Brief regering : Reactie op verzoek commissie over een burgerbrief over toegankelijkheid diverse media
32 827 Toekomst mediabeleid
Nr. 284
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2023
Op 13 april 2023 heeft uw Kamer een email van een burger ontvangen over toegankelijke
media. De email is opgesteld door zorgverlener Van Mens Tot Mens namens de desbetreffende burger (zorgvrager). Aanleiding voor deze email is het artikel
«Ondertiteling voor slechthorenden ontbreekt vaak: Vorm van uitsluiting.» van 10 april
2023 op de NOS website.1 Dit artikel is tevens aanleiding geweest voor de leden Van Strien en De Kort (beiden
VVD) om schriftelijke vragen te stellen.2 De beantwoording daarvan ontvangt u gelijktijdig met deze reactie. In de email die
u mij heeft doorgestuurd, vraagt de burger aandacht voor het verplicht stellen van
ondertiteling voor personen met een auditieve beperking aan commerciële omroepen en
(online) streamingsdiensten.
Ik ben het eens met het uitgangspunt van de burger dat iedereen in Nederland toegang
hoort te hebben tot het aanbod van zowel publieke als commerciële mediaorganisaties.
Goede toegankelijkheid van programma’s is immers van belang voor alle bevolkingsgroepen
van de Nederlandse samenleving. Dat geldt zeker ook voor kwetsbare groepen als personen
met een auditieve of visuele beperking. Om dit te waarborgen zijn een aantal bepalingen
verankerd in de Mediawet. Voor de landelijke publieke omroep geldt de verplichting
om ten minste 95 procent van het Nederlandstalig media-aanbod te voorzien van ondertiteling
voor personen met een auditieve beperking. Voor de commerciële omroepen is dit ten
minste 50 procent.3
Terecht verwijst de burger in zijn email naar het VN-verdrag inzake de rechten van
personen met een handicap. Nederland heeft dit verdrag in 2016 geratificeerd. Op basis
hiervan zijn vanuit het vorige kabinet nadere stappen gezet om er voor te zorgen dat
de toegang voor mensen met een beperking verbeterd wordt. Zo ook in de media, met
name waar het de landelijke publieke omroep betreft. Zo heeft mijn voorganger prestatieafspraken
2022–2026 met de NPO gemaakt waarin bepalingen zijn opgenomen over nadere toegankelijkheidsmaatregelen
als audiodescriptie en gebarentaal. De NPO rapporteert jaarlijks in zijn NPO Terugblik
over de naleving van deze afspraken. In de rapportage over het eerste loopjaar (2022)
is opgenomen dat de afspraken ruimschoots zijn behaald.4
Binnen het huidige kabinet zet ik mij vanuit mijn verantwoordelijkheid in voor een
inclusieve samenleving, waarin iedereen gelijke kansen en mogelijkheden heeft om volwaardig
mee te doen. Het bevorderen van de toegankelijkheid van media maakt daar een belangrijk
deel van uit. Daarbij richt ik mij niet alleen op de publieke omroep maar ook de commerciële
omroepen en streamingsdiensten. Immers, waar aanleiding én ruimte is voor verbetering
vind ik dat deze zal moeten worden opgepakt. In dat licht is per 1 juli 2022 in de
Mediawet 2008 ook de verplichting verankerd om vooruitgang te laten zien op toegankelijkheid.
Deze bepaling geldt voor zowel de publieke omroepen als commerciële omroepen en streamingsdiensten.
Zij moeten het Commissariaat voor de Media hierover jaarlijks rapporteren.5 Daarmee is sinds vorig jaar dus ook wetgeving over toegankelijkheid van toepassing
op streamingsdiensten. Uiteraard voor zover deze vallen onder de Nederlandse jurisdictie.
Ik verwacht dat de in de wet opgenomen minimumpercentages voor ondertiteling én de
verplichting voor zowel omroepen als streamingsdiensten om jaarlijks progressie te
tonen, voldoen om te zorgen voor betere en toenemende toegankelijkheid van het media-aanbod.
In een uitvraag hebben enkele commerciële partijen aangegeven zich te zullen committeren
om jaarlijks vooruitgang te laten zien. Het is aan het Commissariaat voor de Media
om hierop toe te zien. Los van wetgeving merk ik dat ook in de gesprekken met de sector
vanuit mijn departement, het belang van toegankelijkheid en de bereidheid om deze
te verbeteren wordt gevoeld. Ik verwacht daarom dat de sector de toegankelijkheid
van het media-aanbod vanuit zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid en overtuiging
duurzaam zal oppakken en verbeteren.
Dit laat onverlet dat ik de werking die uitgaat van de huidige wetgeving nauwlettend
blijf volgen en zal bespreken met zowel de sector als organisaties die het belang
van de personen met een auditieve en visuele beperking behartigen, waaronder Ieder(in).
Als blijkt dat de genomen toegankelijkheidsmaatregelen onvoldoende vorderingen laten
zien, zal ik alsnog normstellende wetgeving overwegen.
Ik dank uw Kamer voor het doorgeleiden van email van de desbetreffende burger die
terecht aandacht vraagt voor de toegankelijkheid van het media-aanbod. Met deze reactie
laat ik zowel uw Kamer als de desbetreffende burger weten dat het thema ook mijn toegewijde
aandacht heeft en daarop kan blijven rekenen. Toegang en meedoen is immers een onderwerp
van ons allemaal.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
G. Uslu
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap