Brief regering : Verbetering toeslagpartnerbegrip eerstegraadsbloedverwanten samengestelde gezinnen
31 066 Belastingdienst
Nr. 1283
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 september 2023
In de stand van zakenbrief Toeslagen van 21 december 20221 is aangegeven dat het kabinet als onderdeel van de besluitvorming over de begroting
2024 zou bezien of het mogelijk is om dekking binnen het toeslagenstelsel te vinden
voor eerder geprioriteerde verbetermaatregelen in de toeslagen. Het kabinet blijft
doen wat nodig is en pakt op een aantal belangrijke thema’s knelpunten aan. Het is
bijvoorbeeld schrijnend dat ouders en kinderen die voor elkaar zorgen en daarvoor
bij elkaar wonen, in sommige situaties tegen terugvorderingen of lagere aanspraken
op toeslagen aanlopen.
In deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(SZW) en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), over de verbetermaatregel
in het toeslagpartnerbegrip die het kabinet voorstelt. Deze maatregel houdt in dat
bijvoorbeeld grootouders die met hun kinderen en kleinkinderen in één huis wonen niet
meer als toeslagpartner worden aangemerkt. Hierdoor heeft het samenwonen in dit geval
geen negatief effect meer op de hoogte van de toeslagen.
Verbeteringen in het huidige toeslagenstelsel
In het coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) stond, naast de ambitie om het toeslagenstelsel op termijn af te schaffen, dat het
kabinet zich ook wilde inzetten voor verbeteringen in het huidige toeslagenstelsel.
Een aantal knelpunten is inmiddels door het kabinet opgelost; zo kunnen per 1 januari
2023 personen in de opvang die gevlucht zijn voor huiselijk geweld zelfstandig toeslagen
aanvragen, waarmee recht wordt gedaan aan de feitelijke situatie, namelijk als alleenstaande.
Voor een aantal andere verbetermaatregelen zijn reeds wetsvoorstellen ingediend bij
het parlement. Dit betreft een wetsvoorstel met vereenvoudigingen in de huurtoeslag
(Kamerstuk 36 311), en een wetsvoorstel waarin onder andere het knelpunt rondom de aanspraak op kinderopvangtoeslag
voor een werkende ouder met een partner buiten de EU2 wordt aangepakt (Kamerstuk 36 352).
Verbetermaatregel eerstegraadsbloedverwanten toeslagpartnerbegrip samengestelde gezinnen
Voor het aanpakken van knelpunten in het huidige toeslagenstelsel is in het coalitieakkoord
geen geld beschikbaar gesteld. In de stand van zakenbrief Toeslagen van 21 december
2022 is daarom aangegeven dat het kabinet als onderdeel van de besluitvorming over
de begroting 2024 zou bezien of het mogelijk is om dekking binnen het toeslagenstelsel
te vinden voor de eerder geprioriteerde verbetermaatregelen zoals een oplossing voor
het eerstegraads bloedverwantschap in het kader van het partnerbegrip samengestelde
gezinnen.
Het kabinet is overeengekomen om per 2025 het knelpunt ten aanzien van eerstegraadsbloedverwanten
in samengestelde gezinnen3 op te lossen door de leeftijdsgrens van 27 jaar los te laten. Door het partnerbegrip
bij samengestelde gezinnen zijn twee meerderjarigen ouder dan 27 jaar, waarvan één
volwassene een minderjarig kind heeft, elkaars partner. Niet in alle gevallen zijn
deze volwassenen ook elkaars levensgezellen. Een voorbeeld is een dochter die met
haar moeder en kind samenwoont en voor hen beiden zorgt. Het verrichten van mantelzorg
en het delen van één huis kan hiermee onbedoelde effecten hebben op het recht op toeslagen.
Door het loslaten van de leeftijdsgrens voor eerstegraadsbloedverwanten heeft het
samenwonen in dit geval geen effect meer op de hoogte van de toeslagen. Het kabinet
waardeert het zeer als ouders en kinderen voor elkaar zorgen en hiervoor bij elkaar
gaan wonen. Het is dan ook onwenselijk dat ouders en kinderen in zulke situaties aanlopen
tegen terugvorderingen of lagere aanspraken op toeslagen.
Met deze maatregel worden circa 3.000 ouders niet meer als toeslagpartners gezien.
Het kabinet kiest ervoor om deze specifieke groep te helpen, waarbij het voor deze
groep kan gaan om bedragen tot een paar duizend euro per jaar. De maatregel kost structureel
€ 12 miljoen en wordt gefinancierd door een kleine generieke verlaging van het kindgebonden
budget en de zorgtoeslag. De orde van grootte hiervan zal enkele euro’s per jaar per
huishouden bedragen. Door het verdelen van de budgettaire opgave over de hele populatie
toeslagontvangers blijft het nadelige effect daarvan per huishouden beperkt.
Planning
Ik ben voornemens de benodigde wetgeving, inclusief de maatregelen die de budgettaire
dekking formaliseren, in het voorjaar van 2024, in het pakket Fiscale Verzamelwet
2025 aan uw Kamer voor te leggen. Ik kijk er naar uit om deze verbetermaatregel met
uw Kamer te bespreken.
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën