Brief regering : Verslag van de informele JBZ-Raad van 20-21 juli 2023
32 317 JBZ-Raad
Nr. 848 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID, VOOR RECHTSBESCHERMING EN DE STAATSSECRETARIS
VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 augustus 2023
Hierbij bieden wij uw Kamer het verslag aan van de bijeenkomst van de informele Raad
Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) op 20 en 21 juli 2023 in Logroño, Spanje. Bijgaand
treft uw Kamer tevens de antwoorden op de resterende vragen uit het schriftelijk overleg
voorafgaand aan deze JBZ-Raad aan. Dit zijn vragen van de VVD-fractie over de API-verordeningen
en online piraterij van (sport)evenementen. Ook informeren wij u zoals toegezegd over
wat tijdens de JBZ-Raad is besproken over mensenrechten, en welke resultaten daarop
zijn behaald.1 Tot slot wordt het kwartaaloverzicht van het tweede kwartaal van wetgevende voorstellen
op JBZ-terrein aangeboden.
Verslag
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deelgenomen aan de Homedag van
de JBZ-Raad. Tijdens de Justitiedag werd Nederland ambtelijk vertegenwoordigd.
Op zowel de Homedag als de Justitiedag van de JBZ-Raad was er aandacht voor de strijd
tegen georganiseerde criminaliteit (pagina’s 1–3, 7). De JBZ-Raad onderschreef de
noodzaak voor versterkte samenwerking binnen de EU en met Latijns-Amerika voor de
aanpak van criminele netwerken. Met betrekking tot de Russische agressie tegen Oekraïne,
heeft de JBZ-Raad het belang benadrukt van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. De
Commissie zal begin september een voorstel doen voor de verlenging van deze richtlijn
tot maart 2025 (pagina 4). Tenslotte is er gesproken over asiel en migratie met een
focus op de Crisis-, instrumentaliserings- en force majeurverordening (Crisisverordening)
en de externe dimensie van migratie (pagina’s 4–5).
Tijdens de Justitiedag lag de nadruk op de verbetering van de bescherming en zorg
voor slachtoffers en het voorstel van de Commissie voor de herziening van de richtlijn
2012/29/EU (ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten)2 uit 2012 (pagina’s 6–7). Dit is een prioriteit van het Spaanse voorzitterschap. Daarnaast
kwam het onderwerp verbetering van de toegang tot het recht voor mensen met een beperking
aan de orde (pagina 5).
Mensenrechten (toezegging aan het lid Podt)
Allereerst verwijst het kabinet naar de Raadsbespreking onder het Asiel en migratie-agendapunt.
Tijdens de bespreking van de crisis-verordening vroegen verschillende lidstaten, waaronder
Nederland, aandacht voor de proportionaliteit van de derogaties en de borging van
fundamentele rechten in de verordening. Ook werd door verschillende lidstaten aan
de orde gebracht dat het belang van respect voor het internationaal recht onderdeel
dient te zijn van brede partnerschappen met derde landen. Daarnaast voerde de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid en marge van de Raad verschillende gesprekken waarin de
waarborging van mensenrechten aan de orde kwam. Zo onderstreepte de Staatssecretaris
in een gesprek met Eurocommissaris Johansson het belang van onafhankelijk onderzoek
naar de scheepsramp bij Pylos. Het kabinet vindt het met het oog daarop positief dat
de Europese Commissie recent samen met de uitvoerend directeur van Frontex verschillende
bezoeken aan Griekenland bracht om een structurele dialoog met de Griekse autoriteiten
te onderhouden. In een gesprek met de Bulgaarse Minister van Binnenlandse Zaken Stoyanov
benadrukte de Staatssecretaris tot slot, mede ter uitvoering van de motie van het
lid Kuzu3, het belang van respect voor mensenrechten aan de Bulgaarse buitengrens en het belang
van een goed onafhankelijk monitoringsmechanisme om incidenten te monitoren.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg
Verslag van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken 20
en 21 juli 2023 te Logroño
I. Binnenlandse zaken
1. Strijd tegen georganiseerde criminaliteit als wereldwijde dreiging
Het Spaanse voorzitterschap opende de discussie met de constatering dat georganiseerde
criminaliteit de voornaamste dreiging vormt tegen Europa. Het aanpassingsvermogen
van criminele organisaties is ongekend, gezien de kennis van nieuwe (IT-)ontwikkelingen.
Steeds meer zetten organisaties in op corruptie, infiltratie, witwassen, desinformatie
en andere hybride dreigingen. Tevens vroeg het Voorzitterschap aandacht voor (drugs-)geweld
in steden en havens (zogeheten highly affected zones), informatie-uitwisseling, samenwerking met Europol, Frontex en EMPACT. Tot slot benadrukte
het Voorzitterschap de relatie tussen externe en interne veiligheid. In Latijns-Amerika
is gestructureerde samenwerking nodig en moet worden gekeken naar samenwerking met
de VS en de Westelijke Balkan. Het is nuttig om bestaande middelen voor de bestrijding
van georganiseerde criminaliteit uit te breiden.
Commissaris Ylva Johansson van Binnenlandse Zaken constateerde namens de Commissie
dat criminele organisaties zijn verweven met de samenleving. Het Serious and Organised Crime Threat Assessment (SOCTA)-rapport van Europol bevestigt dit.4 De voornaamste trends zijn: globalisering van de netwerken, vergaande technologische
ontwikkelingen, duistere witwaspraktijken, ondergronds bankieren en de toename van
geweld. De Commissie riep op om het wereldwijde netwerk beter in kaart te brengen
en daarbij ook de rechtshandhaving toegang te geven tot digitale systemen. Het is
van belang om de capaciteiten van het OM en rechters te versterken om deze criminelen
te kunnen vervolgen. Ook een toename van corruptie in de havens is zichtbaar. De Commissie
deed een oproep aan de lidstaten om de Richtlijn tegen corruptie aan te nemen.5 De Commissie wil tijdens de JBZ-Raad in september uitgebreider spreken over de samenwerking
met diverse Latijns-Amerikaanse landen. Ook wil de Commissie dat de EU gezamenlijke
leverage gebruikt ten aanzien van Arabische landen, aangezien een aantal een safe haven blijft voor criminelen. Als de EU nadruk legt op de coördinatie zal een betere aanpak
worden bewerkstelligd richting deze landen. Alle lidstaten steunden deze stelling.
De Executive Director van Europol, Catherine de Bolle, beschreef dat in het SOCTA-rapport
steeds duidelijker wordt hoe de georganiseerde criminaliteit diverse methoden gebruikt
om hun netwerken te versterken: ze zijn steeds gewelddadiger, corruptie wordt onderschat
en witwassen blijkt een belangrijke motor. Diverse ontwikkelingen werden hierbij uitgelicht,
waaronder high level moneybrokers (die werkzaam zijn als ondergrond bankiers), online fraude en smokkel en uitbuiting.
Europol kondigde aan een gedetailleerd rapport over de aanpak van georganiseerde criminaliteit
begin 2024 te publiceren.
Frontex constateerde een toename in geconfisqueerde hoeveelheden drugs en drong aan
op samenwerking met derde landen en het verbeteren van samenwerking tussen de (EU)
agentschappen, in het kader van EMPACT, maar ook zeker in data-uitwisseling. Het belang
van het verbeteren van het omgevingsbewustzijn via het MAOC-N gremium en dat er wordt
gewerkt aan een netwerk ter bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit werd
benadrukt.
Enkele lidstaten benoemden veiligheid als grondrecht voor burgers en refereerden daarbij
aan de juridische basis in artikel 83 voor strafrecht die de instrumenten biedt om
op te treden tegen georganiseerde criminaliteit. Inlichtingenuitwisseling en risicoanalyses
zijn hierbij noodzakelijk. Er is een EU-strategie voor interne veiligheid nodig die
in verhouding staat tot de externe relatie. Drugshandel ontwikkelt zich verder met
synthetische drugs. Het is van belang om aanvullende wetgeving te bekijken op basis
van artikel 83 die kan bijdragen aan het effectief tegengaan van georganiseerde criminaliteit.
Alle lidstaten zijn het ermee eens dat samenwerking om georganiseerde criminaliteit
aan te pakken van groot belang is en benadrukten de inzet op samenwerking met landen
van oorsprong en transit en de focus op een betere coördinatie van deze inzet. Meerdere
lidstaten onderstreepten de ernstige bedreiging van onze vrije samenleving, interne
veiligheid en burgers en uitten zorgen over geweld, infiltratie en corruptie. Er werd
gesteld dat het essentieel is dat rechtshandhaving de juiste instrumenten heeft, zowel
in de wetgeving als in de technische capaciteiten. Het juridisch raamwerk is robuust,
maar moet verder worden versterkt. Diverse lidstaten lichtten specifieke aspecten
hierbij uit, waaronder dataretentie, gegevensbescherming, het verbeteren van inlichtingenuitwisselingen,
betere en eerdere identificatie van kwetsbaarheden, interregionale samenwerking, en
de samenhang met andere wetgeving waaronder de Freedom of Media Act en de Artificial Intelligence Act (nu in de triloogfase). Een aantal lidstaten stelde graag ervaringen te delen
over betere screening van personeel en snellere meldingen van verdachte gebeurtenissen
om deze praktijken gezamenlijk verder te ontwikkelen. Voor dergelijke praktijken was
tijdens de bijeenkomst van de Coalitie Europese landen tegen ondermijning op 5 juni
jl. veel aandacht.6 Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, sprak waardering uit voor de Coalitie
Europese landen tegen ondermijning, en hoopte op een betere inzet op havens.
Enkele lidstaten constateerden een toename in criminaliteit en geweld vanuit Latijns-Amerika.
EU moet Latijns-Amerika steunen in het tegengaan van geldstromen. Het Latijns-Amerikaanse
Interne Veiligheidscomité (CLASI) helpt als gremium voor de samenwerking op drugshandel,
wapens, en mensenhandel.
Meerdere lidstaten benadrukten dat witwassen sterk moet worden tegengegaan, waarbij
wordt ingezet op vermogensherstel. Lidstaten observeerden een grote toename in verschillende
soorten drugs, en concluderen een grote trend voor drugshandel vanuit legale middelen.
Daarom is opgeroepen tot vergaande screening van verschillende containers en pakketten.
Havens zijn hierbij een belangrijke factor. In dit kader moeten ook de criminele en
terroristische netwerken in Sub-Sahara Afrika aangepakt worden, aangezien zij een
belangrijke bron zijn van de drugshandel in Europa. De impact van irreguliere migratie
en het misbruiken van asielprocedures door georganiseerde criminaliteit dat door migranten
wordt gebruikt voor drugsnetwerken vanuit het land van oorsprong is aan bod gekomen.
Het is van belang om deze cirkel te doorbreken.
Ook werden steeds meer zogenoemde online cyber enabled en cyber dependent misdrijven waargenomen en stelde de JBZ-Raad dat geldstromen en liquide middelen
van criminele organisaties moeten worden bestreden. De Europese Dienst voor extern
optreden (EDEO) benoemde het belang van verdere versteviging en uitbreiding van EL
Paccto en COPOLAD (programma EU, Latijns-Amerika, Cariben voor drugsbeleid) en onderstreepte
de noodzaak om de bestrijding van georganiseerde criminaliteit hoog op de politieke
agenda te houden.
Lidstaten waren het eens dat Europol een goed platform is voor de versterking van
de samenwerking met Latijns-Amerika, wat een prioriteit is in de ontwikkeling van
bestaande structuren.
Nederland riep op tot het ontmantelen van criminele netwerken door alle betrokken
partijen, zoals politie, OM, douane, Financial Intelligence Units (FIU’s), gemeenten
en het maatschappelijk middenveld. Daarnaast werd het belang van het tegengaan van
criminele geldstromen en het vergroten van de weerbaarheid van logistieke hubs zoals
havens benadrukt. Volgens Nederland moet worden ingezet op downstream disruption (het tegengaan van drugsexport). Ook heeft Nederland de Commissie werd gevraagd in
haar nieuwe legislatuur vervolg te geven aan de mapping excercise en bestaande initiatieven.
2. Russische agressie tegen Oekraïne en de gevolgen voor interne veiligheid
Interne veiligheid
Het onderwerp werd geïntroduceerd met een uitgebreide terugblik op de gezamenlijke
Europese inzet om Oekraïne te steunen na de inval door de Russische Federatie. Het
Spaanse voorzitterschap benoemde het opgestelde 10-puntenplan voor de coördinatie
van de activiteiten, de noodzaak om externe grenzen te versterken om alle vormen van
mensen-en wapenhandel tegen te gaan en de snelle lancering van EMPACT. Het belang
van accountability voor mogelijke oorlogsmisdrijven is benadrukt en de lidstaten zijn
opgeroepen om te blijven uitdragen dat de EU Oekraïne zal blijven steunen.
De Commissie schetste een relatief stabiele situatie rond de grensovergangen en prees
de samenwerking met Oekraïne in het tegengaan van wapens. Oekraïne heeft nieuwe wetgeving
waarin staat dat alle wapens moeten worden geregistreerd. Europol ontvangt driemaandelijkse
updates over gestolen wapens. De data over ingenomen wapens is ook gedeeld na het
bezoek de Commissie en Europol aan Oekraïne. Een aantal lidstaten benadrukten in dit
kader het belang van wapendatabases. Nederland pleitte dat de smokkel van illegale
wapens in brede zin moet worden tegengegaan, niet alleen in Oekraïne. Het is van belang
dat autoriteiten informatie delen op operationeel, tactisch en strategisch niveau.
Nederland waarschuwde voor terroristische organisaties, zoals IS en Al Qaida, die
het conflict misbruiken. Meerdere lidstaten hebben dit waargenomen.
De lidstaten benadrukten het belang van de strafbaarstelling van het niet naleven
van EU sancties en hebben steun geuit aan de Joint Investigation Teams (JIT’s) om straffeloosheid tegen te gaan.
De EU-inzet richting Oekraïne blijft gericht op de versterking van de EU Military Assistance Mission Ukraine, voor het bijdragen aan hervormingen in het Oekraïense rechtsstelsel, het verhogen
van de weerbaarheid en de inzet op straffeloosheid, zoals het agressietribunaal. De
Commissie vroeg aandacht voor de samenwerking tussen JBZ-en GVDB-initiatieven werd
benadrukt, met steun van een aantal lidstaten, en bracht de druk op Moldavië door
hybride-en cyberaanvallen onder de aandacht.
Een aantal lidstaten stelde dat Moldavië en de Westelijke Balkan onze aandacht nodig
hebben om het conflict op alle fronten te bestrijden. Steun aan deze landen is ook
belangrijk voor grensmanagement, capaciteitsopbouw en wederopbouw. Lidstaten uitten
ook zorgen over mensenhandel aan de grenzen en mogelijk misbruik van de migrantenstromen,
waardoor onwelwillenden de EU binnenkomen.
Een groot aantal lidstaten riep op tot goede samenwerking in de strijd tegen desinformatie
en de hybride dreigingen. Deze dreigingen kunnen grote invloed hebben op wat er gebeurt
binnen de EU grenzen. De Commissie sloot zich aan bij deze oproep.
De Europese Contraterrorisme Coördinator (EU-CTC), Illka Salmi, onderstreepte dat
de veiligheidselementen moeten worden meegenomen in de gesprekken over de interne
en externe veiligheidsdimensie. De uitkomsten dienen de veiligheidsdialoog te voeden
en vice versa.
Het Voorzitterschap sloot de discussie af en verwelkomde de grote voortgang en inspanningen
van Oekraïne op het vlak van veiligheidsrisico's aan de grenzen, maar ook met betrekking
tot de registratie van wapens.
Interne ontheemden: Richtlijn tijdelijke bescherming Oekraïners
De Commissie kondigde aan dat zij op korte termijn een voorstel zal doen voor verlenging
van de tijdelijke bescherming voor ontheemden uit Oekraïne tot maart 2025, zodat de
Raad hierover in het najaar een besluit kan nemen. De Commissie kondigde ook aan de
mogelijkheden te verkennen voor verdere verlenging van de tijdelijke bescherming na
2025. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, spraken hun steun uit voor de
door de Commissie voorgenomen verlenging tot maart 2025. Enkele lidstaten gaven aan
dat een duurzame oplossing voor de langere termijn ook noodzakelijk is.
3. Asiel en Migratie
Het Voorzitterschap trapte de discussie af met een toelichting op het kort voor de
Raad verspreide bespreekdocument, waarin discussievragen waren geformuleerd over de
voortgang op het Asiel- en Migratiepact (Pact) en de externe dimensie van het Europees
migratiebeleid. Het Voorzitterschap verwelkomde ten zeerste de resultaten die door
de Raad van juni werden bereikt op de Asiel- en migratiemanagementverordening (AMMR)
en de Asielprocedureverordening (APR), maar benadrukte dat spoedige afronding van
de nog resterende stappen ook belangrijk is. Het Voorzitterschap riep de lidstaten
daarom op compromisbereid te handelen in de gesprekken over een Raadspositie op de
Crisis-, instrumentaliserings- en force majeurverordening (hierna: Crisisverordening).
De voorzitter van het LIBE-comité in het Europees Parlement, Juan Fernando López Aguilar,
leverde een gelijksoortige boodschap af aan de Raad. Daarnaast benoemde het Voorzitterschap
het belang van voortgang op de externe dimensie van het migratiebeleid; ook dit onderwerp
zal tijdens deze Voorzitterschapsperiode hoog op de agenda blijven.
De Commissie steunde het Voorzitterschap in het streven om spoedig een compromis te
bereiken op de Crisisverordening. De Eurocommissaris stond verder stil bij het Memorandum
of Understanding (MoU) dat de Commissie enkele dagen voorafgaand aan de Raad met de
Tunesische autoriteiten tekende. De Commissaris noemde ook de voortgang op een Actieplan
voor de Oostelijk Mediterrane route en stond tot slot stil bij artikel 25bis van de
Visumcode. Verder kondigde zij aan het jaarlijkse vertrouwelijke rapport van de Commissie
met een beoordeling van de EU-brede terugkeersamenwerking zo spoedig mogelijk af te
ronden zodat de Raad in het najaar kan besluiten over eventuele te nemen vertrouwelijke
maatregelen. Het rapport werd kort na de Raad (eind juli) vertrouwelijk aan de leden
van de Raad gezonden.
In een volledige tafelronde was de Raad eensgezind over het belang van proactief migratiebeleid
op de externe dimensie om migratiecrises te voorkomen. Een groot aantal lidstaten,
waaronder Nederland, verwelkomde tegen deze achtergrond het Memorandum of Understanding met Tunesië en verscheidene lidstaten benoemden dit als voorbeeld voor vervolgafspraken
met andere landen. Meerdere lidstaten benadrukten daarbij dat het belang van respect
voor het internationaal recht onderdeel dient te zijn van brede partnerschappen met
derde landen. Nederland benoemde dat de EU-externe dimensie een onmisbare schakel
is in een effectief Europees migratiebeleid en verwelkomde de op verschillende vlakken
aangekondigde acties van de Commissie. Met betrekking tot de interne dimensie, onderschreven
meerdere lidstaten actief de wens van het Voorzitterschap om spoedig tot een Raadspositie
op de Crisisverordening te komen. Verscheidene lidstaten, waaronder Nederland, lichtten
toe welke inhoudelijke wijzigingen zij nog nodig achtten om een compromis binnen bereik
te brengen. Zo was een groep lidstaten kritisch over de samenvoeging van deze verordening
met de eerdere Instrumentaliseringsverordening. Andere lidstaten hadden aandacht voor
de proportionaliteit van de derogaties en de borging van fundamentele rechten. Twee
lidstaten gaven aan sowieso niet in te kunnen stemmen, vanwege de solidariteitselementen
in de voorstellen en de bezwaren die zij hebben tegen het stemmen met gekwalificeerde
meerderheid op dit onderwerp. Nederland benadrukte dat zij als vanzelfsprekend een
groot voorstander is van voortgang op het Pact, waarbij balans tussen solidariteit
en verantwoordelijkheid behouden blijft, en waarin afspraken over verplichte grensprocedures
en waarborgen voor de implementatie van de Dublinregels overeind blijven. Met betrekking
tot de Crisisverordening heeft Nederland naar voren gebracht voorstander te zijn van
een robuust wettelijk kader met duidelijke definities en derogatiemogelijkheden die
proportioneel en gelimiteerd in de tijd zijn en waarbij waarborgen op het vlak van
fundamentele rechten van belang zijn.
Een kleine week na de JBZ-raad, tijdens het Comité voor Permanente Vertegenwoordigers
(Coreper) op 26 juli, bleek dat onder de lidstaten nog niet voldoende steun was om
een Raadspositie te bereiken. De gesprekken over Crisisverordening zullen na de zomer
worden voortgezet.
II. Justitie
4. Verbetering toegang tot het recht
Het Voorzitterschap leidde de discussie in door te benadrukken dat het waarborgen
en versterken van de toegang tot het recht – in het bijzonder voor personen met een
beperking – niet alleen het rechtssysteem versterkt, maar ook vertrouwen schept tussen
de bevolking en de overheid. Het is daarbij aan de overheid om zorg te dragen voor
een goede juridische infrastructuur, die duurzame oplossingen kan bieden.
Commissaris Didier Reynders van Justitie gaf een overzicht van de belangrijkste initiatieven
die de Commissie heeft genomen en die deels nog in onderhandeling zijn. Deze zien
op digitalisering van het justitiedomein, het opheffen van drempels voor personen
met beperkingen en aandacht voor kwetsbare groepen.
Het Europees Parlement deelde de doelstellingen en zet zich hiervoor in.
De directeur van het Europees grondrechtenagentschap, Michael O’Flaherty, vroeg aandacht
voor dubbel slachtofferschap bij kwetsbaren bij het behalen van hun recht.
Een groot aantal lidstaten onderschreef het belang van toegang tot het recht voor
mensen met een beperking en gaven een uitgebreid overzicht van de nationaal getroffen
maatregelen. Lidstaten benoemden dat juridische procedures ook begrijpelijk moeten
zijn. Een aantal lidstaten en de Commissie benadrukten het belang van bewustwording
bij de juridische beroepen.
Nederland wees op de noodzaak voor informatievoorziening aan kwetsbare groepen en
noemde de website van het Juridisch Loket waarbij wordt samengewerkt met de Stichting
Lezen en Schrijven om de begrijpelijkheid te verbeteren en het gratis telefoonnummer
dat voor laagdrempelig advies kan worden gebeld. Verder heeft Nederland toegelicht
dat veel is geïnvesteerd in digitale en fysieke toegang tot rechtbanken en gerefereerd
aan de hervorming van het rechtsbijstand systeem, het belang van mediation en de kansen
die digitalisering biedt.7
De Commissie en het Voorzitterschap concludeerden dat er brede overeenstemming is
dat er verdere aandacht en investeringen in de toegang tot het recht voor kwetsbaren
en voor mensen met beperkingen nodig zijn.
5. Mechanismen voor verbetering bescherming en zorg slachtoffers
Het Voorzitterschap onderstreepte haar hoge prioriteit voor de bescherming en zorg
voor slachtoffers. Hierop is al veel bereikt sinds de Richtlijn bescherming van slachtoffers
uit 2012, maar het is tijd voor een volgende stap. Het belang van goede opsporing,
vervolging en gerechtigheid voor slachtoffers werd benadrukt. De herziening van de
Richtlijn bescherming van slachtoffers werd verwelkomt en gezien als een goede basis
die kan worden uitgebreid met best practices.
De Commissie gaf een toelichting over het voorstel voor de herziening van voornoemde
Richtlijn die een aantal gaten uit 20128 dient te vullen en nieuwe ontwikkelingen, zoals het mogelijk maken van IT-instrumenten,
meeneemt. Ook in relatie tot het conflict in Oekraïne benadrukt de Commissie haar
positie op strafbaarstelling en steun aan slachtoffers.
Het LIBE Comité van het Europees Parlement gaf een uitgebreide opsomming over het
belang voor de bescherming van slachtoffers van allerlei vormen van misdrijven en
de bestaande wetgeving die raakt aan dit doel. Het Europees Parlement riep daarbij
op tot een geïntegreerde aanpak met alle beschikbare instrumenten en onderstreepte
het belang van goede toegankelijkheid tot diensten, ondersteuning en juridische hulp.
Het Europees Parlement sloot zich aan bij de Commissie over het belang van tijdige
inventarisatie van behoeften van slachtoffers en het voorkomen van straffeloosheid
van misdrijven in Oekraïne.
Het EU grondrechtenagentschap riep op tot een horizontale aanpak met sectorale instrumenten,
en stelde dat dit het meest effectief is in de bescherming van slachtoffers. Verder
benadrukte hij het versterken van de nationale infrastructuur in de lidstaten.
De vice-president van Eurojust, Boštjan Škrlec, lichtte de bijdragen aan zaken voor
bescherming van slachtoffers toe en riep lidstaten op om zaken zo veel mogelijk met
Eurojust te delen.
Bijna alle lidstaten verwelkomden de herziening van de Richtlijn bescherming van slachtoffers.
Hierbij riepen enkele lidstaten op tot zorgvuldige bestudering door experts en het
betrekken van verschillende partijen. Meerdere lidstaten onderstreepten het belang
van het zorgen voor een stem voor de slachtoffers en het voorkomen dat zij ook nog
slachtoffer worden van een slecht proces (zogenoemde secundaire victimisatie). Het
Europees Netwerk van slachtofferrechten is een goed voorbeeld van samenwerking en
kan verder worden versterkt. Lidstaten benadrukten verder het belang van een snellere
en nauwkeurigere steun met betrekking tot kwetsbare slachtoffers, zoals kinderen.
Het belang van de juiste training van instrumenten voor de professionals die werken
met slachtoffers om hen optimaal te beschermen is door meerdere lidstaten onderstreept.
Daarnaast benoemde een aantal lidstaten nog diverse aspecten die zij van belang achtten,
waaronder de rol van Eurojust, de behoefte aan permanente financiering, een monument
voor slachtoffers en gratis toegang tot psychologische steun.
Een enkele lidstaat stelde dat Eurojust een grote rol kan spelen in het zekerstellen
van de rechten van slachtoffers.
Nederland sprak waardering uit voor de richtinggevende initiatieven van de Commissie.
Het is daarbij van belang dat aan de lidstaten voldoende ruimte wordt geboden om de
voor hen best passende vorm te kiezen om de geformuleerde doelen te bereiken. Daarnaast
lichtte Nederland de meerjarenagenda toe voor de verdere versterking van de bescherming
en zorg voor slachtoffers.9
De JBZ-Raad sloot het onderwerp af met een toelichting op een meer People Centred Justice en dat de technologie hier nieuwe mogelijkheden voor biedt. De Commissie en het Voorzitterschap
ervoeren steun van de lidstaten om dit onder te brengen in de herziening van de Richtlijn.
6. Werklunch: Uitdagingen en aanpak georganiseerde criminaliteit
Er was brede steun in de JBZ-Raad voor dit onderwerp. De lidstaten benadrukten het
belang van balans in de aanpak van georganiseerde criminaliteit.
Het belang van de High Level Group Access to Data werd onderstreept, waarbij meerdere lidstaten als mogelijke uitkomsten hiervan wetgeving
op het gebied dataretentie en toegang tot data zien. De Commissie wees er op dat uitspraken
van het Europees Hof van Justitie gebaseerd zijn op het Verdrag en ruimte voor wetgeving
op het gebied van dataretentie en toegang tot data wordt bepaald door (de interpretatie
van) het verdrag.
Op het gebied van crypto currency hield de JBZ-Raad een breed pleidooi voor coördinatie, samenwerking en actie. Een
enkele lidstaat, waaronder Nederland, verzocht om een verplichting voor het aanstellen
van vertegenwoordigers in de EU door crypto providers.
De Commissie noemde het belang van de publiek-private informatie-uitwisseling bij
de havens. Meerdere lidstaten nemen in dit kader deel aan het transcrime-netwerk dat
is gericht op de beveiliging van havens. Enkele lidstaten, waaronder Nederland uitten
kritiek op het mandatory public private partnership en pleitten voor vrijwillige samenwerking.
Eurojust pleitte voor steun en geld aan het Europees Netwerk van Raden voor de Rechtspraak
(ECJN), gesteund door meerdere lidstaten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming