Brief regering : Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) 2024
32 637 Bedrijfslevenbeleid
33 009
Innovatiebeleid
Nr. 577
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 september 2023
Jaarlijks informeer ik uw Kamer op Prinsjesdag over de afdrachtvermindering voor Speur-
en Ontwikkelingswerk, beter bekend als de WBSO. Ik doe dat mede namens de Staatssecretaris
van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst. In deze brief sta ik stil bij de WBSO
in 2022. Het jaarverslag van de WBSO (de Focus) over 2022 stuur ik mee met deze brief.
Ook ga ik in op de omvang van het WBSO-budget in 2024 en de parameters van de regeling
voor 2024. Ik sluit af met twee technisch inhoudelijke onderwerpen rond de WBSO.
Een sterke economie met groot innoverend vermogen, schept nieuwe mogelijkheden in
het aanpakken van de maatschappelijke uitdagingen waar we als land voor staan. Het
Nederlandse innovatiebeleid is er op gericht onderzoek en ontwikkeling breed te stimuleren,
naast gerichte stimulering op specifieke speerpunten en maatschappelijke uitdagingen.
De WBSO vormt samen met de innovatiebox de basis van het generieke innovatiebeleid.
Met de WBSO kunnen bedrijven en ZZP'ers die speur- en ontwikkelingswerk (S&O) verrichten
een vermindering krijgen op de loonheffingen of inkomstenbelasting die zij afdragen.
Jaarverslag 2022 – Focus
In 2022 hebben 19.484 bedrijven gebruik gemaakt van de WBSO. Dit is een lichte afname
ten opzichte van 2021 en 2020, waarin nog iets meer dan 20.000 bedrijven gebruik maakten
van de WBSO. Net als voorgaande jaren betreft 97% van de bedrijven mkb, 2.405 bedrijven
waren starters. Het aantal toegekende ontwikkelingsprojecten was 87.359 en het aantal
technisch-wetenschappelijke projecten was 4.032 (4%). Het aantal toegekende projectaanvragen
is een stuk lager dan voorgaande jaren. Dit betekent echter niet dat het aantal unieke
projecten of het aantal uur besteed aan S&O binnen de WBSO is afgenomen. De aanvraagsystematiek
voor de WBSO is per 2022 aangepast, waardoor vervolgprojecten die in hetzelfde jaar
plaatsvinden, niet meer apart aangevraagd hoeven te worden (zie ook later in deze
brief onder Nieuwe aanvraag- en verrekensystematiek). Het aantal uren S&O dat ondersteund is met de WBSO is zelfs licht toegenomen ten
opzichte van het voorgaande jaar (1%). De bestedingen aan S&O-niet-loonkosten en -uitgaven
zijn sterker toegenomen, met bijna 6%. De toegekende loonkosten waren in 2022 € 4,7 miljard
en de niet-loonkosten € 3,5 miljard. Uiteindelijk is door de bedrijven € 1,3 miljard
belastingvoordeel verzilverd, dit is ruim driekwart van het op basis van de aanvragen
toegekende voordeel. Dit komt met name omdat bedrijven niet alle S&O-activiteiten
realiseren die ze hebben ingediend, bijvoorbeeld omdat kosten lager uitvallen dan
vooraf door bedrijven ingeschat of er toch minder uren nodig bleken dan vooraf werd
gedacht. In de Focus, het met deze brief meegestuurde jaarverslag over de WBSO in
2022, wordt het voorgaande nader uiteengezet.
Budget en parameters 2024
De WBSO heeft een budgetsystematiek waarbij het uitgangspunt een basisbedrag is (in
2023 € 1.348 miljoen – inclusief de per dit jaar gestarte indexatie), dat wordt vermeerderd
op basis van de indexatiesystematiek1 en waar het tekort of overschot van twee jaar geleden bij komt of af gaat (t-2 systematiek).
De indexatie voor 2024 bedraagt € 42 miljoen. In 2022 was er een overschot van € 39
miljoen. Daarmee is het beschikbare budget voor 2024 € 1.429 miljoen. (€ 1.348+42+39
miljoen). Als er een tekort geraamd wordt, worden in principe de parameters van de
WBSO naar beneden bijgesteld om binnen het beschikbare budget te blijven. Het verwachte
benodigde budget voor 2024 bij de huidige parameters is € 1.446 miljoen. Daarmee werd
voor 2024 een tekort van € 17 miljoen voorzien.
Om het tekort voor 2024 te dekken zijn middelen toegekend binnen het inkomstenkader.
De parameters van de WBSO kunnen daarmee gehandhaafd worden. Zonder rekening te houden
met eventuele incidentele overschotten of tekorten uit voorgaande jaren werd een structureel
tekort geraamd van tussen de € 50 en € 60 miljoen voor de komende jaren. Ook voor
dit structurele tekort is dekking gevonden binnen het inkomstenkader en wordt 56 miljoen
toegekend vanaf 2025. Met de € 17 miljoen voor 2024 en € 56 miljoen structureel vanaf
2025, is de verwachting dat het WBSO-budget bij een vergelijkbaar niveau van S&O de
komende jaren voldoende zou moeten zijn.
Parameters WBSO
2023
2024
Tarief eerste schijf
32%
32%
Tarief eerste schijf starters
40%
40%
Grens eerste schijf
€ 350.000 S&O-grondslag
€ 350.000 S&O-grondslag
Tarief tweede schijf
16%
16%
Overig
Nieuwe aanvraag- en verrekensystematiek
Per 2022 is een gewijzigde aanvraagsystematiek ingevoerd bij de WBSO, met als doel
de administratieve lasten voor gebruikers te verminderen en de flexibiliteit te verhogen.
Aanvragen kunnen nu iedere maand worden gedaan2 en hebben altijd betrekking op het resterende deel van het jaar. Anders dan voorheen
het geval was, is het hierdoor mogelijk dat aanvragen van een bedrijf elkaar overlappen.
Bedrijven kunnen makkelijker een aanvullende aanvraag ten aanzien van een reeds toegekend
project doen, zonder (voorheen maximaal eens per kwartaal) een hele nieuwe aanvraag
in te hoeven dienen. Hierdoor vindt er geen grote toename in aanvragen meer plaats
op een aantal vaste indieningsmomenten per jaar, zoals voorheen in juni. Hierdoor
hoeven WBSO-gebruikers minder aanvragen te doen voor hetzelfde aantal S&O-uren. Ook
zijn de regels voor verrekening van het toegekende WBSO-voordeel een stuk eenvoudiger
gemaakt. Deze nieuwe aanvraag- en verrekensystematiek leidt tot minder administratieve
lasten voor bedrijven. Het effect van de nieuwe systematiek was vorig jaar al te zien,
maar zet dit jaar door. Er zijn dit jaar wederom meer bedrijven die in het aanvraagproces
gebruik maken van de mogelijkheden die de gewijzigde aanvraagsystematiek biedt. De
eerste geluiden over de aanpassing die Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
in de uitvoering heeft ontvangen van gebruikers zijn positief.
In 2024 zal er een evaluatie plaatsvinden van de WBSO in de jaren 2018–2022. Deze
nieuwe systematiek zal meegenomen worden in de periodieke evaluatie van de WBSO. Publicatie
van het evaluatierapport wordt eind 2024 verwacht.
Data over niet-loonkosten
Ten tijde van de vorige evaluatie van de WBSO was het volgens het bureau dat de evaluatie
uitvoerde, niet goed mogelijk om het effect van de WBSO op de S&O-niet-loonkosten
(kosten en uitgaven voor S&O) te onderzoeken. Daarom was een van de aanbevelingen
destijds om de databeschikbaarheid van de S&O-niet-loonkosten te verbeteren. Hoewel
voor bedrijven die kiezen voor het opvoeren van de werkelijke (niet-loon)kosten en
uitgaven de gegevens beschikbaar zijn bij RVO voor een analyse, is dit niet het geval
voor bedrijven die gebruik maken van de forfaitaire regeling ten aanzien van niet-loonkosten.
Ten behoeve van de volgende evaluatie is het CBS daarom gevraagd welke databronnen
beschikbaar zijn op basis waarvan het effect van de WBSO op de S&O-niet-loonkosten
van forfaitgebruikers wel kwantitatief kan worden onderzocht. Uit dit zogenoemde data-assessment
van het CBS komt naar voren dat er, hoewel er enkele beperkingen gelden, op basis
van de R&D-enquêtegegevens van het CBS naar verwachting mogelijkheden bestaan om bij
de volgende evaluatie ook uitspraken te doen over het effect van de WBSO op de S&O-niet-loonkosten
van forfaitgebruikers en daarmee tevens over het effect van de WBSO op de S&O-niet-loonkosten
in algemene zin.
Het is aan het onderzoeksbureau dat de volgende evaluatie van de WBSO uitvoert, om
de mogelijkheden hiertoe nader te bepalen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Indieners
-
Indiener
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat