrijven waarin ze
                  investeren.
               
Beoordeling resultaten
In algemene zin verwacht het kabinet van Nederlandse banken dat zij in lijn met de
                  OESO-richtlijnen en de UNGP’s ondernemen. Het naleven van de OESO-richtlijnen en UNGP’s
                  door middel van due diligence (gepaste zorgvuldigheid) houdt concreet in dat financiële
                  instellingen beleid opstellen met betrekking tot ESG-risico’s, potentiële en daadwerkelijke
                  negatieve effecten op mens en milieu in kaart brengen, hun invloed aanwenden om deze
                  risico’s of schendingen te voorkomen of aan te pakken, de activiteiten hierop te monitoren
                  en hierover transparant te rapporteren. Op Europees niveau lopen op dit moment onderhandelingen
                  voor een Europese due diligence richtlijn (CSDDD). Nederland heeft, conform BNC-fiche,
                  gepleit voor volledige opname van de financiële sector in de EU-richtlijn, om recht
                  te doen aan de hefboomfunctie van deze sector bij het tegengaan van misstanden in
                  de waardeketen. In het Raadsakkoord is de toepassing van de verplichtingen op klantrelaties
                  van financiële instellingen optioneel gemaakt voor lidstaten. Op dit moment zijn de
                  trilogen over dit voorstel bezig. Nederland zal er bij het voorzitterschap op aandringen
                  dat de Raad zich sterk blijft maken voor Europese IMVO-wetgeving conform de internationale
                  standaarden, met oog voor het bereiken van impact en het creëren van een gelijk speelveld.2
Ik vind het van belang dat banken duurzaamheidsbeleid opstellen in lijn met de OESO-richtlijnen
                  en de UNGP’s. Het is goed om te zien dat banken volgens de Eerlijke Bankwijzer op
                  een aantal thema’s voldoende duurzaamheidscriteria hebben opgenomen in hun krediet-
                  en beleggingsbeleid. Echter blijkt uit het onderzoek van de Eerlijke Bankwijzer dat
                  er ook verbeteringen mogelijk zijn. Ik zou financiële instellingen willen aanmoedigen
                  om kritisch naar hun huidige beleid te kijken en om te bezien of zij hier verbeteringen
                  in kunnen doorvoeren. De precieze invulling van het beleggingsbeleid is echter de
                  verantwoordelijkheid en keuze van de banken zelf. Dit geldt ook voor de beslissing
                  in welke bedrijven banken investeren. Wel zijn banken wettelijk verplicht beleid te
                  voeren dat gericht is op het beheersen van relevante risico’s. Ook duurzaamheidsrisico’s
                  kunnen voor financiële ondernemingen materieel zijn.
               
Wettelijke maatregelen
Om duurzaam te kunnen investeren is informatie nodig over de duurzaamheid van ondernemingen. Ik interpreteer de vraag over wettelijke middelen van
                  financiële instellingen als middelen die financiële instellingen kunnen gebruiken
                  om informatie op te vragen bij bedrijven waarin ze investeren. Banken kunnen informatie
                  uitvragen bij de onderneming, in dialoog gaan met een onderneming over hun beleid
                  en over de geconstateerde risico’s en hoe deze aan te pakken. Wetgeving kan de bank
                  helpen bij het verkrijgen van informatie. In de afgelopen jaren zijn er verschillende
                  wetgevende kaders opgesteld die zullen bijdragen aan de beschikbaarheid van gestandaardiseerde
                  duurzaamheidsinformatie, zoals de EU Taxonomie en de richtlijn duurzaamheidsrapportering
                  (CSRD).
               
Banken kunnen de invloed die de bank heeft als investeerder vergroten door engagement
                  te voeren. Zij kunnen daar waar sprake is van controversiële en schadelijke activiteiten
                  afspraken maken met het bedrijf om het effect van die activiteiten te mitigeren of
                  zelfs te beëindigen. Als er geen enkele vooruitgang wordt geboekt, kan een bank besluiten
                  om over te gaan tot desinvesteren en het beëindigen van de relatie. Daarna is het
                  niet langer mogelijk om het bedrijf en zijn gedrag in gunstige zin te beïnvloeden.
                  Het is de verantwoordelijkheid van banken om rekenschap te geven over de uitkomsten
                  van deze dialoog en het verantwoord beëindigen van een klantrelatie conform internationale
                  standaarden.
               
De Minister van Financiën,
                  S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 S.A.M. Kaag, minister van Financiën
