Brief regering : Samenwerking tussen Nederland en Marokko op het gebied van migratie
30 573 Migratiebeleid
Nr. 200
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juni 2023
Nederland heeft lange historische banden met Marokko. In Nederland leeft bovendien
een grote groep mensen van Marokkaanse afkomst. De afgelopen jaren zijn de bilaterale
betrekkingen zorgvuldig versterkt. Momenteel loopt de samenwerking tussen Nederland
en Marokko als gelijkwaardige partners op vrijwel alle beleidsterreinen goed. De samenwerking
op gebied van migratie is hiervan een voorbeeld.
De huidige situatie omtrent asiel en migratie wereldwijd laat een urgent belang zien
van succesvolle mondiale migratiesamenwerking. Marokko, als herkomst-, doorreis- en
bestemmingsland vervult daarin een belangrijke rol. Zowel Marokko als Nederland staat
hierin voor uitdagingen. Ook op het gebied van migratie is daarom de samenwerking
met Marokko de afgelopen jaren geïntensiveerd. Gezamenlijk zetten we ons in om kwetsbare
migranten te beschermen en om irreguliere migratie tegen te gaan door het ondersteunen
van vrijwillige terugkeer en herintegratie, het tegengaan van mensenhandel en -smokkel,
en het informeren van potentiële migranten over de risico’s van irreguliere migratie
en de mogelijkheden van legale alternatieven.
Een succesvol migratiepartnerschap gaat gepaard met randvoorwaarden van een open,
solidaire en stabiele relatie waarin alle onderwerpen kunnen worden besproken, waar
oog is voor elkaars uitdagingen en waar in gezamenlijkheid naar oplossingen wordt
gezocht. De afgelopen jaren hebben we hier samen met Marokko nauw in opgetrokken.
In deze brief wordt allereerst ingegaan op de belangrijkste ontwikkelingen en stand
van zaken met betrekking tot de migratiesamenwerking tussen Nederland en Marokko.
Vervolgens worden in deze brief de instroomcijfers en terugkeercijfers en cijfers
van inbewaringstelling weergegeven. Aanvullend hierop worden deze cijfers geduid.
Dit in overeenstemming met de motie van het lid Ceder1, aangenomen om intensief contact aan te gaan met Marokko en hierop te rapporteren,
de toezeggingen tijdens het Vragenuur van 6 juni naar aanleiding van een vraag van
het lid Markuszower de Kamer te informeren over hoeveel van de Marokkaanse asielzoekers
die momenteel in de detentiecentra verblijven, in de afgelopen twee jaar asiel hebben
aangevraagd en het verzoek van het lid Van den Brink om periodiek te rapporteren aan
de Kamer, en het informatieverzoek van het lid Bisschop gedaan tijdens de regeling
van werkzaamheden van 6 juni.
Stand van zaken migratiepartnerschap Nederland – Marokko
In juli 2021 hebben Nederland en Marokko een bilateraal actieplan ondertekend. De
kamer heeft dit actieplan ontvangen (Kamerstuk 36 200 V, nr. 64). Dit actieplan plan is de basis van waaruit Marokko en Nederland de samenwerking
tussen beide landen versterken, waaronder op migratie. Daarin is onder meer afgesproken
de samenwerking vorm te geven in een gemengd comité, waarin alle migratierelevante
onderwerpen besproken kunnen worden.
De samenwerking met Marokko op het gebied van migratie loopt goed. Op ambtelijk niveau
is er intensief contact. De gesprekken met Marokko zijn constructief en open. Er zijn
binnen deze gesprekken geen taboes, zo wordt er ook gesproken over verbeterde bescherming
van migranten. De afgelopen jaren is door beide zijden hard gewerkt aan migratiesamenwerking.
Dit resulteert inmiddels in o.a. effectieve terugkeer. In september 2022 nam de DT&V
weer algemeen zicht op uitzetting naar Marokko aan. Dit is een belangrijke voorwaarde
om vreemdelingen in bewaring te kunnen stellen. De Raad van State heeft deze lijn
in het najaar van 2022 bekrachtigd. Op dit moment zitten er ca. 200 Marokkanen in
vreemdelingenbewaring.
In juni 2022 vond een hoog ambtelijk overleg tussen Nederland en Marokko plaats in
Marokko in het kader van migratiesamenwerking. Hier werd afgesproken om de Groupe Migratoire Mixte Permanent (GMMP) op te richten. Binnen dit kader is twee keer per jaar hoogambtelijk overleg
voorzien op onder meer reguliere migratie en visa, terugkeer, operationele samenwerking
mensenhandel/mensensmokkel en grenzen. De agenda van dit hoogambtelijk overleg wordt
voorbereid door verschillende ondercomités op werkniveau.
Gedurende 2022 en 2023 zijn verschillende eerste uitwisselingen geweest via de ondercomités
langs bovengenoemde onderwerpen. Hierin is bijvoorbeeld gesproken over al bestaande
vormen van legale migratie en mogelijkheden om een kleinschalige pilot op tijdelijke
circulaire migratie vorm te geven. Ook is gezamenlijk verkend hoe de terugkeercijfers
omhoog te krijgen en procedures gestroomlijnd kunnen worden, samengewerkt kan worden
op grensmanagement en het aanpakken van mensensmokkel en mensenhandel. Voor de tweede
helft van 2023 zijn hoog ambtelijke overleggen en vervolg bijeenkomsten van de verschillende
ondercomités voorzien.
Verder ging ik op 20 en 21 februari jl. naar Marokko waar ik met mijn counterpart
Minister Laftit de verbeterde samenwerking verwelkomde. Ook heeft er een bezoek van
de Minister-President en de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
plaatsgevonden.
[naar volgende pagina:]
Instroom en terugkeercijfers
Cijfers asielaanvragen Marokkanen
2020
2021
2022
2023 (tot mei)
Aantal eerste asielaanvragen
774
907
721
349
Terugkeeraantallen DT&V naar Marokko
2019
2020
2021
2021 (vanaf actieplan)
2022
2023 (tot juni)
Instroom in DT&V-caseload (incl. Dublin)
1.770
1.150
1.030
460
1.125
770
Zelfstandig vertrek
40
20
20
10
35
50
Gedwongen vertrek
25
10
6
<5
30
40
LP-cijfers Marokko
2019
2020
2021
2021 (vanaf actieplan)
2022
2023 (tot juni)
Aantal verzoeken
270
240
100
35
240
210
Aantal ontvangen nationaliteitsbevestigingen
10
<5
<5
0
160
100
Aantal afgegeven LP’s
5
0
0
0
30
35
Cijfers Marokkanen in vreemdelingenbewaring
2019
2020
2021
2022
2023 (tot juni)
Totaal aantal Marokkanen in vreemdelingenbewaring (cumulatief, incl. Dublin)
535
355
310
470
425
Ten aanzien van de vraag van lid Markuszower kan vermeld worden dat er vanuit DT&V-gegevens
niet gerapporteerd kan worden op wie wel of niet een asielaanvraag heeft gedaan.
Duiding cijfers
Terugkeercijfers naar Marokko waren niet eerder zo hoog. Tegelijkertijd is de inzet
vanzelfsprekend om de verbeterde samenwerking nog meer tot uiting te laten komen in
de terugkeeraantallen. Daarbij is het belangrijk om te markeren dat een goede samenwerking
met een herkomstland van groot belang is, maar de andere variabelen die het terugkeerproces
complex maken – waaronder niet in de laatste plaats de opstelling van de vreemdeling
zelf – niet wegnemen.
De verbeterde samenwerking met Marokko uit zich het sterkst in de ontvangen nationaliteitsbevestigingen.
Hoewel het aantal verzoeken om afgifte van een nationaliteitsvaststelling gelijk is
aan de voorgaande jaren, krijgt Nederland nu in de regel de nationaliteit van elke
Marokkaan bevestigd.
Evengoed is het aantal afgegeven laissez passers (LP) om een aantal redenen lager
dan de ontvangen nationaliteitsbevestigingen. Een van de redenen is dat de Marokkaanse
autoriteiten voorafgaand aan afgifte van een LP een vreemdeling graag in persoon zien,
maar deze personen met regelmaat weigeren mee te werken. De Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring
ligt momenteel in de Eerste Kamer in afwachting van een amendement van uw Kamer. Deze
wet kan de medewerking van vreemdelingen aan de presentatie borgen.
Een andere oorzaak is dat vreemdelingen zich voordat zij in bewaring gesteld kunnen
worden onttrekken aan het toezicht (in 2023 in ruim 300 zaken het geval) of kansarme
opvolgende procedures indienen. Ook daar zet het kabinet op in, bijvoorbeeld door
vanuit de extra middelen die in augustus 20222 zijn vrijgemaakt voor terugkeer meer personele capaciteit in te zetten op het proces
van inbewaringstelling. Deze acties moeten ertoe leiden dat de internationale inzet
op migratiepartnerschappen, waaronder die met Marokko, in de praktijk nog meer gaan
renderen.
Het Kabinet heeft vertrouwen in het verder brengen van de reeds goede samenwerking
op migratie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid