Brief regering : Internationale Klimaatstrategie
31 793 Internationale klimaatafspraken
Nr. 252 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VOOR
KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 juni 2023
Met deze brief informeren wij uw Kamer mede namens de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit, de Minister voor Natuur en Stikstof, de Minister en de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
en de Minister van Financiën zoals per toezegging over de doelstellingen en concrete
uitvoering van de Internationale Klimaatstrategie, de transitie naar een duurzamer
voedselsysteem en de inzet op cellulaire landbouw, alsmede over de uitvoering van
de motie van leden Erkens en Boucke.1 In lijn met de motie van leden Sjoerdsma en Van der Lee beziet deze Kamerbrief de
klimaatinzet van het kabinet in een bredere geopolitieke context.2
Doelstellingen en uitvoering van de Internationale Klimaatstrategie
In het commissiedebat over de Internationale Klimaatstrategie d.d. 30 maart jl. (Kamerstuk
31 793, nr. 241) verzocht uw Kamer om nadere invulling van de doelstellingen en de concrete maatregelen
voor de uitvoering van de strategie. In dit debat werd ook gevraagd naar een duiding
bij de coherentie van de diverse elementen van het kabinetsbeleid.
Doelstellingen
Klimaatverandering vormt – als één van de drie planetaire crises – een toenemend wereldwijd
risico dat vraagt om ambitieuze internationale actie van dit kabinet. De opwarming
van de aarde leidt tot meer extreme weersomstandigheden en een stijgende druk op onze
natuurlijke hulpbronnen en voedsel- en watervoorziening met directe gevolgen voor
onder andere het kunnen behalen van de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s), de wereldgezondheid
en irreguliere migratie. Klimaatverandering heeft gevolgen voor onze strategische
energiebelangen, de regionale veiligheid en het verdienvermogen van ons internationaal
opererend innovatieve bedrijfsleven. De gespannen geopolitieke verhoudingen maken
samenwerking in deze context lastiger, en nopen ook tot aandacht voor risicovolle
strategische afhankelijkheden, waaronder mogelijk de leveringszekerheid van kritieke
grondstoffen voor de energietransitie. Deze actualiteit schetst de achtergrond van
de urgentie van de Internationale Klimaatstrategie.
Het kabinet ziet de Overeenkomst van Parijs als leidend om klimaatverandering het
hoofd te bieden en de doelstellingen van de Internationale Klimaatstrategie zijn daarom
geënt op de drie pilaren van deze overeenkomst (mitigatie, adaptatie en financiering).
Tegelijkertijd bepaalt het internationale krachtenveld rond klimaatverandering in
grote mate of de doelen uit de Overeenkomst van Parijs gerealiseerd zullen kunnen
worden.
Met de Internationale Klimaatstrategie positioneert het kabinet zich voor het verhogen
van het mondiale ambitieniveau via multilaterale onderhandelingen, zoals de uitkomsten
van de jaarlijkse klimaattoppen, en het versnellen van de uitvoering van internationale
afspraken. Nederland heeft daarbij veel te bieden. Onze inzet via de multilaterale
en bilaterale sporen is met name gericht op het verlagen van emissies van de grote
uitstoters in de G20, ontwikkelde markten en middeninkomenslanden, en op acties om
de armste landen in staat te stellen met klimaatverandering om te gaan en groen en
inclusief te groeien. De inzet van de Nederlandse (top)sectoren, zoals bijvoorbeeld
water, landbouw en duurzame energie, staat daarbij centraal, net als de bevordering
van duurzame ontwikkeling in middeninkomenslanden door een samenhangende inzet van
relevante instrumenten voor buitenlandse handel, investeringen of ontwikkelingssamenwerking.
Zo helpen we sectoren in die landen vergroenen en/of digitaliseren op een manier die
ook het internationaal verdienvermogen van Nederland en het lokale ondernemingsklimaat
verbetert en tevens leidt tot waardig werk.
Met de Internationale Klimaatstrategie intensiveert het kabinet over de volle breedte
van beleidsterreinen de diplomatieke inzet en verhoogt de klimaatfinanciering (publiek
en gemobiliseerd privaat) tot € 1,8 miljard in 2025. Het geheel van internationale
acties en programma’s dat de verantwoordelijke ministeries uitvoeren, zijnde BHOS,
EZK, IenW, LNV, VWS en FIN, draagt bij aan de reductie van megatonnen CO2-uitstoot, de klimaatweerbaarheid van miljoenen mensen en de mobilisatie van daarvoor
benodigde financiering. Met Nederlandse steun worden 100 miljoen mensen voorzien van
toegang tot hernieuwbare energie tot 2030, werkt het kabinet aan voedselzekerheid
voor 32 miljoen kwetsbare mensen, wordt 8 miljoen hectare land duurzaam beheerd en
gaan we 20 miljoen mensen helpen met verbetering van stroomgebiedbeheer en veiliger
maken van delta’s.3 Verder verhoogt het kabinet met de Nederlandse Mondiale Gezondheidsstrategie de internationale
inspanningen op gezondheid en klimaat en geeft het met het Feministisch Buitenlandbeleid
invulling aan het versterken van gendergelijkheid in klimaatacties.4 Het kabinet zet het BHOS-instrumentarium in om prioriteit te geven aan kansen op
het gebied van vergroening.5 Daartoe is een aantal instrumenten van RVO en Atradius vergroend. De instrumenten
van Invest International zijn bij de oprichting van deze organisatie al gericht op
groene activiteiten. In de uitwerking van de Nationale Grondstoffenstrategie wordt
in kaart gebracht welke inzet er vanuit deze instrumenten mogelijk is om leveringszekerheid
en verduurzaming van de winning van kritieke grondstoffen te bevorderen. Nederland
draagt bij aan de ontwikkeling van groene waterstofhubs in prioritaire productielanden
voor de Europese en Nederlandse energievraag, die ter plekke leiden tot duurzame economische
groei. In 2023 investeert het kabinet € 33,6 miljoen in een versnelde overstap naar
duurzame elektriciteitsproductie op de BES-eilanden. Ten slotte houdt het kabinet
met het aanvullend Nationaal Klimaatpakket van 26 april jl. binnen de eigen landsgrenzen
rekening met de verantwoordelijkheid die Nederland heeft tegenover de huidige en toekomstige
generaties in Nederland én in andere landen, zoals recent ook geduid door de WRR.6
Naast specifieke acties en bredere programma’s betreft een groot deel van de uitvoering
van de Internationale Klimaatstrategie mondiale klimaatdiplomatie om de gestelde ambities
op mitigatie, adaptatie en financiering wereldwijd na te komen. Dit is nodig om het
noodzakelijke vertrouwen tussen het mondiale Noorden en het mondiale Zuiden te herstellen
en het gezamenlijk uitvoeren van een mondiale klimaatagenda te realiseren. Deze diplomatieke
inzet, veelal in multilaterale onderhandelingen en in intensieve bilaterale relaties,
laat zich echter niet vooraf in specifieke meetbare doelstellingen vertalen. Daarbij
is het ook van belang dat het kabinet haar wendbaarheid behoudt om effectief in te
kunnen spelen op actuele ontwikkelingen.
Uitvoering
Internationaal klimaatbeleid kent raakvlakken met het brede internationale beleid
van het kabinet. Daarbij is de verantwoordelijkheid voor de uitvoering soms belegd
bij één bewindspersoon en soms is de inzet gedeeld door meerdere bewindspersonen.
Het kabinet streeft een integrale benadering na in de uitvoering van de Internationale
Klimaatstrategie. Het is van belang dat de maatregelen uit de Internationale Klimaatstrategie
geïntegreerd zijn in het reguliere werk van de betrokken departementen. Vanaf 2024
zullen de verschillende betrokken ministeries daarom over de uitvoering van acties
en maatregelen volgend uit de Internationale Klimaatstrategie waar zij verantwoordelijk
voor zijn aan uw Kamer communiceren in de reguliere beleids- en rapportagecycli en
met thematische Kamerbrieven. Aangezien de Internationale Klimaatstrategie is gepubliceerd
na de totstandkoming van de reguliere beleidsstukken voor 2023 vindt u bijgevoegd
bij deze brief in de Annex een overzicht van de uitvoeringsmaatregelen in het lopende
kalenderjaar 2023.
In aanvulling zeggen wij toe uw Kamer jaarlijks in het voorjaar te informeren over
de voortgang van de integrale uitvoering van de Internationale Klimaatstrategie in
een Kamerbrief vergelijkbaar met de wijze waarop uw Kamer in het verleden geïnformeerd
werd over de voortgang van de klimaatdiplomatie.7
Beleidscoherentie
Naast de inspanningen voor verminderde directe uitstoot, wijst de Internationale Klimaatstrategie
op de inzet om de internationale voetafdruk op onder andere klimaatgebied substantieel
te verkleinen. Volgend op de Internationale Klimaatstrategie is het «Actieplan beleidscoherentie
voor ontwikkeling» op 25 november jl. met uw Kamer gedeeld.8 Met dit interdepartementale actieplan beoogt het kabinet om de mogelijk negatieve
effecten van het Nederlands beleid op ontwikkelingslanden zo veel mogelijk te verminderen
en de positieve effecten te vergroten. Het actieplan blikt vooruit naar de toekomstige
inzet, bijvoorbeeld met betrekking tot het Nederlandse Nationale Biodiversiteit Strategie en Actie Plan (NBSAP) en nader te bepalen maatregelen in het Nationale Programma Circulaire Economie.
De eerste jaarrapportage na het verschijnen van dit nieuwe actieplan is op 17 mei
jl. met uw Kamer gedeeld.9
Motie van de leden Erkens en Boucke
In het commissiedebat over de Internationale Klimaatstrategie zegde Minister Schreinemacher
op verzoek van het lid Klink (VVD) toe in deze brief ook in te gaan op de uitwerking
van de motie Erkens/Boucke (Kamerstuk 31 793 nr. 216). Het kabinet heeft de motie Erkens/Boucke in behandeling en de Ministers hechten
eraan Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen – evenals Nederlandse maatschappelijke
organisaties – te betrekken bij het Nederlandse mondiale klimaatbeleid en de internationale
klimaatfinanciering. De Internationale Klimaatstrategie en de BHOS-beleidsnota zijn
mede ontwikkeld aan de hand van rondetafelgesprekken met kennisinstellingen en het
bedrijfsleven, waaronder grote bedrijven en MKB. Ook in de uitwerking van de Internationale
Klimaatstrategie zoekt het kabinet nadrukkelijk de samenwerking met het bedrijfsleven
op. Hieronder een uiteenzetting van hetgeen is gebeurd in het kader van de motie Erkens/Boucke.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken organiseerde op 14 maart jl. een gesprek tussen
Nederlandse bedrijven en de financiële sector met de klimaatdirecteur van de International Finance Corporation, de private sector tak van de Wereldbankgroep.
Op 16 maart jl. organiseerden het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland een sessie over innovatieve klimaatfinanciering met deelname
van Nederlandse bedrijven, financiers en kennisinstellingen, en de uitvoeringspartners
Invest International, Atradius, FMO en Climate Fund Managers. Tijdens deze sessie
werden concrete kansen en initiatieven in Zuid-Afrika, Nigeria en Indonesië besproken.
Deelnemers concludeerden dat de Rijksoverheid en ambassades ondersteuning kunnen bieden
aan Nederlandse bedrijven in het ontsluiten van de multilaterale klimaatfinanciering
voor Nederlandse kennis en kunde. Onder andere het Climate Energy Response Facility-programma van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zal op deze kansen inspelen.
Op 20 april jl. vond een overleg plaats met brancheorganisaties van het Nederlands
bedrijfsleven over samenwerking in twintig zogeheten «combitracks» die wordt opgezet
in de veertien in de BHOS-nota aangewezen «combinatielanden» om de synergie tussen
de inzet voor handel, investeringen en ontwikkeling te versterken, gericht op versnelling
van de transities vergroening en digitalisering. Voor meer informatie over deze combitracks,
zie de paragraaf «financiering» van de annex Uitvoeringsmaatregelen bij deze Kamerbrief.
De sessies met externe partijen over aspecten van de Internationale Klimaatstrategie
krijgen dit jaar een vervolg. Het kabinet zet daarbij in op verbeterde positionering
van Nederlandse klimaatoplossingen bij de uitvoeringspartners van multilaterale klimaatfondsen
(met name de multilaterale ontwikkelingsbanken) en de EU Global Gateway.
Ook kijkt het kabinet naar het vergroten van de betrokkenheid van Nederlandse bedrijven,
kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties bij de uitvoering en de inrichting
van specifieke programma’s. Zo zoekt het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) directe samenwerking op met 5 tot 10 grote Nederlandse bedrijven om klimaat-
en natuurpositieve projecten in hun internationale waardeketen te identificeren. Verder
versterken de uitvoerders van het DFCD de relatie met Invest International om gezamenlijk
kansen voor investeerders te creëren. Het vergroten van de betrokkenheid van Nederlandse
bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties bij de uitvoering en
de inrichting van specifieke programma’s binnen de klimaatfinanciering, zoals het
DFCD, is een continue proces waarover wij uw Kamer zullen blijven informeren.
Kritieke grondstoffen voor de energietransitie
De energietransitie is een centraal onderdeel bij het behalen van de klimaatdoelen.
In Nederland, en wereldwijd. Daarom investeert het kabinet als geschetst in vergroening,
toegang tot hernieuwbare energie en circulaire economie. In de Nationale Grondstoffenstrategie
d.d. 9 december 2022 is uiteengezet hoe het kabinet inzet op de leveringszekerheid
van kritieke grondstoffen voor onder andere hernieuwbare energietechnologie in het
licht van de huidige geopolitieke verhoudingen.10 Daartoe wordt onderzocht wat de inzetbaarheid is van het instrumentarium voor internationaal
ondernemen en ontwikkeling en wat de mogelijkheden zijn voor onder andere internationale
ontwikkelingsbanken en publieke exportkredietverzekeraars om hier een bijdrage aan
te leveren. Daarbij ziet het kabinet het als randvoorwaardelijk om ook met internationale
partners te werken aan de verduurzaming van de groeiende mijnbouwsector, waaronder
het terugbrengen van de impact van de winning van kritieke grondstoffen op milieu
en klimaat. Ten aanzien van landen buiten de EU betekent dat een inzet op diversificatie
en het aangaan van partnerschappen, en een inzet op het ondersteunen van overheden,
bedrijven, maatschappelijk middenveld en mijnbouwgemeenschappen in ontwikkelingslanden.
Tijdens het geplande Commissiedebat op 29 juni (Kamerstuk 32 852, nr. 261) zal over de voortgang van de uitvoering van de grondstoffenstrategie worden gesproken
en de Kamer wordt hierover later dit jaar ook per brief geïnformeerd. Tegelijkertijd
wordt er in de EU onderhandeld over een Critical Raw Materials Act en is er een Communicatie van de Europese Commissie hierover verschenen. De inzet
van het kabinet daarbij is met uw Kamer gedeeld in het BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 3690).
Transitie naar een duurzamer voedselsysteem en inzet op cellulaire landbouw
Tot slot, in het commissiedebat over de Internationale Klimaatstrategie is toegezegd
terug te komen op de inspanningen van het kabinet voor de transitie naar een duurzaam
en volhoudbaar voedselsysteem en de inzet op cellulaire landbouw. De Kamerbrief «Stappenplan
mondiale voedselzekerheid» van 23 december jl. schetst de kaders van de Nederlandse
internationale inzet voor de transitie naar duurzame voedselsystemen.11 De huidige inzet van het kabinet voor de transitie naar duurzame voedselsystemen
staat vermeld in de Annex.
Wat betreft cellulaire landbouw is relevant dat kweekvlees een Nederlandse uitvinding
is, waarbij technologie ingezet wordt om stamcellen uit spierweefsel van dieren in
een voedingsbodem en onder ideale groeiomstandigheden op te kweken tot een vleesproduct.
In 2022 vond er een innovatiemissie plaats naar Singapore over kweekvlees waar Nederlandse
bedrijven en kennisinstellingen bij aansloten. In oktober jl. heeft de ministerraad
een project van € 60 miljoen gehonoreerd om onderwijs, onderzoek en een open toegankelijke
opschalingsfaciliteit te laten ontwikkelen, als impuls voor de cellulaire agricultuursector.
Deze toezegging, die de grootste publieke financiële impuls in deze sector ter wereld
omvat, heeft de interesse van internationale bedrijven en investeerders in cellulaire
agricultuur voor Nederland gewekt.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Annex – Uitvoeringsmaatregelen in 2023
Hier wordt ingegaan op uitvoeringsmaatregelen van de Internationale Klimaatstrategie.
Mitigatie
Het tijdens COP26 in Glasgow opgerichte mitigation work programme zet in op een forse opschaling van mitigatie-acties en resultaten. Het «Sharm el-Sheikh
mitigatie ambitie en implementatie werkprogramma» gaat in 2023 van start en staat
in het teken van de «eerlijke energietransitie». Er vinden in 2023 minstens twee bijeenkomsten
plaats, parallel aan de sessies van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake
Klimaatverandering (UNFCCC). Nederland zet zich hier in EU-verband (tijdens de bijeenkomsten
en daaraan voorafgaand via submissies aan UNFCCC) in voor een werkprogramma dat bijdraagt
aan sector-brede beleidspaden voor een eerlijke energietransitie, dat kennisuitwisseling
over implementatie van beleid faciliteert en dat bijdraagt aan het zetten van benchmarks
in de energietransitie. Over de uitkomsten van dit eerste jaar van het werkprogramma
wordt de Kamer geïnformeerd met het COP28 verslag.
In 2023 versterkt het kabinet de internationale innovatiesamenwerking op waterstof,
geothermie, bio-raffinage, carbon capture and storage (CCS) met specifiek inzet op artificial intelligence (AI), cleantech innovaties om de Nederlandse klimaat- energietransitie voor transport/energie te
versnellen.12 Hiervoor wordt het Innovatie Attaché Netwerk ingezet. Dit jaar zijn er drie innovatiemissies
op het gebied van waterstof (naar Israël, Zuid Korea, VS/Canada), twee innovatiemissies
op gebied van duurzame luchtvaart (naar Duitsland, Brazilië), een op circulaire Zon/PV
(naar Duitsland), een op batterijtechnologie (naar VS) en tot slot een innovatiemissie
op gebied van wind op zee (naar Frankrijk). Het kabinet bevordert met de organisatie
van deze innovatiemissies de bilaterale innovatiesamenwerking. Hiervoor worden innovatie-instrumenten als Eurostars (met EUREKA-landen)
en GlobalStars (met niet-EUREKA-landen) ingezet. Zo werden in 2022 vier Nederlands-Taiwanese
innovatieprojecten gestart vanuit een GlobalStars-call op het gebied van High Tech
en circulariteit. Rapportage over de activiteiten vindt plaats in het jaarlijkse RVO
Jaarverslag Innovatiemissies en het Jaarverslag van het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat.
In 2023 werkt het kabinet aan het opzetten van importketens voor schone energie, in
het bijzonder groene waterstof. Nederland draagt bij aan de ontwikkeling van een aantal
groene waterstofhubs in prioritaire productielanden voor de Europese en Nederlandse
energievraag, die ter plekke leiden tot duurzame economische groei. Zoals aan uw Kamer
toegelicht in de brief over energiediplomatie van 2 juni jl. zet het kabinet voor
de ontwikkeling van importketens voor hernieuwbare waterstof in op drie pijlers ten
behoeve van de juiste randvoorwaarden, diversificatie van routes en internationale
samenwerking.13 Op al deze pijlers wordt voortgang geboekt, waarbij in het kader van de Internationale
Klimaatstrategie relevant is te vermelden dat de groep van landen waar op basis van
een MoU mee wordt samengewerkt verder is vergroot met onder andere Spanje, Australië
en Saudi-Arabië. Voorts zal er met Duitsland worden samengewerkt aan een gezamenlijke
routekaart voor waterstof-import. Het belang van waterstof als thema in internationale
relaties wordt ook zichtbaar in de plaats die het heeft gekregen in de reisagenda
van het kabinet en in de werkbezoeken van Z.M. de Koning aan het buitenland. Deze
dynamiek was goed te zien in de jaarlijkse World Hydrogen Summit in Rotterdam in mei jl., waar tientallen buitenlandse Ministers te gast waren en
in totaal 11.000 bezoekers deelnamen uit 120 landen, niet alleen om te zien wat er
in Nederland gebeurt, maar vooral om met elkaar te spreken over projecten overal in
de wereld. Hierbij was ook aandacht voor onderwerpen als financiering, veiligheid
en certificering, allemaal van groot belang voor de totstandkoming van de in de Internationale
Klimaatstrategie genoemde waterstofhubs die bijdragen aan de SDG’s inclusief lokale
duurzame economische groei. Nederland en Nederlandse bedrijven dragen daar ook aan
bij, bijvoorbeeld door de inzet van Invest International in Namibië door financiering
van een masterplan voor een waterstofhaven, € 3 miljoen voor capaciteitsopbouw bij
de Namibische overheid en € 40 miljoen uit het BHOS-budget als startkapitaal voor
een publiek investeringsfonds.
In 2023 investeert het kabinet € 33,6 miljoen in een versnelde overstap naar duurzame
elektriciteitsproductie op de BES-eilanden. Met de versnelde verduurzamingsstap stijgt
het aandeel hernieuwbare elektriciteit op de drie eilanden naar gemiddeld 80% in 2025.
Hiervoor wordt dit jaar op Bonaire gewerkt aan de bouw van de zonneweide en de mogelijkheid
voor windturbines met batterijopslag. Sint Eustatius Utility Company ligt op schema
om de uitbreiding van de zonneweide met batterijopslag 1 januari 2024 in gebruik te
nemen. Op Saba wordt op dit moment onderzoek gedaan naar de juiste duurzame energiemix
ter voorbereiding van het nieuwe project.14
Om de verhoogde doelstelling op toegang tot hernieuwbare energie voor 100 miljoen
mensen in OS-landen in 2030 te bereiken, verhoogt Nederland selectief en stapsgewijs
de bijdrage aan succesvolle programma’s binnen de energietoegangsportefeuille. In
2023 intensiveren we het Energising Development programma, FMO-Access to Energy Fund en de samenwerking met de Wereldbank gericht
op het Electrifying Africa initiatief. De Nederlandse publiek-private dialoog (samenwerking) gericht op toegang
tot hernieuwbare energie wordt verder uitgebouwd in het NL Energy Compact. In het
ontwikkelen en bestendigen van groene energiepartnerschappen in BHOS-combinatielanden
ligt in 2023 de nadruk op partnerschappen met Zuid-Afrika, Namibië, Nigeria en Indonesië.
In 2023 werkt het kabinet aan het opschalen van structurele capaciteit en monitoring
voor de Nationale Grondstoffenstrategie (waaronder het aanstellen van een Speciaal
Vertegenwoordiger) en de uitwerking en implementatie van de vijf handelingsperspectieven
circulariteit en innovatie, duurzame Europese mijnbouw, diversificatie, verduurzaming
van ketens en kennisopbouw en monitoring. Dit gebeurt in samenwerking met het Nederlands bedrijfsleven, uitvoeringspartners,
maatschappelijk middenveld. Ook is Nederland nauw betrokken bij de uitwerking van
de Europese aanpak van grondstoffenpartnerschappen en relevante Team Europe Initiatives (TEI) in derde landen. Over de uitvoering en uitwerking van de Nationale Grondstoffenstrategie
vindt op 29 juni een debat plaats met de verantwoordelijke bewindspersonen. De Kamer
wordt later dit jaar ook per brief geïnformeerd.
In 2023 zal Nederland in samenwerking met het Finse Sitra en UNDP, UNEP en UNFCCC
een toolkit lanceren die landen helpt om circulaire economie maatregelen te verwerken
in hun nationale klimaatplannen (de Nationally Determined Contribution, NDC). De pilotfase ter test van deze toolkit vindt reeds plaats en de uitkomsten
daarvan zullen worden verwerkt in aanloop naar de klimaattop in de VAE t.b.v. lancering
van de toolkit in aanloop naar COP28.
In het kader van het intensiveren van bestaande publiek-private partnerschappen t.b.v.
het stimuleren van de circulaire transitie zal Nederland in 2023 verder verkennen
hoe op internationaal niveau hogere ambities kunnen worden gesteld en netwerken kunnen
worden versterkt ten behoeve van de beïnvloeding van internationale waardeketens.
De Denim Deal kent al vele internationale ondertekenaars en loopt eind 2023 af. Resultaten en lessen
daaruit worden op internationale bijeenkomsten gedeeld. Het Plastic Pact NL loopt
door t/m 2025 en de resultaten daarvan worden gedeeld in het Ellen Macarthur Foundation
Plastics Pacts Network.
In 2023 streeft het kabinet naar verdere uitbreiding van de ondertekenaars van de
MoU on Zero Emission Medium and Heavy Duty
Vehicles, met aandacht voor een gelijke regionale verdeling alsook met oog voor het meenemen
van actoren uit de private sector. Het kabinet organiseert in 2023 activiteiten binnen
THE PEP (Transport, Health and Environment Pan-European Programme), een samenwerkingsverband tussen meer dan 50 landen uit de UNECE regio, met als doel
kennisuitwisseling op het gebied van actieve mobiliteit. Ook is in 2023 gewerkt aan
de implementatie van de «Call to Action» van Nederland en de Transport Decarbonisation Alliance tijdens de COP27 om 10.000 experts op het gebied van actieve mobiliteit op te leiden
in met name ontwikkelingslanden. Meerdere internationale stakeholders waaronder de
Wereldbank, het World Resources Institute (WRI) en het United Nations Environment
Program (UNEP) zijn aangesloten bij dit initiatief. De eerste trainingen zijn gestart
om fietsprofessionals op te leiden, waaronder in India. En wordt er momenteel een
training gepland met de Dutch Cycling Embassy, UNEP en lokale organisaties in Nigeria
waar Afrikaanse fietsprofessionals samen zullen komen.
In navolging van de vaststelling van het langetermijndoel voor verduurzaming van de
luchtvaartsector door de 41e Algemene Vergadering van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) worden
in 2023 concrete stappen gezet in het kader van implementatie van dit doel. In de
milieuwerkgroep van ICAO draagt Nederland actief bij aan zowel de ontwikkeling van
monitoring en rapportage als de mogelijke aanscherping van de CO2-standaard voor vliegtuigen. Daarnaast wordt door ICAO in november dit jaar de derde
mondiale Conference on Aviation and Alternative Fuels (CAAF/3) georganiseerd waar Nederland met gelijkgezinde landen beoogt een mondiaal
kwantitatief doel voor het gebruik van duurzame luchtvaartbrandstoffen vast te stellen.
Het Groeifondsproject Luchtvaart in Transitie krijgt in 2023 verder vorm, waarmee
tot € 383 miljoen geïnvesteerd zal worden in technologische oplossingen voor een klimaatneutrale
luchtvaart in Nederland en wereldwijd. Ook wordt in 2023 een innovatiestrategie voor
de luchtvaart opgeleverd waarin strategische keuzes genomen worden over de deelterreinen
waarop Nederland zich in het bredere luchtvaartecosysteem op gaat focussen.
Het kabinet zet in op een zo ambitieus mogelijke uitkomst van de onderhandelingen
over de broeikasgasstrategie van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). Deze
onderhandelingen zullen naar verwachting in de zomer van 2023 worden afgerond. Afhankelijk
van de uitkomsten van deze onderhandelingen zal de Nederlandse inzet richting COP28
verder worden vormgegeven.
In december 2022 nam de Europese Unie met actieve steun van Nederland15 een verordening aan die zeker moet stellen dat de productie en consumptie van een
zevental groepen goederen ontbossingsvrij zijn. In 2023 werken de Europese Commissie
en lidstaten samen aan inzet en ondersteuning ten behoeve van de implementatie van
ontbossingsvrije grondstofketens in productielanden.
Op 26 april jl. informeerde de Minister voor BHOS uw Kamer mede namens de Minister
voor Natuur en Stikstof over de BHOS-inzet voor biodiversiteit.16 Dit jaar zal een aanvang worden gemaakt met extra inzet langs vijf sporen: een stijging
van biodiversiteitsfinanciering, een focus op natuurlijke oplossingen (nature-based solutions), meer private mobilisatie, inbedding van biodiversiteit binnen IMVO en handelsbeleid
en aandacht voor het voorkomen van schade.
In het kader van de Nederlandse bijdrage aan het stoppen van ontbossing in het Congo
Basin krijgt in 2023 de samenwerking met het Central African Forest Initiative een vervolg. Dit dient ertoe om uitvoering te helpen geven aan de met zes landen
uit het Congo Basin overeengekomen Letters of Intent en daaruit voortvloeiende programma’s gericht op bosbehoud en het verbeteren van
de economische omstandigheden van de lokale bevolking.
In het kader van de recent gepubliceerde Nederlandse Mondiale Gezondheidsstrategie
wordt in 2023 nadere invulling gegeven aan de prioriteiten en doelstellingen, waaronder
het adresseren van de link tussen gezondheid en klimaat. Het kabinet zal voortbouwen
op het politieke momentum dat is gecreëerd met het door Nederland, het VK, de Wereldbank,
Fiji en de VAE georganiseerde side-event over klimaat en gezondheid bij de afgelopen
World Health Assembly (WHA) van de WHO. Nederland zal de komende periode het proces trekken van een nieuwe
resolutie op klimaat en gezondheid bij de WHO samen met andere landen en partners,
waartoe de Nederlandse jongerenvertegenwoordiger heeft opgeroepen tijdens de afgelopen
WHA. Het kabinet zal binnen de EU ook aansturen op stevige inzet op klimaat bij de
implementatie van de EU Global Health Strategy (d.d. november 2022). Nederland zal bij de onderhandelingen over de politieke verklaringen
voor de High Level Meetings op gezondheid in New York inzetten op verwijzingen naar
klimaat. Het kabinet zal deelnemen aan de Ministeriele Conferentie over Milieu en
Gezondheid in Budapest en een politieke verklaring ondertekenen waarin wordt opgeroepen
tot internationale actie op gezondheidsuitdagingen gerelateerd aan de «triple crisis»
van klimaatverandering, vervuiling en verlies aan biodiversiteit. Nederland zal ook
actief deelnemen aan de vergaderingen van de WHO-Alliance for Transformative Action on Climate and Health (ATACH) ter realisatie van de COP26 toezeggingen voor het bevorderen van duurzame
en klimaatresistente gezondheidszorg, met uitwisseling van relevante kennis en ervaringen.
Het doel van bovenstaande inzet is om zowel de adaptatiekant als de mitigatiekant
van de link tussen gezondheid en klimaat te adresseren.
In 2023 organiseert het Ministerie van VWS onder Spaans voorzitterschap van de EU
een Europese ronde tafel over verduurzaming van medische producten (zowel medicijnen
als hulpmiddelen). Ook ontwikkelt de Minister van VWS in 2023 een integraal programma
verduurzamen zorg, welzijn en sport ter ondersteuning van duurzame en klimaatresistente
gezondheidszorg. Het ondersteunen en delen van goede voorbeelden, het bevorderen van
kennis en onderzoek naar de voetafdruk van de zorg en uitvoering van de afspraken
in de «Green Deal Samen werken aan Duurzame Zorg»17 zijn onderdelen daarvan. Het kabinet werkt daarbij samen met andere landen en internationale
organisaties. In de jaren 2023–2026 investeert het kabinet € 42 miljoen in het verduurzamen
van de zorg. Verder wordt in 2023 een nieuw beroeps- en hoger onderwijsprogramma voorbereid
om jongeren handelingsperspectief te bieden in hun bijdrage aan de groene en digitale
transitie.
Ook zetten verscheidene Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen zich met financiële
ondersteuning van RVO en Invest-International in om landen te ondersteunen hun gezondheidszorg
te verduurzamen, bijvoorbeeld via een milieueffectenrapportage voor de bouw van een
ziekenhuis in Burkina Faso, de productie van mondkapjes op basis van gerecycled plastic
in Uganda, en het beschikbaar maken van zonne-energie in klinieken in Malawi, Mozambique,
Ethiopia, Sierra Leone, Liberia, Kenya, Benin en Rwanda.
Adaptatie
In 2023 neemt Nederland actief deel aan het comité dat op COP28 aanbevelingen moet
doen over financieringsregelingen, inclusief een fonds, voor schade en verlies. Nederland
zet zich er onder meer voor in dat voorzieningen ten goede komen aan de meest kwetsbaren.
Op 22 mei jl. informeerde de Minister voor BHOS uw Kamer mede namens de Minister voor
Infrastructuur en Waterstaat over de uitkomsten van de UN2023 Water Conferentie.18 Verschillende programma’s, die conform de bestaande beleidsinzet opgeschaald of verlengd
worden, zijn opgenomen in de Water Actie Agenda, het uitkomstendocument van de VN2023
Waterconferentie. Water is onderbelicht in de klimaatdiscussie en het klimaatbeleid,
terwijl klimaatverandering zich meestal manifesteert in te veel, te weinig of vervuild
water. De Global Commission on the Economics of Water roept in het rapport «Turning the Tide» op water als organiserend voor beleid te
gebruiken en de hydrologische cyclus als een global public good te beschouwen. Ook kondigde Nederland verdere opschaling van onder meer de programma’s
Water as
Leverage en Valuing Water aan, waarmee wereldwijd wordt ingezet op verbeterde waterzekerheid en waterveiligheid,
en het verbreden van de waarde van water. Ook worden in het licht van de lange-termijn
ondersteuning die Nederlandse drinkwaterbedrijven en waterschappen geven aan hun partners
in ontwikkelingslanden (de zogenaamde WaterWorX en Blue Deal programma’s), middelen vrijgemaakt voor adaptatie aan de gevolgen van klimaatverandering
door drinkwaterbedrijven en is onlangs tevens besloten de samenwerking met waterschappen
te bestendigen.
Daarnaast werkt het kabinet in 2023 een addendum van de Nederlandse Internationale
Waterambitie (NIWA) uit. In dit addendum zal water als organiserend principe het uitgangspunt
vormen en zal er getracht worden water optimaal te verbinden aan beleid op het gebied
van klimaat, voedsel, financiën, energie, verstedelijking, gezondheid en biodiversiteit,
met als doel de coherentie binnen onze nationale en internationale programma’s en
beleid verder te versterken. Daarbij zal ook nadrukkelijk gekeken worden welke doelen
van de NIWA, in het licht van de analyse van de Water Actie Agenda, extra aandacht
behoeven om de effectiviteit van en coherentie binnen de programma’s en het internationaal
optreden verder te vergroten. Hierover wordt de Kamer op een later moment nader geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat lanceerde tijdens de VN2023 Waterconferentie
het International Panel for Deltas & Coastal Areas (IPDC).19 Dit initiatief verbindt de SDG-agenda en de klimaatagenda van de UNFCCC, onder meer
via inzet op de SDG Summit 2023 en COP28. In 2023 zet het IPDC in op het aanjagen
van National Adaptation Plans, actieve kennisuitwisseling en een uitvoeringsgerichte agenda in samenwerking met
multilaterale investeringsorganisaties. Speciale aandacht gaat uit naar de Small Island Developing States (SIDS) en de Caribische eilanden van het Koninkrijk. Daarnaast zal, ten behoeve van de uitvoeringsagenda
op klimaatadaptatie, integraal waterbeheer en biodiversiteit worden ingezet.
In 2023 wordt in de samenwerking met de FAO voor de tweede fase van de WaPOR, remote sensing for water productivity de database opgeschaald van Afrika en het Midden Oosten naar de gehele wereld en
worden twee extra focuslanden toegevoegd, waarmee het totaal op 13 focuslanden komt.
Voor de doelstelling in de Internationale Klimaatstrategie om in 2030 minimaal vier miljoen
extra mensen minder kwetsbaar te maken voor klimaatverandering door intensivering
van bestaande programma’s op het gebied van integraal waterbeheer is 20 miljoen USD
bijgedragen aan het Water Resilience Trustfund van de Asian Development Bank. In 2023 zijn er tevens bijdragen aan de Global Water Practice van de Wereldbank en de Blue Deal van de Nederlandse waterschappen in voorbereiding.
De doelstelling voor 2023 is om minimaal 20 miljoen mensen te bereiken met activiteiten
gericht op betere voeding, 10 miljoen kleinschalige voedselproducenten met activiteiten
gericht op verbetering van productiviteit en inkomen en 1 miljoen hectare met activiteiten
gericht op verduurzaming van land- en watergebruik. Een voorbeeld is de open aanbesteding
van een programma voor verbetering van bodemvruchtbaarheid in de Sahel, dat in uitvoering
zal gaan voor een periode van 10 jaar. Dit programma moet bijdragen aan duurzame verhoging
van landbouwproductie en verhoogde klimaatweerbaarheid van kleinschalige boerengezinnen.
Daarnaast draagt het kabinet jaarlijks bij aan internationaal onderzoek dat moet bijdragen
aan verduurzaming van voedselsystemen in ontwikkelingslanden. Dit wordt uitgevoerd
door de Consultative Group on International Agricultural Research (CGIAR).
Ook het Landbouwattachénetwerk (LAN) vervult een belangrijke rol in de transitie naar
duurzame voedselsystemen. Dit betreft zowel klimaatadaptatie als -mitigatie. Het LAN
werkt actief in en met andere landen aan een volhoudbaar en toekomstbestendig mondiaal
voedselsysteem en een veerkrachtige natuur. Dit doet het LAN met oog voor de lokale
omstandigheden en samen met lokale partners, kennisinstellingen, ngo’s en het bedrijfsleven.
De inspanningen van het LAN dragen nadrukkelijk bij aan klimaatmitigatie en -adaptatie.
In de bilaterale samenwerking met Mexico wordt bijvoorbeeld gewerkt aan boslandbouw
(agroforestry) en regeneratieve landbouw om tot een weerbaar voedselsysteem te komen met betere
bodemkwaliteit, waterhuishouding en biodiversiteit die tegelijkertijd bijdraagt aan
hogere voedselzekerheid en boereninkomsten. Door de inspanningen van SeedNL lopen
er twee partnerschappen in Ethiopië en Nigeria gericht op het integraal versterken
van een duurzaam zaaizaadsysteem waarbij in samenwerking met Nederlandse bedrijven
gewerkt wordt aan betere toegankelijkheid van zaaizaad voor boeren. Ook de agro-innovatiemissies
die door RVO worden georganiseerd dragen bij aan de verduurzaming van ons voedselsysteem.
De innovatiemissie naar Frankrijk in februari 2023 richtte zich op precisielandbouw
en digitalisering in de openteelt. Nederlandse bedrijven, veelal startups, boden met
hun autonome robots, dronetechnologie, software en sensoren, oplossingen aan Franse
(bio)boeren om het gebruik van pesticiden, kunstmest en arbeid te verminderen. In
juni 2023 vindt er een innovatiemissie plaats op het gebied van alternatieve eiwitten
naar Calgary in Canada en Minneapolis in de VS, voor een delegatie van zeer toegewijde
en ambitieuze groep bedrijven en kennisinstellingen gericht op het bouwen van internationale
partnerschappen.
Naast bilateraal spant het kabinet zich ook multilateraal in voor een transitie naar
een duurzaam voedselsysteem zowel binnen de VN klimaatonderhandelingen als binnen
de VN biodiversiteitsonderhandelingen (UNFCC en UNCBD) maar ook middels verschillende
mondiale initiatieven, zoals de Agricultural Innovation Mission (AIM) for Climate Summit in Washington DC, waar klimaatslimme landbouw centraal staat. Met actieve betrokkenheid
van de Secretatis Generaal van het Ministerie van LNV bij deze summit in mei jl.,
onder andere door de organisatie van een side-event over innovatie en klimaatslimme
landbouw, geeft het kabinet uitvoering aan de Kamermotie van leden Bontenbal en Boswijk
(Kamerstuk 31 793, nr. 225) die het kabinet verzoekt het voortouw te nemen voor het opzetten van een mondiaal
initiatief voor klimaatslimme landbouw. In de Kamerbrief van 23 december jl. over
de uitkomsten van COP27, is aan de Kamer medegedeeld dat het kabinet uitvoering geeft
aan de motie Bontenbal/Boswijk door een conferentie over klimaatslimme landbouw te
organiseren in 2023. Inmiddels is echter gebleken dat een snellere en effectievere
slag geslagen kan worden in het mondiaal agenderen van klimaatslimme landbouw wanneer
Nederland een voortrekkersrol neemt in het bestaande mondiale initiatief AIM for Climate.
Het dictum van de motie laat hiertoe ook de ruimte. Op COP28 zal AIM for Climate een
prominente plek innemen met een ministeriële bijeenkomst en side-events. Nederland
zal hier actief aan bijdragen.
In juli 2023 is Nederland betrokken bij de VN Food Systems Summit Stocktake. Nederland zal de noodzaak van duurzame voedselproductie tevens agenderen op COP28
in de onderhandelingen en door actief bij te dragen aan paviljoens, side-events, seminars
en gesprekken Nederlandse en buitenlandse bedrijven, organisaties en overheden.
Zoals hierboven beschreven, wordt met de Nederlandse Mondiale Gezondheidsstrategie
in 2023 nadere invulling gegeven aan de prioriteiten en doelstellingen, waaronder
het adresseren van de link tussen gezondheid en klimaat. Bij de inspanningen die worden
genoemd wordt ingezet op zowel de adaptatiekant als de mitigatiekant. Voor mitigatie
zal Nederland onder andere met andere landen en internationale organisaties kennis
en ervaringen uitwisselen met betrekking tot het integreren van gezondheidsrisico’s
in Nationale Adaptatie Strategieën en over het onderzoek naar de effecten van klimaatverandering
op gezondheid.
Financiering
Met betrekking tot het initiatief tot de ontwikkeling van een internationale Roadmap Circular Finance om circulaire klimaatneutrale principes op te nemen in leen- investeringspraktijken,
werkt Nederland in 2023 de roadmap i.s.m. partners verder uit. Ook wordt de community of practice van betrokken actoren verdiept en verbreed. Tijdens het World Circular Economy Forum (in mei 2023 in Helsinki) alsook en marge van COP28 wordt aandacht besteed aan de
voortgang van de gezamenlijke acties van de community of practice en worden publieke en private instellingen opgeroepen om zich aan te sluiten bij
het roadmap traject. Een gecommitteerde groep van betrokken multilaterale ontwikkelingsbanken
zet in gezamenlijkheid stappen in de uitvoering hiervan.
In lijn met de COP26-verklaring heeft het kabinet per 1 januari 2023 de deur gesloten
voor nieuwe aanvragen voor internationale publieke steun (incl. EKV) voor de fossiele
energiesector, behalve in (goed gedefinieerde) uitzonderlijke situaties. Dit beleid
is conform de Kamerbrief van 3 november jl.20
In 2023 zijn gerichte groene handelsmissies gepland naar Zuid-Korea, Japan en Canada.
Ook wordt in 14 combinatielanden – 8 opkomende markten in Afrika, 4 in Azië, plus
Colombia en Oekraïne – een twintigtal «combitracks» in gang gezet: meerjarige publiek-private
trajecten om de transities van vergroening en digitalisering te versnellen met een
combinatie van hulp, handel en investeringen. In Nigeria wordt bijvoorbeeld de verkoop
van Nederlandse geïntegreerde zonne-energiesystemen opgeschaald, terwijl we de opleiding
van Nigeriaanse installateurs en lokale wetgeving helpen verbeteren. In Zuid-Afrika
wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van de groene waterstofsector.
Het kabinet blijft zich inzetten voor versterking en hervorming van de Wereldhandelsorganisatie
(WTO), waaronder verdere integratie van milieu en duurzaamheid in de WTO-agenda. Tevens
blijft het kabinet in het kader van onderhandelingen over handelsverdragen inzetten
op afspraken over duurzame ontwikkeling (waaronder over klimaat).
In 2023 versterken we de projectontwikkelingsfaciliteit van het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD), specifiek om private investeringen te mobiliseren voor klimaatadaptatie en
biodiversiteit. Tevens wordt gewerkt aan de opvolging van het DFCD, met hierin bijzondere
aandacht voor private sector mobilisatie voor biodiversiteit.
Ook blijft het kabinet in 2023 er bij Internationale Financiële Instellingen (IFI’s)
op aandringen dat zij inzetten op een sterke toename van beschikbare financiering
voor klimaatactie in hun partnerlanden, dat zij hun portefeuilles in lijn brengen
met de Parijsdoelstellingen en de financiering van fossiele brandstoffenprojecten
afbouwen. Bovendien vraagt Nederland hen om klimaat prominent op te nemen in de gesprekken
met ontvangende landen en in de nieuwe landenstrategieën. Nederland steunt de oproep
van het Bridgetown
Initiative om kwetsbare landen beter te ondersteunen in het verkrijgen van financiële ruimte
voor de urgente noodzaak van klimaatactie. Sinds april 2023 is Nederland co-voorzitter
van de Coalition of Finance Ministers for Climate Action.
Om ter opvolging van de VN 2023 Waterconferentie de integratie van water in NDCs te
bevorderen, breidt Nederland zijn steun uit aan het NDC-partnership. Verder gaat Nederland
dit jaar steun verlenen aan een samenwerking tussen onder meer het Rode Kruis en de
World Meteorological Organization op het terrein van early warning early action. In het derde kwartaal neemt Nederland deel aan de middelenaanvulling van het Green Climate Fund.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie