Brief regering : Bestuurlijke reactie AcICT-rapport Logius Infrastructuur
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 1050
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2023
Op 24 april jongstleden stuurde ik uw Kamer het rapport van het Adviescollege ICT-toetsing
(hierna: AcICT) over de ICT-infrastructuur van Logius1. Gezien de stevigheid van het oordeel heb ik direct mitigerende maatregelen genomen
en een heroriëntatie in gang gezet langs de lijn van het AcICT-advies.
Ik begin mijn brief met een appreciatie van het AcICT-rapport en de mogelijke gevolgen
voor de overheidsdienstverlening. Vervolgens informeer ik uw Kamer aan de hand van
de vier aanbevelingen van AcICT over de eerste maatregelen die ik heb getroffen met
daarbij de eerste inzichten uit de heroriëntatie. Ik deel ook alvast de eerste uitkomsten
van het kostenonderzoek. Tot slot zet ik de vervolgstappen in dit proces op een rij
en geef ik aan hoe ik de Kamer hierover zal blijven informeren.
Appreciatie van de conclusies en gevolgen voor de GDI
AcICT heeft een stevig rapport uitgebracht over de migratiestrategie naar het nieuwe
IT-fundament. Terecht, want de eerste versie van het ICT-platform is twee en een half
jaar te laat opgeleverd. Ik – en de uitvoeringsorganisaties en medeoverheden die deelnemen
in de Generieke Digitale Infrastructuur met mij – besef dat de aanpak voor een nieuwe
ICT-infrastructuur te ambitieus was. Terugkijkend had, in lijn met het eerste AcICT-advies2, gekozen moeten worden voor een kleinere, meer gefaseerde aanpak. Destijds is omwille
van de wens van Logius, BZK en de afnemers om over te gaan naar nieuwe techniek anders
besloten.
Het ICT-platform van Logius was het beoogde fundament van de Generieke Digitale Infrastructuur
(hierna: GDI) en moest een stabiele basis vormen voor Logius-voorzieningen als DigiD,
Berichtenbox, MijnOverheid, het Federatief Berichtenstelsel en Digipoort. Hoewel de
continuïteit van de overheidsdienstverlening niet in het geding was of is, kan deze
heroriëntatie op de Logius infrastructuur direct en indirect gevolgen hebben voor
deze voorzieningen en de doorontwikkeling.
Bij elke specifieke keuze die ik maak ten aanzien van het ICT-platform en de migraties
moet ik rekening houden met de gevolgen voor de hele Generieke Digitale Infrastructuur.
Het reduceren van maatwerk en complexiteit in het platform zelf kan bijvoorbeeld elders
in de GDI leiden tot grotere beheerlasten. Het niet of later realiseren van geavanceerde
functies kan op termijn een belemmering vormen voor gewenste innovaties in de dienstverlening.
Gezien deze complexiteit en het enorme belang van een goede digitale infrastructuur
voor de overheidsdienstverlening organiseer ik de opvolging van dit AcICT-advies nadrukkelijk
gezamenlijk met het ministerie, Logius, de uitvoeringsorganisaties en de medeoverheden.
Hierbij is het goed om te memoreren dat wij de GDI gezamenlijk financieren en de consequenties
van de opvolging van dit rapport samen moeten wegen. De interventies in de Logius-infrastructuur
hebben al hun weerslag in de resultaten van de programmering van het lopende jaar.
Verdere implicaties worden nader uitgewerkt in het Programmeringsplan GDI voor 2024
dat uw Kamer in het vierde kwartaal van dit jaar zal ontvangen.
Opvolging van de aanbevelingen van het adviescollege
Na ontvangst van het AcICT-rapport en het hierover informeren van uw Kamer heb ik
een pas op de plaats afgekondigd en ben ik gestart met een heroriëntatie. Op elk van
de vier aanbevelingen van het adviescollege hebben experts van het ministerie en van
Logius bevindingen met concrete verbeteracties geformuleerd die bestuurlijk zijn gewogen.
Inmiddels zijn ook experts van uitvoeringsorganisaties en medeoverheden bij deze analyse
betrokken. Hieronder geef ik een nadere toelichting op mijn acties en de laatste inzichten
aan de hand van de vier aanbevelingen van AcICT.
1. Laat Logius zich beperken tot een eenvoudig, bruikbaar platform
Ik heb bij eerste gelegenheid verdere oplevering van het ICT-platform bij Logius opgeschort
en een onderzoek gestart naar een eenvoudig, bruikbaar platform waar voorzieningen
stabiel en veilig op kunnen landen. Dit onderzoek is momenteel in volle gang, en de
eerste bevindingen zijn als volgt.
Op 24 mei jongstleden is PICARD 1.2 opgeleverd als een eerste versie van het IT-platform.
Dit was de laatste oplevering voor de pas op de plaats ten behoeve van de heroriëntatie.
Kijkend naar de functionaliteiten van PICARD 1.2 ligt deze al dicht bij de door AcICT
geadviseerde basis van een eenvoudig en bruikbaar ICT-fundament. Het voornemen tot
verdere perfectionering is losgelaten. Eerste analyse leert ons dat het platform ook
zonder de maatwerk-integratielaag stabiel en veilig is, wellicht op enkele functies
na die nader onderzocht moeten worden.
Momenteel wordt voor elk van die overgebleven functies beoordeeld of deze noodzakelijk
is voor de veiligheid en de stabiliteit van het platform. Voorts wordt bezien of deze
functies met standaardcomponenten van de markt ingevuld kunnen worden. De uitkomst
van deze analyse wordt vervolgens extern getoetst, waarbij het uitgangspunt is dat
er geen maatwerk wordt toegevoegd aan het platform tenzij dit noodzakelijk is voor
de veilige en stabiele werking, en dit niet op een andere manier redelijkerwijs ingevuld
kan worden. De komende maanden komt hier duidelijkheid over, waarna overgegaan wordt
tot eventuele aanpassing, test en oplevering van het basisplatform.
2. Geef voorzieningen de ruimte om de best passende ICT-infrastructuur te kiezen
3. Laat Logius steviger sturen op de migraties
In afwachting van de uitkomsten van de heroriëntatie heb ik ook de geplande migraties
van de 18 Logius-voorzieningen, waaronder bijvoorbeeld DigiD, Berichtenbox en MijnOverheid,
naar het ICT-platform van Logius opgeschort.
Voor elk van deze voorzieningen wordt op dit moment de eerder gemaakte keuze voor
het IT-platform PICARD en de geplande migratie opnieuw tegen het licht gehouden. Alle
relevante documentatie, met specificaties van het nu beoogde basisplatform, wordt
gedeeld met de betrokken uitvoeringsorganisaties en medeoverheden. In nauwe afstemming
wordt per voorziening gewogen of deze zal migreren naar PICARD, of dat migratie naar
een ander platform3 zal plaatsvinden. Hierbij worden onder andere technische, juridische, financiële
en functionele impact meegewogen.
De migratiestrategie met de migratieplanning wordt vervolgens vastgesteld, waarna
de eerste voorziening kan starten met de migratie. Om stevig te sturen wordt het ministerie
direct opdrachtgever van de ICT-activiteiten voor de bouw van en migraties naar de
Logius-infrastructuur. Tot de afronding van de migraties en de overgang naar beheer
zal sturing door Logius en het ministerie in de vorm van een programma gebeuren. Hier
zet ik direct een zakelijke sturing op zoals in mijn reactie op aanbeveling 4 beschreven.
4. Zorg voor een zakelijke sturing vanuit beleid op de GDI-dienstverlening
Ik heb na ontvangst van het rapport het bestuurlijk overleg tussen het ministerie
en agentschap Logius geïntensiveerd om te sturen op genoemde heroriëntatie en de migraties.
Samen met de uitvoeringsorganisaties en medeoverheden worden de uitkomsten van de
heroriëntatie gewogen en de migraties geprioriteerd zodat deze infrastructurele keuzes
recht doen aan de uitgangspunten van de Generieke Digitale Infrastructuur en bijdragen
aan de verbetering van digitale overheidsdiensten aan burgers en ondernemers.
Ten aanzien van de zakelijke sturing heb ik ervoor gekozen om de huidige governance
– directe sturing van het ministerie op Logius, met de uitvoeringsorganisaties en
medeoverheden in een stevige, adviserende rol – als basis aan te houden en te versterken.
Het opdrachtgeverschap van Logius wordt formeler en professioneler ingericht. Tegelijkertijd
zal de dagelijkse samenwerking tussen beleidsopdrachtgever en opdrachtnemer intensiever
en hechter worden. Ook versterkt Logius de interne controle (binnen Logius) in samenwerking
met het ministerie. Vanuit die positie intensiveren en verzakelijken we samen de sturing
op Logius en op de GDI.
Naar de toekomst zal het ministerie de opdrachtgeversrol breder definiëren en integraal
sturen op de infrastructuur van de gehele GDI, waarbinnen de Logius infrastructuur
een plek heeft. Ik onderzoek momenteel de spreiding van ontwikkeling en beheer van
de GDI-voorzieningen over meerdere ICT-leveranciers binnen de overheid. Ik doe dit
samen met de uitvoeringsorganisaties en medeoverheden die deelnemen in de Programmeringsraad
Generieke Digitale Infrastructuur. De huidige governance wordt waar nodig uitgebreid
om andere ICT-leveranciers te laten participeren. Hierbij zet ik stevig in op quality
assurance en strategisch portfoliomanagement.
Eerste uitkomsten van het kostenonderzoek
Ik ben zoals toegezegd aan uw Kamer een kostenonderzoek gestart. De eerste stap in
het kostenonderzoek geeft inzicht in de historische kosten in relatie tot de door
de ADR gevalideerde bedragen uit het AcICT-advies. De tweede stap van het kostenonderzoek
kan starten na afronding van de heroriëntatiefase waarbij de gekozen ICT-oplossingen
worden doorgerekend. Bij de keuze voor de ICT-oplossingen zullen de scenario’s op
een set aan criteria worden beoordeeld waaronder de kosten, juridische consequenties,
de gevolgen voor de afnemers en de gevolgen voor de doorontwikkeling van de GDI.
Ten aanzien van de eerste stap van het kostenonderzoek kan ik de volgende inzichten
delen. AcICT vermeldt mogelijke toekomstige kosten van de migraties en de herbouw
van Digipoort als de gekozen aanpak wordt voortgezet. In het advies wordt berekend
dat in 2019 was ingeschat dat de migraties en de herbouw van Digipoort € 28 miljoen
zouden gaan kosten; met de gekozen aanpak zou dat mogelijk oplopen tot boven de € 100 miljoen.
Uit de eerste stap van het kostenonderzoek blijkt de onderbouwing van deze bedragen
herkenbaar. Dit vraagt om urgente aandacht en adequaat handelen in de heroriëntatiefase
die nu volgt.
De kostenstijging is een fors bedrag en ik blijf op kostenbeheersing sturen, ook bij
de nadere uitwerking en opvolging van het AcICT-advies. De beheerkosten van het IT-fundament
zal ik bovendien inzichtelijk maken op het RijksICT-dashboard.
Vervolg
In het najaar van 2023 informeer ik uw Kamer over de oplevering van het basisplatform,
de gemaakte platformkeuzes per voorziening, de uitkomsten van het kostenonderzoek
met de doorrekening van de gekozen koers, en de voortgang van de uitvoering van de
migraties. In het vierde kwartaal van dit jaar ontvangt uw Kamer het hernieuwde Programmeringsplan
2024 voor de Generieke Digitale Infrastructuur.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties