Brief regering : Gevolg autoriseren ontwerpbegrotingen 2024 ministerie van Infrastructuur en Waterstaat na 1 januari 2024
36 410 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024
36 410
A
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2024
36 410 J Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2024
Nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 september 2023
Op verzoek van uw Kamer ontvangt u hierbij een overzicht van de nieuwe beleidsuitgaven
die zijn opgenomen in de Ontwerpbegrotingen 2024 van het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat. De Kamer heeft aangegeven inzicht te willen in de zaken die niet per
1 januari 2024 van start kunnen gaan als de begrotingen van Infrastructuur en Waterstaat
niet voor 31 december 2023 zijn vastgesteld.
In deze brief wordt achtereenvolgens ingegaan op de nieuwe beleidsuitgaven van de
beleidsbegroting (HXII), het Mobiliteitsfonds (A) en het Deltafonds (J). In de overzichten
zijn alleen de uitgaven voor 2024 opgenomen, omdat alleen deze uitgaven op basis van
artikel 105 van de Grondwet ter autorisatie aan het parlement worden voorgelegd. In
de toelichting van de maatregelen is de meerjarige doorwerking opgenomen.
De gevolgen van latere behandeling van de begroting lijken voor IenW beperkt. Voorop
staat dat de autorisatie van budgetten door de beide Kamers afgewacht wordt om nieuw
beleid in uitvoering te nemen. Mogelijk betekent dit dat enkele regelingen later dan
gepland van start kunnen. Dit kan tot gevolg hebben dat niet al het geraamde budget
nog in 2024 tot uitbetaling kan komen. In dat geval zal ik tijdig laten beoordelen
of het nodig is om hier de ramingen in de loop van 2024 nog op aan te passen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
BELEIDSBEGROTING INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT (HXII)
1. Klimaatmiddelen uit het Klimaatfonds
In april heeft binnen het kabinet besluitvorming plaatsgehad over het ontwerp-Meerjarenprogramma
Klimaat 2024, inclusief het aanvullende klimaatpakket naar aanleiding van het IBO
Klimaat. Deze maatregelen zijn grotendeels gefinancierd uit het Klimaatfonds en per
Ontwerpbegroting 2024 overgeboekt naar de departementale begrotingen, van waaruit
de middelen worden besteed. Voor IenW wordt in totaal € 755,4 mln. voor de jaren 2024–2030
toegevoegd aan de begroting, waarvan € 62,6 mln. in 2024. Gevolg van het later dan
1 januari 2024 autoriseren van de begroting is dat het openstellen van de onderliggende
regelingen of verstrekken van opdrachten pas vanaf dat moment kan plaatsvinden.
2. Geluidsisolatie Schiphol (GIS4)
Vanaf 2024 staan de kosten voor de vierde regeling Geluidsisolatie Schiphol (GIS4)
in de begroting van IenW. Dit is de opvolger van de drie voorgaande GIS-regelingen.
In de zogeheten Prinsjesdag Suppletoire Begroting (PSB) staat GIS4 al benoemd; het
te veel geheven budget onder de GIS3-regeling wordt via deze PSB toegevoegd aan het
budget voor GIS4, met de vermelding dat uitvoering in september start. Om richting
burgers en bedrijven geen vertraging op te lopen en omdat dit in feite als voortzetting
van staand beleid te typeren valt, zal het ministerie deze regeling conform planning
in september 2023 uit gaan voeren.
3. NGF-projecten
Voor de Nationaal Groeifonds (NGF) projecten «Groeiplan Water Technologie» en «NL2120»
wordt de budgettaire autorisatie via de 1e suppletoire begroting 2023 geregeld. In de begroting 2024 is de subsidiegrondslag
opgenomen, op basis waarvan daadwerkelijk de onderliggende regelingen opengesteld
kunnen worden. Dit kan daarom pas plaatsvinden na autorisatie door beide Kamers.
Voor het «Maritiem Masterplan 2.0» komt € 29,4 mln beschikbaar in 2024 om betrouwbare
en modulaire klimaatneutrale schepen te ontwikkelen, te bouwen en te gebruiken in
een cyclische innovatieketen. Aanvullend is er € 110 mln. voorwaardelijk toegekend.
Indien de behandeling van de Ontwerpbegroting 2024 na 1 januari 2024 plaatsvindt,
zal uitvoering van het Maritiem Masterplan iets later van start gaan dan oorspronkelijk
gepland.
4. Terugsluis vrachtwagenheffing
In de begroting 2024 worden middelen vrijgemaakt voor het voorfinancieren van de terugsluis
van de vrachtwagenheffing, zodat hiermee versneld subsidiemaatregelen kunnen starten
die bijdragen aan de verduurzaming van vrachtverkeer (cf. de motie-Van Ginneken, Kamerstukken
35 910, nr. 15). Hiermee wordt in de begroting 2024 onder andere het openstellen van de Aanschafsubsidie
Zero Emissie Trucks (AanZET) van € 45 mln. beoogd. Openstelling zal plaatsvinden na
autorisatie, waardoor enige vertraging zal ontstaan indien de begroting pas na 1 januari
wordt geautoriseerd, maar openstelling kan nog wel in 2024.
5. Subsidies met een grondslag in de Ontwerpbegroting 2024 (excl. Klimaatfonds en
NGF)
Buiten de hierboven benoemde beleidsvoornemens kennen meerdere subsidies een (voorgenomen)
grondslag in de begroting 2024. In totaal gaat het om € 21,1 mln aan subsidies, exclusief
subsidies gefinancierd uit het Klimaatfonds of het Nationaal Groeifonds. Toelichting
op deze subsidies treft u in de begroting onder «budgettaire gevolgen van beleid».
6. Bijdragen aan de ILT voor nieuwe taken
Er is voor € 2,4 mln. aan nieuwe taken voor de ILT voorzien in 2024. Het gaat om zeven
nieuwe taken waarvoor het budget in de voorliggende begroting wordt geregeld, waarvan
handhaving op Energielabels gebouwen met € 1,2 mln. de grootste is.
Mobiliteitsfonds (A) en Deltafonds (J)
In het Mobiliteitsfonds worden veranderingen doorgevoerd waarover u met een separate
brief op Prinsjesdag nader wordt geïnformeerd. De meeste veranderingen zijn besproken
in het Commissiedebat MIRT van 5 juli jl. en nader geduid in de brief aan de Kamer
van 24 augustus jl.
Het gros van deze voorgenomen maatregelen heeft geen budgettair effect in 2024. Daar
waar het wel het begrotingsjaar 2024 raakt (zie onderstaand overzicht), wordt de behandeling
van de begroting afgewacht. Voor het Deltafonds zijn op dit moment geen budgettaire
effecten in 2024 voorzien die niet als staand beleid te typeren vallen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat