Brief regering : Voortgang verbeteren en verbreden toets basispakket voorjaar 2023
29 689 Herziening Zorgstelsel
Nr. 1200
                   BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VOOR LANGDURIGE ZORG
               EN SPORT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 juni 2023
Op 2 december 20221 hebben wij uw Kamer op hoofdlijnen geïnformeerd over onze ambities voor het verbeteren
                  en verbreden van de toets op het basispakket, waarmee we de beweging naar passende
                  zorg ook met pakketbeheer verder willen brengen. Naar aanleiding van die brief hebben
                  wij onlangs onze antwoorden aan uw Kamer gestuurd op schriftelijke vragen van meerdere
                  Kamerleden2. In deze brief gaan wij in op de acties die wij de komende periode op dit gebied
                  ondernemen.
               
Verbeteren en verbreden toets op het basispakket
Zorg binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz) moet voldoen
                  aan de stand van de wetenschap en praktijk, met andere woorden effectief zijn3. Over een gedeelte van de zorg heeft geen enkele partij twijfel over de effectiviteit.
                  Denk hierbij aan basale zorg, zoals het zetten van een gebroken been. Voor zo’n onderwerp
                  is onderzoek en toetsing van de effectiviteit niet aangewezen. Er is echter ook veel
                  zorg waarbij twijfel bestaat over de mate van effectiviteit. Dit wordt bijvoorbeeld
                  zichtbaar in praktijkvariatie van verschillende behandelopties, die kan ontstaan door
                  onduidelijkheid over welke behandeloptie voor welke patiëntgroep van meerwaarde is.
                  Het toetsen van de effectiviteit van zorg is dan een belangrijk middel om deze onzekerheid
                  weg te nemen.
               
Om het doel van een toegankelijk en betaalbaar pakket van zorg voor patiënten en cliënten
                  te bereiken, is het nodig naast effectiviteit ook de andere pakketcriteria vaker en
                  scherper te toetsen. Te weten noodzakelijkheid, kosteneffectiviteit en uitvoerbaarheid.
                  Dit werken wij de komende tijd uit in het traject «verbeteren en verbreden toets op
                  het basispakket».
               
Het traject verbeteren en verbreden van de toets op het basispakket bestaat uit vier
                  pijlers: 1) het verbeteren van de toets door verbetering van de pakketcriteria, 2) het
                  verbreden van de toets waarbij vaker getoetst wordt binnen álle zorgsectoren, 3) het
                  ontwikkelen van kennis en inzicht en 4) aanvullende Wlz specifieke onderdelen. De
                  komende periode focussen we vooral op het uitwerken van de eerste pijler: het verbeteren
                  van de pakketcriteria. Wij vinden het belangrijk om eerst deze richtinggevende pijler
                  goed neer te zetten. Deze bepaalt immers de invulling van het traject. Tegelijkertijd
                  hebben wij het Zorginstituut Nederland (hierna: Zorginstituut) gevraagd het komende
                  jaar al te starten met de eerste extra duidingen en adviezen. Daarnaast zetten we
                  in op versterking van kennisontwikkeling voor de Zvw en Wlz. In de bijlage bij deze
                  brief vindt u de totaalplanning.
               
Focus op verbeteren van de toets
De keuze voor welke zorg vergoed wordt, moet op een duidelijke en consistente manier
                  worden gemaakt voor verschillende vormen van zorg en aansluiten bij het Kader Passende
                  zorg4. Als eerste richten we ons op het aanscherpen en concreter uitwerken van bestaande
                  pakketcriteria5, zodat deze beter kunnen worden toegepast in de praktijk. Daarbij kijken we of de
                  criteria verder moeten worden verankerd in wet- en regelgeving. Op korte termijn dragen
                  de onderstaande stappen bij aan de verbeterde toets op het basispakket.
               
Verhelderen van de pakketcriteria
We hebben het Zorginstituut gevraagd door te gaan met het verduidelijken van de pakketcriteria
                  en hoe deze toegepast worden. Hiermee wordt het voor partijen transparanter hoe wordt
                  getoetst en welke informatie daarvoor nodig is. Hierdoor weten partijen beter wat
                  van hen verwacht wordt en kunnen zij hun rol beter invullen. Zoals in de brief van
                  december aangekondigd richt het Zorginstituut zich voor specifieke zorgvormen op aanvullend
                  informatiemateriaal en handleidingen, zoals voor digitale zorg en leefstijlinterventies.
               
Op de afzonderlijke bestaande pakketcriteria vinden we op onderstaande onderdelen
                  verduidelijking en explicitering van belang:
               
− Effectiviteit: Voor effectiviteitbeoordeling moet expliciet aandacht zijn voor uitkomstmaten als
                        gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van patiënt of cliënt (zoals patiënt reported
                        outcome measures) en bijwerkingen van de behandeling. Zeker in de langdurige zorg
                        is kwaliteit van leven een belangrijke uitkomstmaat. Hoewel het Zorginstituut kwaliteit
                        van leven op dit moment waar mogelijk al meeweegt, vinden we verduidelijking en explicitering
                        van belang. We geven hiervoor het Zorginstituut de opdracht om uit te werken hoe kwaliteit
                        van leven binnen het beoordelingskader wordt meegenomen om aan te sluiten bij het
                        kader passende zorg.
                     
− Kosteneffectiviteit: Maatschappelijk gezien is het wenselijk om alle beschikbare schaarse middelen zo
                        in te zetten dat een zo groot mogelijk gezondheidseffect wordt bereikt. Om te voorkomen
                        dat een (dure) interventie onnodig andere vormen van zorg verdringt, moet zorg in
                        elk geval kosteneffectief zijn: de kosten moeten opwegen tegen de baten. In de loop
                        der jaren heeft het Zorginstituut al veel ervaring opgedaan met advisering over kosteneffectiviteit.
                        We gaan er meer op sturen dat kosten in verhouding staan tot de effecten en dat zorg
                        die niet kosteneffectief is, geen deel meer uitmaakt van het verzekerde pakket. Dit
                        betekent bijvoorbeeld dat als er twee behandelingen even effectief zijn voor een patiëntengroep
                        er gekozen wordt voor de behandeling met de laagste kosten. Hiervoor versterken we
                        de positie van het Zorginstituut en werken we aan een verbeterde verankering van dit
                        pakketcriterium.
                     
− Noodzakelijkheid: We willen transparante en consistente toepassing van het pakketcriterium «noodzakelijkheid»
                        en een consistente toepassing daarvan. We hebben het Zorginstituut gevraagd een afwegingskader
                        te ontwikkelen voor het pakketcriterium «noodzakelijk te verzekeren zorg». Op basis
                        van dit kader is de afwegingen inzichtelijk om te bepalen of het voor bepaalde zorg
                        noodzakelijk is om die te verzekeren. Dit afwegingskader wordt in het derde kwartaal
                        van 2023 verwacht. Mede op basis hiervan beoordelen we welke acties verder nodig zijn.
                     
− Uitvoerbaarheid: Ook voor het pakketcriterium «uitvoerbaarheid» willen we transparante en consistente
                        toepassing. Hiervoor willen we dat het Zorginstituut ook een afwegingskader opstelt.
                        Op basis van de uitkomsten hiervan beoordelen we welke acties nodig zijn.
                     
Betrekken actuele maatschappelijke waarden
De zorgvraag stijgt harder dan de beroepsbevolking kan bijbenen. Personele houdbaarheid
                  is dan ook één van de meest urgente uitdagingen in de zorg. Daarnaast moet zorg een
                  zo klein mogelijke impact hebben op klimaat, milieu en leefomgeving. Bij het verbeteren
                  van de toets op het basispakket onderzoeken we hoe we actuele maatschappelijke waarden
                  zoals personeelsinzet en duurzaamheid mee kunnen nemen bij het pakketbeheer. Hierover
                  is, in relatie tot pakketbeheer, nog maar weinig kennis beschikbaar.
               
Daarom vragen we het Zorginstituut hierover advies uit te brengen op geleide van een
                  daartoe nieuw te installeren onafhankelijke technische commissie. Het advies betreft
                  hoe er invulling moet worden gegeven aan nieuwe pakketcriteria zoals personeelsinzet
                  en klimaat en milieu. Daarbij wordt gekeken hoe die criteria mee kunnen wegen bij
                  besluiten over prioritering en vergoeding van zorg. De commissie buigt zich over de
                  weging van deze aspecten ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de huidige pakketcriteria.
                  Deze commissie «VVTB6» dient bijzonder deskundig te zijn voor het omgaan met complexe en impactvolle medisch-wetenschappelijke,
                  sociale, juridische en ethische vraagstukken. De commissie moet daarnaast uitdrukkelijk
                  verschillende maatschappelijke perspectieven en belangen betrekken zoals van patiënten
                  en cliënten, burgers, zorgaanbieders, zorgverleners, zorginkopers en adviesorganen
                  zoals de WRR. We zullen het Zorginstituut verzoeken om uiterlijk begin volgend jaar
                  haar advies gereed te hebben waarna we zullen bezien hoe de aanbevelingen hun beslag
                  kunnen krijgen in het pakketbeheer.
               
Op basis van het advies van de commissie kan het Zorginstituut de toepassing uitwerken
                  van personeelsinzet en duurzaamheid binnen de beoordelings- en afwegingskaders.
               
Aanpassen van wet- en regelgeving
Wij zijn voornemens de kaders voor het verbeteren en verbreden van de toets op het
                  basispakket steviger te verankeren in de wet- en regelgeving. Gelet op de verschillen
                  in context tussen de Zvw- en de Wlz-verzekerde zorg richten we ons daarbij in eerste
                  instantie op de Zvw. Hierbij gaat de aandacht uit naar:
               
− Een verbeterde en meer expliciete verankering van de pakketcriteria, effectiviteit,
                        kosteneffectiviteit, noodzakelijkheid en uitvoerbaarheid.
                     
− Het stellen van aanvullende voorwaarden die bijdragen aan de pakketwaardigheid en
                        die passende zorg stimuleren. Denk hierbij aan het doorlopen van een leercurve voor
                        het uitvoeren van een complexe operatie of volumenormen. Hierdoor is de uitgevoerde
                        behandeling ook in de praktijk effectief en worden bijwerkingen voorkomen. Ook is
                        in bepaalde gevallen aanvullend onderzoek naar langetermijneffecten of gepast gebruik
                        van belang. We onderzoeken hoe we deze aanvullende voorwaarden kunnen uitwerken.
                     
− Het borgen van het proces van risicogericht pakketbeheer en de rol van het Zorginstituut
                        daarbij.
                     
Overige pijlers
De focus op de eerste pijler van het traject verbeteren en verbreden van de toets
                  op het basispakket betekent niet dat er nog niets gebeurt op de andere pijlers. Op
                  het terrein van het verbreden van de toets op het basispakket, kennisontwikkeling
                  en Wlz-specifieke onderdelen zetten we al stappen, zoals hieronder beschreven.
               
Verbreden van de toets
Komende jaren start het Zorginstituut, op ons verzoek, al met het steeds vaker uitvoeren
                  van duidingen en adviezen over de pakketwaardigheid van zorg. In lijn met de afspraken
                  die we hebben gemaakt in het IZA komt het Zorginstituut met een pakketagenda met prioritaire
                  onderwerpen. Er wordt voor extra duidingen ook gekeken naar onderwerpen binnen de
                  GGZ en langdurige zorg. Daarmee in lijn gaan er de komende jaren ziektebeelden gevolgd
                  worden waarbij toetsing plaatsvindt van zorg in verschillende fases van de aandoening.
                  Zo gaan er komende jaren duidingen plaatsvinden in de verschillende fases van de ziekte
                  van Parkinson. Daarnaast gaat het ziektebeeld mamma-oncologie gevolgd worden. Het
                  volgen van de ziektebeelden geven we in het najaar, samen met het Zorginstituut, verder
                  vorm.
               
Kennis en Inzicht
Onderzoek vindt vaak plaats op het moment dat zorg (nog) niet voldoet aan de stand
                  van de wetenschap en praktijk. Te onderzoeken zorg kan daarom in beginsel niet vergoed
                  worden vanuit het pakket. Het is aan partijen om financiering te realiseren voor onderzoek
                  en daar waar van toepassing de te onderzoeken zorg. Het kan voorkomen dat het veld
                  specifieke onderzoeken niet kan financieren, terwijl het vanuit maatschappelijk perspectief
                  wel wenselijk is dat het onderzoek er komt. Voor zulke gevallen zijn we in overleg
                  met het Zorginstituut en ZonMw over welke te onderzoeken zorg hiervoor in aanmerking
                  zou kunnen komen en hoe de financiering van deze zorg gedurende het onderzoek vormgegeven
                  kan worden. We kijken hierbij ook naar de mogelijkheden in het geval het veld een
                  kennislacune identificeert. Hierbij betrekken we ook de ervaringen die de afgelopen
                  jaren zijn opgedaan bij het programma Zorgevaluatie en Gepast Gebruik in de medisch
                  specialistische zorg. Daarmee geven wij tevens invulling aan de motie van de leden
                  Ellemeet en Van den Berg7 over het leveren van niet-bewezen effectieve zorg in een onderzoeksetting.
               
Wlz specifieke onderdelen
Alle bovenstaande pijlers gelden zowel voor de Zvw als de Wlz, maar de context van
                  de Wlz vraagt om een aangepaste agendering en temporisering ten opzichte van de Zvw.
                  De nadruk bij de Wlz ligt de komende jaren daarom bij het ontwikkelen van een goed
                  geborgde kennisinfrastructuur zoals aangegeven in de Kamerbrief «Kennisinfrastructuur
                  en passende zorg Wlz» van 31 maart jl.8 en het ontwikkelen van kennis over verleende zorg in de Wlz. Zo is Vilans, op ons
                  verzoek, bezig met het inventariseren en beter toegankelijk maken van kennis over
                  zorg die geleverd wordt vanuit de Wlz9. Ondanks dat voor de pijlers verbeteren en verbreden de nadruk de komende jaren op
                  de Zvw ligt, wordt de langdurige zorg hier wel in meegenomen. Veel zorgvormen die
                  in de Zvw voorkomen, komen immers óók voor in de Wlz, zoals verpleging, paramedische
                  zorg, geestelijke gezondheidszorg, geneesmiddelenzorg en hulpmiddelenzorg. Het is
                  van belang dat dezelfde zorg op eenzelfde manier getoetst wordt, ongeacht of vergoeding
                  plaatsvindt op grond van de Zvw of Wlz.
               
Vervolg
Het verbeteren en verbreden van de toets op het basispakket heeft gevolgen voor de
                  hele zorg. Het pakketbeheer is immers een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid
                  én partijen in de zorg. Het is belangrijk om partijen in de zorg vanaf het begin mee
                  te nemen bij dit traject. Zowel om hen te informeren als om hen direct te betrekken
                  bij de uitwerking ervan. Hiertoe ontwikkelen we onder andere een communicatiestrategie
                  en organiseren we bijeenkomsten.
               
Het Zorginstituut heeft recent in de actualisatie van het rapport «Pakketbeheer in
                  de Praktijk (deel 4)»10 de rollen en verantwoordelijkheden van partijen beschreven.
               
We gaan de komende tijd in gesprek met de verschillende zorgpartijen over de invulling
                  van deze rollen en verantwoordelijkheden. Daarbij bespreken we met partijen hoe we
                  ieders rol verder kunnen intensiveren om de beweging naar passende zorg in het veld
                  verder te brengen. En we kijken ook naar het instrumentarium van deze partijen en
                  de eventuele aanpassingen die nodig zijn. Alleen als iedereen bijdraagt vanuit zijn
                  rol is de beweging naar passende zorg mogelijk.
               
Tot slot
Met het verbeteren en verbreden van de toets op het basispakket, dragen we bij aan
                  de noodzakelijke transformatie van de zorg. We geven deze opgave de komende periode
                  invulling met alle betrokken partijen. Wij verwachten uw Kamer volgend voorjaar weer
                  een voortgangsbrief te sturen.
               
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
                  E.J. Kuipers
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport - 
              
                  Mede ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport