Brief regering : Verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 4 en 5 september 2023
21 501-04 Ontwikkelingsraad
Nr. 263
                   BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 september 2023
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking
                  van 4 en 5 september 2023.
               
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
                  E.N.A.J. Schreinemacher
VERSLAG INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING VAN 4 EN 5 SEPTEMBER
                  2023
               
Op 4 en 5 september jl. vond de informele Raad Buitenlandse Zaken over Ontwikkelingssamenwerking
                  plaats in Cádiz. Nederland was hoogambtelijk vertegenwoordigd. Op de agenda stond
                  een gesprek tussen de Raad en plaatsvervangend SGVN Amina Mohammed over de aankomende
                  SDG-top. Daarnaast sprak de Raad over de sociale dimensie van ontwikkeling en over
                  de hervormingen van multilaterale ontwikkelingsbanken. Onder any other business werd kort stilgestaan bij Niger, de EU Oekraïne-faciliteit, de Palestijnse Gebieden,
                  het Post-Cotonouverdrag en het Global Gateway Forum.
               
Uitwisseling met plaatsvervangend Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties Amina
                     Mohammed
Via een videoverbinding sprak de Raad met plaatsvervangend Secretaris-Generaal van
                  de VN, Amina Mohammed, over de SDG-top die op 18 en 19 september a.s. in New York
                  zal plaatsvinden. Deze top is meermaals door Mohammed en Secretaris-Generaal Guterres
                  benoemd als van groot belang voor het behalen van de SDG’s en het overkomen van het
                  vertrouwenstekort (trust deficit) dat leeft onder ontwikkelingslanden ten aanzien van de inspanningen van ontwikkelde
                  landen. Mohammed benadrukte dan ook het belang om met concrete committeringen te komen
                  tijdens deze top, met extra aandacht voor de hervormingen van de internationale financiële
                  architectuur ten behoeve van SDG-en klimaatfinanciering. Deze hervormingen zullen
                  het financiële stelsel fit for purpose moeten maken, om zo beter te voorzien in de behoeften rondom klimaat, ontwikkeling
                  en het tegengaan van financiële ongelijkheid.
               
De Raad, waaronder ook Nederland, sprak brede steun uit voor de Agenda 2030 en voor
                  de SDG’s. Lidstaten erkenden het belang om het door Mohammed genoemde trust deficit te overkomen. Nederland benadrukte, net als een aantal andere lidstaten, dat om tot
                  voldoende financiering voor de SDG’s te komen verder gekeken zal moeten worden dan
                  alleen publieke ontwikkelingsfinanciering. Nederland onderstreepte in dit licht het
                  belang van coherent beleid ten aanzien van handel en (internationale) belastingen
                  en mobilisering van eigen middelen. Ook benadrukte Nederland het belang van mobilisering
                  van privaat kapitaal waarbij het Nederlandse uitgangspunt is «privaat waar het kan
                  en publiek waar nodig».
               
Digitale en groene transitie, inclusief sociale dimensie van duurzame ontwikkeling
De Raad sprak vervolgens over de gelijktijdige en onderling verbonden digitale- en
                  duurzaamheidstransities (twin transition). Daarbij vroeg het Spaanse voorzitterschap om meer aandacht voor sociale ontwikkeling,
                  inclusief de gevolgen voor mensen van globalisering. De Raad besprak op welke manier
                  de EU en haar lidstaten kunnen bijdragen aan de sociale dimensie van de VN 2030 Agenda
                  voor duurzame ontwikkeling, onder meer via de uitvoering van de Global Gateway strategie.
               
De Raad was het erover eens dat investeringen in de sociale dimensie van ontwikkeling
                  een belangrijk en onderscheidend onderdeel vormt van de internationale samenwerking
                  van de EU met derde landen. Verschillende lidstaten, waaronder ook Nederland, riepen
                  ertoe op om in te zetten op betere communicatie hierover, zodat voor partners beter
                  zichtbaar wordt dat de inzet hierop voor de EU als globale speler belangrijk is. Lidstaten
                  waren het erover eens dat de sociale dimensie ook in het Global Gateway initiatief
                  tot uitdrukking moet komen. In dit licht benadrukte Nederland het belang van nauwe
                  betrokkenheid van zowel de private sector en het maatschappelijk middenveld bij het
                  vormgeven van Global Gateway. Daarnaast pleitte Nederland in deze discussie ook voor
                  beleidscoherentie ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking om te komen tot een zo
                  effectief mogelijke inzet vanuit de EU. Tenslotte benadrukte Nederland dat een feministisch
                  buitenland beleid kan bijdragen aan inclusieve, sociale ontwikkeling.
               
Hervorming multilaterale ontwikkelingsbanken
Volgend op de Voorjaarsvergaderingen van de Wereldbank (WB) en het Internationaal
                  Monetair Fonds (IMF) van april jl. en de Summit for a New Global Financing Pact van 22–23 juni jl. in Parijs sprak de Raad over de hervormingsagenda van de Wereldbank
                  en andere multilaterale ontwikkelingsbanken. Een centrale vraag hierbij is hoe tegemoet
                  kan worden gekomen aan de toenemende vraag naar (concessionele) financiering voor
                  ontwikkeling en klimaat.
               
De Raad benadrukte het belang van meer proactieve sturing door multilaterale ontwikkelingsbanken
                  om het benodigde private kapitaal te mobiliseren, betere coördinatie tussen de banken
                  om complementariteit van investeringen te bereiken, en beter beleid op schuldhoudbaarheid.
                  Lidstaten verschilden van inzicht over de volgorde van de voorgestelde hervormingen:
                  moet verbetering van de werkwijze van de Banken voorwaardelijk zijn voor een groter
                  leenvolume of moeten deze hervormingen tegelijkertijd met het vrijspelen van meer
                  middelen plaatsvinden, gegeven de enorme financieringsbehoefte voor klimaatactie en
                  de SDG’s.
               
Nederland sprak in het bijzonder steun uit voor de voorstellen van de Wereldbank die
                  het vergroten van inzet («opschaling») mogelijk maken, zoals betere samenwerking via
                  landenplatforms tussen ontvangende landen en de verschillende ontwikkelingsbanken,
                  en nieuwe benaderingen voor blended finance, waarbij de private en publieke sector niet op projectniveau, maar op portefeuilleniveau
                  samenwerken om investeringen te versnellen en transactiekosten te verlagen. De EU
                  kan hierbij op basis van haar haar grote ervaring met coördinatie en standaardisatie
                  en instrumenten zoals het EFSD+ een nuttige rol spelen.
               
AOB
Niger
De Raad sprak tevens kort over de situaties in Niger en Gabon en hoe de EU zich moet
                  verhouden tot de Sahel. Ten aanzien van de sancties tegen Niger benadrukte de Raad
                  het belang om ECOWAS op te roepen om humanitaire uitzonderingen te maken, aangezien
                  een groot deel van de bevolking afhankelijk is van humanitaire hulp en alle bevoorrading
                  van deze hulp via Nigeria loopt. Lidstaten benadrukten door te blijven gaan met de
                  levering van hulp aan Niger, met uitzondering van de OS-inzet via de autoriteiten
                  of hulp die de autoriteiten legitimeert. De EU en EU-lidstaten zullen moeten nagaan
                  wanneer, en onder welke voorwaarden, deze kan worden hervat ten behoeve van de Nigerese
                  bevolking, en hier zoveel mogelijk gezamenlijk in optrekken.
               
Oekraïne-faciliteit
De Raad sprak over het voorstel van de Commissie om een Oekraïne-faciliteit op te
                  richten. De Raad was eensgezind in de steun hiervoor en lidstaten, waaronder ook Nederland,
                  onderstreepten de noodzaak om steun aan Oekraïne te blijven leveren. Lidstaten, waaronder
                  Nederland, riepen op tot versterkte coördinatie met andere betrokken partijen, zoals
                  de G7-landen, internationale financiële instellingen en de private sector. Nederland
                  riep op tot tijdige besluitvorming over de Oekraïne faciliteit en te voorkomen dat
                  deze vertraging oploopt, omdat de besluitvorming gekoppeld is aan de discussie over
                  de tussentijdse herziening van het Meerjarig Financieel Kader 2021–2027.
               
Palestijnse gebieden
De huidige situatie in de bezette Palestijnse Gebieden kwam kort aan bod, specifiek
                  de krimpende ruimte voor het maatschappelijk middenveld. Hierbij is opgeroepen om
                  te kijken wat verder gedaan kan worden om als EU gezamenlijk het maatschappelijk middenveld
                  te ondersteunen.
               
Post Cotonouverdrag
De Raad heeft het besluit tot ondertekening van het Post-Cotonou verdrag vastgesteld
                  tijdens de RBZ van 20 juli jl. De Commissie en enkele lidstaten gaven tijdens deze
                  Raad aan verheugd te zijn over het akkoord over het Post-Cotonouverdrag en uit te
                  zien naar de ondertekeningsceremonie in het najaar.
               
Global Gateway Forum
De Commissie lichtte kort het eigen initiatief voor de eerste editie van het Global Gateway Forum toe. Bij de bespreking van sociale dimensie van ontwikkeling riep Nederland
                  op tot nauwe betrokkenheid van de private sector en het maatschappelijk middenveld
                  bij het vormgeven van Global Gateway.
               
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
