Brief regering : Zesde voortgangsrapportage kwartiermakers toekomst accountancysector
33 977 Evaluatie Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta)
Nr. 45
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2023
Hierbij bied ik u de zesde voortgangsrapportage van de «Kwartiermakers toekomst accountancysector»
aan. De kwartiermakers zijn aangesteld om verbeteringen aan te jagen in de accountancysector,
met als doel de kwaliteit van wettelijke controles te verbeteren. Zij doen in hun
voortgangsrapportage verslag van hun werkzaamheden in het afgelopen halfjaar en bespreken
daarnaast een aantal actualiteiten. Deze zesde voortgangsrapportage is tevens de laatste,
er volgt nog de slotrapportage, waarbij de kwartiermakers onder andere in zullen gaan
op de structuurmodellen.
Hieronder geef ik een overzicht van onderwerpen uit de zesde voortgangsrapportage,
waar van belang voorzien van mijn reflectie.
Voortgang opdracht kwartiermakers
De kwartiermakers geven in hun rapportage een overzicht van de voortgang op de verschillende
elementen van hun opdracht, met het oog op de afsluitende rapportage die zij 1 november
a.s. verwachten op te leveren. Zij beschrijven de voortgang van onderzoeken naar de
structuur van accountantsorganisaties en van initiatieven op het gebied van cultuur
in de sector en de rol van de accountant bij het herkennen van fraude. Ook gaan zij
in op werk van de NBA rond het thema (dis)continuïteit en het onderzoek van een expertgroep
naar het beroepsprofiel van de accountant en de inrichting van de opleiding.
Ik kijk uit naar de resultaten van de lopende onderzoeken en initiatieven en de beoordeling
daarvan door de kwartiermakers in de slotrapportage.
Actualiteiten
Fraude-rapport AFM
De kwartiermakers stellen dat de actuele discussie over het onderwerp fraude van groot
belang is voor hun opdracht en geven daarover een aantal reflecties. Zij herkennen
een patroon in de manier waarop de sector reageert op het laatste AFM-rapport, waaronder
een reflex tot het stellen van nieuwe regels en verwijzen naar andere ketenpartijen
die een rol spelen bij de wettelijke controle. Dit patroon beperkt de open en lerende
houding van de accountantsorganisaties zelf. De kwartiermakers vragen zich af of de
sector als geheel voldoende in staat zal zijn zichzelf te verbeteren. De sleutel hiervoor
ligt volgens de kwartiermakers bij de cultuur binnen accountantsorganisatie en dit
probleem wordt niet opgelost met wet- en regelgeving.
Ik onderschrijf het belang van open en lerende cultuur bij accountantsorganisaties
en vind het teleurstellend dat de kwartiermakers signaleren dat de reacties op het
frauderapport daarvan onvoldoende blijk lijken te geven. Het is ook wat mij betreft
primair een kwestie van intrinsieke motivatie van alle betrokkenen binnen accountantsorganisaties
om een professioneel-kritische houding aan te nemen. Die houding moet gericht zijn
op de kwaliteit van de wettelijke controle en op het belang van de gebruikers van
jaarrekeningen en bestuursverslagen. Het is aan accountantsorganisaties om deze motivatie
en houding te bevorderen en de middelen aan te reiken die daarvoor nodig zijn.
Duurzaamheidsverslaggeving
De taken van accountantsorganisaties worden uitgebreid met de komst van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Met de komst van deze richtlijn moeten ondernemingen rapporteren over de
duurzaamheidsimpact en -risico’s. Accountants controleren deze rapportage. De richtlijn
bevat een lidstaatoptie om ook andere partijen dan accountantsorganisaties de duurzaamheidsverslaggeving
te laten controleren. De kwartiermakers zien daar voordelen in. Zo kan het ervoor
zorgen dat ondernemingen makkelijker een controleur kunnen vinden en het verlicht
de werkdruk op accountantsorganisaties.
Ik zie ook dat de lidstaatoptie kan bijdragen aan het verbreden van het aantal mensen
dat duurzaamheidsverslaggeving kan controleren en dat dit voordelen kan opleveren.
Om hier beter inzicht in te krijgen zal ik hierover bij de consultatie van het voorstel
van wet ter implementatie van de CSRD een vraag opnemen. Ook de overwegingen van de
kwartiermakers neem ik mee in de besluitvorming.
Portugese accountantsorganisatie
De kwartiermakers gaan ook in op de keuze van een (Nederlandse) beursgenoteerde onderneming
om de jaarrekening te laten controleren door een Portugese accountantsorganisatie.
De kwartiermakers signaleren dat de publieke reacties vrijwel unaniem negatief zijn
en missen in die reacties het argument dat vrij verkeer van diensten binnen de Europese
Unie een groot goed is. Daarnaast dragen nieuwe toetreders bij aan het terugdringen
van de schaarste aan accountants. Ten aanzien van de zorgen over de kwaliteit van
de wettelijke controle, zien de kwartiermakers voldoende mogelijkheden voor de Autoriteit
Financiële Markten om scherp toezicht te houden.
Ik zie met de kwartiermakers mogelijke voordelen van toetreding van accountantsorganisaties
uit andere EU-lidstaten. Ik vind het daarbij wel van belang dat de kwaliteit van de
controles zo hoog mogelijk blijft.
Als het gaat om het aantal accountants zijn wat mij betreft ook de initiatieven rond
de hervorming van de opleiding relevant, bijvoorbeeld het werk dat de expertgroep
in opdracht van de kwartiermakers verricht. Om de instroom in de opleiding tot accountant
te verhogen, de uitstroom daaruit te verlagen en het controlewerk aantrekkelijker
te maken is het belangrijk dat het beroepsprofiel en de opleidingseisen moderner en
toekomstbestendiger worden. Ik zie daarom uit naar een integraal advies over welke
veranderingen nodig en gewenst zijn om erop te kunnen vertrouwen dat er voldoende
en goed toegeruste mensen zijn die het controlevak kunnen en willen uitoefenen.
Private equity
De entree van private equity in de markt van accountantsorganisaties houdt volgens de kwartiermakers de gemoederen
in de accountancysector bezig. De kwartiermakers erkennen de zorgen over commerciële
prikkels, maar stellen dat private equity ook een kwaliteitsimpuls kan geven. Daarnaast
is het aan de AFM om toezicht te houden op regels over beleidsbepaling en accountantsorganisaties,
indien nodig, onder verscherpt toezicht te plaatsen. De kwartiermakers zien een parallel
tussen de reacties op de Portugese accountantsorganisatie en de entree van private
equity. Volgens de kwartiermakers is het verbieden van dergelijke ontwikkelingen zelden
het meest effectief. Een scherpe, goed toegeruste toezichthouder is zinvoller. De
kwartiermakers zien dat de AFM daar nu aan voldoet en zien daarom op de korte termijn
geen aanleiding voor extra maatregelen. Zoals ik uw Kamer schreef bij de aanbieding
van de vijfde voortgangsrapportage van de kwartiermakers blijf ik in gesprek met betrokkenen
hierover.1
VOR
De kwartiermakers constateren dat er niet direct een nieuwe Monitoring Commissie Corporate
Governance (Commissie) is aangetreden nadat de termijn van de vorige commissie eind
2022 afliep. De schragende partijen van de Corporate Governance Code («de Code»)2 hebben aangekondigd om zelf een verklaring omtrent risicobeheersing («VOR») te ontwikkelen.
De kwartiermakers roepen de schragende partijen op om vaart te maken met het voorstel.
Ik onderschrijf deze oproep. Naar aanleiding van het Commissiedebat Accountancy van
30 maart 2023 (Kamerstuk 33 977, nr. 44) is de motie van de leden Romke de Jong en Van Weyenberg3 over de VOR op 4 april jl. door een groot deel van uw Kamer aangenomen. Conform deze
motie informeer ik uw Kamer hierbij over de stand van zaken met betrekking tot de
VOR.
Om tot een bepaling te komen die in de Code kan worden opgenomen, zijn de schragende
partijen een VOR-werkgroep begonnen. Het streven van die werkgroep is om voor dit
jaareinde overeenstemming te bereiken over een VOR. De werkgroep zal worden geleid
door prof. dr. Jaap van Manen, oud-voorzitter van de Monitoring Commissie Corporate
Governance Code. Om het traject te bevorderen heb ik samen met de Minister van Economische
Zaken en Klimaat ondersteuning toegezegd, respectievelijk in de vorm van een financiële
bijdrage en het beschikbaar stellen van een secretaris om de werkgroep te ondersteunen.
Zoals eerder aan uw kamer gemeld zal ik, als uit dit traject blijkt dat het toch niet
haalbaar is om een VOR in de Code op te nemen, bezien hoe wettelijke verankering van
een VOR mogelijk is.
Verhoging wettelijke drempelbedragen/omvangscriteria
Ten slotte steunen de kwartiermakers de oproep van de NBA om de drempelbedragen voor
verplichte wettelijke jaarrekeningcontrole te verhogen. De kwartiermakers stellen
dat een verhoging van de drempelbedragen de hoeveelheid wettelijke controles kan verminderen
en dat de administratieve lasten voor met name het MKB kan afnemen.
De drempelbedragen (ook wel omvangscriteria) zijn vastgelegd in de EU-accountingrichtlijn,
waarvoor de Minister voor Rechtsbescherming primair verantwoordelijk is. De richtlijn
bevat al een mogelijkheid om de drempelwaarden te corrigeren voor inflatie. Mijn ambtgenoot
en ik hebben de Europese Commissie gevraagd hier spoedig naar te kijken. De Commissie
heeft toegezegd dat zij gaat werken aan een voorstel voor indexering van de drempelwaarden.
Daarnaast verzoeken de kwartiermakers om de drempelwaarden in algemene zin te verhogen.
Dat kan alleen bij de herziening van de jaarrekeningrichtlijn. Als de Commissie een
voorstel voor herziening van de jaarrekeningrichtlijn publiceert zal ik samen met
de Minister voor Rechtsbescherming de wenselijkheid van het verhogen van de drempelwaarden
bezien.
Ten aanzien van de administratieve lasten van het MKB is het verder interessant te
verwijzen naar de werkbezoeken die de kwartiermakers de afgelopen periode aan verschillende
MKB-kantoren hebben afgelegd. De kwartiermakers schrijven dat deze kantoren geen concrete
voorbeelden hebben genoemd ten aanzien van toegenomen regeldruk als gevolg van de
Wet toekomst accountancy. Wel ervaren deze kantoren regeldruk die samenhangt met andere
activiteiten van accountants, die niet samenhangen met de wettelijke controle.
Tot slot
Ik vind het positief om te lezen dat alle nog resterende onderzoeken goed onderweg
zijn en ik zie uit naar de slotrapportage, waarin de kwartiermakers conclusies trekken
over onder andere structuurmodellen, cultuurverandering, ketenbenadering, educatie,
discontinuïteit en fraude. Het Wetsvoorstel toekomst accountancysector bevat een belangrijke
set aan kwaliteitsprikkels. Op dit moment geef ik uitvoering aan de MKB-toets waar
uw kamer in het Commissiedebat van 30 maart jl. om heeft gevraagd. Ik wil het wetsvoorstel
daarna zo snel mogelijk bij uw Kamer indienen.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.