Brief regering : Regeling zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 2121 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 september 2023
In mijn brief van 28 april 20231 heb ik uw Kamer toegelicht hoe ik de regeling voor financiële ondersteuning voor
een specifieke groep zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten ga vormgeven.
Over de contouren van de voorgenomen regeling is gedebatteerd in uw Kamer (Handelingen II
2022/23, nr. 102, item 25). Tevens heeft de concept regeling deze zomer opengestaan voor internetconsultatie.
Vandaag is de Regeling zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten (hierna:
regeling) gepubliceerd in de Staatscourant2.
In deze brief licht ik toe welke verbeteringen zijn gedaan in de regeling ten opzichte
van de versie die online heeft gestaan voor internetconsultatie. Daarnaast geef ik
een reactie op de aangenomen motie van het lid Drost3 over het verkennen van de mogelijkheden om de regeling eerder en/of langer open te
stellen. Tevens ga ik in op de aangehouden motie van het lid Agema c.s.4 om ZZP’ers ook in aanmerking te laten komen voor de financiële ondersteuning.
Aanpassing van de regeling na internetconsultatie
Van 19 juni 2023 tot en met 3 juli 2023 heeft de concept regeling opengestaan voor
internetconsultatie. In totaal zijn 437 reacties binnengekomen. Ik waardeer dat burgers
en organisaties de moeite hebben genomen om te reageren op de regeling. Alle reacties
zijn met zorg en aandacht gelezen. De binnengekomen reacties onderschrijven het belang
om zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten te ondersteunen. Er is ook ontevredenheid
geuit op de door het kabinet gekozen afbakening. Daar heb ik oog voor. Ik weet dat
er een veel grotere groep in Nederland kampt met langdurige post-COVID klachten. Daarom
zet het kabinet zich in om iedereen met post-COVID zo goed als mogelijk te ondersteunen.
Dat gebeurt onder andere door het financieren van onderzoek naar de diagnose en behandeling
en door het tijdelijk vergoeden van de paramedische herstelzorg vanuit het basispakket.
Naar aanleiding van de internetconsultatie zijn een aantal verbeteringen gedaan in
de regeling. Ik licht hier de belangrijkste aanpassingen toe. Allereerst is de reikwijdte
van de regeling aangepast, in die zin, dat zorgmedewerkers die een afwijzende WIA-beslissing
hebben ontvangen met als reden dat zij meer dan 65% kunnen verdienen van het loon
dat verdiend werd voor ziekte, eveneens in aanmerking kunnen komen voor de financiële
ondersteuning. Daarnaast is de regeling op enkele plaatsen vereenvoudigd voor de aanvrager.
Zo hoeft er geen kopie van het bankafschrift meer te worden aangeleverd omdat gewerkt
kan worden met een verificatiesysteem van uitvoeringsorganisatie DUS-I. Daarnaast
hoeft de verklaring van de zorgaanbieder niet meer ondertekend te worden door de tekenbevoegde
bestuurder, maar door de (voormalig) leidinggevende waar de betreffende zorgmedewerker
ten tijde van de eerste golf werkzaam was of werkzaamheden heeft verricht. Dit verkleint
de drempel voor zorgmedewerkers om deze verklaring te verkrijgen.
Openstelling aanvraagloket
In de aangenomen motie van het lid Drost is verzocht te verkennen of de regeling eerder
en/of langer opengesteld kan worden, mits het bedrag nog dit jaar uitgekeerd kan worden.
Deze verkenning is uitgevoerd samen met de uitvoeringsorganisatie DUS-I. Met het nadrukkelijke
doel om de financiële ondersteuning in 2023 uit te keren is het niet mogelijk gebleken
om de aanvraagperiode te verlengen. Dat komt mede doordat tijd nodig is voor het bouwen
van het aanvraagportaal. Doorgaans heeft uitvoeringsorganisatie DUS-I dertien weken
om een aanvraag te behandelen. In dit geval wordt alles op alles gezet om die periode
fors in te korten. Nog verder inkorten zou ten koste gaan van de zorgvuldigheid die
noodzakelijk is om aanvragen goed te beoordelen.
Ik realiseer mij goed dat het indienen van een aanvraag met bijbehorende documentatie
juist door deze groep zorgmedewerkers als extra inspannend ervaren kan worden. Daarom
is nadrukkelijk geprobeerd om de administratieve last voor hen zo beperkt mogelijk
te houden, onder andere door hoofdzakelijk reeds bestaande documenten op te vragen.
ZZP’ers
Het lid Agema heeft verzocht om ZZP’ers ook in aanmerking te laten komen voor de financiële
ondersteuning. De afgelopen periode heb ik de verkenning voor ZZP’ers voortgezet.
Uit de verkenning is gebleken dat het beoordelen van ZZP'ers zonder vergelijkbaar
document met de WIA-beslissing (tezamen met het verzekeringsbericht) als onuitvoerbaar
wordt gezien vanwege het ontbreken van objectieve en verifieerbare dossiervorming.
Dit is immers wel noodzakelijk om te beoordelen of er sprake is van twee jaar ziekte
sinds de eerste golf met als gevolg dat iemand zijn of haar werk niet meer (volledig)
kan uitvoeren. In de regeling is echter wel opgenomen dat een ZZP’er altijd een aanvraag
mag indienen als hij of zij van mening is dat wordt voldaan aan de voorwaarden en
als dit toch objectief en verifieerbaar kan worden aangetoond. Onder bijzondere omstandigheden
kan ik in een specifiek geval afwijken van de regeling.
Tot slot
Vanaf vandaag ben ik gestart met de communicatie over de regeling, zodat potentiële
begunstigden op de hoogte zijn van de voorwaarden en de documenten die nodig zijn
voor de aanvraag. Deze informatie staat op de website van DUS-I.
Het aanvraagloket zal van 25 september tot en met 23 oktober 2023 openstaan. Het streven
is om de aanvragen in 2023 uit te betalen. Hiermee hoop ik dat de zorgmedewerkers
de erkenning vanuit het kabinet waarderen.
Ik hoop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport