Brief regering : Geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) van 30-31 augustus 2023
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2706
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 augustus 2023
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de informele Raad Buitenlandse Zaken
(Gymnich) van 30–31 augustus 2023.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN 30–31 AUGUSTUS 2023
Op 30 en 31 augustus a.s. vindt de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ), tevens
bekend als «Gymnich», plaats in Toledo, Spanje. De informele RBZ heeft als doel een
forum te bieden voor strategische discussies. Deze discussies zijn echter niet conclusief
en er zullen geen Raadsbesluiten of mededelingen uit deze bijeenkomst voortvloeien.
De agenda bestaat vooralsnog uit twee werksessies (1) Russische agressie jegens Oekraïne
en (2) de Sahel regio, met daarbij specifieke aandacht voor de situatie in Niger.
De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze informele
RBZ.
Werksessie 1: Russische agressie jegens Oekraïne
De Ministers zullen spreken over de Russische agressie jegens Oekraïne. De discussie
zal zich naar verwachting richten op de veiligheidsarrangementen en steun op lange
termijn voor Oekraïne. Tevens zullen de Ministers spreken over de Peace Formula (ook bekend als het «10-puntenplan») van president Zelensky. Ook zal het thema global outreach aan bod komen, in het bijzonder in aanloop naar de High Level Week van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in september. Naar verwachting
sluit de Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken Dmytro Kuleba voor een deel van
deze werksessie aan.
De kern van de inzet van het kabinet ten aanzien van de voortdurende Russische oorlog
tegen Oekraïne blijft onverminderd gericht op enerzijds het zoveel mogelijk steunen
van Oekraïne en anderzijds het vergroten van de druk op Rusland om diens agressie
te beëindigen.
Ten aanzien van militaire steun concludeerde de Europese Raad van 29 juni jl. dat
de EU Oekraïne zal blijven steunen zo lang als nodig is, met name via EUMAM en de
Europese Vredesfaciliteit (EPF).Op deze manier wil het kabinet bijdragen aan veiligheidsgaranties
voor Oekraïne die het land zullen helpen om zichzelf ook op lange termijn te verdedigen.
De Hoge Vertegenwoordiger (HV) Borrell heeft hiertoe in juli jl. een voorstel aangekondigd
om binnen het EPF-budget een aparte envelop voor Oekraïne te creëren. De Europese
Dienst voor Extern Optreden (EDEO) schat dat er 5 miljard euro per jaar nodig is voor
de periode 2024–2027 om de levering van militair materieel en trainingen door EU-lidstaten
voort te zetten. Hierbij gaat het om het creëren van financiële duurzaamheid van de
EPF om militaire steun aan Oekraïne op meerjarige basis voort te kunnen zetten. Het
voorstel zal mogelijk tijdens de informele RBZ Defensie (29-30 augustus 2023) en de
informele RBZ aan de orde komen. Formele besluitvorming zal naar verwachting in het
najaar plaatsvinden.
Gezien de situatie in Oekraïne is en blijft Nederland voorstander van het verder verduurzamen
en versterken van de militaire EU-steun aan Oekraïne, conform de motie van het lid
Sjoerdsma c.s.1 Nederland zal de verdere uitwerking van een meerjarige envelop voor Oekraïne binnen
de EPF daarom met een positieve grondhouding bezien. Uw Kamer zal nader geïnformeerd
worden over het voorstel, de positie van Nederland en de financiële consequenties,
voordat er in het najaar besluitvorming in Brussel plaatsvindt.
Ten aanzien van een vredesproces steunt Nederland zowel het 10-puntenplan van president
Zelensky als de afspraken die zijn gemaakt op 5 augustus jl. tijdens de internationale
National Security Advisors-bijeenkomst in Jeddah om verdieping en samenwerking te zoeken in het vredesproces
voor Oekraïne, inclusief met landen buiten de EU en NAVO. Ook blijft het kabinet zich
inzetten voor de verschillende accountability initiatieven gezien de Nederlandse voortrekkersrol op punt 7 «restoration of justice» van het 10-puntenplan van Zelensky.
Nederland heeft zich aangesloten bij de verklaring van de G7 landen2 op 12 juli jl. waarin zij aankondigden Oekraïne op de lange termijn te blijven steunen.
De verklaring dient als raamwerk voor bilaterale veiligheidsafspraken tussen individuele
landen en Oekraïne over (meerjarige) steun. De komende periode zal Nederland, samen
met Oekraïne en partners, deze bijdrage verder uitwerken. Het gesprek hierover zal
tevens in EU-verband gevoerd worden.
Werksessie 2: Sahel regio
De discussie zal in het teken staan van een gecoördineerde EU-reactie op de gebeurtenissen
in Niger. Ook zal aandacht worden besteed aan de belangen en doelen van de EU in de
bredere regio, zoals het voorkomen van een humanitaire crisis, de terugkeer naar de
constitutionele orde en stabiliteit in de regio. De Europese Unie heeft alle financiële
steun en de veiligheidssamenwerking, waaronder de militaire missie (EUMPM Niger) en
de civiele missie (EUCAP Sahel Niger), voorlopig opgeschort en analyseert momenteel
welke vormen van samenwerking wel kunnen doorgaan. Ook zal gesproken worden over hoe
EU-lidstaten bilateraal omgaan met de steun aan projecten in Niger en andere landen
in de regio. Daarnaast zal besproken worden hoe de EU ECOWAS kan ondersteunen bij
het vinden van een oplossing voor de crisis, zoals de lidstaten in een verklaring
van 12 augustus jl. hebben toegezegd.3 Daarbij zal er aandacht zijn voor de uitkomsten van de recente ECOWAS-top.
Het kabinet veroordeelt de staatsgreep in Niger. De bilaterale samenwerking op het
gebied van veiligheid en op het gebied van ontwikkelingssamenwerking met de centrale
Nigerese overheid is inmiddels opgeschort.4 Het kabinet probeert zoveel mogelijk de programma’s die ten goede komen aan de Nigerese
bevolking voort te zetten.
Nederland verleent humanitaire hulp via ongeoormerkte financiering aan de Verenigde
Naties (VN) en het Rode Kruis, die dit kunnen inzetten in Niger. Deze partners zetten
humanitaire hulp voort, maar de sluiting van het luchtruim door de coupplegers leidt
volgens de VN tot problemen bij de levering van deze hulp. Ongeveer 17% van de bevolking
in Niger was reeds afhankelijk van humanitaire hulp voorafgaand aan de staatsgreep.
Het kabinet hecht sterk aan het diplomatieke spoor en EU-eenheid. Het blijft de ontwikkelingen
in Niger en de landen in de regio nauwlettend volgen, en zal gezien de snel veranderende
omstandigheden voorafgaand aan de informele RBZ de laatste ontwikkelingen meewegen,
waaronder ontwikkelingen in de veiligheidssituatie en de geopolitieke context in de
regio.
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.