Brief regering : Geannoteerde agenda voor de informele Europese Raad en de Europese Politieke Gemeenschap van 5 en 6 oktober 2023
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1973
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2023
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda aan voor
de informele Europese Raad en de Europese Politieke Gemeenschap van 5 en 6 oktober
2023.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE EUROPESE POLITIEKE GEMEENSCHAP EN DE INFORMELE EUROPESE
RAAD VAN 5 EN 6 OKTOBER 2023
Op vrijdag 6 oktober vindt een informele Europese Raad (ER) plaats in Granada, Spanje.
Voorafgaand aan de ER komen de regeringsleiders en staatshoofden van de Europese Politieke
Gemeenschap (EPG) op donderdag 5 oktober samen. De ER zal naar verwachting spreken
over migratie, de strategische agenda van de ER, waaronder open strategische autonomie,
en uitbreiding en absorptiecapaciteit. Mogelijk staat de ER nog stil bij actuele buitenlandpolitieke
onderwerpen. Het Spaanse voorzitterschap zet in op aanname van een verklaring waarin
een weerslag wordt gegeven van de informele besprekingen. Deze informele verklaring
is niet juridisch bindend en dit betreft geen besluitvorming. De Minister-President
is voornemens deel te nemen aan de ER en de EPG.
Informele Europese Raad
Migratie
Tijdens de ER zal het 10-puntenplan, gepresenteerd door Commissievoorzitter Von der
Leyen naar aanleiding van de ontwikkelingen op Lampedusa, worden besproken.1 Het kabinet verwelkomt dit plan en uw Kamer ontving middels het Schriftelijk Overleg
Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 25 september jl. een uitgebreidere appreciatie
hiervan.2 In het kader van het 10-puntenplan onderstreept het kabinet ook de noodzaak van inzet
op de externe dimensie van migratie.
Het kabinet verwelkomt, mede in het kader van het 10-puntenplan, eveneens het Memorandum of Understanding tussen de Commissie en Tunesië.3 Het kabinet roept de Commissie op om de gemaakte afspraken snel en zorgvuldig uit
te werken, met respect voor mensenrechten en binnen internationaal rechterlijk kader.
De afspraken tussen de Commissie en Tunesië passen binnen de inzet van het kabinet
om brede en gelijkwaardige partnerschappen te ontwikkelen met belangrijke landen van
herkomst, die in wederzijds belang zijn, met als een van de doelstellingen om irreguliere
migratie tegen te gaan en terugkeer te bevorderen. Daar zal het kabinet de Commissie
toe blijven oproepen.
Mogelijk zal tijdens de ER ook gesproken worden over de interne dimensie van migratie.
Mocht dit het geval zijn, dan zal het kabinet het belang benadrukken van snelle afronding
van de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement over het Asiel- en
Migratiepact. Nederland zet zich, conform de inzet in de betreffende BNC-fiches, in om te
komen tot een effectief en humaan gemeenschappelijk Europees asielstelsel met een
goede balans tussen verantwoordelijkheid en solidariteit.
Strategische Agenda
De Voorzitter van de ER zal het proces schetsen ter voorbereiding op de vaststelling
van de Strategische Agenda (SA) van de ER voor 2024 tot en met 2029. De bijeenkomst
in Granada vormt daarmee het startpunt van de discussie over de Strategische Agenda,
die tot doel heeft de volgende Commissie richting te geven bij de vaststelling van
politieke prioriteiten voor haar nieuwe termijn. Het aankomende Belgisch voorzitterschap
is in dit kader voornemens in het voorjaar van 2024 een (informele) Top van EU-regeringsleiders
en staatshoofden te organiseren die geheel in het teken zal staan van de SA, net zoals
dat in 2019 in Sibiu werd georganiseerd onder het Roemeense voorzitterschap. Vaststelling
van de SA volgt naar verwachting na de verkiezingen van het Europese Parlement van
6 tot en met 9 juni 2024.
Het Spaanse voorzitterschap heeft open strategische autonomie (OSA) van de EU tot
één van zijn prioriteiten gemaakt. In dat kader heeft Spanje op 15 september jl. het
voorzitterschapsrapport Resilient EU2030 gepubliceerd.4 Het kabinet verwelkomt de aandacht voor OSA als onderdeel van het gesprek over de
Strategische Agenda. Nederland en Spanje hebben sinds de publicatie van een gezamenlijk
non-paper in 2021 nauw samengewerkt op open strategische autonomie.5 Voorts publiceerde Nederland voortbouwend op de Kamerbrief Open Strategische Autonomie
van november 20226 op 19 juli jl. een nieuw non-paper over OSA, in samenwerking met België, Finland,
Portugal en Slowakije, dat uw Kamer eveneens is toegegaan.7 Kern van de Nederlandse visie op OSA is dat vergroten van autonomie niet betekent
dat de EU zich moet afzonderen van internationale partners. Ook moet de EU waken voor
protectionisme. Daarbij is het naast de focus op afbouwen van risicovolle afhankelijkheden
nodig om in de eigen kracht van de Unie te blijven investeren, zowel in de politiek-economische
basis als in het geopolitiek handelingsvermogen. De Commissie heeft op 27 september
jl. een mededeling gepubliceerd over het versterken van de weerbaarheid, concurrentievermogen
en duurzaamheid van Europa.8 Uw kamer ontvangt zo spoedig mogelijk een kabinetsappreciatie hiervan.
Uitbreiding en absorptiecapaciteit
Discussies over de toekomst van de EU worden al langer gevoerd, zoals bijvoorbeeld
tijdens de informele Raad Algemene Zaken die op 21-22 juni jl. in Stockholm.9 Voor discussies over dit thema wordt de term «absorptiecapaciteit» gebruikt. Het
in ogenschouw nemen van de capaciteit van de EU om nieuwe lidstaten te «absorberen»
en tegelijkertijd het momentum van EU integratie te behouden, is in het belang van
de EU en kandidaat-lidstaten, zoals genoemd in de Kopenhagencriteria. In het huidige
EU-debat is dit verbonden met de vraag in hoeverre institutionele en beleidsmatige
hervormingen nodig zijn om te zorgen dat de EU ook met meer dan dertig lidstaten een
sterke en legitieme actor blijft, die effectief kan handelen en geopolitieke ambities
waar kan maken.
Het is de verwachting dat lidstaten verder van gedachten zullen wisselen hoe zij naar
deze discussie over «absorptiecapaciteit» kijken. Zoals aangegeven in de geannoteerde
agenda voor de informele Raad Algemene Zaken van 27 en 28 september jl. (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2712)10 is het kabinet van mening dat het belangrijk is om de gevolgen van mogelijke EU uitbreiding
in kaart te brengen voor in ieder geval de volgende zes aspecten: (1) institutionele
architectuur, (2) rechtsstaat, (3) financiën, (4) interne markt, (5) migratie en vrij
verkeer van personen, (6) geopolitiek en veiligheid. Over het toetredingstraject van
de afzonderlijke kandidaat-lidstaten is geen discussie of besluitvorming voorzien.
De volgende reguliere voortgangsrapportages van de Commissie worden later dit najaar
verwacht. Het kabinet is strikt, fair en betrokken ten aanzien van het EU-uitbreidingsbeleid.
Actuele buitenlandpolitieke onderwerpen
Mogelijk zal de ER nog stil staan bij een aantal buitenlandpolitieke actualiteiten.
Europese Politieke Gemeenschap
Op 5 oktober 2023 zal in Granada, Spanje, de derde bijeenkomst van de Europese Politieke
Gemeenschap (EPG) plaatsvinden.
Op de EPG-top zullen Europese leiders van gedachten wisselen over het heden en de
toekomst van Europa en manieren bespreken om Europa veerkrachtiger, welvarender en
strategischer te maken. De EPG is een forum voor politieke dialoog en biedt de kans
om met leiders op het Europese continent uit diverse landen ideeën uit te wisselen.
Het kabinet heeft een voorkeur om de structuur van de EPG licht en flexibel te houden
en duplicatie met bestaande multilaterale fora te voorkomen. Het aannemen van een
gemeenschappelijke verklaring of het nemen van een besluit is niet voorzien en is
wat het kabinet betreft ook expliciet niet het doel van de EPG.
De EPG zal worden geopend met een plenaire sessie, waarbij Charles Michel, Voorzitter
van de Europese Raad, en Pedro Sánchez, Minister-President van Spanje, een speech
zullen verzorgen. Na de plenaire sessie zullen er vier rondetafelgesprekken plaatsvinden.
Elk van de rondetafelgesprekken zal zich richten op één van de volgende thema’s: mobiliteit
en intermenselijke contacten, digitale transitie en kunstmatige intelligentie, multilateralisme
en veiligheid, en energie, milieu en de strijd tegen klimaatverandering. De rondetafelgesprekken
hebben een informele gedachtewisseling tot doel. Alle deelnemende landen nemen slechts
aan één van de vier rondetafelgesprekken deel.
De Minister-President zal naar verwachting deelnemen aan de ronde tafel waar de onderwerpen
energie, het milieu en de strijd tegen klimaatverandering centraal staan. De Minister-President
zal zich bij zijn inbreng richten op de volgende punten. Klimaatverandering raakt
alle EPG-landen en samenwerking is nodig om klimaatneutraal te worden. Voor Nederland
en de EU-lidstaten is de Green Deal hierbij het leidende kader, maar daarin is samenwerking met de overige EPG-landen
om werk te maken van de klimaat- en energietransitie ook van belang. Onder meer omdat
de klimaatopgave een wereldwijde uitdaging is, maar ook zodat bedrijven in Europa
een gelijk speelveld behouden. Deze transitie biedt bovendien kansen voor nieuwe verdienmodellen.
Samenwerking met de EPG-landen op dit vlak is van bijzonder belang, met name met de
EPG-landen die ook kandidaat-lidstaten van de EU zijn, zodat zij (op termijn) ook
kunnen voldoen aan de vereisten van de Green Deal. Groene waterstof moet hierbij een voorname rol spelen. Hiertoe moeten onder andere
gezamenlijke afspraken gemaakt worden over de classificatie van waterstof als «groen»
en over veiligheidseisen bij transport, opslag en gebruik. Goede samenwerking, ook
met non-EU-landen, op het gebied van infrastructuur en verweving van elektriciteitsnetten
kan veel wederzijdse voordelen bieden. Een sterke energiegemeenschap speelt hierbij
een belangrijke rol. Daarbij is ook samenwerking in de toeleveringsketens van grondstoffen
en producten die de energietransitie ondersteunen noodzakelijk. Met het oog op de
mondiale klimaat- en ontwikkelingsdoelen zal er ook aandacht zijn voor de energietransitie
in landen buiten de EPG en bij het belang van klimaatactie op COP28 die van 30 november
tot en met 12 december zal plaatsvinden in Dubai, Verenigde Arabische Emiraten. Uw
kamer zal in de Geannoteerde Agenda voor de Milieuraad van 16 oktober a.s. meer informatie
ontvangen over de EU-inzet voor COP28. Eind oktober wordt uw kamer tevens geïnformeerd
over de kabinetsinzet op COP28.
Actuele buitenlandpolitieke onderwerpen
Mogelijk zal de EPG stil staan bij een aantal buitenlandpolitieke actualiteiten zoals
de situatie in Nagorno-Karabach.
Nagorno-Karabach
Op 19 september jl. heeft Azerbeidzjan gewapende acties in Nagorno-Karabach uitgevoerd.
Er zijn rond het gebied bij Lachin en Stepanakert precisie drone- en raketaanvallen
van militaire doelwitten uitgevoerd en er heeft een beperkt grondoffensief plaatsgevonden.
Op 20 september is een staakt-het-vuren overeengekomen dat op het moment van schrijven
redelijk stand lijkt te houden. Het kabinet is uiterst bezorgd over deze ontwikkelingen
en veroordeelt de militaire escalatie door Azerbeidzjan.
Het kabinet steunt het statement van de Hoge Vertegenwoordiger Josep Borrell van 21 september jl. (Handelingen II
2023/24, nr. 3, Stemmingen), waarin hij namens de EU Azerbeidzjan dwingend oproept
de veiligheid en de rechten van de Armeense bevolking van Nagorno-Karabach te waarborgen
en ongehinderde toegang voor humanitaire hulp te verzorgen.11 Nederland heeft hiertoe ook in bilateraal verband opgeroepen en zal dit blijven doen.
Gezien de nood van de situatie en conform uw aangenomen motie van 21 september jl.12 is het kabinet voornemens om in Europees verband na te gaan of sancties ingezet kunnen
worden indien de situatie in Nagorno-Karabach verslechtert, aan te dringen op een
internationale humanitaire presentie in Nagorno-Karabach en Azerbeidzjan op te blijven
roepen de rechten van de etnisch Armeense bevolking van Nagorno-Karabach te respecteren.
Het kabinet blijft Armenië en Azerbeidzjan aanspreken op het belang van een hervatting
van vredesonderhandelingen om tot een duurzaam vredesakkoord tussen beide landen te
komen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken