Brief regering : Veegbrief Commissiedebat Sport 21 juni 2023
30 234 Toekomstig sportbeleid
Nr. 367 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juni 2023
In het kader van het aanstaande Commissiedebat over het sport- en beweegbeleid op
21 juni a.s., informeer ik uw Kamer met deze brief over de volgende onderwerpen: allereerst
ga ik in op een drietal punten rond onderzoek en innovatie in de sport. Vervolgens
ga ik in op mijn toezeggingen u te informeren over de stand van zaken van de juridische
verkenning van strafbaarstelling van matchfixing en het halfjaarlijks overzicht van
topsportevenementen. Tot slot sta ik stil bij de motie voor financiering van Strand
Veilig en de voortgang op de motie voor toegankelijke speeltuinen.
Naast deze brief stuur ik u voorafgaand aan het Commissiedebat op 21 juni nog 6 andere
brieven. De onderwerpen van die 6 brieven worden daarom niet geadresseerd in deze
brief. De brieven die ik uw Kamer separaat voor het Commissiedebat nog zal doen toekomen,
zijn:
– de Hoofdlijnenbrief over wetgeving in de sport (Kamerstuk 30 234, nr. 365);
– de reactie op het rapport van Verinorm over het grensoverschrijdend gedrag in de danssector;
– een brief over het Sportakkoord II en het Strategisch Kader Topsport (Kamerstuk 30 234, nr. 364);
– een brief met daarin het Plan van Aanpak Bewegen (Kamerstuk 32 793, nr. 694);
– een brief over energie en verduurzaming in de sport (Kamerstuk 30 234, nr. 363); en
– een brief over de aanpak van de wachtlijsten voor zwemles (Kamerstuk 30 234, nr. 366).
1. Onderzoek en innovatie
Mijn ambitie is dat sport en bewegen voor meer mensen bereikbaar is en vanzelfsprekend
wordt. In de afgelopen jaren is veel inzet gepleegd om de sport toegankelijker te
maken en meer mensen te bereiken, maar er is meer nodig om verder te komen. Onderzoek
en innovatie spelen daarbij een belangrijke rol, door inzicht te genereren in de uitdagingen
die de sport op systeemniveau heeft en door nieuwe interventies en instrumenten te
ontwikkelen die in de sector kunnen worden ingezet om meer mensen te bereiken. Daarom
zet ik ook in deze kabinetsperiode in op een sterk sportinnovatiebeleid via Sportinnovator.
Ook zet ik in op het programma Missiegedreven Ontwikkeling van Onderzoek en Innovatie
sport en bewegen (MOOI in Beweging) van ZonMw. «MOOI in beweging» en Sportinnovator
werken in gezamenlijke strategische afstemming, bouwen gezamenlijk verder aan een
kennisinfrastructuur voor sport en bewegen en stemmen netwerken op elkaar af. Ten
aanzien van de living labs werken Sportinnovator en «MOOI in beweging» samen in de
uitbreiding en intensivering van living labs sport en bewegen.
Sportinnovatiebeleid
Innovatie levert een belangrijke bijdrage aan sportdeelname, toekomstbestendige sportvoorzieningen
en een positief topsportklimaat. In de afgelopen zes jaar hebben Sportinnovator en
het Topteam Sport de opdracht gehad om een netwerk rondom innovatie in de sport op
te bouwen en te versterken. Dat netwerk heeft onder meer innovaties opgeleverd om
de sport te verduurzamen en om sporten en bewegen toegankelijker te maken voor specifieke
doelgroepen, bijvoorbeeld door aangepaste sportvoorzieningen voor mensen met een beperking.
In het nieuwe Sportakkoord II zie ik ook veel thema’s, zoals kansengelijkheid in de
sport, waar innovatie kan zorgen voor doorbraken om sporten en bewegen voor meer mensen
toegankelijk te maken. Ik heb het Topteam Sportinnovator daarom gevraagd om in de
komende vier jaar het sportinnovatienetwerk nog verder te versterken en beter aan
te laten sluiten op de ambities in het Sportakkoord II. Het Topteam Sport stelt hier
momenteel een strategisch plan voor op dat vanaf de tweede helft van dit jaar uitvoering
zal krijgen.
Programma «MOOI in Beweging»
ZonMw is in 2023 gestart met de ontwikkeling en uitvoering van «MOOI in beweging».
VWS heeft hiertoe opdracht aan ZonMw gegeven. Het is de opvolger van eerdere onderzoeksprogramma’s
sport (en bewegen) en het vervolg op het voorbereidend programma MOOI (2021–2022).
«MOOI in Beweging» richt zich op een aantal complexe uitdagingen waar de samenleving
en de sport- en beweegsector voor staan. Er zijn zes «wicked problems»1 geprioriteerd: complexe uitdagingen waar een doorbraak nodig is die niet zonder een
gezamenlijke inspanning van diverse belanghebbenden tot stand komt. Daarvoor is een
verandering op systeemniveau nodig, waarbij onderzoek en innovatie aanjagers zijn
voor deze verandering. Het doel is echt verschil te maken in de praktijk. De inhoudelijke
uitdagingen sluiten aan op de ambities in het Sportakkoord II en het bevorderen van
bewegen in het dagelijks leven. De «wicked problems» zijn:
– Inwoners van aandachtswijken sporten minder
– Kinderen en jongeren bewegen minder en hun motoriek gaat achteruit
– Sport en bewegen wordt te weinig ingezet binnen de gezondheidszorg
– De waarde van topsport is onvoldoende aantoonbaar
– De sportinfrastructuur wordt te weinig gebruikt
– De betaalbaarheid van sport staat onder druk
Inmiddels zit de ontwikkeling van de plannen per «wicked problem» in de laatste fase.
In de plannen is beschreven welke vraagstukken relevant zijn om op te lossen om op
systeemniveau verschil te gaan maken, welke kennis en/of onderzoek daarvoor nodig
is, welke kennis implementatie nodig heeft, en aan welke innovatie behoefte is. Ook
wordt gekeken hoe deze plannen gefinancierd zouden kunnen worden. De plannen zijn
de basis voor het programmeren en financieren van onderzoek, innovatie en investeringen
in het versterken en door ontwikkelen van (bestaande) lokale, regionale en landelijke
kennisinfrastructuur door ZonMw.
Er is tot en met 2027 jaarlijks € 3 miljoen structureel beschikbaar, waarvan € 1,5 miljoen
komt uit bestaande structurele middelen vanuit de begroting en € 1,5 miljoen vanuit
de extra middelen vanuit het kabinet voor sport- en beweegstimulering. NOC*NSF is
mede opdrachtgever en besluit jaarlijks over een bijdrage. In 2023 draagt NOC*NSF
€ 400.000 bij. Regieorgaan SIA2 zet met een bijdrage van € 2 miljoen het financieringsinstrument SPRONG3 in voor het versterken van de onderzoeksinfrastructuur bij hogescholen.
«Living labs»
De afgelopen twee jaar is door ZonMw en Sportinnovator ingezet op de ontwikkeling
van «living labs». Deze ontwikkeling is in 2023 doorgezet. De living labs vinden aansluiting
bij de «wicked problems» uit «MOOI in beweging» en leveren inzichten op over de vraag
hoe mensen duurzaam in beweging kunnen komen. Living labs zijn actiegericht, maken
gebruik van verschillende (onderzoeks-) methoden, werken samen met de overheid, kennisinstellingen,
maatschappelijke instellingen en bedrijven, stellen de doelgroep centraal, doen aan
co-creatie en werken in de praktijk. Vanuit de extra middelen van het kabinet uit
het coalitieakkoord voor onderzoek naar de preventie van volksziekten (2023 t/m 2025)
is € 500.000 per jaar beschikbaar. Daarnaast loopt een programma via Topteam bij Sportinnovator
om met innovatieve praktijkexperimenten bij te dragen om het verschil in sport- en
beweegdeelname tussen mensen met hoge en lage sociaaleconomische status (SES) te verkleinen.
Hierin zit een aparte financiering voor living labs op dit thema. Het programma Lage
SES kent een looptijd van 2022 tot en met 2024 voor een totaalbedrag van € 2 miljoen.
2. Topsportevenementen
Ik wil deze brief ook aangrijpen om uw Kamer te informeren over de voortgang op de
onderdelen van de Nationale Topsportevenementen Strategie (hierna NTS). Dit betreft
de inzet van beleidsinstrumenten4, de subsidieregeling voor topsportevenementen en ontwikkelingen ten aanzien van een
aantal buitengewone topsportevenementen5.
De NTS heeft drie uitgangspunten, aan de hand waarvan ik u informeer:
1. Breed palet.
Het aanbod van topsportevenementen en de spreiding hiervan in Nederland is te vinden
op de site van het Coördinatie en Informatiepunt Topsportevenementen (CIT)6. Ieder half jaar wordt deze informatie omgezet in een rapportage. Deze rapportage
deel ik als bijlage bij deze brief. Er wordt gespecifieerd op negen indicatoren van
evenementen: locatie, datum, eenmalig/terugkerend, categorieën, kenmerken, parasport/valide
sport, topsporters, aantallen per sport en de evenementenspreiding.
Sinds het vorige rapport in oktober 2022 heeft Nederland diverse internationale topsportevenementen
georganiseerd. Zo is de ISU World Cup schaatsen in Thialf verreden en was Hoogerheide
het decor van de UCI Cyclo-Cross World Championships, beter bekend als het WK Veldrijden.
In 2023 staan momenteel 58 topsportevenementen op de agenda. Zo komen onder andere
het WK Zeilen, de European Para Championships en het EK Wegwielrennen naar ons land.
2. Het bevorderen van aantrekkelijke en maatschappelijk verantwoorde evenementen.
Duurzame topsportevenementen
In november 2021 is het Programma Circulaire Sportevenementen van start gegaan. Dit
programma heeft een kopgroep gevormd en er is een actieplan opgesteld met daarin ambities
voor de komende jaren7. Dit programma heb ik verlengd tot en met 2026. Er wordt ingezet op de thema’s mobiliteit,
grondstoffen, water, energie en voeding en dranken. Dit jaar is het voornemen om te
starten met pilots. Ook staat de monitor online, zodat organisatoren kunnen meten
hoe duurzaam hun sportevenementen zijn en om de ontwikkeling in Nederland te kunnen
volgen8.
Gezonde topsportevenementen
Voor het bevorderen van gezondere topsportevenementen heeft VWS een extra financiering
aan Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) ter beschikking gesteld. Onder leiding van JOGG
is er contact met experts van onder andere het Voedingscentrum, Trimbos, KNVB en NOC*NSF.
Er is een monitor ontwikkeld om te meten hoe gezond topsportevenementen in Nederland
zijn. Gerelateerd daaraan wordt momenteel gewerkt aan instrumenten die kunnen helpen
bij het bieden van een gezonde omgeving rond een topsportevenement, om te helpen de
evenementen nog gezonder te maken. Tijdens het WK volleybal vrouwen 2022 vond een
pilot plaats die betrekking had op het creëren van een gezonde omgeving met een gezond
aanbod aan voeding en dranken. Het onderzoek dat bij deze pilot is gedaan, is inmiddels
afgerond. De resultaten hiervan worden gedeeld op de CIT-site.
3. Het creëren van een podium voor maatschappelijke vraagstukken en het bedrijfsleven.
Het maatschappelijke activatieprogramma heeft als doel dat meer gemeenten topsportevenementen
gaan benutten voor maatschappelijke activatie op diverse terreinen waaronder bewegen
en sportdeelname. Ook willen we ervoor zorgen dat topsportevenementen via een «oranje
draad» met elkaar verbonden worden, waardoor het mogelijk wordt dat een evenement
in een tak van sport ook door andere sportbonden kan worden benut. Sportbonden, NOC*NSF
en VSG werken aan de verdere uitwerking hiervan.
Onderzoeksprogramma
Daarnaast zet ik mij in om te zorgen voor meer samenhang en samenwerking op het gebied
van topsportevenementen. Waaronder op de onderzoeken die worden gedaan naar de waarde
van topsportevenementen.
Per 1 januari 2023 is bij ZonMW een onderzoeksprogramma gestart dat als doel heeft
om samenwerking en kennisoverdracht over de maatschappelijke waarde van topsportevenementen
te verbeteren en nieuwe kennis te ontwikkelen. Dit programma duurt vier jaar. Inmiddels
zijn de onderzoekers geselecteerd en hebben zij de contouren van hun onderzoeksplan
ingediend. Naar verwachting starten de onderzoekers in september.
Ondersteuning van topsportevenementen door VWS
Onderstaande tabel toont hoe het Ministerie van VWS de beschikbare financiële middelen
voor internationale topsportevenementen heeft besteed. Het betreft de totale VWS-subsidie
die per evenement is, of wordt verstrekt. Dit wil niet zeggen dat het totale bedrag
is uitgekeerd in het jaar waarin het evenement plaatsvond. Meestal zijn er 1 of 2
jaar voorafgaand aan het evenement ook al financiële middelen uitgekeerd. De tabel
laat de subsidies zien die definitief zijn toegekend.
Gesubsidieerde sportevenementen 2023
Verleend totaal bedrag
WK Cyclo Cross 2023
€ 250.000,–
WK Zeilen 20221
€ 2.500.000,–
WK King of the Court 2023
€ 910.000,–
EK Wielrennen op de weg 2023
€ 635.500,–
EJK Judo 2023
€ 511.175,–
Jeugd Schaak Olympiade 2023
€ 270.000,–
X Noot
1
Dit evenement is verplaatst als gevolg van de corona-pandemie.
Gesubsidieerde sportevenementen 2024
Verleend totaal bedrag
EK Volleybal U22 2024
€ 480.755,–
Buitengewone sportevenementen
Zoals toegezegd9 informeer ik uw Kamer hierbij over de voortgang van buitengewone topsportevenementen
die in Nederland worden georganiseerd, of mogelijk worden georganiseerd.
European Para Championships 2023
Van 8 tot en met 20 augustus vinden de European Para Championships (hierna EPC) plaats
in Rotterdam. Tussen 8 en 20 augustus 2023 gaan 1.500 atleten uit 45 landen met elkaar
de strijd om de Europese titels en plaatsing voor de Paralympische Spelen van 2024
in Parijs. Op het programma staan de volgende para-sporten: badminton, boccia, goalbal,
handboogschieten, judo, schieten, taekwondo, tennis en wielrennen. Het is dan voor
het eerst dat 10 verschillende Europese Para kampioenschappen tegelijk in één stad
worden georganiseerd. Op 4 oktober jl. heb ik een voorstel naar uw Kamer gestuurd
over de financiële ondersteuning die ik aan dit evenement verleen10.
WK voetbal vrouwen 2027
De officiële bidprocedure is gestart en de KNVB en hun Duitse en Belgische partners
– DFB, RFBA – hebben bekend gemaakt gezamenlijk een bid in te willen dienen. Op 9 mei
jl. is de motie11 van de leden Van der Laan en Westerveld aangenomen over ondersteuning van de bid
voor kandidatuur voor de organisatie van het WK voetbal voor vrouwen in 2027. Ik voer
deze motie graag uit en zie het als een aanmoediging voor de ondersteuning die ik
de KNVB bied op dit onderwerp. Ik draag er graag aan bij dat dit prachtige evenement
naar Nederland komt. Het is een van de grootste topsportevenementen van de wereld
en kan worden ingezet voor diverse maatschappelijke doelstellingen zoals de bevordering
van de positie van vrouwen binnen de sport. Op dit moment ben ik in gesprek met de
KNVB over de rolverdeling tijdens het bidproces.
3. Toezegging en moties
Juridische verkenning strafbaarstelling matchfixing
Tijdens het Commissiedebat op 5 april 2023 (Kamerstuk 30 234, nr. 362) heb ik u toegezegd dat ik de resultaten van de verkenning naar mogelijke strafbaarstelling
van matchfixing met u zou delen. De verkenning door het Ministerie van Justitie en
Veiligheid is nog gaande, dus daar kan ik nog niet op ingaan. Daarbij speelt er meer
op het matchfixingsbeleid, waaronder de herijking van de aanpak matchfixing. Deze
is erop gericht de aanpak van matchfixing te versterken en het doen van effectieve
interventies. Graag wil ik een zo volledig mogelijk beeld met u delen, en dus wil
ik de resultaten van de verkenning van de strafbaarstelling samen met de resultaten
van de herijking aan uw Kamer sturen. Hiervoor is echter nog tijd nodig. Het doel
is om de herijking van de aanpak matchfixing voor het eind van het jaar af te ronden,
de resultaten zal ik dan met u delen.
Buitenspelen
Voor alle kinderen, met en zonder beperking, is buitenspelen een belangrijke vorm
van bewegen in de leefomgeving. Daarom ondersteun en stimuleer ik (meer) gemeenten
om in te zetten op buitenspelen en buitenspeelbeleid, onder andere via de Buitenspeelcoalitie.
In de motie van Leijten en Van Nispen12 vraagt u mij ervoor te zorgen dat in iedere gemeente minstens één speeltuin komt
die toegankelijks is voor kinderen met een beperking. Op dit moment zijn in 133 gemeenten
inclusieve buitenspeelplekken gerealiseerd. In totaal gaat het om 150 samenspeelplekken,
waarvan 21 in ontwikkeling.
Ik ben voornemens dit te verdubbelen met nog eens 150 speelplekken in de periode tot
en met 2025 via het Samenspeelnetwerk en Samenspeelfonds. De ambitie van het SamenSpeelFonds
is dat er over vijf jaar in de 255 gemeenten in Nederland, waar nu nog geen inclusieve
speelplek is, minimaal één inclusieve samenspeelplek wordt gerealiseerd. Eind 2023
verwacht ik u een factsheet te kunnen toesturen waarin het actuele aantal inclusieve
speeltuinen wordt vermeld en zal ik u informeren over de voortgang op deze motie.
Financiering Strand Veilig
Tenslotte informeer ik u over de uitvoering van de motie Van Nispen over de financiering
van Strand Veilig, specifiek over het onderdeel van het onderzoek naar benodigdheden
voor de lokale reddingsbrigades en veilige stranden. Op dit moment wordt door het
Mulier Instituut onderzoek gedaan naar de wijze waarop kustgemeenten in Nederland
de strandbewaking organiseren. Deze bevraging wordt verspreid in samenspraak met KIMO,
de vereniging van kustgemeenten, en is tot stand gekomen in samenwerking met Reddingsbrigade
Nederland en de KNRM. De uitkomsten hiervan verwacht ik dit najaar en ik zal uw Kamer
informeren over de uitkomsten wanneer ik deze heb ontvangen. Over het tweede onderdeel
van dezelfde motie, waarin gevraagd wordt om een structurele plek op de begroting
voor het programma Het Strand Veilig, bevestig ik dat deze plek er is en dat de benodigde
jaarlijkse 250.000 euro door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en VWS
samen wordt opgebracht.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport