Brief regering : Stand van Uitvoering DUO 2022
25 268 Zelfstandige bestuursorganen
Nr. 217
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET
ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2023
Het kabinet heeft aan alle publieke dienstverleners gevraagd om voortdurend signalen
uit de samenleving op te halen. Op die manier inventariseren we de effecten van en
knelpunten bij de uitvoering van beleid. In de Stand van de Uitvoering DUO 2022 heeft
DUO de signalen en dilemma’s vanuit de uitvoering opgetekend. Deze delen wij graag
met uw Kamer.
De signalen en dilemma’s komen voort uit de dialoog met «ons» veld. De signalen zijn
zeer divers van aard en meer dan enkel een incident. Sommige signalen zijn reeds opgelost.
In andere gevallen nemen we de oplossing mee in de ontwikkeling en uitvoering van
nieuw beleid. Een aantal onderwerpen is complex en vraagt om afstemming en samenwerking
tussen departementen en met het veld. Weer andere punten vragen om extra budget, waar
binnen de begroting van OCW en ook rijksbreed op dit moment geen ruimte voor is.
DUO vat in deze Stand van DUO samen wat zij nodig acht om te kunnen zorgen voor een
goede publieke dienstverlening. De kernboodschap van DUO is:
• Maak uitvoerbaar beleid dat aansluit op de verwachtingen en behoeften van burgers
en onderwijsinstellingen.
• Niet alles kan tegelijk, zorg voor voldoende rust en ruimte in het takenpakket van
DUO.
• Help ons meer ruimte te vinden om samen met andere uitvoerders gegevens uit te wisselen.
• Ga met ons in gesprek over de knelpunten.
In deze brief vindt u onze inhoudelijke reactie op de signalen in de Stand van DUO.
Beleidsreactie op signalen Stand van DUO
• Vragen en onvrede bij studenten leenstelselgeneratie.
Wij begrijpen dat het wrang is voor studenten die onder het leenstelsel hebben gestudeerd
om de basisbeurs weer terug te zien komen, zonder dat zij recht hebben (gehad) op
een basisbeurs. De regering stelt binnen het coalitieakkoord een financiële tegemoetkoming
beschikbaar van € 1 miljard voor alle studenten die onder het leenstelsel hebben gestudeerd.
Dit budget is niet toereikend om alle studenten die onder het leenstelsel hebben gestudeerd
een bedrag ter hoogte van de basisbeurs uit te keren. De regering blijft bij het standpunt
dat een tegemoetkoming en geen volledige compensatie passend is.
Naast de tegemoetkoming van € 1 miljard voor alle studenten die onder het leenstelsel
hebben gestudeerd, stelde de regering studievoorschotvouchers beschikbaar voor de
eerste vier cohorten die onder het leenstelsel hebben gestudeerd. Deze studievoorschotvouchers
zullen worden omgezet in een geldelijke uitkering.
• Studenten met lager taalniveau Nederlands moeizaam door het mbo.
We herkennen dit vraagstuk. Vanuit het oogpunt van tekorten op de arbeidsmarkt en
het voorkomen van voortijdig schoolverlaten kijken we samen met onze uitvoeringspartners
DUO en het College voor Toetsen en Examens (CvTE) en het onderwijsveld naar geschikte
oplossingen voor deze doelgroep. Een mogelijke optie is het afnemen van de staatsexamens
NT2. Daarbij zien we wel uitdagingen zoals het beperkte aantal afnamelocaties in het
land. Daarom brengen wij ook alternatieven in kaart zoals mogelijkheden die het Certificaat
Nederlands als vreemde taal biedt of de ontwikkeling van een specifiek examen voor
anderstaligen dat op school kan worden afgenomen. Na de zomer gaan we samen met onder
andere DUO in gesprek over een goed alternatief om de beheersing van het Nederlands
te examineren voor anderstalige studenten.
• (Automatische) verrekening lesgeld met studiefinanciering niet mogelijk.
Om het lesgeld (automatisch) te verrekenen met studiefinanciering, is een wetswijziging
nodig. Naast de wetswijzing is er binnen DUO een aanpassing van systemen nodig. We
bekijken nu of we tot een wetswijziging en aanpassingen van de systemen van DUO over
gaan.
• DUO kan bekostiging niet alsnog zelfstandig toekennen.
Onderwijsinstellingen in het funderend onderwijs ontvangen bekostiging vanuit DUO.
Dit gebeurt vaak op basis van een overzicht van het aantal leerlingen dat op een school
zit of een aanvraag die voor een bepaalde datum moet worden ingediend door een onderwijsinstelling.
Soms kunnen er goede redenen zijn, als er bijvoorbeeld sprake is van overmacht, dat
zo’n datum niet wordt gehaald. Het is in dat geval niet redelijk dat een school dan
geen bekostiging ontvangt voor onderwijs dat wel wordt verzorgd. In dergelijke situaties
is het altijd mogelijk om maatwerk op het gebied van bekostiging te leveren. Echter,
DUO heeft hiervoor geen eigenstandige bevoegdheid. De huidige praktijk is dat DUO
overlegt met het bestuursdepartement als DUO aanleiding ziet voor maatwerk, of andersom
als het bestuursdepartement aanleiding ziet voor maatwerk. Uiteindelijk neemt het
bestuursdepartement, in overleg met DUO, het daadwerkelijke besluit. Deze rolverdeling
komt voort uit de verantwoordelijkheden van het bestuursdepartement voor de financiële-
en begrotingstechnische gevolgen van besluiten rondom maatwerkbekostiging. In sommige
gevallen kan het mogelijk wenselijk zijn dat DUO zelfstandig dit maatwerk levert.
Recent is er een pilot gestart waarin DUO en het bestuursdepartement in nauwe samenwerking
kijken in welke gevallen DUO zelfstandig maatwerk kan leveren. Na het afronden van
de pilot bepalen we of en in welke gevallen het mogelijk is om DUO zelfstandig bekostiging
toe te laten kennen.
• Beperkte mogelijkheid van gegevensuitwisseling.
Verbeteren van de mogelijkheden tot gegevensuitwisseling heeft een hoge prioriteit
en is onderdeel van de ambities en aanpak van de Interbestuurlijke Datastrategie.
In november 2022 heeft het kabinet aan het Netwerk Publieke Dienstverleners gevraagd
te komen tot een aanpak voor versnelling van gegevensdeling. Het kabinet gaat deze
versnellingsaanpak uitvoeren. In de kabinetsreactie op de Staat van de Uitvoering1, die op 16 juni aan uw Kamer wordt aangeboden, heeft het kabinet zijn inzet toegelicht.
• Opleidingen BBL en 3e leerweg komen niet in aanmerking voor Leven Lang Lerenkrediet.
In het kader van gelijkwaardigheid tussen het mbo en ho begrijpen wij het signaal
van DUO om het Leven Lang Leren Krediet ook beschikbaar te stellen voor BBL- en derde
leerweg studenten. Echter is het niet duidelijk of verbreding van het Leven Lang Leren
Krediet gaat leiden tot een hogere onderwijsdeelname door deze groepen. Daarnaast
bestaat het risico dat verbreding leidt tot verdrukking van de werkgeversbijdrage.
Bovendien kost verbreding geld. Hiervoor zijn op dit moment geen financiële middelen
beschikbaar. Ook vergt dit een wetswijziging en moeten de systemen van DUO worden
aangepast. We houden deze wens op het netvlies om aandacht te blijven vragen voor
de financiële en uitvoeringstechnische mogelijkheden.
• Geen Studentenreisproduct in de zomer.
Wij gaan graag met DUO in gesprek over de aard en omvang van het gesignaleerde knelpunt.
Een generieke uitbreiding van het studentenreisproduct in de zomer zien we daarbij
niet als een doelmatige oplossing vanwege het forse benodigde extra budget. Voor het
tegengaan van reiskosten die studenten moeten maken voor stages in de zomer, vinden
we het op de eerste plaats de verantwoordelijkheid van een stageverlener om stagiairs
te voorzien van een dekkende onkostenvergoeding, waaronder reiskosten. Onder meer
hierom hebben we met de partners in en rondom het middelbaar beroepsonderwijs eerder
dit jaar een Stagepact gesloten, waarin ook is afgesproken dat stagiairs een dekkende
onkostenvergoeding moeten ontvangen. Op grond van dit Stagepact ontvangen zij dus
ook een vergoeding voor reiskosten naar hun stageplek.
• Klanten in het buitenland hebben geen/slecht toegang tot eigen gegevens bij DUO.
Het beleidsterrein van digitale inlogmiddelen, en digitale identiteit in het algemeen,
valt onder verantwoordelijkheid van onze collega van BZK. De knelpunten die DUO beschrijft
rond DigiD zijn bekend en worden interdepartementaal besproken. Voor de ambities van
de overheid rond een hoogwaardig identiteitsstelsel verwijzen we naar actielijn 3.2
van de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren2. Eén van de prioriteiten in de Werkagenda is om allereerst Caribisch Nederland te
laten aansluiten op DigiD. Ook daar zijn nog Nederlanders zonder DigiD. Voor het activeren
van DigiD in het buitenland, bestaat tegenwoordig de mogelijkheid om dit middels videobellen
te doen (gezien de voorwaarden voor DigiD, alleen voor burgers uit de EER). Het Digitaal
Loket van BZ dat hiervoor is opgezet, heeft lange tijd te kampen gehad met een grote
vraag naar die mogelijkheid, en zag de wachttijden sterk oplopen. Inmiddels heeft
een aanzienlijke uitbreiding van de capaciteit ertoe geleid dat de lange wachttijden
zich niet meer voordoen. Verder zal per 1 juli van dit jaar de Wet Digitale Overheid
gefaseerd in werking treden, waarbij naast het publieke middel DigiD onder voorwaarden
ook private middelen kunnen worden ingezet om toegang te verkrijgen tot overheidsdienstverlening.
○ EER burgers/ingezetenen binnen het eIDAS-stelsel kunnen met een middel uit eigen land
inloggen.
○ Voor de personen die buiten de kaders van DigiD en eIDAS vallen, gaan we graag het
gesprek aan met DUO over de mogelijkheden van digitale en niet-digitale toegang tot
de dienstverlening van DUO.
• DUO mag niet alle bekende informatie verstrekken aan inburgeringsplichtigen.
DUO voert in opdracht van de Minister van SZW taken uit op het terrein van inburgering.
De inburgering kenmerkt zich door een ketenaanpak, waarbij de betrokken overheidspartners
over organisatiegrenzen heen kijken en de inburgeraar centraal stellen. De gedachte
van één loket past daarbij. Dit signaal van DUO vraagt om nader onderzoek en een zorgvuldige
weging. Aanpassing van wet- en regelgeving is niet altijd de beste oplossing en er
zijn alternatieven. De regelgeving rondom verblijfsvergunningen is ingewikkeld, informatie
over het type verblijfsvergunning kan vervolgvragen opleveren, waarvan de vraag is
of DUO die altijd correct kan beantwoorden. De Minister van SZW zal DUO vragen om
een nadere probleemanalyse met mogelijke oplossingen en hierover met DUO en IND in
gesprek gaan.
• Onvoldoende aansluiting bij technologische ontwikkelingen.
Wij zijn het eens met het zo goed mogelijk inzetten van technologische mogelijkheden.
We steunen DUO in de geschetste oplossingsrichtingen. Nieuwe initiatieven kunnen we
gezamenlijk bespreken in de reguliere beleids- en portfoliogesprekken.
• Veel verschillende terugbetalingsregelingen voor (oud)studenten.
Op dit moment onderzoeken we met DUO of we de complexiteit van de terugbetalingsregels
kunnen verminderen en wat er voor nodig is om dat aan te passen. Hierbij onderzoeken
we ook de (financiële) gevolgen die de vereenvoudiging van terugbetalingsregimes voor
oud-studenten kan hebben, want elk terugbetalingsregime heeft bepaalde financiële
voor- en nadelen. Goed om te benoemen is dat wij in het wetsvoorstel herinvoering
basisbeurs vanaf studiejaar 2023–2024 de terugbetalingsregels van het mbo gelijktrekken
met het ho.
• Toekomstbestendige normering centrale examens voortgezet onderwijs.
In de rapportage van DUO is aandacht voor de normering van de centrale examens in
het voortgezet onderwijs. Cito ontvangt van DUO sterk geanonimiseerde gegevens om
normeringsadviezen te maken voor het CvTE. Met de huidige gegevens kan Cito betrouwbare
normeringsadviezen geven. Maar om de normering toekomstbestendig te houden en onderzoek
te kunnen doen, is uitgebreidere gegevenslevering tussen DUO en Cito nodig. OCW is
in gesprek met de ketenpartners (DUO, Cito en CvTE) over hoe de uitgebreidere gegevenslevering
ingericht kan worden. Hierbij onderzoeken we ook of een wetswijziging nodig is.
• De veelheid aan regelingen maakt het onnodig ingewikkeld om door te leren.
We herkennen het signaal dat de verschillende regelingen voor doorleren soms te complex
zijn voor burgers. Het is goed om daarbij op te merken dat deze regelingen (Lerarenbeurs,
Tegemoetkoming Lerarenopleiding TLO en Levenlanglerenkrediet) bewust naast elkaar
bestaan. Ze hebben namelijk andere doelstellingen en doelgroepen. Zo is de lerarenbeurs
er bijvoorbeeld alleen voor bevoegde docenten die willen doorstuderen. We bekijken
op welke punten we het beleid kunnen vereenvoudigen en op welke wijze we de informatie
zo toegankelijk mogelijk kunnen maken, bijvoorbeeld via leeroverzicht.nl.
We volgen het advies van DUO op, zodat burgers gemakkelijk kunnen zien welke regelingen
wel en niet van toepassing zijn. Bij nieuwe regelingen proberen we daarnaast een verbinding
te maken met bestaande regelingen. Hier blijven we met DUO over in gesprek.
• Scholen in het voortgezet onderwijs krijgen schooladviezen basisscholen later dan
ze willen.
Scholen in het voortgezet onderwijs kunnen nieuwe eerstejaars leerlingen niet tijdig
op het juiste niveau plaatsen. Dat komt doordat basisscholen de schooladviezen over
leerlingen pas aanleveren als de middelbare scholen deze leerlingen al hebben geplaatst
en ingeschreven. DUO beheert de schooladviezen van basisscholen in het Register Onderwijsdeelnemers
(ROD). Volgens de wet- en regelgeving is het niet mogelijk dat DUO de schooladviezen
al eerder naar vo-scholen stuurt.
We herkennen dit nu niet als knelpunt waarvoor een oplossing in de vorm van wijzigen
van regelgeving nodig is. Bij de aanmelding van een leerling op de middelbare school
voegen ouders/leerling een schooladvies bij dat door de po-school is vastgesteld.
De vo-school kan zich daarop baseren.
Na de zomer gaan we met DUO in gesprek over dit signaal. Uit de praktijk blijkt dat
ouders doorgaans correcte informatie aanleveren, de informatie van DUO dient in dezen
alleen als bevestiging.
De opgave om tot een betere uitvoering van beleid te komen en daarmee bij te dragen
aan een toenemend vertrouwen in de overheid, is een opgave voor ons allemaal. Alle
signalen onderstrepen het belang om ook na de invoering van nieuw beleid continu in
gesprek te blijven over hoe de uitvoering loopt. DUO deelt gedurende het jaar de signalen
met ons, zodat we samen kunnen zoeken naar de mogelijkheden voor verbetering. Over
deze opgave en over de Stand van DUO 2022 gaan we graag het gesprek met uw Kamer aan.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs