Brief regering : Arbeidsmigratiepakket n.a.v. de motie van het lid Omtzigt over de voorbereide maatregelen ten aanzien van arbeidsmigratie verder uitwerken en in het vroege najaar voorleggen aan de Kamer (Kamerstuk 36392-5)
29 861 Arbeidsmigratie en sociale zekerheid
Nr. 120 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 september 2023
Het kabinet heeft de afgelopen periode gesproken over grip op migratie, waaronder
                  arbeidsmigratie. Zoals de Minister van Justitie en Veiligheid in haar brief van 10 juli
                  2023 aan uw Kamer heeft gemeld1, heeft het kabinet geen overeenstemming bereikt over migratie. Met deze brief reageer
                  ik op de motie van het lid Omtzigt2 waarin het kabinet wordt opgeroepen om, ondanks de ontstane politieke situatie, de
                  maatregelen omtrent arbeidsmigratie verder uit te werken en aan uw Kamer voor te leggen.
                  Daarbij benadruk ik dat het kabinet ook over deze maatregelen, zowel individueel als
                  in zijn geheel, als onderdeel van het bredere pakket, geen overeenstemming heeft bereikt.
               
Maatregelen arbeidsmigratie
Met de hiervoor genoemde brief van de Minister van Justitie en Veiligheid van 10 juli
                  jl. zijn aan uw Kamer afschriften verstrekt van stukken die zijn ingebracht ten behoeve
                  van de bewindspersonenoverleggen over migratie. In de presentatie in Bijlage 183 zijn de sporen benoemd aan de hand waarvan het kabinet heeft gewerkt aan maatregelen
                  om arbeidsmigratie beter beheersbaar te maken. Ik heb een aantal van deze sporen ook
                  genoemd in het debat met uw Kamer over de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid
                  2023.4 Deze sporen zijn:
               
1. Keuzes voor de economie en arbeidsmarkt van de toekomst
2. Meer mensen in Nederland (meer) aan het werk helpen, o.a. statushouders en parttimers
                        (grip via sturing op de arbeidsmarkt)
                     
3. Tegengaan van concurrentie op arbeidsvoorwaarden (grip via huisvesting en werkomstandigheden)
4. Arbeidsmigratie in iedere gemeente randvoorwaardelijk toetsen aan het (lokaal) absorptievermogen
                        (grip via voorzieningen)
                     
5. Aanpak van keerzijden van arbeidsmobiliteit binnen de EU, waaronder de detachering
                        van derdelanders (grip via drijfveren en aanpak misstanden)
                     
Binnen deze sporen heeft het kabinet gesproken over de volgende, aanvullende maatregelen
                  die kunnen bijdragen aan meer grip op arbeidsmigratie. Sommige maatregelen beogen
                  het aantal arbeidsmigranten in Nederland te verminderen, terwijl andere maatregelen
                  leiden tot het meer faciliteren van gerichte arbeidsmigratie naar Nederland. Zoals
                  vermeld, is over dit pakket maatregelen geen overeenstemming bereikt. De voorstellen
                  die in de gesprekken over de migratieagenda zijn besproken, zijn:
               
1. Subsidies en fiscale faciliteiten zo gericht mogelijk inzetten, zodat ze passen bij
                        de bewuste keuzes ten aanzien van onze toekomstige economie, arbeidsmarkt en samenleving.
                     
2. Het toespitsen van de kennismigrantenregeling waarbij de wenselijkheid van het stellen
                        van opleidingseisen of van het aanscherpen van het salariscriterium, met name voor
                        kennismigranten onder de 30 jaar, wordt bezien.
                     
3. Kennismigranten die al in Nederland zijn en een waardevolle bijdrage leveren vaker
                        voor ons land behouden door de zoekperiode in het geval van voortijdige contractbeëindiging
                        te verruimen van drie naar zes maanden.
                     
4. Een pilot voor een tijdelijke vakkrachtenregeling onder strikte voorwaarden om op
                        korte termijn de arbeidsmarktkrapte in de technieksector te verlichten met vakkrachten
                        uit derde landen.
                     
5. De vraag naar laagbetaalde arbeid verminderen door (proces)innovatie en hiervoor zo
                        gericht mogelijk subsidie beschikbaar stellen.
                     
6. De arbeidsparticipatie van asielzoekers in procedure verhogen door de 24-weken-eis
                        af te schaffen. Daarnaast is gesproken over het differentiëren in wachttermijn tussen
                        asielzoekers met een kansrijke en met een kansarme aanvraag door de termijn te verkorten
                        respectievelijk te verlengen.
                     
7. De capaciteit van de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) uitbreiden voor handhaving.
8. Gemeenten extra ondersteunen bij de handhaving van wetgeving ter verbetering van de
                        huisvesting van arbeidsmigranten in het kader van de Wet Goed Verhuurderschap.
                     
9. Het plan van aanpak en de terugkeer van dak- en thuisloze arbeidsmigranten in Nederland
                        extra ondersteunen.
                     
10. Inzetten op betere informatievoorziening in de landen van herkomst. Inrichten van
                        brede informatievoorzieningen en dienstverlening in heel Nederland om arbeidsmigranten
                        beter wegwijs te maken en op de hoogte te stellen van hun rechten en plichten.
                     
11. Werkgevers een nadrukkelijke rol geven om arbeidsmigranten wegwijs te maken door taalonderwijs
                        en integratie te stimuleren.
                     
12. De mogelijkheid uitwerken om in specifieke sectoren een uitzendverbod in te kunnen
                        voeren. Dit instrument kan vervolgens worden ingezet indien er geen verbetering zichtbaar
                        is en grote misstanden ten aanzien van uitzendkrachten in specifieke sectoren blijven
                        voortbestaan.
                     
13. Een voorstel tot het aanscherpen van de regeling over Extraterritoriale Kosten (ETK-regeling)
                        om misbruik en ongewenste concurrentie op de loonkosten tegen te gaan door het uitsluiten
                        van ETK van keuzeloon, en het ongewijzigd laten van de 30%-regeling om aantrekkelijk
                        te blijven voor sectoren met hoogwaardige arbeid.
                     
14. Het kabinet laat arbeidsmigratie beter aansluiten op lokale behoeften of behoeften
                        in bepaalde sectoren. Zo moeten de gevolgen van nieuwe economische bedrijvigheid voor
                        huisvesting, transport en zorg in de gemeente of de regio waar die wordt ontplooid,
                        beter in kaart worden gebracht door middel van een bedrijfseffectrapportage (BER).
                        In dit kader start het kabinet een pilot voor het randvoorwaardelijk stellen van de
                        BER voor nieuwe bedrijvigheid in de distributiesector. Doel is om een zo effectief
                        mogelijk en proportioneel middel te ontwikkelen dat ongewenste druk op de samenleving
                        tegengaat. Zonder een goed vestigings- en ondernemingsklimaat voor (hoogwaardige)
                        bedrijven uit het oog te verliezen en zo dat het past bij de bewuste keuzes over onze
                        economie van de toekomst.
                     
15. Een betere match tussen vacatures in Nederland en werknemers binnen de EU door optimaler
                        gebruik te maken van het European Employment Service (EURES) netwerk.
                     
16. Blijvende inzet voor Europese sociale minimumnormen in Europese richtlijnen om te
                        zorgen voor een gelijk speelveld binnen de EU en om het principe van gelijk loon voor
                        hetzelfde werk op dezelfde plaats te bevorderen.
                     
17. Het gebruik van schijnconstructies en oneigenlijk gebruik, waardoor Europese arbeidsmigranten
                        of arbeidsmigranten van buiten de EU via andere EU-lidstaten naar Nederland worden
                        gedetacheerd en de gevolgen daarvan, in Europees verband aan de orde stellen.
                     
18. Bevorderen van internationale samenwerking en samenwerking tussen toezichts- en handhavingsinstanties
                        bij handhaving van Europese en nationale arbeidsregels en inzetten op het uitbreiden
                        van het mandaat van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) in 2024.
                     
De volgende maatregelen zijn lopend kabinetsbeleid en zijn, vanwege hun positieve
                  invloed op grip op arbeidsmigratie, in dit kader besproken.
               
1. Het plan van aanpak «Statushouders aan het werk» uitvoeren, samen met gemeenten, werkgevers,
                        onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties om statushouders te helpen
                        bij het vinden van werk op niveau.
                     
2. De onverkorte uitvoering van de aanbevelingen van het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten
                        om misstanden op het gebied van werk en wonen aan te pakken en de positie van arbeidsmigranten
                        te verbeteren.5 Het wetstraject voor de certificering van ondernemingen die arbeidskrachten ter beschikking
                        stellen zal onverkort worden voortgezet.
                     
De maatregelen zijn nader toegelicht in enkele bijlagen bij de eerder genoemde brief
                  van de Minister van Justitie en Veiligheid van 10 juli jl. De betreffende bijlagen
                  heb ik bij deze brief gevoegd. Het betreft:
               
– Bijlage 20 BWO EZK Two pager (de two-pager d.d. 10 mei 2023 is de propositie van de
                        Minister van Economische Zaken en Klimaat voor de migratiestroom arbeid t.b.v. het
                        BWO op 12 mei 2023)
                     
– Bijlage 24 BWO Uitwerking maatregelen migratiestromen effect tijdpad juridisch t.b.v.
                        BWO 16 mei 2023 (selectie van voorstellen die betrekking hebben op migratiestroom
                        «arbeid»)
                     
– Bijlage 38 BWO Mogelijkheden beleidsmatig richtgetal in strategische migratieagenda
– Bijlage 39 BWO Pakket brede migratieagenda arbeidsmigratie (de two-pager d.d. 1 juni
                        2023 is de propositie van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor de
                        migratiestroom arbeid t.b.v. het BWO op 6 juni 2023)
                     
De maatregelen zijn nog niet uitgebreid getoetst op haalbaarheid en budgettaire gevolgen.
                  Veel maatregelen vergden, na eventuele politieke besluitvorming, nadere uitwerking
                  en keuzes.
               
Door de maatregelen en bijbehorende uitwerking zoals die binnen het kabinet zijn besproken
                  aan uw Kamer voor te leggen, geeft het kabinet invulling aan de motie-Omtzigt. Omdat
                  maatregelen voor de bescherming van arbeidsmigranten en het tegengaan van misstanden
                  op het gebied van werk en wonen reeds lopend beleid betreffen en niet op zich kunnen
                  laten wachten, voert het kabinet de aanbevelingen van het Aanjaagteam bescherming
                  arbeidsmigranten onverkort en met urgentie uit.
               
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Indieners
- 
              
                  Indiener
 C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
