Brief regering : Verslag van de Raad Algemene Zaken van 27 juni 2023
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2692
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2023
Tevens wordt uw Kamer middels dit verslag geïnformeerd over het toekomstperspectief
van Bosnië en Herzegovina (naar aanleiding van de toezegging op 21 juni jl. tijdens
het commissiedebat over de Artikel-100 bijdrage aan EUFOR Althea) en over het EP-voorstel
betreffende de samenstelling van het Europees Parlement.
Daarnaast wordt middels deze brief bevestigd dat aan het verzoek van de vaste commissie
voor Europese Zaken van 29 juni 2023 inzake de behandeling van het voorstel tot herziening
van het Meerjarig Financieel Kader zal worden voldaan.
Tot slot deel ik hierbij een brief die de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula
von der Leyen, naar de EU-lidstaten stuurde t.b.v. de discussie over migratie tijdens
de Europese Raad van 29 en 30 juni 2023.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 27 JUNI 2023
Op dinsdag 27 juni jl. vond in Luxemburg de Raad Algemene Zaken plaats. Op de agenda
stond de Europese Kiesakte, de voorbereiding van de Europese Raad (ER) van 29 en 30 juni
a.s., het Europees Semester, het achttienmaandenprogramma van de Raad, een terugkoppeling
van het Stockholm symposium over rechtsstaat en democratie van 21–22 juni jl., de
impact van het Europees emissiehandelssysteem op EU-beleid en een informele lunch
met de Moldavische Minister van Buitenlandse Zaken. De Nederlandse Permanent Vertegenwoordiger
bij de EU nam deel aan deze Raad.
Tevens wordt uw Kamer middels dit verslag geïnformeerd over het toekomstperspectief
van Bosnië en Herzegovina (naar aanleiding van de toezegging op 21 juni jl. tijdens
het commissiedebat in de Tweede Kamer over de Artikel-100 bijdrage aan EUFOR Althea)
en over het EP-voorstel betreffende de samenstelling van het Europees Parlement.
Tot slot wordt middels deze brief bevestigd dat aan het verzoek van de vaste commissie
voor Europese Zaken van de Tweede Kamer inzake de behandeling van het voorstel tot
herziening van het Meerjarig Financieel Kader zal worden voldaan.
Voorbereiding Europese Raad van 29 en 30 juni 2023
Russische agressie tegen Oekraïne
De Raad stond stil bij de laatste ontwikkelingen rondom de Russische agressie tegen
Oekraïne. Zij spraken onder andere over de verwoesting van de Nova Kackhovka dam en
de recente gebeurtenissen in Rusland. De lidstaten benadrukten het belang van steun
aan Oekraïne. In het bijzonder spraken zij over mogelijke veiligheidstoezeggingen
voor Oekraïne. Meerdere lidstaten benadrukten dat veiligheidstoezeggingen onderdeel
van een breder gesprek met Oekraïne moeten worden in samenwerking met partners.
De inzet van het kabinet blijft ongewijzigd en gericht op solidariteit met en voortgezette
steun aan Oekraïne, juist nu het Oekraïense tegenoffensief bezig is. In dit kader
verwelkomde het kabinet de ophoging van het financieringsplafond van de Europese Vredesfaciliteit
met 3,5 miljard euro. Het kabinet benadrukte bovendien de noodzaak van het aannemen
van de achtste tranche EPF-steun ten behoeve van Oekraïne.
Economie (concurrentievermogen, economische veiligheid)
De Raad verwelkomde de geboekte resultaten om het Europese concurrentievermogen te
versterken, waaronder de Europese initiatieven voor een Critical Raw Materials Act en de Net Zero Industry Act, de Europese aanpak om kunstmatige intelligentie te reguleren, het vergroten van
de leveringszekerheid van kritieke geneesmiddelen, het versterken van de Europese
positie ten aanzien van strategische technologieën en de inwerkingtreding van het
unitaire octrooipakket. Daarnaast verwelkomde een aantal lidstaten het initiatief
om een high-level rapport over de toekomst van de interne markt te presenteren tijdens de ER in maart
2024. Ook sprak de Raad over de door de Commissie op 20 juni jl. gepresenteerde Europese
economische veiligheidsstrategie. Een groot aantal lidstaten benadrukte hierbij het
belang van een open economie en gelijk speelveld.
Veiligheid en defensie
De Raad besprak de voortgang van de uitvoering van eerdere conclusies over dit onderwerp,
waaronder de initiatieven om de levering van met name artilleriemunitie aan Oekraïne
te vergroten en te versnellen, en de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie
op te schalen (de Act in Support of Ammunition Production, ASAP) en het instrument voor de versterking van de Europese defensie-industrie door
middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (EDIRPA). Nederland heeft in lijn met
de motie van de leden Brekelmans en Sjoerdsma1 hiervoor steun uitgesproken.
Nederland benadrukte tijdens de Raad het belang van het versterken van EU-NAVO-samenwerking
door middel van concrete stappen, waarbij de Joint Declaration geïmplementeerd moet worden met een roadmap met praktische acties.
Migratie
De Raad sprak over de implementatie van de Europese Raadsconclusies van februari jl2. In een brief3 ging Commissievoorzitter Von der Leyen in op de bereikte voortgang sinds februari.
Er was nog geen overeenstemming tussen lidstaten over de mate van ambitie in de concept
ER-conclusies. Enkele lidstaten pleitten voor het verkennen van innovatieve oplossingen
voor het tegengaan van irreguliere migratie. Ook lieten enkele lidstaten zich kritisch
uit over de gehanteerde besluitvormingsprocedure van gekwalificeerde meerderheid tijdens
de JBZ-Raad van 8–9 juni, waar Raadsposities zijn aangenomen op kernonderdelen van
het Asiel- en Migratiepact. Nederland heeft de bereikte Raadsposities en de brief
van Von der Leyen verwelkomd en ervoor gepleit dat naar de brief wordt verwezen in
de ER conclusies4.
China
De Raad blikte kort vooruit op de EU-China strategische discussie. De economische
relatie tussen China en de EU zal onderdeel uitmaken van deze strategische discussie
tijdens de ER. De lidstaten verwelkomden de agendering van dit onderwerp.
EU-CELAC
De Raad blikte kort vooruit op de voorbereiding van de EU-CELAC Top. Lidstaten verwelkomen
de Top in een tijd van grote geopolitieke uitdagingen. Deze dient een basis te leggen
voor een diepgaander en gemoderniseerd partnerschap met landen in Latijns-Amerika
en het Caraïbisch gebied.
Tunesië
Ten aanzien van Tunesië gaf de Europese Commissie aan dat onderhandelingen over een
Memorandum of Understanding nog gaande zijn en niet afgerond zullen zijn voorafgaand aan de ER.
Kiesakte
Tijdens dit agendapunt5 reageerden lidstaten op verzoek van het Zweedse voorzitterschap op de uitkomsten
van de vragenlijst die was rondgestuurd over het voorstel van een nieuwe Kiesakte6. Een rondgang leerde dat posities nog steeds sterk uiteenlopen. Er bestonden veel
gedeelde zorgen over een aantal elementen in het voorstel (o.m. vaste verkiezingsdag,
stemgerechtigde leeftijd, transnationale kieslijsten). Vanwege deze bezwaren achtten
vele lidstaten de inwerkingtreding van een nieuwe Kiesakte voor de Europese verkiezingen
van 2024 niet haalbaar. Nederland reageerde conform het kabinetsstandpunt7 in lijn met de aangenomen motie van het lid Strolenberg c.s.8, en de overgenomen motie van het lid Bisschop9. Ook gaf Nederland aan samen met andere lidstaten te willen onderzoeken hoe het Spitzenkandidatensysteem
kan worden verbeterd, waarbij het belangrijk is dat de institutionele balans zoals
vastgesteld in de Verdragen gerespecteerd wordt. Het inkomend Spaanse voorzitterschap
gaf aan een plan op te stellen hoe het dossier van de Kiesakte de komende tijd verder
kan worden gebracht.
Het Zweedse voorzitterschap nodigde lidstaten daarnaast uit om een eerste reactie
te geven op het op 15 juni jl. verschenen voorstel van het Europees Parlement voor
de samenstelling van het EP voor de zittingsperiode van 2024 tot 202910. Slechts enkele lidstaten reageerden kort op het voorstel. Om uw Kamer te informeren
is onder het kopje «overig» opgenomen wat dit voorstel van het EP behelst en wat de
Nederlandse inzet hieromtrent is.
Informele lunch met Minister van Buitenlandse Zaken van Moldavië
Tijdens de lunch sprak de Raad met de Moldavische Minister van Buitenlandse Zaken
en Europese Integratie, Nicu Popescu. Minister Popescu presenteerde de door de Moldavische
regering geboekte voortgang van de binnenlandse hervormingsagenda. Daarbij lag de
nadruk op de implementatie van de negen voorwaarden die de Europese Commissie in haar
Opinie van juni 2022 identificeerde. De Raad moedigde Moldavië aan door te gaan met
het doorvoeren van alle prioriteiten uit de Opinie van juni 2022 teneinde voortgang
te boeken op weg naar toekomstig EU-lidmaatschap. De Commissie zal op basis van de
reguliere voortgangsrapportage als onderdeel van het uitbreidingspakket 2023 beoordelen
in welke mate Moldavië voldoet aan de prioriteiten uit deze Opinie. Dit rapport wordt
in oktober 2023 verwacht.
Europees Semester
Als onderdeel van het Europees semester 2023 keurde de Raad de landspecifieke aanbevelingen
goed en gaf aan deze ter bekrachtiging aan de ER van 29–30 juni a.s. voor te leggen.
Na bekrachtiging door de ER worden zij vervolgens officieel aangenomen tijdens de
Ecofinraad van 14 juli a.s. Daarmee zal de Europees Semester cyclus van 2023 worden
afgerond.
Achttienmaandenprogramma Raad
Tijdens dit agendapunt11 presenteerde het triovoorzitterschap, bestaande uit Spanje, België en Hongarije,
het achttienmaandenprogramma voor de periode juli 2023 tot en met december 202412. In het programma geeft het triovoorzitterschap aan samen te werken om gemeenschappelijke
oplossingen te vinden voor toekomstige uitdagingen. In het programma is aandacht voor
het versterken van het mondiale concurrentievermogen van de EU in overeenstemming
met de versnelde groene en digitale transitie. Daarnaast is er aandacht voor de versterking
van de sociale dimensie van Europa bij deze transitie. Verder komt het versterken
van internationale partnerschappen, multilaterale samenwerking en veiligheid op basis
van Europese waarden aan bod. Als laatste is ook de integratie van eventuele nieuwe
lidstaten, met het daarbij horende vraagstuk van de absorptiecapaciteit van de Unie,
een focusgebied. Het triovoorzitterschap bevestigde de bereidheid om samen te werken
en sprak verder de wens uit de huidige Europese agenda te voltooien en de volgende
agenda voor de periode 2024–2029 verder te ontwikkelen. Hongarije benoemde specifiek
dat het triovoorzitterschap zal bewijzen een honest broker te zijn. De Commissie benoemde dat het achttienmaandenprogramma in lijn is met het
programma van de Commissie, waarna de Raad hier ook steun voor uitsprak.
Impact Europees emissiehandelssysteem op EU-beleid
Enkele lidstaten verzochten de Raad om een gedachtewisseling over de impact van klimaatbeleid
en dan met name de impact van het EU Emissions Trading System (ETS) op de productiekosten van de industrie en hogere energiekosten voor huishoudens.
Slechts een aantal lidstaten nam het woord tijdens deze bespreking – een aantal lidstaten
sprak nadrukkelijk steun uit voor het ETS, en waarschuwde voor te vroeg ingrijpen,
omdat dat het systeem en het klimaatbeleid in algemene zin zal ondermijnen. Enkele
lidstaten waren juist kritisch ten aanzien van het ETS en meenden dat het ETS de oorzaak
is van hoge energieprijzen en energiearmoede in deze lidstaten. De Commissie verdedigde
het klimaatbeleid en het ETS en lichtte toe dat de hoge energieprijzen het gevolg
zijn van de oorlog in Oekraïne en een te beperkte energiemix in lidstaten. De Commissie
riep lidstaten op zich te blijven inspannen om gezamenlijk gas in te kopen omdat dat
de prijzen drukt en te differentiëren in energiemix en aanbieders.
AOB: Stockholm symposium over rechtsstaat en democratie
Het Zweedse voorzitterschap gaf een terugkoppeling van het symposium over democratie
en de Europese rechtsstaat, waaraan op ambtelijk niveau werd deelgenomen parallel
aan de informele Raad Algemene Zaken van 21 en 22 juni13. De Commissie sprak haar steun en waardering uit voor de reflecties van het Zweedse
voorzitterschap over het symposium, waarin onder meer werd geconstateerd dat het beschikbare
rechtstaatsinstrumentarium volledig benut moet worden om de naleving van de Europese
waarden en de rechtsstaat te verbeteren14. Verder gaf de Commissie aan dat zij tijdens de Raad Algemene Zaken van 10 juli a.s.
het Commissie rechtsstaatsrapport 2023 zal introduceren, waarvan de publicatie 5 juli
a.s. wordt verwacht.
Overig
Toezegging toekomstperspectief Bosnië en Herzegovina
Tijdens het commissiedebat over de Artikel-100 bijdrage aan EUFOR Althea op 21 juni
jl. is de Tweede Kamer toegezegd nader in te gaan op het toekomstperspectief van Bosnië
en Herzegovina. Het kabinet ondersteunt het Europese perspectief van Bosnië en Herzegovina.
Bij de Nederlandse inzet in het land zijn de veertien hervormingsprioriteiten zoals
uiteengezet door de Europese Commissie, het uitgangspunt. Middels diplomatieke contacten,
het Programma Maatschappelijke Transformatie (MATRA) en delen van Nederlandse expertise
op met name het gebied van rechtsstatelijkheid, wordt het hervormingsproces in Bosnië
en Herzegovina ondersteund. De Europese Commissie zal in oktober a.s. opnieuw rapporteren
over de voortgang van Bosnië en Herzegovina en andere kandidaat-lidstaten in het EU-toetredingsproces.
In de kabinetsappreciatie daarvan zal het kabinet een bredere weergave geven van de
Nederlandse inzet in de Westelijke Balkan en het toekomstperspectief van Bosnië en
Herzegovina.
EP-voorstel samenstelling Europees Parlement
Tevens informeert het kabinet uw Kamer middels dit verslag over het voorstel van het
Europees Parlement (EP) over de samenstelling van het EP. Voorafgaand aan elke zittingsperiode
stelt de ER met eenparigheid van stemmen, en op initiatief van en na goedkeuring door
het EP, een besluit vast inzake de samenstelling van het EP15. Rekening houdend met de demografische veranderingen in de EU sinds de laatste verkiezingen
van 2019 stelt het EP voor om het aantal zetels van het parlement te verhogen met
11, zodat er een totaal van 716 zetels zal zijn bij de Europese verkiezingen in 2024.
Deze extra zetels zouden toevallen aan Spanje, Nederland (elk twee), Oostenrijk, Denemarken,
Finland, Slowakije, Ierland, Slovenië en Letland (elk één). Het EP stelt verder voor
om 28 zetels te reserveren voor leden die in een toekomstig Uniebreed kiesdistrict
worden gekozen. Verkiezing van Europees Parlementsleden via een EU-breed kiesdistrict
vergt overigens eerst wijziging van de Kiesakte. Hiervoor bestaat op dit moment onvoldoende
draagvlak in de Raad.
Het kabinet kan dit voorstel steunen waar het gaat om de zetelverdeling onder de lidstaten.
De voorgestelde beperkte groei om te voldoen aan de principes van degressieve evenredigheid,
waarbij Nederland twee extra zetels krijgt en lidstaten geen zetels hoeven in te leveren,
sluit aan bij de bredere inzet om de groei van het aantal EP zetels te beperken16. Ten aanzien van het EP-voorstel over het Uniebreed kiesdistrict is de kabinetsinzet
om, in lijn met de aangenomen motie van het lid Strolenberg c.s.17, steun voor de introductie van een toekomstig Uniebreed kiesdistrict, en daarmee
indirect ook van transnationale lijsten, te vermijden. Bovendien acht het kabinet
het onwenselijk in een besluit over de samenstelling van het EP vooruit te lopen op
een discussie over een Uniebreed kiesdistrict, die nog moet worden gevoerd in de context
van een nieuwe Kiesakte. Het is onduidelijk wanneer verdere besluitvorming plaatsvindt.
Het kabinet zal uw Kamer blijven informeren over dit dossier.
Behandeling voorstel herziening Meerjarig Financieel Kader 2021–2027
Met verwijzing naar het verzoek van de vaste commissie voor Europese Zaken van de
Tweede Kamer van 29 juni 2023 inzake de behandeling van het voorstel tot herziening
van de verordening MFK 2021–2027, bevestigt de Minister van Buitenlandse Zaken dat
het kabinet geen onomkeerbare stappen zal zetten in de onderhandelingen ten aanzien
van het EU-voorstel herziening verordening MFK 2021–2027 voordat het, na het zomerreces
te houden, commissiedebat Meerjarig Financieel Kader plaatsgevonden heeft, en indien
er een tweeminutendebat volgt, tot de stemming over ingediende moties. Tevens zal
het kabinet de beantwoording van het schriftelijk overleg over het BNC-fiche over
het MFK voorafgaand aan dit commissiedebat aan de Tweede Kamer sturen, zodat de beantwoording
bij dit debat kan worden betrokken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken