Brief regering : Geannoteerde agenda voor de informele Raad Algemene Zaken van 27 en 28 september 2023
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2712
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 september 2023
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de informele Raad Algemene Zaken
van 27 en 28 september 2023.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 27 EN 28 SEPTEMBER 2023
Op 27 en 28 september vindt de informele Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats in Murcia,
Spanje. Tijdens deze informele bijeenkomst zal gesproken worden over EU-uitbreiding,
de institutionele uitdagingen voor de toekomst van de EU en Open Strategische Autonomie.
Het is op het moment van schrijven nog onduidelijk hoe het Spaanse voorzitterschap
voornemens is de discussies te structureren. Gezien het informele karakter van de
bijeenkomst zijn conclusies noch besluitvorming voorzien. De Minister van Buitenlandse
Zaken is verhinderd deel te nemen aan deze Raad; de Directeur Generaal Europese Samenwerking
zal Nederland vertegenwoordigen.
EU-uitbreiding
De leden van de Raad zullen naar verwachting van gedachten wisselen over de (impact
van) mogelijke EU-uitbreiding. Nederland ondersteunt het EU-perspectief van de landen
in de Westelijke Balkan en de nieuwe (potentiële) kandidaat-lidstaten Oekraïne, Moldavië
en Georgië.
Het kabinet is strikt, fair en betrokken ten aanzien van het EU-uitbreidingsbeleid. De Kopenhagencriteria blijven centraal staan in het toetredingsproces. Daarbij
is het belang van een goed functionerende rechtsstaat essentieel. Behoud van stabiliteit
en de ondersteuning van rechtsstaatshervormingen vormen het uitgangspunt van het toetredingsbeleid.
In aanvulling hierop hecht het kabinet veel waarde aan aansluiting van kandidaat-lidstaten
bij het Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheidsbeleid (GBVB) van de Unie. Het
kabinet blijft inzetten op conditionaliteit en omkeerbaarheid als kernbeginselen,
zowel ten aanzien van het toetredingsproces als voor EU-bestedingen in de regio.
Tijdens de informele Raad zal naar verwachting ook gesproken worden over de absorptiecapaciteit
van de Unie om nieuwe leden op te nemen. Het kabinet is van mening dat het belangrijk
is aandacht te besteden aan de impact van een mogelijke uitbreiding van de EU op onder
meer de Europese veiligheid, het EU-migratiebeleid, de rechtsstaat, het functioneren
van de interne markt, de financiering van de EU en de institutionele processen in
de EU. Tijdens deze informele Raad zal naar verwachting vooral gesproken worden over
de institutionele uitdagingen.
Institutionele uitdagingen voor de toekomst van de EU
Het Spaanse voorzitterschap heeft naast de gedachtewisseling over EU-uitbreiding ook
een discussie over EU governance geagendeerd. Hieronder vallen institutionele vraagstukken over de toekomst van de
EU, gerelateerd aan thema’s als besluitvorming, de democratische legitimiteit van
de EU, de institutionele balans tussen de instellingen en de bevoegdheden van EU-instellingen
en lidstaten. En marge van de informele RAZ wordt door het Spaanse voorzitterschap
hierover ook op ambtelijk niveau een seminar georganiseerd. Tijdens deze informele
RAZ zullen lidstaten naar verwachting worden uitgenodigd verder van gedachten te wisselen
over deze onderwerpen. Zij spraken hier ook al over tijdens de informele RAZ van 21
en 22 juni jl. in Stockholm.1
Goed bestuur is voor het kabinet een belangrijk onderdeel van een sterke EU in de
toekomst. Bij eventuele toetreding van nieuwe lidstaten is het bijvoorbeeld belangrijk
dat de EU een slagvaardige en legitieme actor blijft. Het institutionele kader van
de Unie moet zijn toegerust op deze ambitie. Verder is het bijvoorbeeld van belang
dat besluitvorming in de EU-instellingen transparant is. Nederland zet zich sinds
lange tijd in om de transparantie binnen de Raad en rondom het EU-besluitvormingsproces
te moderniseren.
Ook zet het kabinet zich ervoor in om binnen het GBVB van de EU tot snellere en betere
besluitvorming te komen. Dit is met name relevant gelet op de huidige geopolitieke
uitdagingen. Het kabinet is daarom voorstander van het gebruik van gekwalificeerde
meerderheid ten aanzien van besluiten op het terrein van sancties, civiele GVDB missies
en mensenrechtenverklaringen. Het kabinet zal zich hier met gelijkgezinde lidstaten
voor blijven inzetten.
Daarnaast is het van belang dat de EU haar democratische legitimiteit behoudt, ook
in de toekomst. Het kabinet ziet het als een kerntaak om de Nederlandse burger bij
de Europese Unie te betrekken door deze te informeren, actief te luisteren naar wat
de burger van de Unie verwacht en zo draagvlak te creëren. Om die reden organiseert
het kabinet bijvoorbeeld in 2023 en 2024 opnieuw burgerdialogen. Uw Kamer wordt binnenkort
nader geïnformeerd over de plannen omtrent de voorziene EU-informatiecampagne, inclusief
de burgerdialogen.
Open Strategische Autonomie
Het Spaanse voorzitterschap heeft open strategische autonomie (OSA) van de EU tot
één van zijn prioriteiten gemaakt. Nederland en Spanje hebben sinds de publicatie
van een gezamenlijk non-paper in 2021 nauw samengewerkt op open strategische autonomie.2 Het kabinet verwelkomt dan ook deze prioritering van het Spaanse voorzitterschap
en kijkt uit naar de OSA-discussie tussen lidstaten tijdens de informele RAZ.
Het kabinetsbeleid ten aanzien van OSA is uiteengezet in de Kamerbrief Open Strategische
Autonomie d.d. 8 november jl.3 Het kabinet zet zich in voor een geïntegreerde Europese aanpak ter volwassenwording
van de EU als geopolitieke speler. Het Nederlandse uitgangspunt is het versterken
van het vermogen van de EU om als mondiale speler, in samenwerking met internationale
partners, op basis van eigen inzichten en keuzes haar publieke belangen te borgen
en weerbaar te zijn in een onderling verbonden wereld.4
Deze aanpak is vormgegeven langs drie bouwstenen die met elkaar samenhangen en elkaar
versterken: 1) het structureel versterken van het politiek-economische fundament van
de EU; 2) het mitigeren van de risico’s van strategische afhankelijkheden; en 3) het
vergroten van het geopolitiek handelingsvermogen van de EU. In het Europees debat
is veel aandacht voor het mitigeren van risicovolle strategische afhankelijkheden.
Nederland acht het van belang om deze focus gepaard te laten gaan met aandacht voor
de eerste en derde bouwsteen. Nederland speelt een actieve rol in dit debat en publiceerde
in dat kader op 19 juli jl. een non-paper in samenwerking met België, Finland, Portugal
en Slowakije dat uw Kamer eveneens is toegegaan.5
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.