Brief regering : Appreciatie Commissievoorstel voor een gecoördineerde opzegging van het ECT door de Unie en Euratom
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3767
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 september 2023
Op 7 juli 2023 publiceerde de Europese Commissie (hierna: de Commissie) een voorstel
voor een Raadsbesluit voor opzegging door de Europese Unie van het Energiehandvestverdrag
(Energy Charter Treaty; ECT)1 (hierna: Raadsbesluit ECT-opzegging EU) en een Aanbeveling van de Commissie voor
een Raadsbesluit om in te stemmen met een opzegging door Euratom van het ECT2 (hierna: Aanbeveling ECT-opzegging Euratom). In deze brief ontvangt u, mede namens
de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, een appreciatie
van deze voorstellen. Deze brief vervangt het reguliere BNC-fiche vanwege de korte
termijn waarbinnen Europese besluitvorming mogelijk plaats kan vinden.
Tevens publiceerde de Commissie twee Commissiebesluiten die zien op de intrekking
van twee voorstellen voor Raadsbesluiten omtrent het standpunt van de EU en Euratom
tijdens de ECT Ministeriële Conferentie (hierna: Conferentie) van 22 november 2022.
Deze besluiten worden niet van een appreciatie voorzien omdat de Raad geen rol heeft
in de zelfstandige beslissing van de Commissie om haar voorstellen in te trekken.
Inhoud Commissie voorstellen
U bent in Kamerstuk 21 501-33, nr. 949 geïnformeerd over het kabinetsbesluit om het onderhandelingsakkoord niet te steunen
dat op 24 juni 2022 werd bereikt over de modernisering van het ECT tussen alle 53
verdragspartijen.
Met het voorstel van de Commissie voor een Raadsbesluit voor ECT-opzegging door de
EU en de Aanbeveling van de Commissie voor een Raadsbesluit voor ECT-opzegging door
Euratom stelt de Commissie een gecoördineerde opzegging door de Unie en Euratom van
het ECT voor. De reden voor dit voorstel is het ontbreken van een gekwalificeerde
meerderheid binnen de EU voor de voorstellen ten aanzien van de modernisering waardoor
de Unie en Euratom geen positie kunnen innemen ten aanzien van de modernisering. Zonder
het standpunt van de Unie is er onvoldoende steun vanuit de ECT-verdragspartijen voor
het aannemen van het moderniseringsakkoord. Hierdoor zijn de ECT-verdragspartijen,
inclusief de Unie en haar lidstaten op dit moment nog steeds gebonden aan het huidige
niet-gemoderniseerde Verdrag.
Aangezien de huidige (niet-gemoderniseerde) verdragstekst niet in lijn is met de Europese
energie- en klimaatdoelstellingen3 zoals gedefinieerd in de Europese Green Deal, het REPowerEU-plan en het Parijs Akkoord,
stelt de Commissie voor dat de EU en Euratom zich op een gecoördineerde wijze terugtrekken
uit het ECT. De Commissie noemt verder in de toelichting dat het ECT onverenigbaar
is met het beginsel van autonomie van het Unierecht. Om de bovengenoemde redenen is
opzegging door de EU en Euratom volgens de Commissie de enige beschikbare oplossing.
Appreciatie Commissievoorstellen en Nederlandse inzet
Het kabinet is positief over de voorstellen van de Commissie. Het kabinet heeft al
eerder aangekondigd om het ECT op te zullen zeggen omdat de moderniseringsvoorstellen
niet voldoende in lijn zijn met de Nederlandse inzet4 op het gebied van duurzaamheid en energie- en klimaatdoelstellingen. De voorstellen
zijn ook in lijn met het streven van het kabinet om gecoördineerd uit het ECT te stappen.
In de motie van het lid Teunissen van 22 juni 2022 werd het kabinet opgeroepen zich
aan te sluiten bij de oproep van Spanje om in EU-verband gecoördineerd uit het ECT
te stappen5.
In de appreciatie van de moderniseringsvoorstellen heeft het kabinet destijds geconcludeerd
dat hoewel de moderniseringsvoorstellen een verbetering zijn ten opzichte van de huidige
tekst van het ECT, het behaalde resultaat onvoldoende ambitieus is. Het voornaamste
bezwaar is dat de modernisering onvoldoende recht doet aan de duurzaamheidsdoelstellingen
en voor Nederland onvoldoende in lijn is met de Nederlandse en Europese doelen die
voortvloeien uit het klimaatakkoord van Parijs. Zo creëert de gemoderniseerde tekst
geen nieuwe duurzaamheidsverplichtingen terwijl dit wel de EU-inzet was. Het gemoderniseerde
ECT herbevestigt enkel bestaande duurzaamheidsverplichtingen en blijft daarmee achter
bij bepalingen in andere verdragen, zoals de Brede Economische en Handelsovereenkomst
tussen Canada en de Europese Unie (CETA). Bovendien blijven investeringen in de fossiele
sector ook onder het gemoderniseerde – specifiek op de energie sector gerichte – ECT
buiten de EU beschermd.
EU-krachtenveld
Op 5 september zal de Commissie een eerste presentatie geven over haar voorstellen
aan de EU-lidstaten. Het is nog niet bekend wanneer de onderhandelingen over de voorstellen
zullen beginnen. Hierdoor is het krachtenveld ten aanzien van de nieuwe voorstellen
slechts op grote lijnen bekend. Naar verwachting zullen in ieder geval de lidstaten
die hebben aangegeven het ECT op te zullen zeggen of al hebben opgezegd, de Commissievoorstellen
steunen. Dit zijn naast Nederland ook Frankrijk, Duitsland, Polen, Spanje, Slovenië,
Luxemburg, Ierland en Denemarken. Italië is sinds 2016 geen partij meer van het ECT.
Er is op dit moment ook nog een aantal lidstaten die het ECT niet willen opzeggen.
EU-opzegging van het ECT vereist (minimaal) een gekwalificeerde meerderheid binnen
de Raad.
Het Europees Parlement heeft in een aangenomen resolutie aangegeven voorstander te
zijn van gecoördineerd opzeggen door zowel de Europese Unie, haar lidstaten en Euratom6.
Juridische aspecten van de voorstellen
Bevoegdheid
Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid voor de voorstellen voor
opzegging van het ECT is positief. Het voorstel voor een Raadsbesluit voor opzegging
door de EU is gebaseerd op artikel 194(2) en artikel 207(4) VWEU, in samenhang met
artikel 218(6)(a)(v) VWEU. De aanbeveling voor een Raadsbesluit ter goedkeuring van
opzegging door Euratom is gebaseerd op artikel 101 van het Euratom Verdrag. Een besluit
tot opzegging van een internationale overeenkomst moet worden aangenomen op basis
van dezelfde rechtsgrondslag en volgens dezelfde procedure als het besluit tot sluiting
van deze overeenkomst.
Op het terrein van de gemeenschappelijke handelspolitiek is sprake van een exclusieve
bevoegdheid van de Unie op grond van artikel 3, eerste lid, onder e) VWEU. Op het
terrein van energie is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten
op grond van artikel 4, tweede lid, onder i) VWEU. Op basis van artikel 3, tweede
lid, VWEU, kunnen deze gedeelde interne bevoegdheden onder andere exclusief (extern)
worden indien de te sluiten overeenkomst de gemeenschappelijke regels kan aantasten
of de strekking ervan kan wijzigen.
Subsidiariteit
Niet van toepassing. De voorgestelde besluiten tot opzegging door de EU kunnen, gezien
de aard ervan, enkel door de EU worden vastgesteld.
Proportionaliteit
Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit van het voorstel
voor een Raadsbesluit tot opzegging door de EU en de grondhouding van het kabinet
ten aanzien van de aanbeveling voor een Raadsbesluit tot opzegging door Euratom is
positief. In het voorstel en de aanbeveling stelt de Commissie aan de Raad voor te
besluiten dat de Unie en Euratom het ECT opzeggen. Om opzegging te realiseren is een
besluit van de Raad noodzakelijk. Het doel van opzegging is om de spanning met de
EU’s energie- en klimaatdoelstellingen en tussen het ECT en het EU-investeringsbeleid
en -recht op te heffen. Het voorgestelde optreden is geschikt om het doel te bereiken
omdat de EU en Euratom door opzegging op termijn niet meer gebonden zullen zijn aan
het ECT. Bovendien gaat het voorgestelde optreden niet verder dan noodzakelijk omdat
eerder is gebleken dat minder ingrijpend optreden, te weten door modernisering van
het ECT, niet haalbaar is.
Financiële consequenties
Na de opzegging van het ECT zullen de investeringen die daarvoor zijn gedaan binnen
de EU en Euratom nog 20 jaar beschermd blijven onder het ECT. Dat betekent dat na
de opzegging nog steeds claims van de investeerders ingediend kunnen worden op basis
van het ECT, met mogelijke financiële consequenties.
Regeldruk, geopolitieke gevolgen en concurrentiekracht
De Commissievoorstellen zullen niet tot extra regeldruk leiden. Het uitblijven van
een EU-standpunt ten aanzien van de modernisering heeft tot onbegrip geleid bij de
andere ECT-verdragspartijen. Het is noodzaak dat de EU snel duidelijkheid kan geven
aan de andere ECT-verdragspartijen over de positie van de EU in het kader van het ECT. Wat dat betreft zijn
het voorstel en de aanbeveling dus welkom.
De opzegging van het ECT betekent dat alle nieuwe investeringen, gedaan na de inwerkingtreding
van de opzegging, niet meer onder het ECT beschermd zullen worden. Dit zou gevolgen
kunnen hebben voor de concurrentiepositie van Europese investeerders in niet EU-landen
die partij zijn bij het ECT. De mogelijke negatieve gevolgen van de opzegging voor
Nederlandse investeerders in ECT-landen kunnen worden gemitigeerd door goed werkende
rechtssystemen of bestaande bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten, die
zich richten op het algehele investeringsklimaat.
Verhouding Commissievoorstellen tot de nationale opzegging van het ECT
Nederland heeft besloten het ECT op te zeggen. Naast de nationale opzegging van het
ECT door Nederland is de inzet van het kabinet een gecoördineerde opzegging van het
ECT door de EU. Voor opzegging door de EU zijn de Raadsbesluiten nodig waarvoor de
voorstellen op dit moment op tafel liggen. Indien deze worden aangenomen en de EU
het ECT opzegt, dan betekent dat dat Nederland op termijn niet meer via de Unie aan
het ECT gebonden is. De goedkeuringsprocedure van de opzegging van het ECT voor Nederland
loopt parallel aan het Europese proces. Het bovenstaande betekent dat de inzet van
het kabinet is om ongeacht de ontwikkelingen in de EU, de opzegging van het ECT door
Nederland door te zetten.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Indieners
-
Indiener
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie