Brief regering : Fiche: Mededeling nieuwe agenda betrekkingen EU-Latijns Amerika en het Caribisch gebied
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3741 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juli 2023
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 3 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Verordening ESG-ratingbureaus (Kamerstuk 22 112, nr. 3740)
Fiche: Mededeling nieuwe agenda betrekkingen EU-Latijns Amerika en het Caribisch gebied
Fiche: Mededeling oprichting interinstitutioneel orgaan voor ethiek (Kamerstuk 22 112, nr. 3742)
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
Fiche: Mededeling nieuwe agenda betrekkingen EU-Latijns Amerika en het Caribisch gebied
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad «Een nieuwe agenda voor
de betrekkingen van de EU met Latijns-Amerika en het Caribisch gebied.»
b) Datum ontvangst Commissiedocument
7 juni 2023
c) Nr. Commissiedocument
JOIN (2023) 17
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52023JC0017…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
N.v.t.
f) Behandelingstraject Raad
Raad Buitenlandse Zaken
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
2. Essentie voorstel
De Europese Commissie (hierna: Commissie) en de Hoge Vertegenwoordiger (hierna: HV)
hebben een gezamenlijke mededeling uitgebracht over een nieuwe agenda voor de betrekkingen
tussen de Europese Unie (hierna: EU) en Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (hierna:
LAC). Deze is gepubliceerd voorafgaand aan de aanstaande top tussen de staatshoofden
en regeringsleiders van de EU en de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische
staten (CELAC) op 17 en 18 juli 2023 te Brussel.
De mededeling benadrukt allereerst dat de EU en LAC natuurlijke partners zijn met
nauwe historische, culturele, economische en sociale banden en een gezamenlijk commitment aan vrede en multilateralisme. In een snel veranderende context van o.a. toenemende
geopolitieke uitdagingen, de Covid-pandemie, de klimaatcrisis en technologische veranderingen
doen de Commissie en de HV een voorstel om een hernieuwd strategisch partnerschap
met de LAC-regio te ontwikkelen. Hiervoor zijn verschillende redenen.
Ten eerste zijn de EU en LAC belangrijke bondgenoten. Zo willen beide regio’s het
op regels gebaseerde internationale systeem versterken. De mededeling geeft aan dat
de EU en LAC samen een derde van alle leden van de Verenigde Naties (hierna: VN) vertegenwoordigen
en een belangrijke rol spelen bij de handhaving van het internationaal recht en de
verdediging van het Handvest van de VN, onder meer door op te staan tegen de Russische
agressie tegen Oekraïne. Ook zijn de EU en LAC hechte handels- en investeringspartners
die een gedeeld belang hebben bij duurzame groei, het vergroten van economische weerbaarheid
en het mitigeren van de risico’s van strategische afhankelijkheden. Daarnaast streven
beide regio’s naar inclusieve en duurzame samenlevingen op basis van de duurzame ontwikkelingsdoelen
(Sustainable Development Goals of SDG’s). De mededeling verwijst hierbij ook naar het belang van de LAC-regio vanuit
ecologisch oogpunt, als belangrijke voedselproducent en als aanjager op het gebied
van groene energie.
Onder dit strategische partnerschap stelt de mededeling verschillende acties voor.
Allereerst een hernieuwd politiek partnerschap met: 1) de LAC-regio als geheel, via
bijvoorbeeld regelmatige toppen tussen de EU en de CELAC; 2) individuele landen, zoals
via bilaterale toppen van de EU met strategische partners Brazilië en Mexico; 3) sub-regio’s,
o.a. het versterken van betrokkenheid van de EU bij het Caribisch gebied, inclusief
met de regionale samenwerkingsverbanden Caricom en Cariforum; 4) op multilateraal
niveau, o.a. nauwere samenwerking in de VN, G20, Internationaal Monetair Fonds (IMF),
bij de follow-up van de Summit for a New Global Financing Pact1 en in aanloop naar de SDG top tijdens de High-level Week van de Algemene Vergadering van de VN in september 2023. Ook bepleit de mededeling
het ondertekenen van de zgn. Post-Cotonou-overeenkomst2 tussen de EU en de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille
Oceaan (OACPS).
Ten tweede zet de mededeling in op het verder versterken van de EU-LAC handelsbetrekkingen.
Bilaterale en regionale handelsovereenkomsten zijn volgens de mededeling een belangrijke
motor voor groei- en diversificatiestrategieën in beide regio’s (inclusief voor kritieke
grondstoffen) en voor duurzame en inclusieve ontwikkeling. Ook leiden handelsakkoorden
volgens de mededeling tot meer export voor het midden-en kleinbedrijf, transparantie
bij aanbestedingen, versterking van de bescherming van intellectueel eigendom en faciliteren
zij investeringen en innovatie. Tot slot bieden de akkoorden een platform voor de
eerbiediging van mensen- en arbeidsrechten, milieubescherming en regionale integratie.
De mededeling zet daarom in op spoedige afronding van de procedures voor de ondertekening
van de gemoderniseerde overeenkomsten met Chili en Mexico, evenals het sluiten van
een overeenkomst met Mercosur (Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay).3 Zodra de handelsovereenkomsten met Midden-Amerika en Colombia-Peru-Ecuador door alle
EU-lidstaten zijn geratificeerd, moet ook worden overwogen om de duurzaamheidsbepalingen
van deze overeenkomsten te versterken. De Commissie en HV willen ook de dialoog met
de regio over de groene transitie intensiveren, samen de impact van EU-wetgeving op
het gebied van de green deal adresseren, meer samenwerken met LAC binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en
samen met geïnteresseerde LAC-landen werken aan de toekomstige Critical Raw Materials Club4.
Ten derde bepleit de mededeling o.a. via Global Gateway en de Team Europe benadering5 partnerschappen voor een eerlijke, groene en digitale transitie. Hierbij gaat het
o.a. om het opvoeren van de strijd tegen bos- en biodiversiteitsverlies, het sluiten
van Memoranda of Understanding over energie en het verkennen van partnerschappen t.a.v. kritieke grondstoffen en
meer dialoog over milieu en klimaatverandering. Ook wordt meer samenwerking op het
gebied van duurzame financiering, circulaire economie en hernieuwbare waterstof genoemd.
Bij de digitale transitie gaat het o.a. om samenwerking in het kader van de EU-LAC
digitale alliantie en bij ruimtevaartactiviteiten. Verder wordt in het kader van een
duurzame economische groei voor menselijke ontwikkeling ook samenwerking op terreinen
als gezondheid, innovatie en onderzoek genoemd.
De vierde pijler van het beoogde partnerschap met de regio wordt gevormd door het
versterken van samenwerking op het terrein van justitie, burgerveiligheid en de bestrijding
van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad. Voorstel is o.a. om voort te bouwen
op programma’s zoals El PAcCTO 2.06. Verder is de inzet om samenwerking te versterken op het gebied van o.a. drugsbeleid
en -bestrijding, bestrijding van mensenhandel, cybersecurity, tussen financiële inlichtingendiensten en met Eurojust en Europol.
Als vijfde pijler wordt samenwerking op het gebied van vrede en veiligheid, democratie,
rechtsstaat, mensenrechten en humanitaire hulp benoemd. Voorgestelde acties zijn o.a.
de intensivering van samenwerking met het Inter-Amerikaanse mensenrechtensysteem,
meer inzet om de positie van vrouwen en meisjes te versterken, gezamenlijke initiatieven
ter ondersteuning van het Internationaal Strafhof, ondersteuning van de Escazú-overeenkomst7, verkennen van mogelijkheden voor partnerschappen op het gebied van veiligheid en
defensie, en het versterken van de samenwerking bij het tegengaan van buitenlandse
informatiemanipulatie en inmenging.
Tot slot bepleiten de Commissie en HV dat een versterkt partnerschap ook tot doel
heeft om de samenwerking op het gebied van o.a. onderwijs, onderzoek en mobiliteit
tussen beide regio’s te intensiveren.
De Commissie en HV memoreren dat de EU en LAC samen 14% van de wereldbevolking vertegenwoordigen
en 21% van het wereldwijde BBP. Een hechter partnerschap is een strategische noodzaak
om vrede en welvaart voor burgers van beide regio’s te verzekeren en invloed uit de
oefenen op de toekomstige internationale op regels gebaseerde orde. De EU-CELAC top
op 17 en 18 juli a.s. biedt een grote kans om een impuls te geven aan de relatie tussen
de EU en LAC om partners bij uitstek te worden. De Commissie en HV roepen de Raad
en het EP op om de nieuwe agenda zoals voorgesteld in deze mededeling te omarmen en
samen met de regio te werken aan een hernieuwd strategisch partnerschap op basis van
dit voorstel.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
De regio Latijns-Amerika en het Caribisch gebied is een waardevolle en gelijkgezinde
partner voor Nederland en de EU. Veel landen zijn in multilateraal verband gelijkgezind
op het gebied van de bescherming van de multilaterale rechtsorde, mensenrechten en
democratie. De regio is belangrijk voor klimaatmitigatie en de transitie naar duurzame
energie, toegang tot kritieke grondstoffen en voedsel, en de diversificatie en verduurzaming
van onze toeleveringsketens. Ook zijn verschillende landen in de regio essentiële
partners bij het behalen van onze klimaatdoelstellingen. Het Koninkrijk, met Curaçao,
Aruba en Sint-Maarten zelf onderdeel van deze regio, heeft direct belang bij een stabiele
en veilige Caribische regio. Het kabinet is dan ook voorstander van verdieping van
het partnerschap tussen de EU en LAC-regio8. Het kabinet ziet kansen om de samenwerking tussen de EU en de regio te verdiepen
op terreinen als internationale rechtsorde en multilateralisme, de aanpak van grensoverschrijdende
georganiseerde criminaliteit, klimaat, biodiversiteit, water en kritieke grondstoffen.
Ook op het terrein van handel en investeringen, onder meer in het kader van de energietransitie,
is Nederland in algemene zin voorstander van een ambitieus en proactief EU-handelsbeleid.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet verwelkomt de gezamenlijke mededeling, die grotendeels overeenkomt met
de Nederlandse inzet. De mededeling sluit goed aan bij de Nederlandse wens om betrokkenheid
bij deze regio te vergroten in de huidige geopolitieke context. Het kabinet vindt
het belangrijk dat de visie van de LAC-regio zelf en diens behoeften aan samenwerking
met de EU in ogenschouw worden genomen bij de ontwikkeling van dit partnerschap, zodat
een langdurige en gelijkwaardige samenwerking wordt opgebouwd.
Ten eerste steunt het kabinet het uitbreiden van het politieke partnerschap met de
regio, inclusief het houden van regelmatige toppen, het investeren in samenwerking
met strategische partners in de regio en het aanhalen van banden op multilateraal
niveau. Zoals aangegeven in het beleidskader mondiaal multilateralisme9 bestaan al langer zorgen over de toekomst van de op regels gebaseerde multilaterale
orde. De naoorlogse wereldorde met waarden zoals democratie, rechtsstaat en mensenrechten
is onder druk van schuivende mondiale machtsverhoudingen aan het veranderen en ook
in het multilaterale systeem tekent zich een herschikking van politieke invloedssferen
af. De mededeling sluit goed aan bij de wens van het kabinet om samen met EU-bondgenoten
samenwerking met andere partners te intensiveren en op gedeelde belangen een gezamenlijke
agenda te ontwikkelen. Het kabinet verwelkomt ook de aandacht die de mededeling geeft
aan het belang van het versterken van politieke aandacht voor het Caribisch gebied.
Daarbij vindt het kabinet het belangrijk samenwerking te ontwikkelen die tegemoet
komt aan de belangen van de Small Island Developing States (SIDS), specifiek wat betreft hun kwetsbaarheid in relatie tot klimaatverandering.
Het kabinet zal hiervoor aandacht vragen bij de Europese Dienst voor Extern Optreden
en de Commissie. Over de ondertekening van de in de mededeling genoemde Post-Cotonou-overeenkomst
tussen de EU en de OACPS is nog geen unaniem besluit genomen. Nederland is, met een
groot aantal lidstaten, voorstander van ondertekening en heeft daar meermaals voor
gepleit.
Wat betreft de ambitie van de HV en de Commissie om de gemeenschappelijke EU-LAC handelsagenda
te versterken, geldt dat het kabinet in lijn met het coalitieakkoord (bijlage bij
Kamerstuk 35 788, nr. 77) voorstander is van een actief handelsbeleid, waarvan handelsakkoorden een belangrijk
onderdeel uitmaken. Daarbij blijft onverminderd van kracht dat het kabinet elk onderhandelingsresultaat
afzonderlijk beoordeelt, en pas een positie zal bepalen over de genoemde handelsakkoorden
nadat de Commissie alle daartoe noodzakelijke stukken aan de Raad heeft voorgelegd
ter besluitvorming. Dit geldt zowel voor het gemoderniseerde Advanced Framework Agreement en het interim- handelsakkoord met Chili, voor de modernisering van het associatieakkoord
inclusief handelsdeel met Mexico, als voor het mogelijke EU-Mercosurakkoord10. Conform de kabinetsreactie op Kamermoties (Kamerstuk 34 682, nr. 125 en Kamerstuk 21 501-02, nr. 2618) over een EU-Mercosurakkoord11, bepleit het kabinet binnen de EU dat een mogelijk EU-Mercosurakkoord een integraal
associatieakkoord blijft. Besluitvorming over een mogelijk EU-Mercosurakkoord vindt
in de Raad naar verwachting niet voor 2024 plaats. Het kabinet steunt verder het voornemen
om EU-LAC-samenwerking binnen de WTO te versterken.
Het kabinet steunt partnerschappen met de regio voor een eerlijke, groene en digitale
transitie via een Global Gateway-investeringsagenda12 en Team Europe-benadering, zoals weergegeven in de derde pijler van het voorstel. Het kabinet verwelkomt
het Global Gateway-initiatief en Team Europe-benadering waarbij via partnerschappen
en een investeringsagenda wordt geïnvesteerd in een eerlijke, groene en digitale transitie,
waaronder kritieke grondstoffen. Dit sluit goed aan bij het versterkte engagement
met de regio, als antwoord op de geopolitieke en geo-economische werkelijkheid. Door
de zichtbaarheid van EU-activiteiten te vergroten en deze meer strategisch in te zetten
kan deze relatie potentieel beter vertaald worden in geopolitieke invloed en kan de
EU zich profileren als betrouwbare voorkeurspartner. Het kabinet merkt op dat de investeringsagenda
nog wel verdere uitwerking (en uiteraard implementatie) behoeft.
Het kabinet verwelkomt in het bijzonder de aandacht voor samenwerking en partnerschappen
op het gebied van kritieke grondstoffen, zoals lithium. Argentinië, Bolivia en Chili
bezitten 60% van de geïdentificeerde lithiumvoorraad. De Europese Commissie tekende
op 13 juni jl. een Memorandum of Understanding met Argentinië over een partnerschap op het gebied van kritieke grondstoffen en wil
in juli 2023 ook een partnerschap met Chili sluiten. Ook is de EU in gesprek met Brazilië.
De partnerschappen passen bij het geopolitieke belang van kritieke grondstoffen en
sluiten aan bij de ambities van het kabinet om o.a. de leveringszekerheid van kritieke
grondstoffen op de middellange termijn te vergroten, zoals uiteengezet in de nationale
grondstoffenstrategie13. Hierbij zet Nederland in op partnerschappen die wederzijds profijtelijk zijn: partnerschappen
die bijdragen aan investeringen in winning en verwerking van kritieke grondstoffen
en opbouw van lokale productiecapaciteit, die leiden tot meer kennisuitwisseling en
innovatie en die leiden tot het verhogen en harmoniseren van standaarden voor internationaal
maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarnaast heeft de EU met de Critical Raw Materials Act nu het momentum om meer ambitie en daadkracht te tonen op het gebied van kritieke
grondstoffen. Diversificatie van handelspartners is een belangrijk handelingsperspectief
om de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen te vergroten. Daarom zet het kabinet
naast de EU-partnerschappen ook in op bilaterale samenwerking, onder andere door samen
met bedrijven te bezien wat de kansen zijn voor samenwerking met Latijns-Amerika.
Daarnaast steunt het kabinet de inzet op duurzame energie, en specifiek groene waterstof14. Zo zijn in 2021 met Chili en Uruguay gezamenlijke verklaringen getekend om te verkennen
hoe de Nederlandse overheid kan samenwerken op het gebied van de ontwikkeling van
export-importketens voor groene waterstof. Daarnaast is er veel aandacht voor kennisdeling
op het vlak van certificering van exportcriteria en het opzetten van een waterstofinfrastructuur.
Bij de ontwikkeling van een internationale waterstofmarkt zet het kabinet tegelijkertijd
in op een zorgvuldige ontwikkeling van gelijkwaardige energierelaties. Bedrijven worden
geacht te opereren binnen de internationale kaders voor internationaal maatschappelijk
verantwoord ondernemen (IMVO).
Het kabinet is verheugd met de aandacht voor samenwerking bij de bestrijding van ontbossing
en het tegengaan van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. De voortschrijdende
ontbossing in de LAC-regio is zorgwekkend en onderstreept de noodzaak van effectieve
Europese inzet om ontbossing uiterlijk in 2030 wereldwijd te stoppen in lijn met internationale
afspraken. Hierbij dient nadrukkelijk ook aandacht uit te gaan naar het beschermen
en verbeteren van de rechten en bestaansmogelijkheden van inheemse bevolkingsgroepen
en lokale gemeenschappen, kleine boeren, en milieu en mensenrechtenactivisten. Het
kabinet heeft zich actief ingezet voor de totstandkoming van een ambitieuze EU-verordening
voor ontbossingsvrije producten15 op de EU- markt. Het kabinet acht het cruciaal dat deze wetgeving effectief wordt
geïmplementeerd en daartoe wordt geflankeerd door een constructieve dialoog en versterkte
samenwerking met productielanden, zodat zij aan de nieuwe voorwaarden voor markttoegang
kunnen voldoen. In dit kader verwelkomt het kabinet dan ook het voorstel van de HV
en Commissie om samen te werken met LAC om de impact van EU-wetgeving op het gebied
van de Green Deal te adresseren, in het bijzonder op het gebied van ontbossing. Het kabinet merkt echter
op dat dit voorstel nog concretere uitwerking behoeft en zal hiervoor aandacht vragen
bij de Commissie.
Nederland zal in besprekingen over het geven van vervolg aan deze mededeling ook aandacht
vragen voor de opvolging van de VN-Waterconferentie die in maart 2023 werd georganiseerd.
Doel hiervan is het vasthouden van het (politieke) momentum en het verder brengen
van de mondiale wateragenda, onder andere door implementatie van de Water Actie Agenda,
die niet in de mededeling wordt genoemd.
Het kabinet kan zich ook goed vinden in de overige pijlers van het beoogde partnerschap
met de regio, in het bijzonder de aandacht voor de bestrijding van grensoverschrijdende
georganiseerde misdaad, cybersecurity en de samenwerking op het gebied van democratie, rechtsstaat en mensenrechten.
Het kabinet ziet het versterken van internationale samenwerking als belangrijk onderdeel
van de aanpak van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en heeft binnen deze
aanpak de LAC- regio geïdentificeerd als prioritaire regio.16 Het kabinet verwelkomt daarom de aandacht voor dit onderwerp inclusief verwijzing
naar het EL PAcCTO 2.0 programma. Het kabinet ziet dit programma als een kans om mede
uitvoering te geven aan de opgave van het Coalitieakkoord17 in de strijd tegen ondermijnende (drugs)criminaliteit, specifiek in de LAC-regio.
Daarom heeft Nederland besloten om aan te sluiten bij het Europese consortium dat
EL PAcCTO 2.0 zal uitvoeren. Het kabinet zal nauw betrokken blijven bij de verdere
vormgeving van het programma en ernaar streven om invloed uit te oefenen op de selectie
en uitvoering van activiteiten. Daarnaast werkt Nederland binnen een Europese coalitie
intensief met België, Frankrijk, Spanje, Italië en Duitsland samen aan de uitvoering
van een gezamenlijk actieplan gericht op het aanpakken van georganiseerde drugscriminaliteit.
De aandacht voor samenwerking aan de bescherming en bevordering van mensenrechten
sluit aan bij de prioriteiten van het kabinet, in het bijzonder de strijd tegen straffeloosheid,
het tegengaan van discriminatie, de bevordering van gendergelijkheid en de bescherming
van kwetsbare personen, waaronder gelijke rechten voor LHBTIQ+. Tevens is de bescherming
van mensenrechtenverdedigers en journalisten een prioriteit voor dit kabinet. Binnen
de LAC-regio is er specifieke aandacht voor de bescherming van inheemse mensenrechtenverdedigers
en milieuactivisten. Dit sluit aan bij de voorgestelde ondersteuning van de Escazú-overeenkomst.
Tot slot geeft de mededeling niet aan hoe EDEO en Commissie deze willen operationaliseren,
inclusief met welke financiering, en hoe voortgang zal worden bewaakt. Het kabinet
zal in de opvolgende besprekingen over deze mededeling aangeven te hechten aan een
werk- of actieplan om voortgang inzichtelijk te maken.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Naar verwachting is er in algemene zin brede steun onder EU-lidstaten en het Europees
Parlement voor de mededeling. Lidstaten hebben in de Raad diverse gebieden genoemd
waarop zij kansen zien voor de verdieping van het partnerschap met de regio, zoals
mensenrechten en multilateralisme, aanpak van grensoverschrijdende georganiseerde
misdaad en drugshandel, energie, klimaat, handel en investeringen, kritieke grondstoffen
en digitalisering. Een brede groep lidstaten ziet graag een snelle afronding van handelsakkoorden
met de regio.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft primair betrekking
op het beleidsterrein van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB),
dat o.a. gericht is op het wereldwijd bevorderen van democratie en mensenrechten en
het garanderen van vrede en veiligheid. Op het terrein van het GBVB is sprake van
een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten en geldt dat de lidstaten bevoegd
zijn om extern naast de Unie op te treden (artikel 2, lid 4 VWEU). Voor zover de EU
een positie heeft ingenomen, dienen de lidstaten deze te respecteren. De mededeling
heeft ook betrekking op ontwikkelingssamenwerking en gemeenschappelijke handelspolitiek.
Op het terrein van ontwikkelingssamenwerking is sprake van een parallelle bevoegdheid
van de EU en de lidstaten. De uitoefening van EU-bevoegdheid belet de lidstaten niet
hun eigen bevoegdheid uit te oefenen (artikel 4, lid 4, VWEU). Op het terrein van
de gemeenschappelijke handelspolitiek is sprake van een exclusieve bevoegdheid van
de Unie (artikel 3, lid 1, onder e, VWEU).
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft als doel het strategische
partnerschap met de LAC-regio te verdiepen, wat bij uitstek meerwaarde heeft op EU-niveau
i.v.m. de politieke en financiële instrumenten die de EU tot haar beschikking heeft
en het inherent grensoverschrijdende karakter van de in de mededeling genoemde onderwerpen
(multilateralisme, democratie, klimaat, digitalisering). De slagkracht van de EU als
geheel is veel groter dan die van lidstaten afzonderlijk en de voornoemde doelstelling
kan onvoldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt.
Om die redenen is optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd. Voor zover de
mededeling betrekking heeft op de gemeenschappelijke handelspolitiek is het subsidiariteitsbeginsel
niet van toepassing, gegeven de exclusieve bevoegdheid van de EU op dit terrein.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft als doel het strategische
partnerschap met de LAC-regio te verdiepen. Het voorgestelde optreden is geschikt
om deze doelstelling te bereiken en gaat niet verder dan noodzakelijk. De door de
Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger aangedragen prioriteiten dragen bij aan de
overkoepelende doelstelling van de mededeling om de samenwerking met de LAC-regio
te intensiveren. De in de mededeling voorgestelde acties en maatregelen zijn geschikt
om het strategische partnerschap met de LAC-regio te verdiepen. Dit is het geval omdat
deze inzetten op het intensiveren van de betrekkingen met de landen in de regio op
een breed scala aan beleidsterreinen waarop er voldoende kansen zijn voor het versterken
van de samenwerking en die van strategisch belang zijn voor de EU. De voorgestelde
acties en maatregelen gaan niet verder dan noodzakelijk omdat deze voldoende ruimte
laten voor betrokkenheid van de lidstaten.
d) Financiële gevolgen
Het kabinet zal de Commissie vragen wat het financieel beslag van de in de mededeling
genoemde te ontwikkelen projecten zijn. Dit geldt met name voor te ontwikkelen projecten
in het kader van de Global Gateway-investeringsagenda. De Commissie kondigde medio juni jl. aan dat de EU via Global Gateway 10 miljard euro zal investeren in de LAC-regio.18 Nederland is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen
de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze
moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Er worden geen gevolgen
verwacht voor de Nederlandse begroting. Eventuele budgettaire gevolgen worden ingepast
op de begroting van het beleidsverantwoordelijk departement, conform de regels van
de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Naar verwachting heeft deze mededeling geen gevolgen voor de regeldruk.
Het mobiliseren van de Global Gateway investeringsagenda voor de LAC-regio heeft naar
verwachting een positief effect op de concurrentiekracht van de EU, zoals aangegeven
in het BNC-Fiche over de mededeling over de Global Gateway19.
Het voorstel poogt de regio’s op geopolitiek terrein nauwer aan elkaar te verbinden
en het partnerschap te versterken bij o.a. de verdediging van het op regels gebaseerde
internationale systeem. Het voorstel biedt een kans om de open strategische autonomie
van de EU te versterken, doordat zij diversificatie stimuleert, o.a. middels het aangaan
van partnerschappen met derde landen in de LAC-regio.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken