Brief regering : Aankondiging reparatie lucratiefbelangregeling naar aanleiding van arrest Hoge Raad van 14 april 2023
36 202 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2023)
Nr. 143 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2023
Op 14 april 2023 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen inzake de lucratiefbelangregeling.1 Dit arrest geeft mij aanleiding een wetswijziging voor te stellen in het Belastingplan
2024 met terugwerkende kracht tot de datum van deze brief. Met deze brief wil ik deze
voorgestelde wetswijziging aankondigen.
De Hoge Raad heeft kort gezegd beslist dat voor de economische vergelijkbaarheid van
vermogensrechten met achtergestelde soortaandelen2, aangesloten moeten worden bij de kapitaalseis dat de achtergestelde soortaandelen
minder zijn dan 10% van het geplaatst aandelenkapitaal3. In de totstandkomingsgeschiedenis van deze wettelijke bepaling4 is opgemerkt dat ook leningen die in de kapitaalstructuur een vergelijkbare functie
hebben meetellen bij de beoordeling of sprake is van een lucratief belang.5 De Hoge Raad onderschrijft deze lijn maar voegt hier een belangrijke beperkende overweging
aan toe (r.o. 6.2.1): «In het licht hiervan moet bij de overeenkomstige toepassing van het 10%-criterium
alleen rekening worden gehouden met leningen indien en voor zover deze voor de toepassing
van de belastingwetgeving als informeel kapitaal zijn aan te merken.» Deze beperking leidt – als niet wordt overgegaan tot reparatie – tot ongewenste gevolgen
voor de uitvoeringspraktijk en de overheidsfinanciën.
In de praktijk wordt zeer regelmatig gebruik gemaakt van leningen verstrekt door aandeelhouders
of gelieerde vennootschappen die niet als informeel kapitaal worden aangemerkt maar
waarvoor wel gunstige condities zijn afgesproken en die worden gezien als een beloning
voor werkzaamheden. In de uitvoeringspraktijk is tussen belastingplichtige, adviseur
en belastingdienst in confesso dat deze leningen meetellen voor de beoordeling of
sprake is van een lucratief belang. Deze uitleg is dan ook veel gevolgd in vaststellingsovereenkomsten
over het lucratief belang waarbij kon worden afgezien van een box 1-positie en is
gekozen voor een box 2-positie met een verplichte doorstootverplichting. Met het criterium
dat de Hoge Raad nu geeft ontstaat onduidelijkheid over bestaande posities en afspraken
waarbij gebruik gemaakt wordt van leningen die niet als informeel kapitaal kwalificeren.
Daarnaast kan het niet repareren hiervan in de toekomst leiden tot structuren waarbij
de lucratiefbelangregeling wordt ontlopen.
Gelet op vorenstaande ben ik voornemens in het Belastingplan 2024 met een voorstel
voor een wetswijziging te komen met terugwerkende kracht tot de datum van deze brief
waarin wordt bepaald dat voor de beoordeling of sprake is van een lucratief belang
mede wordt gerekend een lening die niet kwalificeert als informeel kapitaal.
De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij
Indieners
-
Indiener
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën