Brief regering : Verslag 111e Internationale Arbeidsconferentie
29 427 ILO-verdragen
Nr. 126 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2023
Van 5 t/m 16 juni 2023 vond de 111e Internationale Arbeidsconferentie (IAC) plaats.
In mijn brief van 1 juni 2023 (Kamerstuk 29 427, nr. 125) informeerde ik u over de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de IAC.
U ontvangt hierbij het verslag van deze conferentie.
Internationale Arbeidsconferentie 2023
Nadat de IAC de afgelopen jaren virtueel dan wel hybride plaatsvond, is de IAC dit
jaar op reguliere wijze georganiseerd. Ik ben verheugd dat een substantiële tripartiete
delegatie van het Koninkrijk der Nederlanden heeft kunnen deelnemen, bestaande uit
een vertegenwoordiging van overheden, werkgevers- en werknemersorganisaties, inclusief
Minister Croes van Aruba, Minister Ottley van Sint Maarten en ikzelf.
Plenair
De IAC werd geopend met een toespraak van de Directeur-Generaal (DG) van de Internationale
Arbeidsorganisatie (IAO), dhr. Houngbo. In zijn toespraak ging hij in op een aantal
problemen waar «de wereld van werk» mee te kampen heeft. De DG noemt de voortdurende
negatieve effecten van de Covid pandemie, een gebrek aan vaardigheden, demografische
veranderingen, economische migratie en nieuwe technologie. Hij benadrukte dat rijke
landen goeddeels hersteld zijn van schade door Covid, maar dat dit anders is bij laagontwikkelde
landen. Ook wees de DG op een trend van toenemende ongelijkheid en andere voortdurende
uitdagingen, zoals het bestrijden van kinder- en dwangarbeid. De lancering van een
«Global Coalition For Social Justice» tijdens deze IAC is bedoeld om de problemen
gezamenlijk met internationale partners aan te pakken. Met de genoemde coalitie omtrent
sociale rechtvaardigheid beoogt de DG een impuls te geven aan een nieuwe agenda voor
duurzame ontwikkeling.
In mijn eigen toespraak tot de plenaire vergadering heb ik de steun van het Koninkrijk
der Nederlanden voor het werk van de IAO uitgesproken. Ook heb ik, net als vorig jaar,
de Russische invasie in Oekraïne veroordeeld en mijn zorg uitgesproken over de gevolgen
van deze invasie, inclusief die voor het werk van de IAO. Daarnaast heb ik in mijn
plenaire toespraak en in diverse bilaterale gesprekken, waaronder met DG Houngbo,
specifiek aandacht gevraagd voor de rol van de IAO in relatie tot het bereiken van
sociale rechtvaardigheid en daarbij het belang van diversiteit, kansengelijkheid en
een inclusieve arbeidsmarkt onderstreept. Daarnaast heb ik tijdens een werkdiner met
verschillende Ministers gesproken over steun aan het werk van de IAO en samenwerking
tussen de verschillende regionale groepen binnen de IAO.
In de tweede week van de IAC werd de zogenoemde «World of Work Summit» gehouden, waar
het thema sociale rechtvaardigheid centraal stond. De inleidingen op de Summit van
VN SG Guterres, IAO DG Houngbo en de Zwitserse President Berset richtten zich op het
gezamenlijk bereiken van sociale rechtvaardigheid, die wereldwijd onder druk staat.
In opvolgende panels werden de probleemgebieden nader benoemd en werd gesproken over
een mogelijke aanpak die moet leiden tot oplossingen. Verdeeld over twee dagen werden
panels gehouden over: 1) ongelijkheid, informaliteit en inclusie, 2) kansengelijkheid,
werkgelegenheid, leven lang leren en ontwikkeling van vaardigheden, 3) banen en sociale
bescherming bij transitie en 4) handel, werkgelegenheid en duurzame ontwikkeling.
Als spreker heb ik deelgenomen aan het eerste panel. Bij deze gelegenheid heb ik onder
andere een toelichting gegeven op de Nederlandse aanpak van bestrijding van arbeidsmarktdiscriminatie,
de bestrijding van ongewenste effecten van flexibiliteit, en de benodigde arbeidsmobiliteit
inclusief de daarbij horende om- en herscholing. Daarbij heb ik het belang van een
gezond ondernemersklimaat om de benodigde transities te realiseren benadrukt.
Normstelling leerwerkplekken
De IAC heeft een aanbeveling vastgesteld over leerwerkplekken van hoge kwaliteit.
Studenten die in Nederland een mbo-opleiding via de beroepsbegeleidende leerweg (bbl)
volgen krijgen goed onderwijs en goede begeleiding op de werkvloer. Zij hebben een
duidelijke rechtspositie en worden beschermd tegen misstanden, geweld, intimidatie
en discriminatie. Dit is helaas nog niet het geval in alle delen van de wereld. In
de aanbeveling hebben overheden, werkgevers en werknemers afspraken gemaakt over de
wijze waarop een leerwerkstelsel kan worden vormgegeven. Er wordt aandacht besteed
aan de kwaliteit van de opleiding, waarbij het belang van zowel begeleiding op de
werkvloer als instructie bij een onderwijsinstelling wordt benadrukt. In de aanbeveling
worden lidstaten opgeroepen om leerlingen te beschermen door ervoor te zorgen dat
zij, onder andere, recht hebben op beloning, verlof en een gezonde en veilige werkomgeving.
Een belangrijk onderdeel van de aanbeveling is de oproep om gelijkheid, diversiteit
en inclusie te bevorderen en om rekening te houden met de behoeften van personen die
tot een kwetsbare groep behoren. Daarnaast worden lidstaten gevraagd om leerbanen
te bevorderen. In veel landen heerst er een stigma rondom leerbanen en deze aanbeveling
kan eraan bijdragen dat deze opleidingsvorm aantrekkelijker wordt zowel voor starters
als voor werknemers die een overstap overwegen gedurende hun loopbaan. Als rode draad
door de aanbeveling loopt het belang van sociale dialoog. Zoals reeds in Nederland
het geval is, worden lidstaten opgeroepen om werknemers- en werkgeversorganisaties
nauw te betrekken bij het ontwerp en de uitvoering van hun nationale stelsels. Ik
ben verheugd dat er tijdens deze IAC een internationale arbeidsnorm op het terrein
van leerwerkplekken is vastgesteld.
Informatie en rapporten inzake de toepassing en naleving van verdragen en aanbevelingen
In het comité inzake de toepassing en naleving van arbeidsnormen (Committee on the
application of standards, CAS), een belangrijk onderdeel van het toezichthoudend mechanisme
op de naleving van arbeidsnormen van de IAO, zijn dit jaar casussen met betrekking
tot 24 landen besproken1. De commissie van experts van de IAO had een zestal zaken als zeer ernstig geclassificeerd.
Dit betreft de zaken Afghanistan (verdrag 111 betreffende discriminatie in arbeid
en beroep), Cambodja (verdrag 105 betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid),
Libanon (verdrag 29 betreffende de gedwongen of verplichte arbeid), twee zaken met
betrekking tot Nicaragua (verdrag 87 betreffende de vakverenigingsvrijheid en verdrag
111 betreffende discriminatie in arbeid en beroep), en Nigeria (verdrag 182 betreffende
het verbod op en de uitbanning van de ergste vormen van kinderarbeid). Naast zaken
over de naleving van fundamentele IAO-verdragen, was er onder andere ook aandacht
voor zaken met betrekking tot verdrag 122 betreffende tewerkstellingsbeleid en het
Maritiem Arbeidsverdrag (MLC, 2006). In het CAS heeft het Koninkrijk, zoals gebruikelijk,
haar inzet via het EU-voorzitterschap laten verlopen, waarbij bijzondere aandacht
is gegaan naar de zaken met betrekking tot schending van fundamentele verdragen, waaronder
het verbod op dwangarbeid en kinderarbeid. In de conclusies uit het comité staan zorgen
over ernstige gevallen van niet-naleving van verdragen. Overheden worden dringend
opgeroepen adequate maatregelen te nemen om aan de verdragsverplichtingen te voldoen,
eventueel met behulp van technische assistentie van de IAO.
De zaak met betrekking tot Sint Maarten kwam dit jaar voor de tweede keer aan de orde
in het CAS. Het betreft een klacht van een Sint Maartense werkgeversorganisatie over
schending van verdrag 87 betreffende de vakverenigingsvrijheid. De klacht hield in
dat de Sint Maartense overheid, via een overheidsorganisatie, getracht zou hebben
een overkoepelende werkgeversorganisatie op te richten en vertegenwoordiging in de
Sociaal Economische Raad van Sint Maarten zou hebben gegeven om zodoende een bestaande
werkgeversorganisatie te marginaliseren. De overheid van Sint Maarten heeft in het
CAS bestreden dat de in de klacht voorgestelde gang van zaken correct is en heeft
zich bereid verklaard technische assistentie van de IAO te ontvangen om tot een oplossing
te komen in de nationale sociale dialoog. Naast vertegenwoordigers van de overheid
van Sint Maarten hebben ook werkgevers- en werknemersorganisaties in het CAS inbreng
gegeven en hun positie toegelicht.
Naast de bespreking van de 24 zaken, vindt ieder jaar binnen het CAS ook een algemene
thematische discussie plaats. Dit jaar is deze discussie gevoerd op basis van een
rapport van de IAO over het bereiken van gendergelijkheid op de werkvloer, met als
doel vast te stellen hoe de verdragen met betrekking tot discriminatie (C111), bescherming
van moederschap (C183), en werknemers met familieverantwoordelijkheden (C156) beter
geratificeerd en geïmplementeerd kunnen worden. Via het EU-voorzitterschap heeft het
Koninkrijk in het CAS aangestuurd op het belang van gelijkwaardige kansen om het belangrijke
doel van gendergelijkheid op de werkvloer te bereiken.
Maatregelen jegens Belarus op grond van artikel 33 van de IAO-statuten
Tijdens de IAC lagen de maatregelen voor jegens Belarus op grond van artikel 33 van
de IAO-statuten omdat Belarus de aanbevelingen van de IAO Onderzoekscommissie onvoldoende
naleeft. Een artikel 33-procedure geldt als een relatief zwaar middel dat nog niet
vaak is toegepast binnen de IAO. Het artikel bepaalt dat in het geval dat een lid
van IAO het nalaat om tijdig de aanbevelingen van de Onderzoekscommissie, of een uitspraak
van het Internationaal Gerechtshof uit te voeren, de Beheersraad aan de IAC passende
maatregelen kan aanbevelen om naleving te waarborgen.
Conform de inzet in EU-verband en met gelijkgezinde partners is het volledige pakket
aan maatregelen dat de Beheersraad in maart jl. aan de IAC heeft aanbevolen aangenomen.
Dit gebeurde middels stemming. Overeengekomen is o.a. dat de IAO de situatie in Belarus
met betrekking tot verdrag 87 en verdrag 98 tijdens Beheersraden en Conferenties zal
bespreken totdat naleving is geconstateerd. Verder is afgesproken dat de (DG van de)
IAO, de tripartiete leden van de IAO en andere onderdelen van de Verenigde Naties
verschillende maatregelen nemen. Daarnaast wordt Belarus met urgentie opgeroepen om
een tripartiete IAO-missie te ontvangen die informatie over de implementatie van de
relevante aanbevelingen kan ophalen, inclusief een bezoek aan de onafhankelijke vakbondsleiders
en activisten die gevangen zijn gezet. Deze maatregelen dienen om Belarus ertoe te
bewegen om de aanbevelingen van de Onderzoekscommissie met betrekking tot naleving
van IAO-verdrag 87 (vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming
van het vakbondsrecht) en verdrag 98 (recht op organisatie en collectieve onderhandelingen)
op te volgen.
Verbetering van sociale bescherming
In een resolutie heeft de IAC zich uitgesproken over het belang van inclusieve, adequate
en effectieve arbeidsbescherming voor alle werknemers in een wereld van werk die gekenmerkt
wordt door verschillende transities en nieuwe vormen van werk.
De conclusies herbevestigen dat arbeidsbescherming centraal staat in het mandaat van
de IAO en dat het cruciaal is in het zorgdragen voor een gelijke verdeling van de
winsten van vooruitgang en productiviteitsgroei en in het verkleinen van ongelijkheden.
Het bevorderen van een gunstig klimaat voor duurzame ondernemingen is benadrukt als
essentieel voor arbeidsbescherming en de resolutie erkent de arbeidsrelatie als de
belangrijkste toegangspoort tot arbeidsbescherming en sociale zekerheid.
Sinds 2015 is er vooruitgang geboekt op alle gebieden van arbeidsbescherming, hoewel
veel uitdagingen blijven bestaan. Zo blijft adequaat minimumloon en de implementatie
hiervan een belemmering en blijft het aandeel van werknemers in economische winsten
dalen. Verder is de gender loonkloof nog significant en blijft informeel werk een
groot obstakel in het waarborgen van arbeidsbescherming en duurzame ondernemingen.
Ook is vastgesteld dat het risico op inadequate arbeidsbescherming hoger is bij werknemers
die geconfronteerd worden met discriminatie en in specifieke sectoren en werkgelegenheden,
zoals in de zorg, huishoudelijk personeel, thuiswerkers en in de landbouw. Verder
is benadrukt dat hoewel specifieke vormen van werk zoals tijdelijk werk, platform
werk, hybride werk en telewerk kansen bieden voor de toegang tot de arbeidsmarkt,
deze ook uitdagingen brengen voor de classificering van werknemers en arbeidsbescherming.
De conclusies onderstrepen dat arbeidsbescherming geworteld moet zijn in de fundamentele
beginselen en rechten op het werk en de internationale arbeidsstandaarden. Overheden
worden opgeroepen om een geïntegreerde beleidsaanpak te ontwikkelen voor arbeidsbescherming
en een coherent kader dat de transformatieve agenda voor gendergelijkheid ondersteunt
en de sociale dialoog centraal stelt.
De conclusies geven de IAO onder andere mandaat om technische assistentie te bieden
voor het classificeren van werknemers, het versterken van effectieve arbeidsinspecties
en het ondersteunen van toereikende lonen. Ook is aan de IAO mandaat gegeven om technische
assistentie te verlenen om formaliteit te bevorderen, advies te geven over het gebruik
van digitale technologieën en te reageren op psychosociale en werk-gerelateerde risico’s
binnen nieuwe vormen van werk. Daarnaast is de IAO gevraagd om onderzoek te doen naar
onder andere leefbaar loon en de uitdagingen en kansen van digitalisering, inclusief
kunstmatige intelligentie en algoritmisch beheer, voor arbeidsbescherming.
Een rechtvaardige transitie naar ecologisch duurzame economieën en samenlevingen voor
iedereen
In een resolutie heeft de IAC zich uitgesproken over het belang van rechtvaardigheid
in de transitie naar een duurzame economie en samenleving. Overheden worden opgeroepen
om, na consultatie met sociale partners, bij de transitie rekening te houden met gender,
jeugd, inclusie en kwetsbare groepen. Daarnaast roept de IAC op om werkgelegenheid
te bevorderen, ongelijkheid te verminderen en ruimte te bieden aan duurzame bedrijven.
Overheden zouden leven lang ontwikkelen moeten steunen waarbij aandacht wordt besteed
aan de behoeften van zowel de werknemer als de arbeidsmarkt. Ook wordt aandacht gevraagd
voor de gevolgen van klimaatverandering voor een gezonde en veilige werkomgeving.
De IAC heeft de richtlijnen van de IAC van 2015 voor een rechtvaardige transitie naar
duurzame economieën en samenlevingen bekrachtigd. De IAO wordt specifiek opgeroepen
om deze richtlijnen onder de aandacht te brengen bij onder andere VN-klimaattoppen.
De conclusies geven de IAO een mandaat om lidstaten te ondersteunen bij hun transitie
door middel van technische assistentie en capaciteitsontwikkeling. Daarbij is – in
het bijzonder – aandacht voor de minst ontwikkelde landen en kleine eilandstaten in
ontwikkeling. Daarnaast wordt de IAO gevraagd om onderzoek te doen naar de gevolgen
van klimaatverandering voor wat betreft ongelijkheid, sociale exclusie en arbeidsmobiliteit.
LHBTI
Tijdens de bespreking van het programma en de begroting van de IAO voor 2024–2025
werd uitvoerig gesproken over de verwijzing naar LHBTI/Sexual Orientation and Gender
Identity (SOGI) personen in het werkprogramma voor 2024–2025 van de IAO. Een groep
landen wilde deze verwijzing uit de tekst halen of afzwakken en heeft hun bezwaren
laten optekenen. De verwijzing is ongewijzigd in de tekst behouden gebleven. Het Koninkrijk
der Nederlanden heeft zich hiervoor in EU-verband en met gelijkgezinde landen stevig
ingezet. Dit is in lijn met de bredere Nederlandse inzet om binnen relevante internationale
gremia op te komen voor de positie en rechten van deze personen. Het is ook om deze
reden dat ik in mijn toespraak aandacht heb gevraagd voor gelijke rechten voor iedereen,
ook op de arbeidsmarkt, ongeacht leeftijd, opleidingsniveau, religie, afkomst, gender
of seksuele oriëntatie.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid