Brief regering : Ex post evaluatie geneesmiddelenvisie
29 477 Geneesmiddelenbeleid
Nr. 839
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 juni 2023
Begin 2016 heeft de toenmalige Minister van VWS de Geneesmiddelenvisie «nieuwe geneesmiddelen
snel bij de patiënt tegen aanvaardbare kosten»1 en een daarmee samenhangende set aan maatregelen uitgebracht. Hiermee gaf het kabinet
een antwoord op signalen vanuit onder andere het KWF en de NZa dat de betaalbaarheid
en toegankelijkheid van nieuwe dure geneesmiddelen onder druk stond. De ambitie van
deze geneesmiddelenvisie was het toegankelijk houden van dure geneesmiddelen tegen
aanvaardbare prijzen. In de visie werd geconstateerd dat – anno 2016 – bestaande instrumenten
onvoldoende werkten om deze ambitie te bereiken en dat aanvullende instrumenten nodig
waren. Sindsdien voerde het Ministerie van VWS een groot aantal beleidsmaatregelen
uit om hier invulling aan te geven.
SiRM heeft in opdracht van het Ministerie van VWS een ex post evaluatie uitgevoerd
van de geneesmiddelenvisie (zie bijlage). De aanbevelingen van deze evaluatie worden
hieronder weergegeven. Deze ex post evaluatie is een onderdeel van de pilot Lerend
evalueren die het Ministerie van VWS in 2018 is opgestart naar aanleiding van de Rijksbrede
operatie Inzicht in Kwaliteit (Ministerie VWS (2020), Vaststelling van de begrotingsstaten
van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 20202).
Deze ex post evaluatie wordt u aangeboden tegelijk met de brief «Het toekomstbestendig
stelsel voor de toelating van nieuwe dure geneesmiddelen» (Kamerstukken 29 477 en 29 689, nr. 838).
Die Kamerbrief is daarmee eveneens een beleidsreactie op aanbevelingen uit het rapport.
In 2019 heeft SiRM de «ex durante» evaluatie van deze geneesmiddelenvisie uitgevoerd3. Toen werd geconstateerd dat veel actielijnen al in gang waren gezet en dat de meest
concrete maatregelen voor een deel ook al waren uitgevoerd.
Wel werd opgemerkt dat de samenhang van de geïnitieerde acties onvoldoende zichtbaar
was. Volgens SiRM kon de effectiviteit van het beleid versterkt worden door op het
beleid verder te focussen. Dat betekent meer keuzes maken op welke plekken in de keten
acties plaatsvinden en daarover actief communiceren, niet alleen naar de Tweede Kamer
maar juist ook naar andere stakeholders. SiRM heeft toen aanbevolen om de doeltreffendheid
van de visie te meten zodat bij de «ex post» evaluatie het effect van de visie beter
zou kunnen worden bepaald, met behulp van verschillende indicatoren op het gebied
van betaalbaarheid en toegankelijkheid.
In deze ex-post evaluatie wordt aangegeven dat het effect van de geneesmiddelenvisie
door externe invloeden en de vele verschillende beleidsmaatregelen niet exact is te
bepalen. Wel wordt, op basis van een combinatie van deskresearch, interviews, een
werksessie en kwantitatieve analyses, geconcludeerd dat de grip op de inzet van dure
geneesmiddelen is toegenomen. Er is echter nog weinig sprake van controle. Volledige
controle is niet haalbaar, maar meer controle over de inzet van de dure geneesmiddelen
dan nu is volgens SiRM wel mogelijk. De aanbevelingen van SiRM op dit punt worden
hieronder weergegeven. Ik heb mijn reactie bij de genoemde punten weergegeven. Het
is goed om op te merken dat de interviews in 2022 hebben plaatsgevonden. Inmiddels
is de implementatie van enkele aanbevelingen reeds gestart.
− VWS kan zich in Europees verband als een kritischere klant kan opstellen richting
de farmaceutische industrie door te kennen te geven aan welke middelen de behoefte
het grootst is, wat we bereid zijn hiervoor te betalen, en tegen welke voorwaarden.
Dat is in lijn met mijn brief aan uw Kamer van juni vorig jaar waarin ik u heb geïnformeerd
over de uitkomsten van het onderzoek naar de financiering van geneesmiddelenontwikkeling4. Dit internationale onderzoek liet zien dat het verwachte financiële rendement wordt
beïnvloed door wat we als samenleving bereid zijn te betalen voor onze geneesmiddelen.
Ook heb ik een rapport laten opstellen dat inzichtelijk maakt welke geneesmiddelen
op de markt komen als product van het huidige financiële ecosysteem5. Momenteel laat ik een onderzoek doen onder patiënten en voorschrijvers naar de middelen
waaraan behoefte bestaat. Het doel hiervan is een meer vraag-gedreven ontwikkeling
van geneesmiddelen. Nederland gebruikt de uitkomsten van deze onderzoeken tevens om
het onderwerp op Europees niveau verder te brengen, o.a. in de zijlijn van de EU Gezondheidsraad6 en in de «EU Directors of Pharmaceutical Policy» bijeenkomst, allebei in december
2022. Parallel hieraan werkt Nederland met een klein groepje lidstaten ideeën uit
over een heldere definitie en duidelijke criteria voor «onvervulde medische behoefte»,
om hier beleid op te kunnen baseren.
− Daarnaast kan VWS een systematisch proces inrichten waarmee beter geanticipeerd wordt
op de komst van nieuwe dure geneesmiddelen en gepast gebruik van bestaande dure geneesmiddelen
minder vrijblijvend wordt.
Hier ga ik nader op in in de brief die ik tegelijk met dit rapport naar uw Kamer stuur:
«Het toekomstbestendig stelsel voor de toelating van nieuwe dure geneesmiddelen».
− Tenslotte kan VWS ervoor zorgen dat de noodzakelijke data-infrastructuur voor de evaluatie
van effectiviteit in de praktijk – als onderdeel van de msz-kwaliteitsregistraties
– sneller tot stand komt.
Over de totstandkoming van een noodzakelijke data-infrastructuur heb ik u in april
geïnformeerd middels mijn visie en strategie voor het secundair gebruik van gezondheidsgegevens7, welke aansluit bij de nationale visie op het gezondheidsinformatiestelsel8. Na de zomer informeer ik u over de aansluiting van dure geneesmiddelen bij de medisch-specialistische
zorg (msz)-kwaliteitsregistraties.
Het meten van het (middel-) langetermijneffect (langer dan 5 jaar) van het dure-geneesmiddelenbeleid
is lastig en zal dat ook in de toekomst blijven. Wel kunnen overheids- en veldpartijen
de ontwikkeling van de betaalbaarheid en toegankelijkheid én de voortgang van specifieke
beleidsmaatregelen beter monitoren dan nu het geval is. Het Ministerie van VWS zal
de regie over deze monitoring nemen en de inzichten structureel bespreken in onder
andere het Landelijk Overleg Dure Geneesmiddelen (LODG). Op basis hiervan kunnen partijen
in het LODG het beleid en de uitvoering daarvan bijsturen.
Ik ga onverminderd door met het streven om geneesmiddelen tegen aanvaardbare prijzen
toegankelijk te houden en maken voor patiënten. De geneesmiddelenvisie uit 2016 is
met deze evaluatie afgerond. Ik zet me in het vervolg onder andere in op het verbreden
en het verbeteren van de toets op het basispakket, zoals ik u in mijn eerdere brieven
heb vermeld.9 In mijn brief «Het toekomstbestendig stelsel voor de toelating van nieuwe dure geneesmiddelen»
informeer ik u over de richting die ik hierbinnen voor geneesmiddelen zie. Ik vind
het belangrijk dat patiënten nu en in de toekomst kunnen rekenen op passende zorg
die effectief en betaalbaar is.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport