Brief regering : Nationaal Preventie Mechanisme
33 826 Mensenrechten in Nederland
Nr. 52
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2023
Mensen van wie de vrijheid (deels) is ontnomen mogen niet worden gefolterd, vernederd
of mensonterend behandeld worden. Een van de instrumenten die Nederland heeft om dat
te voorkomen is het Nationaal Preventie Mechanisme (hierna het NPM). Het NPM moet
bijdragen aan een menswaardige behandeling van mensen wiens vrijheid (deels) is ontnomen.
In 2010 is Nederland de verplichting aangegaan een NPM in te richten met de ratificatie
van het Optional Protocol to the Convention Against Torture and other Cruel, Inhuman or Degrading
Treatment or Punishment (hierna het Protocol). Het NPM onderzoekt periodiek de behandeling van mensen wiens
vrijheid is ontnomen, doet aanbevelingen om behandeling en omstandigheden te verbeteren
en wrede behandeling te voorkomen, en doet voorstellen voor en maakt opmerkingen bij
bestaande of ontwerpwetgeving.
Met deze brief informeer ik uw Kamer dat het kabinet heeft besloten het College voor
de Rechten van de Mens (CRM) te verzoeken om de NPM taak op zich te nemen. Het CRM
heeft aangegeven daartoe bereid te zijn. In deze brief licht ik het besluit om het
NPM bij het CRM te beleggen en het vervolgproces toe.
Wijziging inrichting NPM
Het NPM is in Nederland sinds de ratificatie van het Protocol door middel van een
netwerk vormgegeven, onder coördinatie van de Inspectie JenV.1 Zowel het Subcomité ter preventie van foltering en andere wrede, onmenselijke of
onterende behandeling of bestraffing als het huidige netwerk zelf hebben aangegeven
dat een andere inrichting van het NPM wenselijk is.2 Door de NPM-taak bij één partij te beleggen zal de taak naar verwachting effectiever
en gerichter worden uitgevoerd, omdat deze partij het gehele mandaat heeft, in plaats
van meerdere partijen een gedeelte van het mandaat hebben. Ook wordt hierdoor de onafhankelijkheid
beter gewaarborgd. De onafhankelijkheid van het NPM is een belangrijke vereiste voor
een goede uitvoering van de NPM-taak.
Keuze voor CRM
Voor het onderbrengen van het NPM bij het CRM pleiten meerdere argumenten. Ten eerste
passen de taken van het NPM – toezicht houden op de naleving van een mensenrechtenverdrag
– bij de bestaande wettelijke taken en werkzaamheden van het College.3 Ook heeft het College veel expertise op het gebied van toetsing van feitelijke casussen
aan mensenrechten. Verder heeft het College al een nagenoeg volledig wettelijk mandaat
dat benodigd is voor het NPM, waaronder het bezoeken van locaties, opvragen van de
gewenste informatie en spreken van alle personen die het nodig acht voor het onderzoek.
Ten slotte geniet het College de A-status conform de Paris Principles van de VN.4 Dit betekent dat het CRM aan alle overleggen over mensenrechten bij de VN mag deelnemen
en het CRM voldoet aan de eisen van onafhankelijkheid die de VN stelt.
Ik heb in overleg met het netwerk en andere stakeholders een verkenning laten uitvoeren
hoe het NPM bij het CRM ingericht kan worden. Die verkenning is eerder benoemd in
het jaarverslag 2021 van het NPM5 en in de reactie op het verslag van het bezoek van het Europees Comité over de voorkoming
van folteringen en onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen (CPT).6 De verkenning is bijgevoegd in de bijlage.
Vervolgproces
Het streven is dat het CRM begin 2024 de NPM-taak formeel gaat uitvoeren. Bij het
College wordt een lid met specifieke expertise op het terrein van het NPM aangesteld.
Er wordt daarbij een team voor de ondersteuning van dit lid ingericht. Tevens zal
de Wet CRM gewijzigd worden om de NPM-taak expliciet te benoemen.
Een belangrijk onderdeel van de opstartfase van het NPM bij het CRM is het opbouwen
van de relatie met de huidige NPM-stakeholders. Nederland beschikt over een zeer uitgebreid
en effectief systeem van toezicht op de behandeling van personen in detentie. Het
NPM is complementair aan het netwerk, omdat het mechanisme zich richt op preventie.
Zo kan het NPM voorlichting geven en adviseren op bepaalde thema’s en daarbij expliciet
de verbinding leggen tussen de diverse toezichthouders en inspecties die zich richten
op verschillende locaties van vrijheidsbeneming. Bij de werkzaamheden kan het NPM
gevoed worden door de signalen van de huidige toezichthouders. Een goede relatie tussen
het CRM en de huidige NPM-stakeholders blijft daarom belangrijk, ook in de nieuwe
inrichting van het NPM. Het CRM zal over de uitvoering van de NPM-taak rapporteren
in het jaarverslag van het College. Deze jaarverslagen zijn openbaar via de website
van het CRM.
Ten slotte
Het NPM is een waardevol instrument om te voorkomen dat mensen van wie de vrijheid
(deels) is ontnomen, worden gefolterd, vernederd of mensonterend worden behandeld.
Ik ben er van overtuigd dat met het onderbrengen van het NPM bij het CRM de werking
van het mechanisme verder verbeterd kan worden. Ik ben het CRM daarom erkentelijk
dat het bereid is deze taak te gaan uitvoeren.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Indieners
-
Indiener
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming