Brief regering : Advies AcICT (Adviescollege ICT) Toekomst Basisregistratie Personen (BRP)
27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA)
Nr. 176
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juli 2023
Flexibiliteit, continuïteit en toekomstbestendigheid zijn van groot belang voor de
Basisregistratie Personen (BRP). Hieraan wordt gewerkt in het programma Toekomst BRP.
Het programma kent daarbij drie doelstellingen: de realisatie van verbeteringen van
de BRP via de Ontwikkelagenda BRP, het optimaliseren van de ontwikkelketen voor de
doorontwikkeling van de BRP en het opstellen van een stelsel-doelarchitectuur. In
mijn brief van 26 september 2022 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang en
ontwikkelingen rondom de BRP.1
Ik heb het Adviescollege ICT (AcICT) gevraagd de opzet en haalbaarheid van het programma
Toekomst BRP te onderzoeken. Op 19 juni heeft AcICT haar definitieve advies vastgesteld.
Met deze brief bied ik u dit advies aan.
Conclusie AcICT
AcICT constateert dat het onduidelijk is in hoeverre het programma tot de verwachte
verbeteringen komt. Het advies is daarom om meer duidelijkheid en grip te creëren
door het programma op te splitsen en voort te zetten in drie afzonderlijke trajecten,
elk met een eigen plan, doelstellingen, op te leveren producten en expliciet budget.
Per doelstelling van het programma, heeft AcICT een aantal aanvullende aanbevelingen
gegeven. Voor ik daarop in ga, reageer ik eerst op de conclusie van AcICT.
Ik onderschrijf uiteraard het belang van goede sturing op de doelstellingen en resultaten
van het programma. Ik volg het advies op om voor alle drie de doelstellingen van het
programma (Ontwikkelagenda, ontwikkelketen en stelsel-doelarchitectuur) een apart
traject in te richten. Voor de stelsel-doelarchitectuur zijn daarin al stappen gezet.
De verdere uitwerking van opvolging van dit advies zal gezamenlijk worden vormgegeven
door de beleidsopdrachtgever, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens waar het programma
is belegd (RvIG) en de stakeholders (gebruikers en bronhouders van de BRP, vertegenwoordigd
in de Programmaraad Toekomst BRP). Doel is te zorgen voor meer duidelijkheid over
en grip op de resultaten binnen de drie trajecten, met behoud van de onderlinge samenhang
daartussen.
Aanbevelingen voor de drie doelstellingen van het programma
Aansluitend op haar conclusie, geeft AcICT nog een aantal aanvullende aanbevelingen
voor elk van de drie doelstellingen van het programma. Deze zet ik hieronder uiteen,
voorzien van een korte appreciatie.
1. Vergroot de voorspelbaarheid van de realisatie van de Ontwikkelagenda
De eerste aanbeveling gaat over het vergroten van de grip op de realisatie van de
producten die gevat zijn in de Ontwikkelagenda. AcICT adviseert om het programma te
vragen om een gedegen inschatting en monitoring van de inspanning te maken, en daarbij
expliciet aan te geven wat onder het programma wordt opgepakt en wat in de lijn. AcICT
adviseert daarbij te zorgen voor heldere afspraken met de lijnorganisatie en DICTU
over benodigde resources en prioritering van de Ontwikkelagenda.
Deze adviezen volg ik op. Het programma zet, in samenwerking met de beleidsopdrachtgever,
momenteel de eerste stappen die daaraan gaan bijdragen.
Zo wordt evaluatie een vast onderdeel van oplevering van resultaten, waarbij gekeken
wordt of de vooraf ingeschatte doorlooptijd en benodigde capaciteit overeenkomt met
de daadwerkelijke inzet. De uitkomsten van die evaluaties helpen bij het inschatten
van benodigde inspanningen voor in de toekomst op te leveren producten.
Daarnaast werkt RvIG eraan de planningen van het programma, de lijnorganisatie en
DICTU beter op elkaar af te stemmen. Conform het advies zullen er heldere afspraken
met de opdrachtgever over de minimaal op te leveren producten gemaakt worden. Deze
zullen beter afgestemd worden op de beschikbare capaciteit bij zowel de lijn, het
programma als DICTU. Een mogelijk gevolg is dat gelijktijdige ontwikkelingen, waar
onvoldoende capaciteit voor is, beperkt worden. De beperkt beschikbare capaciteit,
zowel bij de lijnorganisatie als bij DICTU, is namelijk een belangrijk aandachtspunt.
2. Maak directeur RvIG opdrachtgever voor implementatie geoptimaliseerde ontwikkelketen
De tweede aanbeveling gaat over de doelstelling van het programma om de ontwikkelketen
bij RvIG te optimaliseren. Hiervoor moet de werkwijze die in het programma opgezet
is voor het doorontwikkelen, beheren en onderhouden van de BRP in de lijnorganisatie
geïmplementeerd worden. AcICT adviseert om de directeur RvIG verantwoordelijk te maken
voor het optimaliseren van de ontwikkelketen en het implementeren in de lijnorganisatie.
Voor deze implementatie dient een stappenplan te worden opgesteld, zodat de lijnorganisatie,
wanneer deze daar klaar voor is, het resterende deel van de Ontwikkelagenda over kan
nemen.
Een geoptimaliseerde ontwikkelketen is belangrijk voor de flexibiliteit van de BRP
en het kunnen inspringen op toekomstige politieke en maatschappelijke ontwikkelingen.
Ik ga, zoals AcICT adviseert, RvIG een stappenplan laten opstellen voor de overgang
van de doorontwikkeling in het programma naar de lijnorganisatie.
Deze aanbeveling houdt verband met het hierboven beschreven overkoepelende advies
om voor de drie doelstellingen losse trajecten in te richten. Bij de uitwerking van
de opvolging van dat advies zal de uitvoering van deze aanbeveling worden meegenomen.
3. Stuur expliciet op de aanpak voor de doelarchitectuur
Tot slot adviseert AcICT om een aantal aanpassingen te doen in de aanpak voor de realisatie
van de nieuwe stelsel-doelarchitectuur. Het gaat dan om het in kaart brengen van lange-termijnontwikkelingen
en knelpunten van alle belanghebbenden in het BRP-stelsel en het opleveren van een
roadmap voor dit traject, waarin duidelijk wordt welke stappen moeten worden gezet
en wie verantwoordelijk is voor de realisatie van de verschillende onderdelen van
de doelarchitectuur.
Deze aanbevelingen bieden mij goede handvatten om het traject voor de doelarchitectuur
te versterken. Ik volg het advies op om aanpassingen te doen in de aanpak. Binnen
het programma is inmiddels een separaat traject ingericht om te komen tot de doelarchitectuur,
met een eigen projectleider, plan van aanpak en planning. In een werkgroep waarin
belanghebbenden in het BRP-stelsel vertegenwoordigd zijn, wordt in iteraties de beoogde
doelarchitectuur beschreven. Daarbij is één van de op te leveren producten een roadmap,
waarin aangegeven wordt welke stappen genomen dienen te worden om van de huidige situatie
te komen tot de gewenste doelarchitectuur. Het streven is de roadmap eind dit jaar
gereed te hebben.
Ook deze aanbeveling houdt verband met het hierboven beschreven overkoepelende advies
om voor de drie doelstellingen losse trajecten in te richten. Bij de uitwerking van
dat advies zal de verdere uitvoering van deze aanbeveling worden meegenomen.
Tot slot
Ik ben AcICT zeer erkentelijk voor haar onderzoek en duidelijke adviezen en aanbevelingen.
In de afsluiting van haar adviesrapport geeft zij aan dat er met het programma al
goede stappen zijn en worden gezet. Ik ben ervan overtuigd dat we door het opvolgen
van de adviezen en aanbevelingen verdere goede stappen kunnen gaan zetten om de doelstellingen
van het programma Toekomst BRP te behalen.
In de volgende voortgangsbrief BRP zal ik uw Kamer informeren over de voortgang van
opvolging van de adviezen. Deze brief ontvangt u na het zomerreces, in ieder geval
voor het commissiedebat BRP dat op 1 november 2023 gepland staat.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties