Brief regering : Stand van zaken bij de implementatie van EU-richtlijnen in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde van het tweede kwartaal van 2023
21 109 Uitvoering EU-Richtlijnen
Nr. 262
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 augustus 2023
Hierbij bied ik u het periodieke overzicht aan van de stand van zaken bij de implementatie
van EU-richtlijnen in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde van het tweede
kwartaal van 2023.
In deze brief wordt eerst ingegaan op de implementatieachterstand zoals die op 30 juni
2023 gold. Daarna worden de oorzaken van deze achterstand behandeld en worden de richtlijnen
die het volgende kwartaal moeten worden geïmplementeerd genoemd. Vervolgens volgt
een opsomming van de ingebrekestellingprocedures die de Europese Commissie tegen Nederland
is gestart als gevolg van niet-tijdige implementatie. Mede op verzoek van uw Kamer
zijn ook de lopende infracties wegens (vermeende) onjuiste implementatie in het overzicht
ingebrekestellingen per departement opgenomen.
Huidige achterstand
De achterstand per 1 juli 2023 bedroeg 11 richtlijnen t.o.v. 12 richtlijnen in het
vorige kwartaal. In het 2e kwartaal van 2023 zijn 2 achterstallige richtlijnen geïmplementeerd. Er is in dit
kwartaal 1 nieuwe richtlijn in overschrijding bijgekomen.
De 11 achterstallige richtlijnen zijn aan de volgende ministeries toegedeeld: BZK
(1), EZK (1), FIN (1), IenW (2), JenV (4) en VWS (2).
De overschrijding van de implementatiedatum varieert sterk, van 8 tot 911 dagen. Een
exacte aanduiding van de overschrijding per richtlijn is te vinden in bijgevoegd kwartaaloverzicht.
Achterstanden en hun oorzaken
Wat betreft de oorzaken voor de implementatieachterstand ultimo tweede kwartaal 2023
speelt een aantal factoren een rol. Deze factoren worden hieronder per ministerie
toegelicht.
BZK
RICHTLIJN (EU) 2019/1024 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 inzake
open data en het hergebruik van overheidsinformatie
Uiterste implementatiedatum: 17 juli 2021
Richtlijn (EU) 2019/1024 wordt geïmplementeerd door een wijziging van de Wet hergebruik
van overheidsinformatie en enkele andere wetten. De voorbereiding van dit wetsvoorstel
is vertraagd wegens prioritering van COVID-19-wetgeving, gebrek aan capaciteit, nieuwe
ontwikkelingen die in het voorstel moesten worden verwerkt en de soms complexe afwegingen
die daarbij moesten worden gemaakt. Op 29 september 2021 is Nederland in gebreke gesteld
wegens overschrijding van de implementatietermijn. Op 31 maart 2022 is de Europese
Commissie een verzoekschriftprocedure gestart tegen Nederland bij het Hof van Justitie
van de EU. Op 16 juni 2023 heeft Nederland daarop een verweerschrift ingediend. Op
22 juni 2023 is het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet hergebruik van overheidsinformatie
en enkele andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2019/1024/EU
van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik
van overheidsinformatie (Wet implementatie Open data richtlijn)door de Tweede Kamer
in ontvangst genomen.1
EZK
RICHTLIJN (EU) 2019/944 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 5 juni 2019 betreffende
gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging
van Richtlijn 2012/27/EU (herschikking)
Uiterste implementatiedatum: 31 december 2020
Richtlijn (EU) 2019/944 wordt geïmplementeerd door een voorstel van wet houdende regels
over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet). Het conceptwetsvoorstel is op
8 juli 2022 voor advies voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
Het advies is in februari 2023 uitgebracht. Het wetsvoorstel is op 12 juni 2023 bij
de Tweede Kamer ingediend Kamerstuk 36 378). De implementatie is onder meer vertraagd
door de complexiteit van het doorgronden van het bereik en de betekenis van de richtlijnvoorschriften,
het noodzakelijke overleg met de stakeholders en de tijd die de Raad van State nodig
heeft gehad voor het advies.
FIN
RICHTLIJN (EU) 2021/338 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 februari 2021
tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU wat betreft informatievereisten, productgovernance
en positielimieten, en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/878 wat betreft de toepassing
daarvan op beleggingsondernemingen, om bij te dragen aan het herstel van de COVID-19-crisis
Uiterste implementatiedatum: 28 november 2021
Op grond van de richtlijn herstelpakket beleggingsondernemingen (richtlijn nr. 2021/338)
worden enige informatieverplichtingen waaraan beleggings-ondernemingen moeten voldoen,
geschrapt of opgeschort teneinde de daarmee verband houdende nalevingskosten te verminderen.
Die richtlijn wijzigt tevens het toepassingsbereik van de verplichting om met betrekking
tot grondstoffen-derivaten positielimieten toe te passen. De richtlijn wordt geïmplementeerd
via de Implementatiewet richtlijn herstelpakket beleggingsondernemingen en het bijbehorende
implementatiebesluit. De implementatiewet is op 5 april jl. in werking getreden. Het
implementatiebesluit is in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2023, nr. 269), op 20 juli 2023 in werking getreden en hiervan is melding gemaakt aan de Europese
Commissie. Nederland is op 27 januari 2022 in gebreke gesteld wegens de overschrijding
van de implementatietermijn van deze richtlijn.
I&W
RICHTLIJN (EU) 2017/2397 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017
betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking
van de Richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad
Uiterste implementatiedatum: 17 januari 2022
Richtlijn (EU) 2017/2397 wordt geïmplementeerd door wijzigingen op verschillende niveaus
van regelgeving, waaronder een wijziging van de Binnenvaartwet en het Binnenvaartbesluit
(Kamerstuk 36 308). Het wetsvoorstel tot wijziging van de Binnenvaartwet is eind mei aangenomen door
de Eerste Kamer. De wijziging van het Binnenvaartbesluit is door de ministerraad goedgekeurd
en is naar de Raad van State verzonden voor advies. Om problemen door de overschrijding
van de implementatietermijn zo veel mogelijk te voorkomen, is de richtlijn gedeeltelijk
geïmplementeerd in de Binnenvaartregeling.2 Op dit niveau van ministeriële regeling zal voor de volledige implementatie ook nog
een wijziging plaatsvinden. Door deze gedeeltelijke implementatie kan er al deels
uitvoering worden gegeven aan de richtlijn met onder andere de uitgifte van de nieuwe
soort vaarbewijzen.
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2020/12 VAN DE COMMISSIE van 2 augustus 2019 tot aanvulling
van Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft normen
betreffende competenties en de overeenkomstige kennis en vaardigheden voor praktijkexamens,
de goedkeuring van simulatoren en medische geschiktheid
Uiterste implementatiedatum: 17 januari 2022
De implementatie van de Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/12 is onderdeel van de implementatie
van de Richtlijn (EU) 2017/2397.
Voor de toelichting op de oorzaak van de achterstand wordt verwezen naar de toelichting
bij Richtlijn (EU) 2017/2397.
JenV
RICHTLIJN (EU) 2019/1023 [A] VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019
betreffende preventieve herstructureringsstelsels, betreffende kwijtschelding van
schuld en beroepsverboden, en betreffende maatregelen ter verhoging van de efficiëntie
van procedures inzake herstructurering, insolventie en kwijtschelding van schuld,
en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 (Richtlijn betreffende herstructurering
en insolventie)
Uiterste implementatiedatum: 17 juli 2022
Richtlijn 2019/1023 inzake herstructurering en insolventie vereist dat ondernemingen
met financiële moeilijkheden toegang hebben tot een stelsel waarmee zij hun schulden
kunnen herstructureren. Daarnaast moeten insolvente ondernemers (natuurlijke personen)
een tweede kans kunnen krijgen in de vorm van een volledige kwijtschelding van hun
schulden. Ook bevat de richtlijn regels om insolventieprocedures efficiënt te laten
verlopen. De wet ter implementatie van de richtlijn is per 1 januari 2023 in werking
getreden (Stb. 2022, nrs. 491 en 492). Per abuis was dit nog niet administratief verwerkt in de
Nederlandse database Implementatieverbanden. In juli 2023 is dit alsnog gebeurd.
RICHTLIJN (EU) 2019/1151 [A] VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 20 juni 2019
tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale
instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht
Uiterste implementatiedatum: 1 augustus 2022
De richtlijn 2019/1151 wijzigt richtlijn 2017/1132 met betrekking tot het gebruik
van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht. De
richtlijn maakt het mogelijk dat online een BV wordt opgericht, dat bijkantoren online
kunnen worden geregistreerd en dat online informatie en documenten kunnen worden ingediend
door vennootschappen en bijkantoren. De richtlijn bevat daarnaast een bepaling over
bestuursverboden en de uitwisseling van informatie daarover tussen lidstaten. Implementatie
vindt plaats in het Burgerlijk Wetboek, in de Wet op het notarisambt en in het Handelsregisterbesluit
2014. Het wetsvoorstel voor wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het
notarisambt (Kamerstuk 36 267) is op 27 juni aangenomen door de Eerste Kamer.
RICHTLIJN (EU) 2019/2121 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 27 november 2019
tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot grensoverschrijdende
omzettingen, fusies en splitsingen
Uiterste implementatiedatum: 31 januari 2023
De richtlijn 2019/2121 beoogt de vrijheid van vestiging binnen de EU te bevorderen
door het voor vennootschappen gemakkelijker te maken om een grensoverschrijdende omzetting,
fusie of splitsing te effectueren, terwijl de wettelijke en contractuele rechten van
betrokkenen zoals aandeelhouders, schuldeisers en werknemers worden gewaarborgd. Daarvoor
wordt richtlijn EU 2017/1132 over bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht gewijzigd
en aangevuld.
De Nederlandse wetgeving bevat nog geen regeling voor grensoverschrijdende omzettingen
en splitsingen en de bestaande regeling voor grensoverschrijdende fusies moet worden
aangepast. Daarvoor zijn wijzigingen in Boek 2 BW en de Wet op notarisambt (Wna) nodig.
Het wetsvoorstel voor wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het notarisambt
(Kamerstuk 36 267) is op 1 juni aangenomen door de Tweede Kamer en op 27 juni door de Eerste Kamer.
De beoogde inwerkingtredingsdatum van de wet is 1 september a.s.
RICHTLIJN (EU) 2021/2101 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 24 november 2021
tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU wat betreft de openbaarmaking van informatie
over de winstbelasting door bepaalde ondernemingen en bijkantoren
Uiterste implementatiedatum: 22 juni 2023
De richtlijn (EU) 2021/2101 verplicht multinationals met meer dan € 750 miljoen geconsolideerde
inkomsten om jaarlijks een verslag openbaar te maken met informatie over de wereldwijde
belastingbetalingen van het hele concern. Die betalingen moeten worden uitgesplitst
per EU- en EER-lidstaat en per gebied dat staat op twee EU-lijsten van niet-coöperatieve
belastingjurisdicties. Daarbuiten wordt de informatie geaggregeerd. Daarnaast moeten
middelgrote en grote ondernemingen in de EU waarvan het moederbedrijf buiten de EU
is gevestigd, rapporteren over de winstbelasting van het hele concern.
In de Tweede Kamer is de behandeling van het wetsvoorstel (Kamerstuk 36 157) op 6 juli 2023 afgerond. In dat wetsvoorstel is een rechtsgrondslag voor een algemene
maatregel van bestuur opgenomen en de handhaving van de openbaarmakingsverplichting.
Het wetsvoorstel is inmiddels naar de Eerste Kamer gestuurd. Het ontwerp voor de algemene
maatregel van bestuur waarin de richtlijn inhoudelijk zal worden geïmplementeerd,
zal naar verwachting in september aan beide Kamers worden overgelegd.
VWS
RICHTLIJN (EU) 2019/882 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 17 april 2019 betreffende
de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten
Uiterste implementatiedatum: 28 juni 2022
Richtlijn (EU) 2019/882 wordt geïmplementeerd door een voorstel van wet tot wijziging
van onder andere de Warenwet, de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of
chronische ziekte, de Telecommunicatiewet, het Burgerlijke Wetboek en de Wet op het
financieel toezicht. Het wetsvoorstel is bij koninklijke boodschap van 14 juni 2023
bij de Tweede Kamer aanhangig gemaakt (Kamerstuk 36 380). Daarnaast vindt een deel van de implementatie plaats in regelgeving op lager niveau,
deze onderliggende algemene maatregelen van bestuur zijn in juni en juli 2023 voor
advies voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. De complexiteit
van de materie en de betrokkenheid van veel verschillende ministeries hebben gezorgd
voor vertraging bij de implementatie. Daarnaast kostte het de nodige tijd om afspraken
te maken met de verschillende toezichthouders over de wijze waarop de implementatieregelgeving
kan worden gehandhaafd. Hoewel de implementatiedatum voor het formeel vaststellen
van de wetgeving ter implementatie van de richtlijn (28 juni 2022) inmiddels is verstreken,
zal volgens artikel 31 van de richtlijn deze pas vanaf 28 juni 2025 feitelijk toegepast
moeten worden. Die datum zal naar verwachting wel gehaald worden.
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2022/1326 VAN DE COMMISSIE van 18 maart 2022 tot wijziging
van de bijlage bij Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad in verband met het opnemen
van nieuwe psychoactieve stoffen in de definitie van «drug»
Uiterste implementatiedatum: 18 februari 2023
Gedelegeerde richtlijn (EU) 2022/1326 brengt de stoffen 3-MMC en 3-CMC onder de definitie
«drug» in Kaderbesluit 2004/757/JBZ. Dit betekent dat deze stoffen aan controlemaatregelen
onderworpen moeten worden. De stof 3-MMC staat reeds op lijst II, behorende bij de
Opiumwet. De stof 3-CMC zal bij algemene maatregel van bestuur op lijst I, behorende
bij de Opiumwet worden geplaatst. Dit besluit is in juni 2023 voor advies voorgelegd
aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
Nederland is op 22 maart 2023 in gebreke gesteld wegens de overschrijding van de implementatietermijn
van deze gedelegeerde richtlijn.
Richtlijnen die in het volgende kwartaal moeten worden geïmplementeerd om overschrijding
te voorkomen
IenW
– RICHTLIJN (EU) 2022/738 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 6 april 2022 tot
wijziging van Richtlijn 2006/1/EG betreffende het gebruik van gehuurde voertuigen
zonder bestuurder voor het vervoer van goederen over de weg
Uiterste implementatiedatum: 6 augustus 2023
– RICHTLIJN (EU) 2021/1187 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 7 juli 2021 inzake
het stroomlijnen van maatregelen met het oog op een snellere voltooiing van het trans-Europees
vervoersnetwerk (TEN-T)
Uiterste implementatiedatum: 10 augustus 2023
JenV
– RICHTLIJN (EU) 2019/1151[B] VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019
tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale
instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht
Uiterste implementatiedatum: 1 augustus 2023
VWS
– GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2022/2100 VAN DE COMMISSIE
van 29 juni 2022 tot wijziging van Richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement
en de Raad wat betreft de intrekking van bepaalde vrijstellingen met betrekking tot
verhitte tabaksproducten
Uiterste implementatiedatum: 23 juli 2023
Ingebrekestellingen wegens te late implementatie
In het tweede kwartaal van 2023 zijn er geen ingebrekestellingen wegens te late implementatie
van richtlijnen van de Europese Commissie ontvangen.
De Europese Commissie heeft in het tweede kwartaal van 2023 drie zaken wegens te late
implementatie geseponeerd:
Van EZK, zaak 2019/0335, mbt RL 2018/1581 (berekening opslagverplichtingen)
Van EZK, zaak 2022/0144, mbt RL 2019/2161 (consumentenbescherming)
Van IenW, zaak 2022/0244, mbt RL 2021/1233 (certificaten derde landen)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken