Brief regering : OESO-rapport rapport 'Policies for the future of farming and food in The Netherlands'
34 284 Groen onderwijs
Nr. 17
BRIEF VAN DE LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2023
Hierbij bied ik u het rapport «Policies for the future of farming and food in The Netherlands» van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) aan, dat
ik vandaag in ontvangst heb genomen. De OESO heeft op verzoek van Nederland onderzocht
in hoeverre het Nederlandse innovatiebeleid aan productieve en duurzame agrifoodsector
bevordert.
In 2015 heeft de OESO voor het eerst een onderzoek gedaan naar het Nederlandse Agrarisch
Kennis- en Innovatiesysteem (AKIS) (Kamerstuk 34 284, nr. 7). Dit onderzoek was voor LNV zeer waardevol en bevatte een aantal belangrijke aanbevelingen.
Deze hebben onder meer bijgedragen aan het vormgeven van het beleid rondom Innovatie
op het Boerenerf (incl. de Subsidiemodule Agrarische Bedrijfsadvisering en Educatie
(Sabe-regeling)), het creëren van een strategische kennis- en innovatieagenda (KIA)
en het Groenpact.
Inhoud rapport
In het recent gepubliceerde onderzoeksrapport blikt de OESO terug op de aanbevelingen
uit 2015 en de opvolging hiervan. De OESO constateert dat er veel actie is ondernomen
binnen het systeem van kennis en innovatie op het vlak van financiering, onderwijs
en onderzoek en het verlagen van administratieve lasten. De OESO kwalificeert de Nederlandse
agrofoodsector als efficiënt, productief en exportgericht, met een hoge toegevoegde
waarde in de hele voedselketen en een aanzienlijk aandeel in de wereldexport van veel
producten. De organisatie geeft aan dat het Nederlandse AKIS een belangrijke rol vervult
voor de sector en dat Nederland mede daardoor voorop kan blijven lopen in de wereld.
Tegelijkertijd ziet de OESO dat er op het gebied van verduurzaming van de sector nog
stappen te zetten zijn en het aan de overheid is om meer te sturen op duurzaamheid,
zowel in haar beleid als waar het gaat om de inzet van kennis en innovatie. De OESO
benadrukt de urgentie en de noodzaak tot verduurzaming. Onder meer acht de OESO snelle
actie noodzakelijk om de stikstofdepositie op de stikstofgevoelige gebieden te verminderen.
In het rapport formuleert de OESO de volgende vier hoofdaanbevelingen:
1) verlaag snel de druk van de sector op natuur en milieu en versnel de transitie naar
een duurzame toekomst van de sector;
2) werk aan economische en regelgevende prikkels die ervoor zorgen dat de negatieve externe
effecten van de landbouw op natuur en milieu volledig worden geïnternaliseerd;
3) ontwikkel een ambitieuze strategie om een data-gedreven sector te creëren die in staat
is om zijn eigen prestaties op economisch vlak en op het gebied van natuur en milieu
te monitoren en te beoordelen;
4) behoud de kracht van het innovatiesysteem en vergroot tegelijkertijd het vermogen
om de sector te verduurzamen.
Appreciatie
De OESO heeft een heldere review opgeleverd. De review is een veelomvattend rapport
geworden die om een grondige appreciatie vraagt. Voor nu beperk ik me tot een korte
reactie op de belangrijkste aanbevelingen uit het rapport. Ik ben blij met de waardering
voor het Nederlandse agrarische kennis- en innovatiesysteem. Tegelijkertijd neem ik
de kritische kanttekeningen ten aanzien van de transitie van de Nederlandse voedsel-,
land- en tuinbouwsector graag ter harte. Uitgaande van de huidige productiewaarde
is de agrofoodsector één van de grootste sectoren van de Nederlandse economie. De
agrofoodsector heeft toekomst als deze zich zowel met de producten, als met het productieproces,
onderscheidt in kwaliteit en duurzaamheid.
Juist op het gebied van duurzaamheid zie ik het rapport niet alleen als ondersteuning
maar ook als aansporing om nog meer te investeren in het verduurzamingspad van de
Nederlandse voedsel-, landbouw- en tuinbouwsector. De conclusies van de OESO zijn
in die zin in lijn met mijn prioriteiten; ik wil samen met de sector werken aan innovaties
gericht op verduurzaming, om daarmee als Nederland internationaal koploper te blijven.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit