Brief regering : Toelichting Verdragswijzigingen internationale burgerluchtvaart en binnenvaart
31 936 Luchtvaartbeleid
31 409 Zee- en binnenvaart
Nr. 1090 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juli 2023
Hierbij wordt, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, op
verzoek van de Commissie voor Infrastructuur en Waterstaat een nadere toelichting
gegeven op wijzigingen van bijlagen bij het Verdrag van Chicago inzake de internationale
burgerluchtvaart, alsmede de gewijzigde Voorschriften bij het Europees Verdrag (ENA)
inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (Kamerstuk
30 952, nrs. 426 en 425).
De wijzigingen zijn op 17 mei 2023 door de Minister van Buitenlandse Zaken op grond
van artikel 13 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen (hierna: Rgbv)
aan de Kamer ter kennis gebracht.
De Minister van Buitenlandse Zaken voldoet daarmee aan de verplichting om de Staten-Generaal
zo spoedig mogelijk in kennis te stellen van wijzigingen van bijlagen die integrerend
onderdeel zijn van een goedgekeurd verdrag waaraan het Koninkrijk is gebonden en die
van uitvoerende aard zijn ten opzichte van de bepalingen van het verdrag waar de bijlage
onderdeel van vormt en die op grond van artikel 7, onderdeel f, van de Rgbv geen goedkeuring
behoeven. Deze kennisgeving wordt verzonden nadat de verdragswijzigingen tot stand
zijn gekomen en onherroepelijk in werking treden.
Aangezien ik verantwoordelijk ben voor de Nederlandse inbreng ten aanzien van wijzigingen
in de bijlagen van het verdrag, wordt de door de Commissie gevraagde toelichting op
de wijzigingen van de bijlagen bij het verdrag door mij verstrekt.
De Kamer wordt overigens eens per kwartaal door de Minister van Buitenlandse zaken
geïnformeerd over de stand van zaken rond in onderhandeling zijnde verdragen. Het
betreft daarbij niet wijzigingen in de hiervoor bedoelde bijlagen waarvoor geen goedkeuring
van de Kamer is vereist.
Gezien de al eerder door de Kamer geuite wens om deze inlichtingen meer standaard
te verstrekken, zal ik me beraden hoe we hier vorm aan kunnen geven, en de Kamer hier
nader over informeren. Daarbij zal ook betrokken worden hoe dit af te bakenen, omdat
het hier ook vaak over wijzigingen van technische aard gaat, zoals de onderhavige
wijzigingen.
Wijzigingen Bijlagen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart
Voor luchtvaart is het nader toelichten van de wijzigingen uit de bijlagen tot dusverre
achterwege gelaten aangezien het in het algemeen gaat om technische onderwerpen van
uitvoerende aard. Voor zover sprake is van wijzigingen die een grotere impact hebben
wordt dit, gelet op de aard daarvan, uiteraard wel nadere toelichting aan de Kamer
vergen. Bij de nu aan de Kamer ter kennis gebrachte wijzigingen is geen sprake van
grotere impact.
De nu ter kennis gebrachte wijzigingen betreffen aanpassingen van de volgende bijlagen
bij het Verdrag: Bijlage 1 inzake luchtvaartpersoneel, Bijlage 6 inzake vluchtuitvoering,
Bijlage 7 inzake het register van luchtvaartuigen, Bijlage 8 inzake luchtwaardigheid,
Bijlage 9 inzake facilitatie vervoersstromen, Bijlage 10 inzake luchtvaart telecommunicatie,
Bijlage 14 inzake luchthavens en Bijlage 17 inzake de beveiliging van de burgerluchtvaart.
De wijziging van Bijlage 1 inzake luchtvaartpersoneel (Amendement 178) ziet op de
invoering van een elektronisch systeem voor brevettering van luchtvaartpersoneel.
Het systeem moet de luchtvaartveiligheid verbeteren, door het minimaliseren van potentiële
fraude. Ook kunnen eventuele wijzigingen van brevetten tijdiger op een brevet worden
weergegeven.
De wijzigingen van Bijlage 6 betreffen onder meer het stellen van eisen aan alle vliegtuigen
met een maximale gecertificeerde startmassa van meer dan 27.000 kg tot het verzenden
van informatie over de locatie van die luchtvaartuigen in noodsituaties. Bijlage 6
is daarnaast gewijzigd met onder meer nieuwe veiligheidsvoorschriften omtrent vluchtrecorders
en het gebruik van het Runway Overrun Awareness and Alerting Systems (ROAAS) waarschuwingssysteem.
De wijzigingen voorzien tevens in enkele specifieke voorschriften voor helikopters,
waaronder een risicobeoordeling bij off shore operaties in een vijandige omgeving.1
De wijziging van Bijlage 7 is gericht op het vergroten van de transparantie en consistentie
bij de uitwisseling van eigendomsgegevens van vliegtuigen. Het versnellen van de toegang
tot betrouwbare gegevens moet bij de overdracht van de registratie van vliegtuigen
tussen staten bijdragen aan het versoepelen van luchtvaartoperaties.
Met de wijziging van Bijlage 8 verduidelijkt deze bijlage de verantwoordelijkheden
van staten met betrekking tot werkzaamheden die door derden aan luchtvaartuigen worden
uitgevoerd. Ook verheldert de wijziging dat onderhoud door een onderhoudsorganisatie
ook kan plaatsvinden aan een luchtvaartuig dat niet is geregistreerd in de Staat waar
de onderhoudsorganisatie is goedgekeurd of in het geheel niet is geregistreerd.
In Bijlage 9 zijn nieuwe en herziene normen en aanbevolen werkwijzen en definities
opgenomen voor de aanpak van noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid, waaronder
die regels omtrent desinfectie van vliegtuigen, gezondheid gerelateerde voorzieningen
op internationale luchthavens, hulp- en repatriëringsvluchten. De wijzigingen richten
zich ook op het verbeteren van het luchtvervoer van personen met een handicap, het
verbeteren van bijstand aan slachtoffers van vliegtuigongevallen en hun families en
verbetering van regelgeving met betrekking tot mensenhandel, de handel in wilde dieren
en planten en verbetering van de beveiliging van reisdocumenten.
De wijzigingen van Bijlage 10 hebben hoofdzakelijk betrekking op de verbetering van
voorschriften omtrent de toewijzing en het gebruik van adressen (identificatiecodes)
voor luchtvaartuigen. Lucht-, grond- en lucht-luchtbewakingssystemen, met inbegrip
van systemen ter voorkoming van botsingen vanuit de lucht, zijn sterk afhankelijk
van het vliegtuigadres dat aan boord van vliegtuigen is geconfigureerd. Een tekort
aan beschikbare toegewezen vliegtuigadressen kan bijvoorbeeld het risico op meervoudig
gebruik van een adres door meerdere luchtvaartuigen vergroten en daarmee de luchtvaartveiligheid
in gevaar brengen. Bijlage 10 is verder onder meer uitgebreid met voorschriften ter
voorkoming van botsingen in de lucht (het airborne collision avoidance system) en
het terugdringen van valse meldingen daaromtrent.
De wijziging van Bijlage 14 verduidelijkt dat luchtvaartterreinen in ieder geval moeten
voorzien in reddings- en brandbestrijdingsmiddelen en -diensten wanneer commerciële
vluchten worden uitgevoerd. Eerder bestond onduidelijkheid of dit vereiste ongeacht
omvang of type operaties op een luchthaven geldt.
De aanpassingen van Bijlage 17 bevatten onder andere nieuwe en gewijzigde definities
van beveiligingsinspecties, beveiligde gebieden, nieuwe en gewijzigde bepalingen omtrent
beveiligingsprogramma’s voor luchtvaartmaatschappijen, de detectie van explosieven
in bagage, vereisten voor een burgerluchtvaart beveiligings-kwaliteitsbeheersingsprogramma.
Wijzigingen voorschriften bij het Europese Verdrag inzake het vervoer van gevaarlijke
goederen over de binnenwateren.
Inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren wordt
opgemerkt dat de verplichting om de Kamer te informeren niet geldt bij kleine technische
of redactionele wijzigingen, aangezien deze wijzigingen frequent voorkomen. Bij grotere,
politieke besluiten wordt de Kamer uiteraard wel geïnformeerd. De Kamer heeft op 23 mei
jl. een verzamelbrief ontvangen, waarin onder andere is aangegeven hoe omgegaan wordt
met verdragswijzigingen die in de Internationale Maritieme Organisatie in het milieucomité
(MEPC) besloten worden.2 In deze brief is gemeld dat kort na afloop van bijeenkomsten van het MEPC de Kamer
wordt geïnformeerd over de belangrijkste uitkomsten.
Ten aanzien van de nu ter kennis gebrachte gewijzigde Voorschriften bij het Europese
verdrag inzake het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren
(ADN 2023) wordt aan de Kamer gemeld dat er veiligheidsvoorschriften zijn opgenomen
om het vervoer van leisteenolie in tankschepen te reguleren.
Verder zijn de regels aangepast met betrekking tot het met water vullen van de zogeheten
kofferdammen aan boord. Daardoor kan de diepgang van geloste, lege schepen beter afgestemd
worden en is er minder kans dat de stuurhut in aanraking komt met bruggen op kleinere
vaarwegen.
Ten slotte zijn er ook voor schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren veiligheidseisen
gesteld voor vast ingebouwde brandblusinstallaties voor de bescherming van objecten,
zoals een batterijinstallatie. Daarmee levert het ADN 2023 een waardevolle bijdrage
aan de veiligheid van de verduurzaming van de binnenvaartvloot.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat